29 maart 2007

"Soja veegt 800 Argentijnse stadjes van de kaart"

28/03/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht

Zeker 800 stadjes op het Argentijnse platteland staan op het punt te verdwijnen. Ze lopen leeg als gevolg van de ongeremde expansie van sojavelden, een teelt waarvoor bijna geen landarbeiders nodig zijn. Het toenemende isolement van de overblijvende inwoners en het gebrek aan aandacht vanwege de overheid doen de rest, schrijft De Morgen.

Godoy, een stadje in de provincie Santa Fe dat eind de 19de eeuw werd gesticht, telt nog 1.500 inwoners. In de jaren zestig waren het er 5.000. "We hadden een station waar passagierstreinen stopten, maar dat wordt nu alleen nog gebruikt voor goederenvervoer", klaagt Nora Mendoza, de hoogste ambtenaar in Godoy. "Vroeger waren hier winkels, garages en gieterijen. Overal in de omgeving woonden er mensen, maar nu zie je alleen nog een zee van groen. Overal staat er soja en al het werk wordt gedaan door machines".

Op meer dan de helft van de 30 miljoen hectare landbouwgrond die Argentinië rijk is, staat nu soja. "De stadjes verdrinken in de soja", zegt Jorge Rulli, de directeur van de niet-gouvernementele organisatie Nadenken over het Platteland. "Er zijn geen kleine boerderijen of natuurgebieden meer rond de steden. De grote sojaboeren hebben maar één arbeider voor elke 500 hectare nodig. Daarom trekken de mensen massaal weg. In de grotere steden is er nog een kern van rijke mensen, maar daaromheen heerst er bittere armoede".

De meeste bedreigde stadjes liggen in de pampa, de rijkste landbouwstreek van het land. In heel Argentinië zijn er al 602 stadjes waar minder dan 2.000 inwoners overblijven, zegt Responde, een organisatie die in de bedreigde stadjes een nieuwe dynamiek op gang probeert te brengen. In nog eens 124 kleine steden groeit de bevolking al tien jaar niet meer en 90 stadjes komen zelfs niet meer in de officiële statistieken voor.

Responde probeert sinds de jaren negentig het tij te keren. De organisatie hielp onder meer de inwoners van Godoy een toeristisch project op te zetten rond het nabijgelegen Oratorio Morante, een plaats met een kerk uit 1770, een mooi kerkhof en een oude boerderijschool. Andere stadjes proberen ook alternatieve werkgelegenheid te scheppen, maar meestal is geldgebrek een grote hinderpaal.

In 2003 begon de Argentijnse regering ook voorzichtig steun te verlenen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken probeert met het programma Mi Pueblo (Mijn dorp) de verbindingswegen tussen kleine steden en grotere centra te verbeteren. De provincie Buenos Aires trok 750.000 euro uit voor het programma Volver (Terugkeren), dat acht verlaten stadjes probeert te herbevolken, bij voorkeur met de mensen die er de voorbije decennia wegtrokken.

19 maart 2007

Broeikasgassen bedreigen ook mossel en oester

17/03/2007 | Bron(nen): Vilt-Nieuwsoverzicht, Belga

Oesters en mosselen worden bedreigd door de verzuring van de oceanen, die voortvloeit uit de stijging van de uitstoot van CO2. Dat blijkt uit een wetenschappelijke studie. De verkalking van de mossel en de Japanse oester daalt evenredig met de stijging van de verzuring van de oceanen, aldus een internationale ploeg die voorgezeten wordt door Frédéric Gazeau, onderzoeker aan het Nederlands Instituut van Ecologie.

Elke dag wordt meer dan 25 miljoen ton CO2, geproduceerd door menselijke activiteiten, opgenomen door de oceanen. Deze hoeveelheid draagt bij tot de verzuring van het water. Het was al zeker dat een verhoging van de zuurtegraad een moeilijkere productie teweegbrengt van kalkachtig koraal en plantaardige plankton. Maar er was nog geen studie over de impact op weekdieren met een commerciële waarde.

Bij een gemiddelde hypothese van een hoeveelheid van 740 deeltjes op een miljoen CO2 in de atmosfeer, tegen een actuele hoeveelheid van 370, vermindert de productie van schelpen met 25 procent voor de mossel en met 10 procent voor de oester. Zo'n fenomeen kan gevolgen hebben voor het overleven van de larven. De schelpen zouden er ook langer over doen om een commerciële omvang te bereiken. Tenslotte worden ze ook gevoeliger voor roofdieren, aldus een van de onderzoekers.

"Biobrandstoffen kunnen slechts beperkte rol spelen"

18/03/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht

De trend naar meer biobrandstoffen is wereldwijd amper ingezet en de keerzijde van de medaille wordt al zichtbaar. Basisvoedsel als olijfolie wordt duurder. Het regenwoud in Azië, Afrika en Brazilië dreigt het veld te moeten ruimen voor plantages. Eén ding is duidelijk: biobrandstoffen kunnen maar een beperkte rol spelen. Dat schrijft journalist Guy Van Den Broek in een commentaarstuk in De Tijd.

De populaire tortilla's in Mexico zijn plots erg duur geworden, omdat de graanprijs in de VS sterk gestegen is. In Marokko is olijfolie, een basisingrediënt in de voeding, nooit zo duur geweest. Dat treft vooral de arme gezinnen. Intussen rijzen de prijzen van plantaardige oliën als palmolie en sojaolie de pan uit. Dat verhoogt dan weer de druk op de rand van het regenwoud om plantages aan te leggen. De CO2-vermindering die we krijgen door biobrandstof in plaats van aardolie te gebruiken, gaat ruimschoots verloren door het verlies aan biodiversiteit en de lagere CO2-opname van kleinere regenwouden, stelt Van Den Broek.

De journalist heeft geen bezwaren tegen de teelt van energiegewassen op braakgronden of de valorisatie van oogstresten. Toch blijft het inzetten van biobrandstoffen per definitie beperkt, luidt het. Het beschikbare landbouwareaal is te gering om in te staan voor zowel voedsel als motorbrandstoffen. Als we alle agrarische ruimte gebruiken voor biobrandstoffen, kunnen we maximaal 30 procent van de motoren laten draaien, zo stellen wetenschappers.

Maar er is zeker nog een toekomst weggelegd voor nieuwe plantenvariëteiten. Die kunnen snel groeien, halen veel CO2 uit de lucht tijdens hun groei en zijn nadien ook rendabel inzetbaar als biobrandstof. Daarvoor zal Europa ook haar beleid inzake genetisch gewijzigde organismen moeten bijstellen, meent Van Den Broek. De milieubeweging zit volgens hem met een dilemma. Zij verzet zich principieel tegen ggo's, maar is de biobrandstof wel genegen.

Ondanks de euforie rond biobrandstoffen in de wereld is het volgens Van Den Broek nog niet zeker of het gebruik van gewassen als tarwe, suikerbieten en koolzaadolie voor brandstoffen wel de beste oplossing voor het milieu is. Op de braakliggende landbouwgronden kan men evengoed hout aanplanten of gewassen die in groene stroom worden omgezet. Energiespecialisten hebben berekend dat de meest efficiënte manier om wereldwijd CO2 te verminderen veeleer ligt in duurzame elektriciteitsproductie en niet in de vervanging van de klassieke motorbrandstoffen.

Europa kent van nature beperkingen in het voorzien in zijn eigen energie. Het moet er dan ook erg zorgvuldig mee omspringen. De overheid en zeker de EU moeten hun beleid inpassen in een globaal energiebeleid. De mobiliteit vergroten op een duurzame manier vereist een genuanceerd pakket diverse maatregelen, waarin biobrandstoffen een eigen maar wellicht beperkte plaats hebben. Een tijdige waarschuwing over die beperkte rol die biobrandstoffen kunnen spelen, zal overdreven investeringen en mislukkingen vermijden, zo besluit Van Den Broek.

16 maart 2007

Stortvloed aan alternatieven voor fossiele brandstof

15/03/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht

Studies naar alternatieven voor fossiele brandstoffen blinken uit in creativiteit. Brandstof uit water, benzine uit suiker, aardgas uit boomsnippers en olie uit kalkoenen: wetenschappelijk lijkt alles mogelijk. De commercie is echter voorzichtiger, stelt de Nederlandse wetenschapsjournalist Marco van Kerkhoven vast in De Standaard. Uit een onderzoek van de Katholieke Hogeschool Leuven blijkt overigens dat zeven op de tien mensen verwachten dat een mentaliteitswijziging de belangrijkste oplossing is voor de milieuproblematiek.

Een auto op kernenergie is niet veilig, rijden op de wind is wel erg primitief. De steenkoolauto zal niet schoner zijn en wie gokt op elektriciteit, komt niet ver en blijft bovendien afhankelijk van andere energiebronnen om de elektriciteit mee op te wekken. Voorlopig zullen we het daarom voor transport en vervoer moeten doen met benzine-, diesel- of gasachtige producten die worden gemaakt uit andere grondstoffen dan aardolie.

Een kansrijk product in die markt is waterstof. Dit energierijke gas kan op betrekkelijk eenvoudige manier worden gemaakt door water met behulp van elektriciteit te splitsen in waterstof en zuurstof. Vervolgens kan het - eventueel elders - weer tot water worden gemaakt, ofwel in een brandstofcel, waarbij elektriciteit vrijkomt, ofwel door het direct te verbranden in een motor. IJsland had de wereldprimeur met het eerste waterstoftankstation omdat het land met het overschot aan energie uit warmtebronnen goedkoop waterstof kan maken. Het probleem met waterstof is dat het gebruik een groot ruimtebeslag vraagt en dat het explosieve gas een relatief onveilig product is.

Biobrandstoffen zijn een andere kansrijke strategie om een milieuvriendelijk alternatief voor aardolie te verkrijgen. Als chauffeurs wereldwijd zouden overstappen op bio-ethanol, vermindert de uitstoot van koolstofdioxide in de atmosfeer met zo'n dertien procent. Een risico van biobrandstoffen is dat er onverantwoord veel landbouwareaal verloren zou kunnen gaan aan de teelt van olieproducerende planten, aldus van Kerkhoven.

Futuristischer is de productie van aardgas uit houtsnippers. Het Energie Centrum Nederland boekte onlangs op kleine schaal de eerste successen met het vergassen van houtsnippers tot een mengsel van koolmonoxide en waterstof, en uiteindelijk aardgas. Het principe stamt uit de Tweede Wereldoorlog, toen automobilisten noodgedwongen hun auto's voorzagen van een stookketel voor houtsnippers. ECN en Gasunie bouwen nu aan een proeffabriek, die in 2008 operationeel moet worden. Aardgas als brandstof voor de auto vraagt nog wel wat aanpassingen, maar het is mogelijk. In de gemeente Utrecht rijden ze er al twintig jaar mee.

Maar het kan altijd fantastischer. In de Amerikaanse staat Missouri draait sinds twee jaar een proeffabriek voor de verwerking van slachtafval van de plaatselijke kalkoenenslachterij tot de productie van een vorm van ruwe olie. De fabriek werkt volgens het principe van het Thermal Conversion Process. Simpel gezegd is dat een manier om organische grondstoffen onder hoge druk te koken tot een olieachtige grondstof die bestaat uit biogas, lichte aardolie en vaste koolstof.

Heel veel ideeën dus, maar commercieel wil het nog niet vlotten met de brandstof van de toekomst. Wereldwijd rijdt negentig procent van de auto's en vrachtwagens nog op aardolieproducten. Alleen plaatselijk en experimenteel zijn meer duurzame varianten in trek, besluit Marco van Kerkhoven.

13 maart 2007

Nog geen biobrandstof aan de meeste pompen

12/03/2007 | Bron(nen): Vilt-Nieuwsoverzicht

De Belgen kunnen nog altijd niet overal biodiesel tanken en zeker geen bio-ethanol E85. Slechts enkele brandstoffendistributeurs mengen hun diesel met biodiesel afkomstig van plantaardige olie. Voor bio-ethanol E85 hebben de brandstofverdelers nog altijd geen toelating verkregen in tegenstelling tot de buurlanden. Dat schrijven De Tijd en De Morgen dinsdag.

De Belgische regering kende pas eind vorig jaar een aantal bedrijven een quotum toe om biobrandstoffen te mogen leveren. Die late beslissing is volgens de sector de hoofdreden voor het (nog) niet massaal aanbieden van biodiesel. "Aangepaste menginstallaties vergen tijd en zware investeringen", klinkt het. Wie in België biodiesel aanbiedt, moet die ook hier kopen. Dat kan slechts bij één bedrijf, Oleon. De sector eist meer concurrentie.

Minister van Leefmilieu Bruno Tobback (sp.a) is verrast over het magere aanbod van biodiesel. Hij en zijn collega van Financiën Didier Reynders (MR) overleggen binnenkort met de sector. Tegen 2010 moet 5,75 procent van de brandstoffen biologisch zijn en 10 procent in 2020.

12 maart 2007

Bush en Lula sluiten overeenkomst over bio-ethanol

10/03/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht

De grootste producenten ter wereld van ethanol, Brazilië en de Verenigde Staten, hebben vrijdag in Sao Paulo een akkoord gesloten om het gebruik van deze alternatieve brandstof te bevorderen. Brazilië maakt onder meer de brandstof uit suikerriet. De jaarlijkse productie bedraagt al zeker zestien miljard liter ethanol per jaar. In Noord-Amerika wordt vooral maïs gebruikt. Bush beklemtoonde dat het in het belang van de VS is dat landen in de regio voor hun energiebehoeften niet steeds van anderen afhankelijk blijven.

Bush' milieuvriendelijke en besparende wenken in Sao Paulo vielen niet overal in goede aarde. De Venezolaanse president Hugo Chávez betitelde de plotselinge voorliefde voor bio-ethanol en biodiesel als "onetisch en irrationeel". Bush is volgens Chávez van plan het water en de goede landerijen van Latijns-Amerika te misbruiken om de Amerikaanse auto's op biobrandstof te laten rijden.

Bush reisde vrijdagavond door naar Uruguay om er zaterdagochtend de linkse president Tabaré Vázquez en leden van diens regering te ontmoeten. Op de agenda stond een bilateraal handels- en investeringsakkoord, dat de VS-markt toegankelijker moet maken voor Uruguayaanse vlees- en zuivelproducten en vice versa.

Tabaré Vázquez, die zich anders dan de Venezolaanse president Chávez of diens Boliviaanse collega Morales een gematigd links profiel aanmeet, had enig bochtenwerk nodig om Bush' bezoek in eigen rangen verkocht te krijgen. Zo zei minister van Veeteelt José Mujica zoveel moeite te hebben om de bewoner van het Witte Huis onder ogen te komen dat "ik aan de tegenbetoging zou hebben deelgenomen als ik niet in de regering zat".(KS)

09 maart 2007

"Eerste generatie biobrandstoffen nog nodig tot 2020"

08/03/2007 | Bron: Vilt-nieuwsoverzicht

Biobrandstoffen van de eerste generatie zijn, ondanks alle kritiek daarop, zeker tot 2020 nog onmisbaar om de gestelde Europese doelstellingen voor duurzame en hernieuwbare energie te behalen. Dit zei Rosario Bento Pais, lid van het kabinet van eurocommissaris Mariann Fisher Boel deze week op een bijeenkomst in het Europees Parlement over de tweede generatie biobrandstoffen.

Europa heeft zich tot doel gesteld dat in 2010 minimaal 5,75 procent van de transportbrandstoffen afkomstig moet zijn van biomassa. In 2020 moet dit aandeel gestegen zijn tot 10 procent. "Het mooiste zou zijn als dit doel gehaald wordt met behulp van de tweede generatie biobrandstoffen", meent Bento Pais. Biobrandstoffen van de tweede generatie hebben veel voordelen boven brandstoffen van de eerste generatie (die onder meer uit graan, maïs en koolzaad worden gewonnen).

De tweede generatie biobrandstoffen leveren tot 90 procent CO2-reductie op, tegen maximaal 50 procent bij de eerste generatie, ze concurreren niet met voedsel- en voedergewassen en de productie is efficiënter en goedkoper. Probleem is echter dat de hiervoor benodigde technologie niet tijdig en op voldoende grote schaal beschikbaar is, zo meent de Europese Commissie.

"Voor de landbouw hebben zowel de eerste als de tweede generatie biobrandstoffen een groot belang", zegt Bento Pais. "Weliswaar verdient de landbouw minder aan de tweede generatie biobrandstoffen, maar de teelt van de benodigde gewassen levert toch extra werkgelegenheid op".

Ook uit de voedingsindustrie gaan er stemmen op om de biobrandstoffen van de eerste generatie zo snel mogelijk af te bouwen. Zo vindt Unilever dat de Europese Commissie paal en perk moet stellen aan het stimuleren van biobrandstoffen van de eerste generatie. Door onder meer het Europese beleid is de prijs voor koolzaad- en zonnebloemolie in zeven jaar tijd verdrievoudigd. Die hoge grondstofprijzen voelt ook de consument in zijn portemonnee.

21e eeuw, de eeuw van ecologie

Steeds meer wordt de omvang van de grote grensoverschrijdende ecologische problemen voor iedereen duidelijk. Een klimaatregeling die de historisch opgebouwde, ecologische gulzigheid van een minderheid bevestigt, is fundamenteel onrechtvaardig. De klimaatverandering is aan de gang.

Om een klimaatchaos tegen te houden, is een nieuw politiek ambitieniveau nodig. Dat is het uitgangspunt van het internationaal seminarie "21e eeuw, de eeuw van ecologie". Dit seminarie vindt plaats op zaterdag 10 maart 2007, start om 13u en stopt om 17u, in het VLEKHO (Koningsstraat 336, Brussel).

Sprekers zijn onder meer Bart Staes, Wolfgang Sachs, Tomas Wyns en Peter Tom Jones. Voor meer info: jan.mertens@groen.be.

07 maart 2007

Sp.a wil met 50 maatregelen klimaat redden

6 maart 2007 | Bron(nen): Gazet van Antwerpen

De sp.a heeft een klimaatplan met 50 maatregelen uitgewerkt dat moet vermijden dat de temperatuur op de Aarde op termijn met 2 graden toeneemt. Onder meer door tegen 2020 20 procent energie-efficiëntere huizen en kantoren te hebben en 20 procent meer stroom te halen uit alternatieve energiebronnen, moet die doelstelling worden gehaald. Voorzitter Johan Vande Lanotte stelde maandag het plan voor. Volgens hem vormt het milieu een thema waar de komende 4 jaar prioritair aan moet worden gewerkt.

Tegen 2011 willen de Vlaamse socialisten een pak voorstellen gerealiseerd zien. Centraal staat energiebesparing in woningen en huizen. Via een grootschalig actieprogramma met renteloze leningen moeten alle woningen in het land binnen vier jaar dakisolatie en dubbele beglazing hebben. Alle sociale woningen moeten passiefhuizen worden. Dergelijke maatregelen moeten woningen en kantoren tegen 2020 20 procent energiezuiniger maken.

Daarnaast moet tegen dan 20 procent meer energie uit alternatieve bronnen worden gehaald. Dat kan onder meer door meer te focussen op warmtekrachtcentrales en door grote bedrijven aan te zetten efficiënter te zijn en meer groene stroom te gebruiken. In ruil garandeert de overheid een stabiele energieprijs.

Het plan kost 750 miljoen euro. De maatregelen hebben een terugverdieneffect van 600 miljoen.

Duitsland als voorbeeld voor duurzame energie

6 maart 2007 | Bron(nen): iNSnieuws


Warmtepompen, warmte terugwinsystemen en installaties die duurzame energie opwekken. Nederland moet dé leverancier worden van energiebesparende installatiesystemen. Al lopen de Duitsers al mijlenver vooruit op dit gebied.

Wat in Duitsland al jarenlang met subsidies wordt gestimuleerd, kan nu eindelijk in Nederland ook gaan gebeuren. Ondernemers die varkensmest omzetten in biobrandstof, hebben in Duitsland binnen een paar maanden een vergunning. In ons land is Biogreen al ruim vier jaar bezig met het aanvragen van het papiertje en het uitzoeken van de wettelijke eisen. Die overigens nog geschreven moesten worden, aldus Jan Schokker van Biogreen.

Ook de Duitse automobilist rijdt steeds meer op een mix van diesel en biobrandstof. Het bedrijf Nedalco wil bio-ethanol binnenkort ook op Nederlandse markt aanbieden.

Of wat dacht u van een financiele tegemoetkoming vanuit de Duitse overheid voor particulieren die zonne-panelen kopen? Zo komen energiebedrijven wel aan groene stroom.

De technische branchevereniging UNETO-VNI zit al tijden op dit soort initiatieven te wachten. Het nieuwe regeerakkoord dat groene initiatieven ook financieel ondersteunt is een goed begin. Met 500 miljoen euro kan de technische industrie zich tenminste weer richten op nieuwe innovaties. Wat deze ondernemers in de techniek dan nog meer willen? Zo veel mogelijk prikkels om consumenten energiebesparende producten te laten kopen. Net als in Duitsland.

Bekende Nederlanderswillen 'revolutionair' milieubeleid

27 februari 2007 | Bron(nen): iNSnieuws

Een groep bekende Nederlanders roept middels een manifest het nieuwe kabinet op ingrijpende en concrete maatregelen te nemen om klimaatverandering tegen te gaan en het milieu te verbeteren. Volgens de ondertekenaars is het tijd voor een 'groene revolutie'.

De groep stelt in het maandag op internet gepubliceerde manifest ‘Verander het klimaat’ dat Nederland het klimaatprobleem niet in zijn eentje kan oplossen, maar wel de ambitie moet hebben om internationaal voorop te lopen. Dit zowel uit eigen belang - het is de enige manier om in de toekomst droge voeten te houden - als uit verantwoordelijkheidsbesef: Nederland heeft de hoogste CO2-uitstoot per vierkante meter, aldus de ondertekenaars.

Refererend aan de economische politiek waarmee de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt de strijd aan bond met de massawerkloosheid in de jaren dertig, pleiten ze voor een ‘New Deal’. Ze willen onder meer dat het kabinet windmolenparken in zee aanlegt en energiezuinige auto’s en apparaten goedkoper maakt dan meer vervuilende. Ook willen ze een klimaatwet die vastlegt dat de uitstoot van broeikasgassen in Nederlands jaarlijks met drie procent afneemt, terwijl de energiebesparing met twee procent per jaar groeit. Energiebedrijven moeten bovendien verplicht worden elk jaar 1 procent meer duurzame energie te leveren. Op die manier moet binnen twintig jaar de olieconsumptie in Nederland zijn gehalveerd.

Onder andere voormalig ruimtevaarder Wubbo Ockels, televisiepresentator Henny Huisman, actrice Kim van Kooten en voetballer Khalid Boulahrouz hebben hun handtekeningen onder het manifest gezet.

Zie ook: www.coolclimate.nu

Frankrijk blokkeert verplicht percentage duurzame energie

7 maart 2007 | Bron(nen): E-ditie Grootzakelijk (Electrabel)

Frankrijk blokkeert nog altijd voorstellen in de Europese Unie om bindende afspraken te maken over een aandeel duurzame energie in het totale verbruik van 20%, per 2020. De voorstellen zijn eerder gedaan door de Europese Commissie en overgenomen door Duitsland, dit half jaar voorzitter van de EU.

Hoge diplomaten in de EU stellen dat Frankrijk met het verzet de 'hernieuwbare energiebronnen' wil koppelen aan kernenergie. Frankrijk produceert veel kernenergie, waarbij ook nauwelijks CO2 vrijkomt. Maar veel andere EU-landen vinden dat kernenergie niet valt onder duurzame, hernieuwbare energie.

Copyright ©, ANP, 2007

België kan 2 miljoen ton CO2-uitstoot besparen

7 maart 2007 | Bron(nen): E-ditie Grootzakelijk (Electrabel)

Met twee innovatieve projecten kan België zijn CO2-uitstoot met 2 mln ton per jaar terugbengen. Dat stelt de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (Vito), die de twee projecten in het kader van het Milieu- en Energietechnologie Innovatie Platform (Mip) volgende week presenteert in het Provinciehuis in Antwerpen.

Een toepasselijke locatie, want in één van de twee projecten die Vito heeft uitgewerkt, draait het allemaal om Antwerpen. In het havengebied van Antwerpen zou een restwarmtebedrijf moeten worden opgericht, naar Rotterdams voorbeeld. De overtollige warmte die bij de grote industrieën ontstaat, kan worden benut voor woningen, glastuinbouw of bedrijven.

De Rotterdamse experts komen op de studiedag een toelichting geven op de manier waarop Rotterdam zijn warmtebedrijf op heeft gezet. Volgens de inschatting van Vito kan dit project in Antwerpen 1 mln ton aan CO2-uitstoot besparen. En ook de havens van Gent, Oostende en Zeebrugge komen in aanmerking voor eenzelfde project.

Een andere veelbelovend idee is volgens Vito om CO2 in bakstenen te vangen. Dat kan dankzij een nieuw procédé dat een Limburgs bedrijf heeft ontwikkeld. Het wint de nuttige metalen uit metaalslakken (restafval van bedrijven als Arcelor en Sidmar). Het spul dat overblijft heet papzand. Als onder druk CO2 aan dit papzand wordt toegevoegd, absorbeert papzand de CO2 en ontstaat een soort baksteen. Elke ton papzand kan op deze manier tussen de 110 en 150 kilo CO2 opnemen. Arcelor en Sidmar produceren jaarlijks honderdduizenden tonnen metaalslakken.

Vito moet nog wel onderzoeken of de steen ook op lange termijn de CO2 vasthoudt en niet langzaam maar zeker toch weer loslaat. Basf Antwerpen zou zich al gemeld hebben met interesse om CO2 af te vangen en te leveren voor een proefproject met deze techniek. Vito ziet ook voor deze technologie een reductiepotentieel van 1 mln ton CO2 per jaar.

De twee projecten kunnen dus volgens Vito de uitstoot van 2 mln ton CO2 per jaar voorkomen. Dat is bijna de helft van de extra CO2-reductie die de Europese Commissie België oplegde in de beoordeling van het allocatieplan. Daarnaast heeft Vito nog wat kleinere reductieprojecten op het oog, zoals een manier om tot aanzienlijke energie- en CO2-besparing te komen bij waterzuivering.

Het Mip-project, waaruit al deze voorstellen voortkomen, is ingesteld door de Vlaamse ministers Fientje Moerman (Economische Zaken) en Kris Peeters (Energie) en heeft een budget van EUR 7 mln meegekregen. De bedoeling is dat binnen Mip alle kennis op het gebied van technologisch onderzoek in Vlaanderen wordt gebundeld.

Copyright ©, Energeia, 2007