17 juni 2007

Een klimaatminister die weegt

Onderstaand stuk verscheen in De Standaard van 16 juni 2007.

Een klimaatbeleid kan niet bouwen op milieutaksen alleen, antwoordt Els Keytsman op de kritiek van Aviel Verbruggen dat Groen! vooral aan regelneverij doet.

Aviel Verbruggen vindt 'klimaatministerke spelen' geen goede oplossing voor de huidige klimaatproblemen en pleit voor een ambitieus klimaatbeleid (DS 15 juni). Dat ambitieuze klimaatbeleid is vandaag op geen enkel vlak zichtbaar.

Langetermijndoelstellingen voor regeringen blijven tot nu toe altijd vrijblijvend. Dat is zeker zo wat klimaat betreft. België heeft zich in het Kyoto-protocol verbonden om tegen 2012 te gaan naar een minderuitstoot van 7,5 procent ten aanzien van 1990, maar nu al is duidelijk dat met het huidige beleid deze doelstelling niet wordt gehaald. En onze beleidsmakers geraken daar gewoon mee weg.

Tegelijk schreeuwen bedrijven om juridische zekerheid. Voor Groen! is een klimaatwet met duidelijke doelstellingen daarvoor de beste garantie. Met een klimaatwet kan elke burger, het parlement en de hele civiele samenleving jaar na jaar de vorderingen van het beleid evalueren en laten bijsturen. Indien doelstellingen niet worden gehaald, kan de overheid daarvoor verantwoordelijk worden gesteld. Ook in Nederland pleiten milieuorganisaties én vakbonden gezamenlijk voor een speciale klimaatwet waarin wordt vastgelegd hoeveel Nederland jaarlijks mag uitstoten. Ook de 'Big Ask' campagne van Friends of the Earth en de oproep van 400 Britse politici om het halen van ambitieuze klimaatdoelstellingen op korte, maar ook op lange termijn, wettelijk bindend te maken, leidden eerder al in Groot-Brittannië tot een klimaatwet. Ook Canada voert binnenkort zo'n klimaatwet in.

Een klimaatbeleid kan niet bouwen enkel op milieutaksen. Dat leidt niet tot een effectief milieubeleid, maar maakt integendeel heel veel ecologische producten voor tal van mensen financieel onbereikbaar. Dat kan onmogelijk de bedoeling zijn. Productnormen en subsidieregelingen zorgen ervoor dat bedrijven en burgers op een betaalbare wijze hun uitstoot van broeikasgassen kunnen verminderen. Bedrijven en consumenten kunnen dan kiezen welke maatregelen het beste bij hen passen. Bedrijven kunnen bijvoorbeeld een CO{-2}-budget krijgen, terwijl emissierechten dan bij andere bedrijven worden ingekocht. Of nog, eerder dan de consument de valse keuze op te dringen tussen milieuschadelijke en milieuvriendelijke producten, zorgt de overheid ervoor dat enkel nog kwaliteit op de markt terecht komt. Dat kan met het Top Runner Model zoals in Japan. Hierbij worden ambitieuze productnormen vooropgesteld en de overheid verleent drastische ecologiesteun aan de onderneming die koploper is in de betrokken sector. Na vijf jaar wordt de prestatie van de koploper de norm. Zo worden ecologische producten voor iedereen bereikbaar.

Voor een doeltreffend klimaatbeleid zijn juridisch verankerde doelstellingen en maatregelen alleen uiteraard ruim onvoldoende. Het is duidelijk dat de energieomslag een goede en volgehouden coördinatie tussen de gewesten en het federale niveau vereist. Gezien het energie-, klimaat- en milieubeleid elkaar voor grote delen overlappen, is de bestaande versnippering van middelen, bevoegdheden en personeel even nefast voor de doeltreffendheid van het beleid. Verhofstadt II telde een minister van Energie, eentje van Leefmilieu, en daarbovenop een staatssecretaris van Duurzame Ontwikkeling. Als deze drie regeringsleden al een beleid voerden, dan was op zijn zachtst gezegd niet altijd even coherent. Laat staan dat het klimaatbeleid op federaal niveau en dat op het Vlaamse niveau met elkaar in overeenstemming waren. Er is dan ook nood aan een sterke coördinatie van het klimaat- en energiebeleid en van de verschillende energie- en klimaatfondsen op de verschillende overheidsniveaus. Maar ook van de verschillende steunmaatregelen. Vooral daarom pleitte Groen! voor een vice-premier voor Klimaat, Milieu en Energie die het beleid van de verschillende overheidsniveaus in het land coördineert, de energietransitie voorbereidt en daarvoor de verschillende actoren samenbrengt.

De kern van het ecologische klimaatplan is dus niet zozeer 'het postje' van de klimaatminister zoals Aviel Verbruggen denkt, maar wel een klimaatwet, de coördinatie van de verschillende bevoegdheden op verschillende niveaus, en uiteraard een voldoende groot budget. Het is evident dat zo'n ambitieus klimaatbeleid wortels moet hebben in een uitgebreid hoofdstuk in het volgende federale regeerakkoord en dat het gedragen moet zijn door de ganse federale regering. De veruitwendiging van zo'n doortastend klimaatbeleid is dan de klimaatminister, met voldoende ruime bevoegdheden inzake leefmilieu, energie, duurzame ontwikkeling en energie. Een minister die wéégt binnen de regering en die gemandateerd is om de coördinatie met de regio's inzake energie- en klimaatbeleid te verzorgen. Een minister die ook wéét waarover het gaat, eentje met veel deskundigheid en expertise. Pas dan kan de ecologische omslag naar een ambitieus klimaatbeleid op de sporen worden gezet. Er is inderdaad nog veel werk aan de winkel.

Els Keytsman (Groen!) schreef mee Het Klimaatboek. Pleidooi voor een ecologische omslag.

Geen opmerkingen: