27 juni 2007

CompenCO2. Eerste Belgisch NGO-fonds om CO2-uitstoot te compenseren.

22/06/2007 | Persbericht CompenCO2

Wie met vliegtuig, touring car of auto reist en dat CO2-neutraal wil doen, kan voortaan via de website www.compenco2.be een milieuvergoeding storten in een speciaal daartoe bestemd fonds. CompenCO2 is daarmee het eerste Belgische ngo-projectenfonds om CO2-uitstoot te compenseren. CompenCO2 is een initiatief van de Belgische milieubewegingen en Noord-Zuid organisaties en ondersteunt milieuprojecten in het Zuiden.

Compenseren?
Wie zich gemotoriseerd verplaatst, blaast broeikasgassen de lucht in. Dat leidt tot hogere temperaturen op aarde en de wereldwijde klimaatverandering. CompenCO2 wil de klimaatimpact van verplaatsingen verminderen. In de eerste plaats door het publiek te sensibiliseren zich veel milieuvriendelijker te verplaatsen door verschillende vervoersmogelijkheden met elkaar te vergelijken.

Wie toch het vliegtuig op moet, met een touringcar of de auto op pad wil, kan een vergoeding betalen om de klimaatimpact die aan het eind van de rit overblijft, te compenseren. De vergoeding wordt geïnvesteerd in milieuprojecten in het Zuiden die de effecten van de klimaatverandering helpen opvangen.

Hoe gaat het in zijn werk?
Op www.compenco2.be bereken je de CO2-uitstoot die je wil compenseren. Met de overeenstemmende vergoeding koopt CompenCO2 uitstootrechten uit Gold Standardprojecten (www.cdmgoldstandard.org). Dit zijn projecten die volgens internationaal erkende criteria investeren in energiebesparing of hernieuwbare energie. Daarnaast investeert CompenCO2 een gelijke som in aanpassingsprojecten, vooral landbouw-, bos- en natuurprojecten. Om die twee investeringen te kunnen doen, rekent de organisatie 25 euro per ton CO2 die men wil compenseren.

Uitgangspunten van CompenCO2
CompenCO2 brengt de volledige impact van ons vervoer en gedrag in rekening. Dus niet enkel de uitstoot van de verbranding, maar ook het winnen van de brandstof én de gebruikte infrastructuur.
CompenCO2 ondersteunt zowel energievriendelijke projecten die uitstoot vermijden als projecten die een dam opwerpen tegen de effecten van klimaatsverandering.
CompenCO2 kiest voor een grote transparantie. Zowel de methode van berekenen als de gesteunde projecten en bedragen zijn op www.compenco2.be terug te vinden.
CompenCO2 geeft voorrang aan Afrikaanse partners.

CompenCO2 maakt het verschil
De oprichting van CompenCO2 ging niet over één nacht ijs. De Belgische milieu- en Noord-Zuid organisaties combineren hun kennis, projecten worden getoetst aan de internationaal erkende ‘Gold Standard’ en een uitgebreide vergelijkende studie van bestaande compensatieprojecten liet toe de sterke punten van verschillende programma’s te combineren.

Wie is CompenCO2?
Het initiatief voor dit project is genomen door Oxfam Wereldwinkels, de Webfabriek en Ecolife. Na een korte voorbereidende fase is de initiatiefgroep uitgebreid met volgende organisaties: 11.11.11 - Apere - Association 21 - Bond Beter Leefmilieu - Groenhart - Natuurpunt - Vereniging voor Bos in Vlaanderen - Vlaams Overleg Duurzame Ontwikkeling - World Wildlife Fund.

Norsk Hydro en Siemens ontwikkelen drijvende windmolens

26/06/2007 | Bron: Belga, AFP

De Noorse industriële reus Norsk Hydro en de Duitse gigant Siemens hebben een akkoord afgesloten om samen drijvende windmolens te ontwikkelen die ver op zee geplaatst kunnen worden. Dat hebben beide bedrijven dinsdag meegedeeld.

De verplaatsbaarheid van de windmolens laat toe ze op de meest winderige locaties te plaatsen, zonder dat het zicht van bewoners "vervuild" wordt, zo luidt het in een persbericht.

Volgens het akkoord zal Siemens een demonstratieturbine leveren aan Norsk Hydro. Die zal getest worden langs de Noorse kust.
"Norsk Hydro heeft de toelating om een demo-windmolen in zee te plaatsen langs Karmoey (zuidwesten van Noorwegen), maar overweegt om hem nabij een boorplatform te plaatsen om dat platform van propere elektriciteit te voorzien", luidt het.

Om aan voldoende energie te komen verbranden de Noorse boorplatforms momenteel aardgas. Dat procedé is verantwoordelijk voor een kwart van de CO2-uitstoot van de op vier na grootste olie-uitvoerder ter wereld en de op twee na grootste aardgasexporteur.

21 juni 2007

Sapec bestudeert bouw bio-ethanolfabriek in Portugal

20/06/2007 | Bron: De Tijd

De beursgenoteerde holding Sapec zet in op hernieuwbare energie. In Portugal bestudeert de groep de bouw van een bio-ethanolfabriek. In Zuid-Spanje krijgt een project van tankopslag van plantaardige oliën vorm. Maar de grootste uitdaging is de financiering van de vorig jaar verworven windenergieprojecten in de VS en Canada, zo bleek op de algemene vergadering.

De fabriek in Portugal zou jaarlijks 100.000 ton bio-ethanol op basis van maïs produceren. Sapec overweegt dat project van 70 miljoen euro te realiseren met partners, maar zou wel de meerderheid nemen. Verder gevorderd is het project voor de tankopslag van plantaardige oliën in Zuid-Spanje. Gedelegeerd bestuurder Antoine Velge schat de waarde ervan op 3 tot 4 miljoen euro.

Sapec is actief in plantenbescherming en plantenvoeding, de distributie van chemische en landbouwproducten, logistiek en hernieuwbare energie. Al die activiteiten worden ontplooid op het Iberisch schiereiland, waar Sapec zijn wortels heeft. Velge liet er op de algemene vergadering geen twijfel over bestaan dat Sapec blijft focussen op Spanje en Portugal. Maar als elders opportuniteiten opduiken, kan Sapec daar ook op inspelen.

Sapecs grootste project van hernieuwbare energie ligt in Noord-Amerika. Eind november 2006 verwierf de Sapec-dochter Naturener in de VS en Canada een portefeuille van windmolenparken in ontwikkeling met een totaal vermogen van 1.800 megawatt (MW). Tussen 2008 en 2011-2012 wil Sapec daarvan ongeveer 300 MW per jaar realiseren, afhankelijk van de evolutie van de markt. Daarvoor is zowat 270 miljoen euro nodig.

Voor de eerste tranche van de investering, in 2007 en 2008, is 150 miljoen nodig. Om dat bedrag samen te krijgen, boort Sapec diverse bronnen aan: een schuldherschikking bij Naturener, een kapitaalverhoging bij die dochter via de instap van één of meerdere private-equityspelers of de verkoop van een aantal terreinen van Sapec. Velge benadrukte wel dat Sapec niet van plan is activiteiten af te stoten om het Noord-Amerikaanse energieproject te financieren.

20 juni 2007

Doubt cast on EU climate-change goals

19/06/2007 | Bron: EurActiv

Greenhouse-gas (GHG) emissions decreased by 0.8% in 2005, according to an annual report by the European Environment Agency (EEA). While the Commission welcomed the decrease and called for more action, environmental groups saw the modest figure as a sign that the EU is not likely to achieve the emission-reduction targets agreed in Kyoto in 1992.

Environment Commissioner Stavros Dimas called the 0.8% reduction "very encouraging", since the EU's GDP grew by 1.8% during the same period as the emission cuts were achieved. But Dimas added: "It is clear that many member states need to accelerate their efforts to limit emissions significantly if the EU is to meet its Kyoto target."

The overall emissions reduction appears to be largely the work of a handful of member states, notably Finland, Romania, the Netherlands and Germany. Finland led the way with a 14.6% reduction, with Romania achieving 4% and the Netherlands and Germany achieving 2.9% and 2.3% respectively.

Other member states, however, actually increased GHG emissions over the same period by a considerable margin. In Spain, emissions increased by 3.6%, due in large part to reduced river levels for hydro power stations and an increased use of fossil- fuel power stations.

In its evaluation of the figures, environmental group Friends of the Earth Europe (FoE) focused on the performance of the EU-15 states with respect to their Kyoto target of bringing annual emissions to an average 8% below 1990 levels in 2008-2012. FoE points out that the overall 0.8% decrease in the EU-27 translates into a mere 1.5% reduction for EU-15 compared to 1990 levels. In order for the EU to meet its Kyoto target, the EU-15 states would have had to reduce emissions by 6% in 2005, more than three times the actual reduction achieved, the group said.

The Commission argues that "structural changes in how we produce and use energy" are key to stepping up efforts to reach Kyoto targets.

German Christian Democrat MEP Karl-Heinz Florenz, rapporteur for Parliament's new temporary committee on climate change, has similarly stated that the EU is "on the verge of an industrial revolution. For example, there might be small-scale wind turbines for every family home. These are the kind of things we need to promote."

The idea of creating an entirely new "eco industrial policy", rather than simply reducing emissions in exisiting industries, is also the subject of 2006 report by Germany's Environment Minister Sigmar Gabriel, presented at an informal ministerial meeting in Essen, Germany on 1-3 June.

Public 'don't believe information on climate change'

20/06/2007 | Bron: Consumers International

Only 10% of US/UK consumers trust what companies and government tell them about global warming

Corporate and government efforts to inform consumers on climate change are falling on deaf ears, with barely one in ten people believing what they say on the issue.

Findings to be published on June 22nd in the report What Assures Consumers on Climate Change?, a joint international study by AccountAbility and Consumers International, shows that three-quarters of US/UK consumers still feel unable to act on climate change.

This is due to a lack of understanding about what individuals can do (29.8%), concerns over the financial cost of acting (39.7%), a perceived lack of availability of green goods (25.5%), and a mistrust of corporate claims about energy efficient products and services (25%).

Consumers also have little faith in religious figures, celebrities or the media to provide trustworthy information on climate change. They would rather seek advice from friends and family, environmental groups and scientists.

The study concludes that, if the potential for positive consumer action is to be unlocked, then consumers have to believe the information they are told. This means an intelligent mix of actions is required, with business and government working together with civil society organisations. Immediate actions should include:
* pricing alternative products in a fair and affordable manner (39.7% of consumers support better prices for energy efficient products);
* product labels and indicators about climate change must be clear, comprehensive and independently verified (70% of consumers want third party verification of climate change claims);
* removing unhelpful choices from the shelves in the first place (51.5% of
consumers back government action here);
* whilst at the same time, informing purchase decisions from remaining choices via education and awareness in-store (60.4% of consumers are demanding more clarification about company products at the point of sale).

Richard Lloyd, Consumers International Director General, says: "After government and industry, consumers are the third front in the fight against climate change. But to have any chance of making a difference, they must be fully supported by corporations and politicians. This means clear guidance on what the public can do, the removal of the most environmentally damaging products, and third party verification of corporate claims on global warming. Only then will consumers be able to turn their climate concerns into effective purchasing choices".

Philip Monaghan, a Director at AccountAbility says: "What consumers are crying out for is leadership. More serious policy action and less photo shoots with Leonardo DiCaprio is key to building consumer trust and action. For the majority of consumers to make impactful positive choices, we need others to quickly follow the lead of the Gores and Milibands, or Timberlands and Marks & Spencers of this world."

The study does however highlight examples of emerging leadership. So in terms of choice reduction, the UK government and the Co-operative Group have shown initiativein choice editing, for instance, by shifting to energy efficient light bulbs. Or interms of consumer education and awareness, Marks & Spencers' has launched its ambitious Plan A campaign.

VBO richt zich op CO2-vermindering in bouwsector (VBO)

19/06/2007 | Bron: Belga

Het beleid om de CO2-uitstoot te verminderen in het kader van het Kyoto-protocol is vooral gericht op de industrie. Nochtans is de residentiële woningmarkt de op een na grootste bron van uitstoot van broeikasgassen in België. Het platform Bouw van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) pleit voor actie in deze sector.

Het platform stelde dinsdag de brochure "Energie & Klimaat: de troeven van de bouwsector" voor, waarin het verschillende uitdagingen en maatregelen beschrijft om op korte, middellange en lange termijn de milieu-impact van woongebouwen te beperken.

Werken aan de CO2-uitstoot van woningen is goed voor het milieu en biedt ook economische en sociale voordelen, benadrukt het platform.

Europese broeikasgasuitstoot neemt af, maar onvoldoendevrijdag

15 juni 2007 | Bron: Electrabel

Doen we het in Europa nou goed of niet? Die vraag is het meest relevant na het uitkomen van het jaarlijkse rapport van het in Kopenhagen gevestigde Europees Milieuagentschap (EMA, of in het Engels: EEA) over de Europese uitstoot van broeikasgassen. Het korte antwoord is: vergeleken met een jaar eerder daalde de uitstoot in 2005, vergeleken met 1990 gaat het ook heel aardig, maar in het perspectief van de ambitieus gestelde doelen moet er nog heel wat gebeuren.

In mei kwam al een deel van de cijfers over de prestaties van de lidstaten tussen 2004 en 2005 vervroegd naar buiten, volgens het agentschap "vanwege de groeiende publieke en politieke interesse voor het onderwerp klimaatverandering". In 2005 brachten de 27 Europese lidstaten hun broeikasgasuitstoot terug met 0,7% ten opzichte van 2004; voor de 'oude' EU-15 landen ligt dat percentage op 0,8%. "Bemoedigend", noemde Eurocommissaris Stavros Dimas de daling terwijl de Europese economie sterk groeit.

In mei bleek ook al dat Nederland in absolute zin in de top 3 stond van broeikasgasreduceerders. Een goede 6,3 mln ton (2,9%) CO2-equivalent minder dan in 2004 (CO2-equivalent betekent dat alle uitgestoten broeikasgassen met een bepaalde sleutel zijn omgerekend naar de belangrijkste: de uitstoot van kooldioxide). In absolute zin duldde Nederland slechts Finland (minus 11,9 mln ton; 14,6%) en Duitsland (minus 23,5 mln ton, 2,3%) boven zich. België deed het met min 3,8 mln ton (3,8%) zeker ook niet slecht.

Ten opzichte van 1990 gaat het zelfs nog iets beter met de EU. 1990 wordt meestal gehanteerd als ijkjaar, ten opzichte waarvan alle uitstootreducties worden afgezet. De 27 lidstaten zitten 7,9% onder hun uitstootniveau van 1990. Gezien het doel om in de periode 2008-2012 een 8%-besparing te realiseren gaat dat heel aardig. Daar moet wel bij aangetekend worden dat de grootste bijdrage geleverd wordt door Oost-Europese landen: Estland minus 52,6%, Litouwen minus 53% en Letland minus 58,9%. Helaas voor die landen heeft dat meer met hun economische situatie te maken dan met moedwillige gerealiseerde uitstootreducties.

Wordt gekeken naar de EU-15, de verzameling landen van voor de uitbreiding in 2004, dan is nog steeds een reductie behaald ten opzichte van 1990, maar nu van 1,5%. Nederland laat een schamele min van 0,4% zien, België toont een min van 1,3%. Dat steekt misschien goed af bij de plus 53,3% van Spanje of de plus 18% van Oostenrijk, maar stukken minder bij de min van 18,4% van onze oosterbuur. En hoe steekt het af bij de ambities? Onderstaande figuur laat een lineair verlopende lijn zien tussen de uitstoot in 1990 en een 8% reductie in 2010. (Omdat sommige landen als basisjaar niet 1990 hebben gekozen, maar 1995, is de waarde voor 1990 niet precies 100 maar 99,5.)

Het rapport zoomt nog verder in, op de lidstaten maar vooral ook op de verschillende industrieën. De belangrijkste sector is de breed gedefiniëerde energiesector, die voor 80% van de broeikasgasuitstoot van de EU-15 landen verantwoordelijk is. De taartpunt die de sector 'elektriciteit- en warmteproductie' daarvan opsnoept, is drietiende groot. De energiesector als geheel liet zijn broeikasgasuitstoot sinds 1990 stijgen met bijna 3%. Ten opzichte van 2004 was in 2005 een afname van 0,8% waarneembaar, uitmondend in 3.357 Mton CO2-equivalent.

Als elektriciteits- en warmteproductie, petroleumraffinage en brandstofproducenten op één hoop worden gegooid, is in Nederland een toename van uitstoot van broeikasgas waarneembaar van ruim 28%. Wordt alleen gekeken naar elektriciteits- en warmteproductie dan is dat zelfs 35%. Na Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Italië en Spanje neemt Nederland het grootste aandeel in de uitstoot voor zijn rekening: 5,4% van het totaal. Maar er is hoop: ten opzichte van 2004 is er een uitstootreductie gerealiseerd van 5%.

De Belgische elektriciteits- en warmteproductie stoot nog niet de helft uit van wat Nederland doet (kernenergie!), maar is toch ook nog goed voor 2,5% van de totale EU-15 uitstoot in deze sector. België zat in 2005 2% boven de uistoot van 2004, en 5% boven die van 1990.

Copyright ©, Energeia, 2007

Klimaatwijziging aan basis van conflict in Darfoer"

19/06/2007 Bron: Nieuws.nl/Het Laatste Nieuws

Het conflict in Darfoer is deels een schaarsteprobleem, mede veroorzaakt door het broeikaseffect. Het kan geen toeval zijn dat het conflict uitbrak gedurende een periode van hevige droogte. Voordien deelden zwarte boeren en Arabische herders het water om hun landbouwgronden te irrigeren. Dat heeft secretaris-generaal Ban Ki-moon van de Verenigde Naties zaterdag geschreven in een opiniestuk in The Washington Post. Het is de eerste keer dat een hoge bewindsman een rechtstreekse link legt tussen oorlog en de milieuproblematiek.

Ban schrijft dat het conflict in Darfoer bijna altijd in militaire termen en als een etnisch conflict wordt beschreven, als een strijd tussen Arabische milities en zwarte rebellen. "Kijk naar de wortels, en je ontdekt een ingewikkelder dynamiek", schrijft hij. Volgens Ban begon de regenval in Soedan twee decennia geleden af te nemen, ten dele door de klimaatverandering. De zwarte boeren en Arabische nomadische herders konden aanvankelijk goed met elkaar opschieten, maar kregen problemen toen de omstandigheden verslechterden.

Water- en voedseltekorten verstoorden de vrede, aldus Ban, volgens wie ook de conflicten in Ivoorkust en Somalië mede het gevolg zijn van ecologische problemen. Ban noemt de recente instemming van Soedan met de stationering van een vredesmacht van de VN en de Afrikaanse Unie in het gebied een aanzienlijke vooruitgang, maar waarschuwt dat het 'essentiële probleem' de schaarste aan grond, water en voedsel is.

18 juni 2007

VISTA niet zo visionair op het vlak van milieu.

14/06/2007 | Bron: OVAM - Eco-efficiëntie nieuwsbrief nr.16

Zijn complexe samenstelling en energieverbruik gaven de pc al een aanzienlijke milieu-impact. Naast hardware speelt nu ook software een steeds grotere rol in dit verhaal. Het recent door Microsoft gelanceerde besturingssysteem VISTA blijkt op alle vlakken meer te eisen van uw pc en een veelvoud aan energie te verbruiken.

Iedereen kent het sneeuwbaleffect waarbij we om de zoveel jaar een nieuwe pc moeten kopen om het huidige besturingssysteem te kunnen draaien, mede omdat het vorige niet meer wordt ondersteund. Bij VISTA is dit niet anders. In de meeste gevallen komt het erop neer dat enkel de nieuwste pc's de hoge prestaties aankunnen. Toch bedenkelijk als je weet dat het besturingssysteem nog geen programma is, maar enkel het middel om de pc te laten werken. Door zijn dominante marktpositie kan Microsoft zijn klanten afhankelijk maken van de criteria van zijn software en dus verplichten tot massale overschakeling op zowel nieuwe software als computers. Door de schaalgrootte gaat dit wereldwijd gepaard met een enorme milieuimpact qua energieverbruik, afgedankte en nieuwe computers.

Dat er alternatieven mogelijk zijn bewijzen we bij de OVAM, waar enkele jaren geleden is beslist om niet verder te investeren in Windows of Microsoft, maar over te schakelen op een ander besturingssysteem en Open Source software. Dit besluit was enerzijds het gevolg van de terugkerende hoge licentie- en onderhoudskosten. Anderzijds dwong de Microsoft tredmolen bij een upgrade te vaak tot zware investeringen in krachtigere computers en servers zonder dat daar uit gebruiksoogpunt nood aan was.

Parijs gaat milieuvriendelijke auto's beschikbaar stellen

15/06/2007 |Bron: Belga

Parijs gaat een systeem opzetten om tegen eind dit jaar aan haar bewoners niet-vervuilende auto's beschikbaar te stellen. Dat heeft burgemeester Bertrand Delanoe vrijdag verklaard op BFM-TV.

Parijzenaars zullen voor korte periodes - één of twee uren - deels door elektriciteit aangedreven wagens kunnen huren. Gebruikers zullen de auto op één punt kunnen instappen en ze in een ander deel van de stad inleveren. Het zullen geen volledig elektrische auto's zijn "omdat die technologie niet perfect op punt staat", aldus Delanoe. De dienst zal voor het einde van dit jaar operationeel worden, aldus de Parijse burgemeester. De Franse hoofdstad heeft al ervaring met een paar dozijn van dit type wagens. "De idee is meerdere honderden of duizend wagens ter beschikking te stellen".

Een achterliggend principe was ook bestuurders te laten nadenken over het nut van autobezit in een stad als Parijs.

Uitstoot van broeikasgassen in EU met 0,8 pct gedaald

15/06/2007 | Bron: Vilt-nieuwsoverzich

De uitstoot van broeikasgassen in de Europese Unie is tussen 2004 en 2005 met 0,8 procent (of 352 miljoen ton) gedaald, zo heeft het Europees Milieuagenstchap (EEA) donderdag bekendgemaakt. België doet het met een afname van 2,6 pct vrij goed. Oostenrijk en verschillende landen in het zuidelijke deel van de Unie kenden evenwel nog een stijging.

In het kader van het protocol van Kyoto moet de emissie van broeikasgassen in de EU (van de Vijftien) tussen 2008 en 2012 met acht procent verminderen ten opzichte van 1990. Tussen 1990 en 2005 viel in werkelijkheid slechts een daling van 1,5 procent te noteren, aldus het milieuagentschap. De beste leerlingen van de Europese klas om Kyoto op te volgen, waren in 2005 Finland (- 14,6 pct), Denemarken (- 6,3 pct), Nederland (- 2,9 pct) en Duitsland (- 2,3 pct), weet het persagentschap Belga.

Ook goed op weg zijn Frankrijk, Groot-Brittannië, België (- 2,6 pct of 3,8 miljoen ton), Zweden en Luxemburg, zegt het EEA. Slechte punten zijn er voor Oostenrijk, Griekenland, Ierland, Italië en Portugal, waar de uitstoot in 2005 nog toenam. De cijfers slaan op zes broeikasgassen met als belangrijkste koolstofdioxide (CO2). De gassen zorgen voor een opwarming van de aarde.

“Klimaatverandering? Niet met mijn geld”

10/06/2007 | Bron: Milieudefensie

Nederlandse banken veroorzaken met hun investeringen drie keer zoveel CO2-uitstoot als heel Nederland in een jaar. De banken investeren 20 keer meer in klimaatschadelijke projecten zoals oliewinning en kolencentrales dan in klimaatvriendelijke, duurzame energie. Van de Nederlandse banken scoort ABN AMRO het slechtst als het gaat om de impact op het klimaat (zie bijlage). Dit blijkt uit een rapport dat Milieudefensie vandaag publiceert. Onder het motto “Klimaatverandering? Niet met mijn geld!” start Milieudefensie tegelijkertijd een campagne, waarbij consumenten worden opgeroepen naar een klimaatvriendelijke bank over te stappen.

Milieudefensie roept de banken en hun klanten op om klimaatvriendelijker te bankieren via de website www.nietmetmijngeld.nl. “Banken hebben een enorme invloed op klimaatverandering. Hun investeringen in fossiele brandstoffen zorgen voor een uitstoot van 594 miljoen ton van het broeikasgas CO2, meer dan drie keer de hoeveelheid die heel Nederland in een jaar uitstoot,” zegt Donald Pols, campagneleider Energie en Klimaat van Milieudefensie. “Tegenover de 118 miljard die banken investeren in de productie van fossiele brandstoffen, staat een schamele 6,9 miljard euro aan investeringen in duurzame energie.” De banken zelf geven maar weinig informatie over de impact van hun investeringen op het klimaat. Het rapport van Milieudefensie geeft hiervan voor het eerst een onthutsend overzicht. SP-er Paulus Jansen stelt daar maandag vragen over in de Tweede Kamer.

Klanten van klimaatonvriendelijke banken kunnen veel CO2 uitstoot besparen door hun geld over te hevelen naar een bank die beter presteert. “Als een klant van ABN AMRO tweeduizend euro spaargeld overhevelt naar Rabobank, bespaart hij al net zoveel CO2 uitstoot als wanneer hij alle gloeilampen in huis vervangt door spaarlampen,” legt Pols uit. “En wie tienduizend euro spaargeld overhevelt van ABN Amro naar Triodos bank of ASN Bank, vermijdt zelfs een hoeveelheid CO2 uitstoot die even groot is als wanneer je een half jaar de auto niet gebruikt.”

Via de website nietmetmijngeld.nl kunnen consumenten zien hoeveel CO2 hun bank met hun spaargeld veroorzaakt. Klanten kunnen hun bank via de site mailen en een overstappakket aanvragen om naar een klimaatvriendelijke bank over te stappen. “We hopen dat consumenten en organisaties massaal van deze mogelijkheden gebruik gaan maken," zegt Pols.

ASN Bank en Triodos Bank zijn de meest klimaatvriendelijke banken van Nederland. “Andere banken kunnen daar een voorbeeld aan nemen door fors minder geld te investeren in vieze fossiele brandstoffen,” vindt Pols. “Er moet veel meer geïnvesteerd worden in energiebesparingen en duurzame energie. We hebben alle hens aan dek nodig bij het oplossen van het klimaatprobleem. Invloedrijke partijen zoals de banken hebben de speciale verantwoordelijkheid snel actie te ondernemen en klimaatvriendelijk te investeren.”

Tarweprijs in Parijs 30 pct hoger dan maand geleden

16/06/2007 | Bron: Vilt-nieuwsoverzicht

De prijs voor tarwe zit nog steeds in de lift. De wereldvraag stijgt terwijl de voorraden beperkt zijn en de oogst in de Verenigde Staten dreigt te mislukken. Op de beurs van Parijs werd donderdag voor een ton in juli te leveren tarwe 180 euro neergeteld, 5 procent meer dan een dag eerder en bijna dertig procent meer dan een maand geleden. Dat schrijft het Financieele Dagblad.

Volgens analist Jochen Hitzfeld van UniCredit kan de wereld met de huidige voorraad tarwe nog maar 71 dagen voort. De tarweoogst in de VS dreigt ernstig te mislukken door extreem koud winterweer begin april en zware slagregens die de oogst onmogelijk maken. In Oklahoma is pas een kwart van de velden geoogst tegen ruim driekwart in normale jaren.

Daarnaast hebben de Amerikaanse boeren een groter deel van hun grond met maïs ingezaaid. De prijs voor maïs is door de stijgende vraag naar biobrandstoffen sterk gestegen.

17 juni 2007

Een klimaatminister die weegt

Onderstaand stuk verscheen in De Standaard van 16 juni 2007.

Een klimaatbeleid kan niet bouwen op milieutaksen alleen, antwoordt Els Keytsman op de kritiek van Aviel Verbruggen dat Groen! vooral aan regelneverij doet.

Aviel Verbruggen vindt 'klimaatministerke spelen' geen goede oplossing voor de huidige klimaatproblemen en pleit voor een ambitieus klimaatbeleid (DS 15 juni). Dat ambitieuze klimaatbeleid is vandaag op geen enkel vlak zichtbaar.

Langetermijndoelstellingen voor regeringen blijven tot nu toe altijd vrijblijvend. Dat is zeker zo wat klimaat betreft. België heeft zich in het Kyoto-protocol verbonden om tegen 2012 te gaan naar een minderuitstoot van 7,5 procent ten aanzien van 1990, maar nu al is duidelijk dat met het huidige beleid deze doelstelling niet wordt gehaald. En onze beleidsmakers geraken daar gewoon mee weg.

Tegelijk schreeuwen bedrijven om juridische zekerheid. Voor Groen! is een klimaatwet met duidelijke doelstellingen daarvoor de beste garantie. Met een klimaatwet kan elke burger, het parlement en de hele civiele samenleving jaar na jaar de vorderingen van het beleid evalueren en laten bijsturen. Indien doelstellingen niet worden gehaald, kan de overheid daarvoor verantwoordelijk worden gesteld. Ook in Nederland pleiten milieuorganisaties én vakbonden gezamenlijk voor een speciale klimaatwet waarin wordt vastgelegd hoeveel Nederland jaarlijks mag uitstoten. Ook de 'Big Ask' campagne van Friends of the Earth en de oproep van 400 Britse politici om het halen van ambitieuze klimaatdoelstellingen op korte, maar ook op lange termijn, wettelijk bindend te maken, leidden eerder al in Groot-Brittannië tot een klimaatwet. Ook Canada voert binnenkort zo'n klimaatwet in.

Een klimaatbeleid kan niet bouwen enkel op milieutaksen. Dat leidt niet tot een effectief milieubeleid, maar maakt integendeel heel veel ecologische producten voor tal van mensen financieel onbereikbaar. Dat kan onmogelijk de bedoeling zijn. Productnormen en subsidieregelingen zorgen ervoor dat bedrijven en burgers op een betaalbare wijze hun uitstoot van broeikasgassen kunnen verminderen. Bedrijven en consumenten kunnen dan kiezen welke maatregelen het beste bij hen passen. Bedrijven kunnen bijvoorbeeld een CO{-2}-budget krijgen, terwijl emissierechten dan bij andere bedrijven worden ingekocht. Of nog, eerder dan de consument de valse keuze op te dringen tussen milieuschadelijke en milieuvriendelijke producten, zorgt de overheid ervoor dat enkel nog kwaliteit op de markt terecht komt. Dat kan met het Top Runner Model zoals in Japan. Hierbij worden ambitieuze productnormen vooropgesteld en de overheid verleent drastische ecologiesteun aan de onderneming die koploper is in de betrokken sector. Na vijf jaar wordt de prestatie van de koploper de norm. Zo worden ecologische producten voor iedereen bereikbaar.

Voor een doeltreffend klimaatbeleid zijn juridisch verankerde doelstellingen en maatregelen alleen uiteraard ruim onvoldoende. Het is duidelijk dat de energieomslag een goede en volgehouden coördinatie tussen de gewesten en het federale niveau vereist. Gezien het energie-, klimaat- en milieubeleid elkaar voor grote delen overlappen, is de bestaande versnippering van middelen, bevoegdheden en personeel even nefast voor de doeltreffendheid van het beleid. Verhofstadt II telde een minister van Energie, eentje van Leefmilieu, en daarbovenop een staatssecretaris van Duurzame Ontwikkeling. Als deze drie regeringsleden al een beleid voerden, dan was op zijn zachtst gezegd niet altijd even coherent. Laat staan dat het klimaatbeleid op federaal niveau en dat op het Vlaamse niveau met elkaar in overeenstemming waren. Er is dan ook nood aan een sterke coördinatie van het klimaat- en energiebeleid en van de verschillende energie- en klimaatfondsen op de verschillende overheidsniveaus. Maar ook van de verschillende steunmaatregelen. Vooral daarom pleitte Groen! voor een vice-premier voor Klimaat, Milieu en Energie die het beleid van de verschillende overheidsniveaus in het land coördineert, de energietransitie voorbereidt en daarvoor de verschillende actoren samenbrengt.

De kern van het ecologische klimaatplan is dus niet zozeer 'het postje' van de klimaatminister zoals Aviel Verbruggen denkt, maar wel een klimaatwet, de coördinatie van de verschillende bevoegdheden op verschillende niveaus, en uiteraard een voldoende groot budget. Het is evident dat zo'n ambitieus klimaatbeleid wortels moet hebben in een uitgebreid hoofdstuk in het volgende federale regeerakkoord en dat het gedragen moet zijn door de ganse federale regering. De veruitwendiging van zo'n doortastend klimaatbeleid is dan de klimaatminister, met voldoende ruime bevoegdheden inzake leefmilieu, energie, duurzame ontwikkeling en energie. Een minister die wéégt binnen de regering en die gemandateerd is om de coördinatie met de regio's inzake energie- en klimaatbeleid te verzorgen. Een minister die ook wéét waarover het gaat, eentje met veel deskundigheid en expertise. Pas dan kan de ecologische omslag naar een ambitieus klimaatbeleid op de sporen worden gezet. Er is inderdaad nog veel werk aan de winkel.

Els Keytsman (Groen!) schreef mee Het Klimaatboek. Pleidooi voor een ecologische omslag.

12 juni 2007

"Hernieuwbare energie geen prioriteit voor ons land"

08/06/2007 | Bron: De Tijd

"Het electorale discours rond klimaatinspanningen wordt veel te emotioneel gevoerd. Als je alles nuchter bekijkt, moet je vaststellen dat de interne productie van hernieuwbare energie bijvoorbeeld geen prioriteit hoeft te zijn voor België. Laat ons dat maar invoeren en ons concentreren op andere sectoren zoals bier, pralines of erwten in blik". Dat zegt Stef Proost van het Centrum voor Economische Studiën van de KULeuven.

Proost schreef samen met zijn KUL-collega Denise Van Regemorter 'Economie voor een klimaatminister', een van de Leuvense Economische Standpunten. De auteurs merken op hoe politici tegen elkaar opbieden over de strafste klimaatinspanning. "We pleiten voor een genuanceerde aanpak", luidt het. Ze berekenden bijvoorbeeld hoe België de uitstoot van broeikasgassen tegen 2020 met 30 procent kan reduceren in vergelijking met 1990. Die doelstelling schuift de EU naar voren, althans als andere grote vervuilers zoals de VS en China meedoen. "Alleen is dat scenario weinig waarschijnlijk", zegt Proost.

De goedkoopste optie om die doelstelling te realiseren in België is volgens de KUL-studie een veralgemeende uitstootbelasting of een veralgemeend gebruik van verhandelbare uitstootrechten voor alle sectoren. Nu bestaat die emissiehandel al voor de grootvervuilers. "Die uitstootbelastingen hebben het voordeel dat men zo de lasten op arbeid kan verminderen. Nadeel is dat die belastingen weinig populair zijn en dat de overheid niet echt kan aantonen dat ze de opbrengst gebruikt voor een lastenvermindering".

Om het reductiedoel te halen schuiven de auteurs het openhouden van kerncentrales of de bouw van nieuwe naar voren. Kerncentrales stoten immers geen CO2 uit zoals gas- en steenkoolcentrales. Proost geeft verschillende scenario's. Het minste effect op het bnp krijgen we door vast te houden aan nucleaire energie en uitstootrechten in het buitenland te kopen.

Nog een opmerkelijke uitspraak in de studie: "België haalt geen comparatief voordeel in wind- en zonne-energie of biomassa. Waarom zouden we daar koploper in moeten zijn?" België doet er dus best aan te ijveren tegen het opleggen van binnenlandse hernieuwbare energiequota per land en hernieuwbare energie grotendeels in het buitenland te kopen. "Hernieuwbare energie hoeft geen prioriteit te zijn voor ons land", zegt Proost. "In andere sectoren zijn veel meer jobs te scheppen".

"Nog zo'n technologische obsessie van onze regering zijn de zuiniger auto's", gaat Proost door. "Een zuinige auto verplichten is de economie verplichten op een dure wijze emissies te besparen. Want zo loopt ze accijnzen mis op de door de consument bespaarde brandstof. De kostprijs per ton bespaarde CO2 door het verplichten van zuiniger auto's bedraagt meer dan 500 euro/ton. Een subsidie voor superzuinige auto's maakt die kostprijs nog groter. Beter is het uitstootrechten aan te kopen die zo'n 10 tot 40 euro/ton bedragen", klinkt het.

G8-top bereikt akkoord over klimaat

07/06/2007 | Bron: Belga

De G8-lidstaten hebben tijdens de top in het Duitse Heiligendamm na harde onderhandelingen een compromis bereikt over het klimaat. Volgens de Duitse bondskanselier Angela Merkel erkennen de zeven belangrijkste industrielanden en Rusland het belang van een duidelijke vermindering van broeikasgassen. In de slotverklaring over het klimaat staat dat de lidstaten de halvering van de CO2-emissies tegen 2050 "ernstig in overweging nemen", aldus Merkel.

In tegenstelling tot de oorspronkelijke houding van de Verenigde Staten wordt ook benadrukt dat de klimaatonderhandelingen in eerste instantie binnen de VN zullen verlopen. Het klimaatproces van de VN wordt het "geëigende forum voor klimaatonderhandelingen". Bondskanselier Merkel ziet het besluit, dat de staats- en regeringsleiders tijdens het middageten hebben afgesloten, als "de juiste ommekeer" in de inspanningen voor de bescherming van het klimaat. Ze beschreef het resultaat als een "zeer, zeer goede opbrengst".

Volgens Merkel was dat het hoogst mogelijke wat kon bereikt worden. De bondskanselier ziet in het compromis een weg voor de milieuministers uit de hele wereld om op de conferentie in Bali, die eind dit jaar plaatsvindt, te starten met een overeenkomst die het Kyotoprotocol moet aflossen. Nu is het aan de G8-lidstaten om zoveel mogelijk landen van deze weg te overtuigen.

Merkel herinnerde dat veel staten in de jongste weken al een sterke beweging in die richting maakten. Volgens Merkel wordt nu ook de mogelijkheid voor een wereldwijde emissiehandel aangesneden. De Duitse bondskanselier had voor de top reeds aangekondigd dat er twee belangrijke thema's waren voor de top in Heiligendamm: de strijd tegen de opwarming van de aarde moet verlopen via de VN en de wetenschappelijke bevindingen van het klimaatpanel van de VN mogen niet in vraag gesteld worden. Beide doelstellingen werden volgens Merkel nu vervuld.

Vooral de Amerikaanse president George W. Bush had zich voor de top negatief uitgesproken over concrete doelstellingen in het definitieve document over de strijd tegen de opwarming van de aarde. Merkel kreeg in Heiligendamm vooral steun van Frankrijk, Groot-Brittannië en Italië.

Duitse deelstaten vrezen overproductie biodiesel

05/06/2007 | Bron: Agrarisch Dagblad

De milieuministers van de Duitse deelstaten eisen van de bondsregering in Berlijn maatre­gelen om de slechte situatie op de biodieselmarkt te verbeteren. De regionale bewindslieden vinden dat de regering de bijmengplicht moet opkrikken. Bovendien eisen ze dat de plannen voor een verdere verhoging van de accijns moeten opgeborgen worden. De accijns moet zelfs opnieuw omlaag, klinkt het.

De biodieselproductiecapaciteit in Duitsland blijkt na de afschaffing van de accijnsvrijstelling in ruil voor een bijmengplicht veel te groot. Dit is vooral het gevolg van de daling van de prijs van gangbare diesel. Dit jaar zou de capaciteit van de biodieselprodcutie in Duits­land toenemen tot vijf miljoen ton, meldt de Arbeitsgemeinschaft Qualitäts­management Biodiesel (AGQM). Volgens deze bran­chewerkgroep valt sterk te betwij­felen of die capaciteit geheel zal worden benut.

Vorig jaar kwam de biodieselaf­zet in Duitsland uit op 2,5 miljoen ton. De biodieselfabrikanten lie­ten enkele weken geleden weten dat ze afschaffing van de accijns­vrijstelling van biodiesel aanhangig willen maken bij het Duitse gerecht. De fabrikanten menen immers dat de over­heid zich schuldig heeft gemaakt aan woordbreuk.

"Chemische industrie moet meer biomassa gebruiken"

05/06/2007 | Bron: Belga

De Belgische en bij uitbreiding Europese chemische industrie moeten dringend investeren in "biochemie": de productie van plastics, maar ook materialen en chemicaliën op basis van landbouw- of natuurlijke producten. Dat zegt Christian Stevens van de Gentse Universiteit. Eén derde van de petrochemie wereldwijd staat in Europa, dat op het vlak van infrastructuur dus zeker een voorsprong heeft.

Alleen zorgen de slinkende oliereserves op termijn niet alleen voor een brandstoftekort, maar ook voor een tekort aan materialen. De petrochemie moet dus diversifiëren, aldus Stevens, en gebruik maken van biomassa. Meer nog dan de energiesector, die nu volop de biobrandstoffen aan het ontdekken is. "In tegenstelling tot energiewinning, zijn er voor materialen weinig opties. Energie kan je ook winnen uit wind-, water-, zonne- en kernenergie. Maar voor materialen zijn er behalve de petroleumsector en de landbouw weinig alternatieven. Er gaat, vind ik, dan ook teveel aandacht naar biobrandstoffen ten nadele van biomaterialen".

Grote chemische bedrijven in de VS produceren al volop bioplastics, zoals polylactic acid: een polymeer van melkzuur, dat gebruikt wordt voor zakjes of drinkbekers. Toch zijn de andere opties legio, weet Stevens. "Op basis van suikers kan je bijvoorbeeld isosorbide-esters produceren, die gebruikt kunnen worden als weekmaker in plastic. De weekmakers die momenteel gebruikt worden, komen in opspraak door hun toxiciteit. Biochemicaliën zijn een alternatief".

Chemiereuzen zoals Bayer, BASF, Degussa en Solvay voeren onderzoek, maar in de productie ressorteert het nog weinig of geen effect. In de fabrieken waar biodiesel en bio-ethanol wordt geproduceerd, gaat het "restafval" veelal verloren, zegt Stevens. "De perskoek wordt gebruikt als veevoeder, terwijl die na bewerking een veel hogere toegevoegde waarde zou kunnen hebben, zowel voor de boer als voor de verwerkende industrie. Dat is het concept van de biorefinery: alle mogelijke stromen die uit het plantaardig materiaal komen optimaal benutten en commercialiseren".

Professor Stevens is medeorganisator van een meerdaagse conferentie over bioraffinaderijen en hernieuwbare grondstoffen, die maandag startte aan de Gentse Universiteit.

Mondiale temperatuur op recordkoers

05/06/2007 | Bron: Belga

De gemiddelde temperatuur op wereldschaal ligt tijdens de eerste vier maanden van dit jaar bijna 0,5 graden Celsius hoger dan het gemiddelde op lange termijn, zo heeft de Britse metereologische dienst, het Met Office, dinsdag laten weten.

De cijfers voor de maanden januari tot april liggen in de lijn van de verwachting van het Met Office dat 2007 op mondiale schaal warmer zal zijn dan het gemiddelde. Maar het fenomeen La Nina kan verhinderen dat 2007 het warmste jaar ooit wordt, aldus David Parker, specialist bij het Met Office inzake klimaatsverandering.

De dienst schat de kans dat we dit jaar op wereldschaal het warmste jaar ooit kennnen op zestig procent, met een gemiddelde temperatuur die 0,54 procent hoger ligt dan het gemiddelde op lange termijn (1961-1990) dat 14 graden bedraagt.

Student wil stroom opwekken uit mest van festivals

04/06/2007 | Bron: Het Laatste Nieuws

"Laten we de wc's op grote festivals regelmatig leeghalen en van de mest groene stroom maken". Met dit idee won afstuderend milieucoördinator Filip Fransen de jongerenaward van de Belgische Energie- en Milieuprijs 2007. "Ik ben een fervente festivalganger. Maar de CO2-vervuilende stroomgeneratoren die ervoor nodig zijn, vind ik minder". De student sprak al met de organisatoren van Rock Werchter.

"Ik las over een Nederlands cultuurcentrum, waar de gasten gevraagd werd een 'grote boodschap' te doen, zodat er een hele avond licht zou zijn", vertelt de 26-jarige Fransen. "Toen dacht ik aan de tonnen uitwerpselen die op een groot festival geproduceerd worden. Werchter heeft 80.000 bezoekers per dag, goed voor 24 ton mest over vier dagen."

"Bedoeling is de mest in een afgesloten ruimte te laten gisten. Daarna wordt het methaangas verzameld en verbrand tot elektriciteit. Ik zoek nog uit hoe we alles mobiel kunnen maken". Fransen sprak al met Live Nation - de organisator van Rock Werchter. "Gewone stroom zal een festival altijd nodig hebben, maar hoe meer groene stroom, hoe beter. Ik wil subsidies aanvragen en sponsors vinden om mijn systeem te commercialiseren", klinkt het enthousiast.

Boontjes uit Kenia toch niet slecht voor klimaat

04/06/2007 | Bron: Vilt-nieuwsoverzicht

Het concept van de voedselkilometers krijgt steeds meer tegenwind. Terwijl supermarktketen Marks and Spencer labels met vliegtuigjes kleeft op voedsel dat via luchttransport Groot-Britannië is binnengekomen, duiken steeds meer stemmen op die beweren dat rundvlees uit Brazilië, bonen uit Kenia, kip uit Thailand, aardbeien uit Spanje en appels uit Nieuw-Zeeland helemaal niet zo slecht zijn voor het klimaat. Dat stelt de Sunday Telegraph vast.

Ingevoerde voedingsproducten stoten vaak minder broeikasgassen uit dan het lokaal geproduceerde voedsel. Daarvoor zijn meerdere redenen te bedenken. Voor sommige gewassen moet in overzeese gebieden bijvoorbeeld minder bemest worden. Dat Afrikaanse boeren minder gemechaniseerde werktuigen gebruiken, is evenmin een geheim. En onze glasteelten kunnen - ondanks de enorme klimaatinspanningen van deze sector - elders in de wereld nog altijd energiezuiniger geproduceerd worden.

Een studie van de Lincoln Universiteit in Nieuw-Zeeland toont aan dat elk ton Brits lamsvlees goed is voor 2.849 kilogram CO2. Voor ingevoerd lamsvlees uit Nieuw-Zeeland is dat slechts 688 kilogram, ondanks het feit dat dit vlees meer dan 17.000 kilometer gereisd heeft. Britse onderzoekers en landbouwers twijfelen over de juistheid van de cijfers, maar ze geven toe dat de schapenteelt in Nieuw-Zeeland een stuk milieuvriendelijker kan gebeuren. "Door het betere weer groeit het gras er veel langer", weet professor Gareth Edward-Jones van de Bangor Universiteit in Wales.

Cijfers van die instelling wijzen er op dat ook ingevoerde zuivelproducten en appelen uit Nieuw-Zeeland een lagere milieu-impact hebben dan diezelfde producten van Britse origine. Onderzoekers van de Surrey Universiteit stellen dat het plaatje nog heel wat complexer is. Britse appels zijn milieuvriendelijker tijdens de herfst en winter, terwijl het in de lente en zomer milieuvriendelijker zou zijn om ze te importeren.

"Tweede generatie biobrandstof ontziet voedselprijs"

04/06/2007 | Bron: Vilt-nieuwsoverzicht

België bouwt volop fabrieken voor de productie van bioethanol en -diesel: daarin worden zetmelen van bijvoorbeeld maïs omgezet naar biobrandstof. Van Europa moet ons land tegen 2010 immers 5,75 procent van de fossiele brandstoffen voor vervoer vervangen door biobrandstof. Deze "groene brandstof" knibbelt aan de voedselvoorraden en jaagt daardoor de prijzen van landbouwproducten de hoogte in. Toch is er hoop, schrijft het persagentschap Belga.

Op verschillende plaatsen, zoals in Denemarken, wordt volop geëxperimenteerd met een "tweede generatie" biobrandstoffen: brandstof gewonnen uit boom- en plantenafval, of nog stro. Bio-ethanol kan immers ook uit cellulose gewonnen worden, dat bijvoorbeeld in afgevallen bladeren aanwezig is, zegt Christian Stevens. Professor Stevens is medeorganisator van een meerdaagse conferentie over bioraffinaderijen en hernieuwbare grondstoffen, die vandaag startte aan de Gentse universiteit. Goed 400 deelnemers van over de hele wereld zijn ingeschreven.

Het winnen van cellulose uit het taaie blad is wel veel moeilijker dan een siroop te maken van suikerriet of glucose te winnen uit maïs. "Het zal wellicht nog twintig jaar duren vooraleer de eerste industriële fabriek van de tweede generatie operationeel is", zegt Stevens. Intussen dreigen het voedselprobleem en andere neveneffecten van de biofuelproductie - zoals ontbossing voor de massale aanplanting van palmolie bijvoorbeeld - toe te nemen.

De prijs van maïs, waarmee bio-ethanol gemaakt wordt, is de laatste maanden wereldwijd gestegen. Dat heeft ook zijn impact op de prijs van voedingsproducten, zoals varkens- en kippenvlees, weet Larry Johnson (Iowa State University). De professor en tevens eredoctor van de Gentse Universiteit is één van de sprekers op de conferentie. "De voedselprijzen zullen stijgen. Dat klopt. Alleen weet ik niet hoeveel. En tegelijk maak ik mij volgende bedenking. Mijn ouders spendeerden 20 procent van hun beschikbaar inkomen aan eten. Vandaag is dat nog maar 8 procent. Voeding is, zeker in de VS, gewoon te goedkoop geworden. En dat allemaal ten koste van de landbouwers".

Volgens het International Food Policy Research Institute zal de stijgende productie van biobrandstoffen de wereldprijzen van maïs tegen 2010 verdubbelen en tegen 2020 met 41 procent verhogen.

Colruyt beloond voor energie- en milieu-inspanningen

02/06/2007 | Bron: Belga

Supermarktketen Colruyt uit Halle is tijdens de uitreiking van de Belgian Energy and Environment Awards in de prijzen gevallen voor zijn "jarenlange, permanente engagementen inzake milieu en energie". Colruyt kreeg zowel de Fortis Premium Award, de overkoepelende prijs van de avond, als de Holcim Business Environment Award, die gaat naar een bedrijf.

Onder meer het charter 'Green Line' van Colruyt wordt geroemd. "Alle aspecten van het bedrijfsbeheer worden gestuurd in de richting van een minimale milieu-impact", zo luidt het. In totaal werden vrijdag vijftien prijzen rond milieu en energie uitgereikt, aan onder andere bedrijven, gemeenten, instellingen en particulieren.

Onder meer de gemeenten Namen en Rochefort en het provinciaal centrum Duurzaam Bouwen Kamp C uit Westerlo vielen in de prijzen. Dat deed ook de vzw KiloWat? uur uit Diepenbeek met haar informatie- en sensibiliseringsproject om huishoudens aan te zetten tot energiebesparing. Er waren 218 projecten ingeschreven.

Klimaatwijziging hertekent Braziliaanse landbouwkaart

02/06/2007 | Bron: Vilt-nieuwsoverzicht

Brazilië onderzoekt volop hoe haar boeren kunnen profiteren van de opwarming van de aarde en hoe ze misoogsten kunnen vermijden. Embrapa, het Braziliaanse overheidsbedrijf voor landbouwkundig onderzoek, heeft een aantal simulaties uitgevoerd om te weten te komen welke invloed de opwarming van de aarde heeft op teelten zoals soja, maïs, koffie, rijst en bonen. Zeker is dat de teeltgebieden van de belangrijkste gewassen ingrijpend zullen verschuiven, meldt het nieuwsagentschap IPS.

Experts gingen ervan uit dat de temperatuur met 1,3 tot 5,8 graden Celsius zou stijgen en dat er 5 tot 15 procent meer neerslag zou vallen. Daardoor werd duidelijk dat de belangrijkste gewassen in Brazilië binnenkort in andere streken zullen worden geoogst dan nu het geval is. Zo zal het de komende decennia steeds moeilijker worden om graangewassen te cultiveren in het zuiden van het land, terwijl meerjarige gewassen zoals koffie er wel zullen gedijen. Gewassen die de verwachte extreme hitte van de zomer niet goed verdragen, zullen opschuiven naar het midwesten van Brazilië.

Het weer van de voorbije jaren heeft de boeren al getoond dat ze hun strategie zullen moeten veranderen. Het begint bijvoorbeeld steeds vaker te regenen in het zuiden van Brazilië, wat nefast is voor de graanoogst, maar uiterst positief voor de tuinbouw. Het is dus voor de sector oppassen om in de toekomst niet op het verkeerde paard te wedden. Bovendien lopen nu ook de gemiddelde temperaturen op. Die verandering is al decennia bezig en heeft waarschijnlijk ook te maken met ontbossing en veranderingen in het gebruik van de beschikbare landbouwgrond.

Embrapa ontwikkelt al plantensoorten die meer regen en hogere temperaturen kunnen verdragen. Daarnaast schiet ook het ministerie van Landbouw in actie. Dat wil bij de toekomstige afbakening van teeltzones ook rekening houden met het veranderende klimaat. In het zoneplan voor het oogstjaar 2007-2008, dat eind juni wordt bekendgemaakt, komen er voor bepaalde gebieden in het zuiden van het land teeltbeperkingen, zegt de verantwoordelijke ambtenaar Francisco Mitidieri.

Intussen kan de landbouw ook helpen in de strijd tegen de opwarming van de aarde. Boeren kunnen een deel van hun akkers omzetten in boomplantages en overschakelen op geavanceerde zaaitechnieken waarbij de bodem niet meer omgeploegd wordt. Dat laatste bespaart per jaar en per hectare 500 kilogram CO2. Mogelijk krijgen de Braziliaanse boeren in de toekomst een vergoeding voor die inspanningen, zoals nu al het geval is bij hun collega's in Canada en Texas.

Op weg naar warmste jaar ooit?

02/06/2007 | Bron: Het Laatste Nieuws

De meteorologische lente van 2007 heeft een aantal records gebroken. De gemiddelde temperatuur in maart, april en mei bedroeg 12,3 graden. Dat is ruim een graad meer dan in 1993, de warmste lente sinds het begin van de metingen in 1833, en ongeveer drie graden hoger dan de normale temperatuur voor dit seizoen. Dat meldt het KMI. Volgens weerman Eddy De Mey stevenen we mogelijk af op het warmste jaar ooit.

De maanden maart en april bereikten al uitzonderlijk hoge temperaturen. De gemiddelde temperatuur in maart bedroeg 8 graden, terwijl dat normaal 5,5 graden is. De gemiddelde temperatuur in april bedroeg 14,3 graden, tegenover de normale temperatuur van 9 graden. De maand mei was ook erg zacht, met 10,3 graden tegen 8,3 graden normaal.

Ook de zon scheen de voorbije drie maanden met 587 uur "zeer abnormaal veel". Daarmee doelt het KMI op een verschijnsel dat één keer wordt bereikt of overtroffen in tien jaar. Er viel tijdens 42 neerslagdagen 166,3 liter per vierkante meter, wat normale waarden zijn voor de lente. Die regen is vooral de jongste weken gevallen en heeft ervoor gezorgd dat een landbouwramp als gevolg van de droogte in april vermeden werd. Door het warme weer vielen wel de aardbeien- en kersenproductie tegen. Daarnaast zijn ook de suikerbieten onregelmatig bovengekomen.

Volgens weerman Eddy De Mey blijft het ook de komende weken warmer dan normaal. "De eerste vijf maanden is het nog nooit zo warm geweest en we zijn goed op weg naar de warmste zomer - en mogelijk ook het warmste jaar - ooit".

"Minder uitstoot broeikasgas door koeien in de wei"

01/06/2007 | Bron: Vilt-nieuwsoverzicht

Koeien in de weide laten grazen, levert in de meeste gevallen een lagere uitstoot van broeikasgassen op dan de dieren het hele jaar op stal houden. Dat blijkt uit berekeningen van het Nederlandse CLM Onderzoek en Advies, een onafhankelijk projectbureau dat zich bezighoudt met duurzame landbouw. Bij onze noorderburen zou al zeventien procent van de koeien het hele jaar door op stal blijven, in ons land kiest tot hiertoe slechts vier procent van de melkveehouders voor permanente opstalling.

Een weide die niet begraasd wordt, geeft een veel grotere grasopbrengst. Bovendien kan mest die in de stal geproduceerd is, heel wat efficiënter gespreid worden. Dat zorgt voor minder nitraatuitspoeling naar het grondwater. De redenering dat het opstallen van koeien milieuvriendelijker is dan beweiding gaat echter niet op voor broeikasgassen, zo blijkt uit berekeningen van CLM.

Wanneer koeien mogen grazen, is de uitstoot van lachgas vanuit het land en methaan uit de dieren weliswaar hoger. Maar daar staat tegenover dat, als de koeien permanent op stal staan, de boer het gras met tractor en werktuigen uit de weide moet halen om de dieren te voederen. Ook krijgen de melkkoeien in dat geval meer krachtvoeder. Dat kost energie en zorgt eveneens voor extra uitstoot van CO2. Ook komt er in dat geval meer methaan uit de mestopslag.

Koeien op stal zorgen daarom netto voor meer broeikasgasemissies dan koeien in de wei. Alleen op veengrond bij bepaalde waterstanden is dit niet het geval, besluit CLM Onderzoek en Advies. Uit een eerdere enquête van deze organisatie is gebleken dat de meeste Nederlandse melkveehouders in de toekomst van plan zijn om hun koeien in de stal te houden.

Pelosi gelooft in akkoord klimaatdossier op G8-top

31/05/2007 | Bron: Belga

Tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten bestaat voldoende eensgezindheid over klimaatverandering om van de G8-top in Heiligendamm een succes te maken. Dat heeft de voorzitster van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, Nancy Pelosi, verklaard na afloop van een ontmoeting met voorzitter José Manuel Barroso van de Europese Commissie.

In de aanloop naar de bijeenkomst van de leiders van de zeven grootste industrielanden en Rusland (G8), volgende week in het Duitse Heiligendamm, praat Pelosi deze week met Europese beleidsmakers over klimaatverandering. "Iedereen in de wereld staat in het krijt bij de Europese Unie voor haar aanpak van klimaatverandering", zo loofde de Democrate de Europese
pioniersrol.

In de aanloop naar de G8-top kantte de Republikeinse president George W. Bush zich opnieuw tegen de vastlegging van doelstellingen om de uitstoot van CO2 onder controle te krijgen. Niettemin gelooft Pelosi dat "er voldoende eensgezindheid bestaat om van de top een succes te maken". Ze noemde een aantal domeinen waar de leden van de G8 actie zouden kunnen ondernemen om het wederzijdse vertrouwen op te krikken, zoals standaarden voor energie-efficiëntie en de handel in C02-uitstootrechten.

Volgens Pelosi komt het er in Heiligendamm vooral op aan een akkoord te bereiken over "standaarden" die "als model kunnen dienen voor de ontwikkelingslanden". Opkomende industriereuzen als China en India leveren immers een steeds grotere bijdrage aan de wereldwijde uitstoot van koolstofdioxide (C02) en de westerse landen dringen erop aan dat ook deze landen na het verstrijken van het huidige protocol van Kyoto in 2012 inspanningen moeten leveren.

De partijgenote van Al Gore, die woensdag ook met de Belgische premier Guy Verhofstadt van gedachten wisselde over de opwarming van de aarde, liet wel verstaan dat zijzelf gewonnen is voor bindende doelstellingen. Sinds de verkiezingen van vorig najaar beschikken de Democraten over een meerderheid in het Amerikaanse parlement.

De EU-lidstaten beloofden eerder dit jaar om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2020 met 20 procent in te dijken in vergelijking met 1990. De Duitse bondskanselier Angela Merkel wil haar gasten in Heiligendamm ertoe te bewegen om in te stemmen met een wereldwijde reductie van de uitstoot met 50 procent tegen 2050. Eind dit jaar gaan in Indonesië de VN-onderhandelingen over nieuwe doelstellingen in de strijd tegen klimaatverandering van start. Het protocol van Kyoto verstrijkt immers in 2012.

Plan voor klimaatneutrale glastuinbouw in Nederland

30/05/2007 | Bron: Vilt-nieuwsoverzicht

In Nederland hebben LTO Noord Glaskracht en de Stichting Natuur en Milieu een actieplan gelanceerd voor de ontwikkeling van een klimaatneutrale glastuinbouw. Het plan gaat uit van een reductie van de CO2-uitstoot met 45 procent in 2020, ten opzichte van de toestand in 1990. Voor 2030 is een reductie met 75 procent de doelstelling. "Dit is een mooi voorbeeld voor andere sectoren", aldus directeur de Rijk van de Stichting Natuur en Milieu.

Het gezamenlijk doel van LTO Noord Glaskracht en de Stichting Natuur en Milieu is om de energievoorziening van de Nederlandse glastuinbouw op termijn volledig klimaatneutraal en ongevoelig voor hoge energieprijzen te maken. De ruim 10.000 hectare kassen vormen als het ware natuurlijke zonnecollectoren, klinkt het enthousiast. Om de gestelde doelen te bereiken, zal door ondernemers, overheden en onderzoekers extra geïnvesteerd moeten worden in de ontwikkeling van kennis, technologie en praktijktoepassingen.

In het opgestelde actiepakket staan een reeks maatregelen en beleidsvoorstellen opgesomd: het onderbrengen van de glastuinbouw in het systeem voor Europese CO2-emissiehandel, de opstart van een systeem voor de monitoring van de CO2-doelen, een samenhangend O&O-beleid, een andere systematiek voor de heffing van energiebelastingen, de oprichting van een risicofonds voor het boren naar aardwarmte en de energiezuinige clustering van glastuinbouwbedrijven met de woningbouw en andere sectoren.

"Dit actieplan maakt glastuinbouwbedrijven minder afhankelijk van duur aardgas", zegt voorzitter Van Ruiten van LTO Noord Glaskracht. "Daarom zetten we sterker dan ooit in op verduurzaming". De collega's van ZLTO reageren erg sceptisch op de plannen. Die zouden immers serrebedrijven die niet in concentratiegebieden gelegen zijn in moeilijkheden brengen.

Beleggers kunnen intekenen op klimaat-obligatie

30/05/2007 | Bron: Gazet van Antwerpen

De film van Al Gore heeft niet alleen het politieke discours en de partijprogramma's gekleurd. Ook de financiële sector is door groene koorts getroffen. Bij Dexia en ING konden particuliere beleggers deze week intekenen op de 'Climate Awareness Bond', een obligatie waarmee Europese projecten rond klimaatbescherming en groene energie worden gefinancierd.

De nieuwe obligatie wordt uitgegeven door de Europese investeringsbank en richt zich tot de behoedzame belegger die een graantje wil meepikken van de boomende milieu-industrie zonder zijn spaarcenten op het spel te zetten. Op het eind van de looptijd van vijf jaar krijgt hij minimum 105 procent van zijn startkapitaal terugbetaald. Bijzonder is wel dat de belegger een deel van die opbrengst kan gebruiken om CO2-emissierechten op te kopen, waardoor hij de Europese uitstoot van broeikasgassen eigenhandig kan helpen terugdringen.

Hoeveel idealisten daartoe bereid zijn, valt nog af te wachten. Maar uit de beleggersbarometer van ING blijkt alvast dat zeven op de tien Belgische beleggers ooit al van 'groene' fondsen hebben gehoord. En niet minder dan 37 procent overweegt om in een dergelijk fonds te investeren. Het groeiende geloof in de winstmogelijkheden van groene technologieën is de banken natuurlijk niet ontgaan. Bij KBC, Fortis, Dexia en ING vormen de zogeheten Al Gore-fondsen, beleggingsfondsen die de nadruk leggen op biobrandstoffen, waterzuivering, zonne-energie, stilaan een niche op zichzelf.

Volgens het onderzoekscentrum Eurosif waren de 'sociaal verantwoorde investeringen' (SRI) in 2006 op Europees vlak al goed voor 1,25 miljard euro of 6 procent van het totaal. Eurosif schrijft het groeiende belang van SRI's in de eerste plaats toe aan de explosieve ontwikkelingen in het domein van de alternatieve energie.

Het Nederlandse ABN Amro bracht deze maand een certificaat uit waarvan de opbrengst gebaseerd is op de prestaties van een dertigtal groene bedrijven, die samengebracht worden in een aparte klimaatindex. "Wij kiezen die bedrijven niet zelf. Dat doet Standard & Poor's, een onafhankelijk agentschap, op basis van een aantal objectieve criteria", legt Erik Mauritz van ABN Amro uit. "Beleggers die te weinig kennis hebben van die sector om individuele aandelen te kopen, krijgen op die manier de kans om in alle takken van de milieutechnologie en -energie aanwezig te zijn. De index is sowieso samengesteld uit vier verschillende sectoren, gaande van bio-ethanol tot afvalverwerking".

Het ecocertificaat is wel niet voor bangeriken. Er is geen kapitaalbescherming en ook geen gegarandeerde opbrengst. Erick Mauritz: "Je risico is gespreid over dertig bedrijven. Dat is sowieso veiliger dan investeren in individuele aandelen. Het certificaat heeft trouwens ook geen looptijd. Je kan er dus op elk moment uitstappen".

Ondanks het feit dat groene aandelen al een aantal jaar beter presteren dan het beursgemiddelde en de sector over een enorm groeipotentieel beschikt, is er volgens de Federatie Vlaamse Beleggersclubs nog geen sprake van een echte stormloop bij de particuliere beleggers. "Na de internetbubble van eind jaren negentig staan de meeste beleggers nogal wantrouwig tegenover nieuwe technologieën. Bovendien presteren alle aandelen momenteel uitstekend, waardoor iedereen in zijn vertrouwde hoekje blijft zitten", zegt Gert De Mesure, analist bij FVB.

"Heel wat van die alternatieve energieën zoals biomassa of windenergie zitten bovendien verweven in een groter conglomeraat. Beleggers die in die boomende sectoren willen investeren, moeten er dus vaak de minder presterende activiteiten van die bedrijven bij nemen", luidt het.

Palmolieprijs haalt record in Maleisië en Indonesië

29/05/2007 & Bron: De Tijd

De prijzen voor futurecontracten van palmolie in Maleisië en Indonesië zitten opnieuw tegen een absoluut recordniveau aan. De vraag uit China is fors toegenomen, de jongste drie maanden zelfs met 27 procent tot 1,6 miljoen ton. Ook de sector van de energie en van de biobrandstoffen is vragende partij voor palmolie. Marktkenners verwachten dat de prijs voor bijna alle granen en eetbare oliën nog lange tijd op een hoog niveau blijft.

De vraag stijgt gemiddeld tussen 12 en 13 procent per jaar, terwijl het aanbod slechts met 8 tot 9 procent groeit, zegt Andreas Bokkenheuser, analist van de zakenbank UBS AG. Dat verschil doet de prijzen exploderen. Voor levering in augustus noteren de futurecontracten nu al meer dan 548 euro per ton.

Het Antwerpse beursgenoteerde plantagebedrijf Sipef profiteert van de prijsstijgingen. Het aandeel steeg maandag op Euronext Brussel met 3 procent.

1.240 vierkante meter zonnepanelen op Bouwhoeve

26/05/2007 | Bron: Het Nieuwsblad

Veehouder Ludo Geens uit Hoogstraten heeft op een dak van een stal fotovoltaïsche zonnepanelen laten plaatsen. Zo draait de Bouwhoeve het hele jaar op groene elektriciteit. Met een dakoppervlakte van 1.240 vierkante meter is de installatie overigens het grootste zonne-energieproject in de Vlaamse landbouwsector.

Dat de energiefactuur van de Bouwhoeve flink zal dalen is een feit. De familie Geens-Geysen heeft 1.240 vierkante meter dakoppervlakte laten bedekken met zonnepanelen. "Die leveren 135.000 kilowattuur elektriciteit per jaar", zegt Ludo Geens. "Zelf gebruik ik jaarlijks ongeveer 225.000 kilowattuur, zodat ik meer dan de helft van mijn verbruik zelf kan produceren. De installatie was uiteraard een grote investering, maar normaal gezien kan ik ze in negen jaar terugverdienen".

De stroomproductie van de Bouwhoeve komt overeen met het gemiddelde verbruik van een veertigtal Vlaamse gezinnen. Het is het eerste landbouwbedrijf in ons land dat over meer dan 1.000 vierkante meter zonnepanelen beschikt. "Voor een dichtbevolkt gebied als Vlaanderen zijn fotovoltaïsche cellen ideaal voor het opwekken van groene energie", vindt de bedrijfsleider. "Voor velden met koolzaad is hier te weinig plaats. De levensduur van de zonnepanelen is moeilijk te bepalen, maar er zijn plaatsen waar ze al 35 jaar meegaan. De bijhorende omvormers moeten wel na zo'n twintig jaar vervangen worden".

De Bouwhoeve staat bekend als een plaats waar je boerengolf kan spelen, maar de balletjes vormen geen gevaar voor de panelen. "De zonnepanelen kunnen hagelbollen verdragen en ik denk dat een golfbal toch wat minder kracht bezit", zegt Geens. "Toch geef ik geef de boerengolfers de raad om voorzichtig te zijn als ze in de buurt van het dak spelen".

Commissie wil vrijwillige certificatie biobrandstof

25/05/2007 | Bron: Vilt-nieuwsoverzicht

De Europese Commissie ziet geen heil in een verplichte duurzaamheidscertificering voor geïmporteerde biobrandstoffen. Het dagelijks bestuur van de Unie vreest dat dit tot spanningen zal leiden met EU-handelspartners. Daarom is de Commissie niet van plan om een dergelijke maatregel te integreren in een voorstel voor wetgeving inzake hernieuwbare energie dat later dit jaar zal gepresenteerd worden. Dat staat te lezen op de website van het Nederlandse Productschap Margarine, Vetten en Oliën.

De Commissie lijkt daarentegen wel gewonnen voor een systeem van vrijwillige certificatie dat strookt met de WTO-bepalingen. Dit kan ertoe leiden dat niet-duurzame importen van biobrandstoffen weliswaar niet worden verboden, maar dat zij bijvoorbeeld niet meetellen bij het voldoen aan eisen voor minimale percentages biobrandstoffen en evenmin aanspraak kunnen maken op subsidies.

In de EU-lidstaten worden her en der initiatieven voor certificeringschema's ondernomen. Zo werken de Duitse ministers van Landbouw en Milieu aan een milieucertificeringssysteem voor biobrandstoffen. Dit certificaat zou moeten aangeven dat de teelt van grondstoffen voor bio-ethanol en biodiesel niet schadelijk is en een duurzaam karakter heeft. De teelt van de gewassen voor biobrandstoffen mag bijvoorbeeld niet ten koste gaan van de tropische regenwouden, vinden de ministers. Voorstellen voor de aanpak van de certificering willen de bewindslieden nog voor het zomerreces bij het parlement op tafel leggen.

Stad Brussel laat wagenpark op biodiesel rijden

25/05/2007 |Bron: Belga

De stad Brussel gaat al haar dieselvoertuigen op termijn op biodiesel laten rijden. Het stadsbestuur schrijft een openbare aanbesteding uit voor de levering van gemiddeld een half miljoen liter biodiesel per jaar, goed voor een bedrag van 485.000 euro. Dat meldt de Brusselse schepen Mohamed Ouriaghli. De biobrandstof bestaat uit een mix van diesel en maximum 5 procent biodiesel.

"Terwijl de minister van Financiën twee jaar nodig had om de lagere accijnzen op biobrandstof om te zetten in Belgisch recht, heeft de stad Brussel minder dan zes maanden na de commercialisering van de brandstof een opdracht uitgeschreven om haar dieselvloot met biobrandstof te bevoorraden", luidt het bij Ouriaghli. De sp.a'er voegt eraan toe dat de bestaande overeenkomst van het stadsbestuur niet toelaat om volledig om te schakelen naar biobrandstof.

Dentergemnaren nog bezorgd na infovergadering biogas

25/05/2007 | Bron: Het Laatste Nieuws

In het West-Vlaamse Dentergem vond woensdagavond een infovergadering plaats over de vergistingsinstallatie die in de Tieltsestraat zou ingeplant worden. Een studiebureau gaf drie uur uitleg, maar de tweehonderd aanwezigen waren niet gerustgesteld. Ze spraken over "de verkrachting van het natuurgebied de Baliekouter".

Een landbouwbedrijf in Dentergem diende een aanvraag in voor een milieuvergunning omdat het wil uitbreiden. De bedrijfsleider wil de stallen voor de runderen en de varkens vernieuwen, en heeft ook plannen om een zogenaamde 'covergistingsinstallatie' te bouwen. Bij covergisting worden allerhande biologisch afbreekbare producten, grotendeels mest, omgezet in biogas en een droog digestaat dat uitgevoerd kan worden.

Veel Dentergemnaren zien de inplanting van de installatie niet zitten, omdat ze vrezen voor alle mogelijke vormen van overlast. Tijdens een infovergadering probeerden vertegenwoordigers van Eco Flanders en studiebureau DLV de grootste zorgen van de mensen weg te nemen. Ze hamerden op het feit dat de vergisting van de mest en andere organische producten volledig overdekt gebeurt, en dat de gistingstanks volledig afgesloten moeten worden van de buitenlucht omdat het proces anders mislukt.

Voorts wezen ze erop dat de enige bron van geluid een gedempte motor wordt die zal draaien op biogas, en dat er ongeveer acht transporten per dag bijkomen, maar dat die alleen via de brede Tieltsestraat zullen op- en afrijden. De vertegenwoordigers drukten erop dat bodemvervuiling niet mogelijk is, en dat het afvalwater zodanig gezuiverd wordt dat het weer drinkbaar zal zijn. Ook het feit dat de installatie 5.000 gezinnen zal voorzien van groene stroom, werd in de verf gezet.

De Dentergemnaren waren evenwel niet overtuigd. Zo vreesden ze onder meer dat de extra vrachtwagens de kernen van de nabijgelegen dorpen onveilig zouden maken, en hadden ze nogal wat vragen bij de vermeende geurloosheid van de hele operatie. Dat de installatie 60.000 ton per jaar mag verwerken, vinden ze veel te groot voor een landbouwgebied. Op 13 juli moet het schepencollege een advies geven over deze zaak, en op 16 augustus beslist de bestendige deputatie over het al dan niet uitreiken van de milieuvergunning.

"Label voor voedselkilometers heeft geen zin"

24/05/2007 | Bron: Vilt-nieuwsoverzicht

In zijn Ecologisch Voedselplan pleit Groen! voor de invoering van een label dat de transportkilometers van voedingsproducten vermeldt. Universitair docent Sanderine Nonhebel van de Groningse rijksuniversiteit denkt niet dat een dergelijk label zin heeft. Ze is het niet eens met de opvatting dat ons voedsel enorme afstanden aflegt. Slechts tien procent komt immers van buiten Europa. Niet zozeer het transport, maar wel de productie zelf is belastend voor het milieu, zo luidt het.

In De Zevende Dag merkte Piet Vanthemsche op dat het niet eenvoudig is om de transportkilometers van producten zoals pizza's te berekenen. Nonhebel voegt eraan toe dat voedselkilometers eigenlijk niet zoveel zeggen over milieuschade. Het vervoer van voedsel vanuit Australië per schip is veel minder slecht voor het milieu dan transport vanuit Spanje per vrachtwagen.

Nonhebel vindt dat de milieubelasting beter kan uitgedrukt worden in geproduceerde CO2 per kilogram product. "Want landbouw en veeteelt hebben verzuring, vermesting, verdroging, ontbossing en erosie tot gevolg. En dat wordt erger, omdat landen als China ons westers consumptiepatroon overnemen en meer vlees gaan eten. Daardoor wordt een steeds groter beroep gedaan op onze natuurlijke hulpbronnen".

Dat een dergelijk label in de supermarkt het verschil zal maken, gelooft Nonhebel niet. De meeste consumenten letten vooral op de prijs en het label zal hoogstens de bewustwording wat verbeteren, luidt het.

Ook protest tegen bio-energiecentrale Barry Callebaut

23/05/2007 | Bron: Gazet van Antwerpen

Het actiecomité Veilig Verkeer Kouterbaan-Aalstersestraat uit Wieze vreest een toename van het vrachtverkeer wanneer de nieuwe bio-energiecentrale er komt op de bedrijfsterreinen van chocoladeproducent Barry Callebaut. Het comité dreigt met acties.

"Door vele omleggingen passeren hier momenteel veel te veel vrachtwagens door de straat", stelt woordvoerder Robert Peeters die zelf aan de Kouterbaan woont. "Elke vrachtwagen die erbij komt, is er een te veel. Als er nu nog extra verkeer bijkomt om die energiecentrale te bevoorraden, wordt het helemaal onleefbaar". Het actiecomité schreef een brief naar het gemeentebestuur met de vraag om gehoord te worden en dreigt met acties. In het verleden waagden de buren zich al aan blokparkeren en Peeters sluit niet uit dat hij op de straat gaat liggen.

Patrick Hautphenne, coördinator van Barry Callebaut België, reageert wat verwonderd. "Electrawinds bouwt hier een milieuvriendelijke krachtcentrale die draait op palmolie, zij zullen dus zeker bijkomende CO2-uitstoot door vrachtwagens beperken. Waarschijnlijk zullen het er amper een zevental per dag zijn", legt hij uit. "We organiseren trouwens binnenkort een infovergadering voor de bewoners. Daar kunnen ze met hun vragen terecht en mogen ze suggesties geven over de inplanting. Bovendien kunnen een 30.000 gezinnen ook inschrijven op de groene stroom".

Robert Peeters heeft geen weet van de brief, maar is enigszins gerustgesteld dat het aantal beperkt blijft. "Dat neemt niet weg dat het verkeersprobleem in onze straat blijft", besluit hij. "Misschien kan een ontsluiting naar de N41 voor een verlichting zorgen". Burgemeester François Saeys (Open VLD) betwijfelt dat deze piste veel soelaas zal bieden. "Sinds kort moet er deels op het trottoir worden geparkeerd om meer plaats op de weg te krijgen. Deze situatie evalueren we over een halfjaar en dan kunnen we conclusies trekken", zegt hij.

Unilever claimt klimaatvriendelijke ijsjes te maken

22/05/2007 | Bron: Het Nieuwsblad

"Ons ijs is klimaatneutraal", zegt het Amerikaanse Ben & Jerry's, een roomijsmerk dat eigendom is van de Nederlands-Britse multinational Unilever. Het bedrijf beweert dat het de meest klimaatvriendelijke ijsjes ter wereld maakt. Dat gebeurt deels door investeringen in duurzame energie. Het bedrijf streeft ook naar melk van koeien die geen methaangas uitstoten.

"Samen met de universiteit van Wageningen doen we experimenten om de voeding van de koeien bij te sturen zodat ze minder vervuilende winden laten", zegt duurzaamheidsmanager Anniek Mauser. Het zijn de Australiërs die aanvankelijk met dat onderzoek startten, maar de Nederlanders namen het nadien over. Een kant-en-klare oplossing is er nog niet: verschillende boeren gebruiken andere voedermethodes om te kijken welke formule tot de beste resultaten leidt.

Zonnebloemen maken plaats voor koolzaad in Frankrijk

22/05/2007 | Bron: Agrarisch Dagblad

Het Franse koolzaadare­aal bedraagt dit jaar 1,56 miljoen hectare. Dat is 12 procent meer dan vorig jaar. Ten opzichte van het gemiddelde over de jaren 2001-­2006 is de teelt met een derde uitgebreid. Vooral in Noord-Frankrijk, in het zuidwesten en langs de Atlan­tische kust kleuren de velden heel wat geler dan de voorgaande jaren.

De zonnebloemen moeten daarentegen opnieuw flink inleveren. Het areaal bedraagt nog 545.000 hectare, 15 procent minder dan in 2006 toen de oppervlakte aan zonnebloemen ook al met 21 procent was terug­gelopen. Volgens de eerste schattingen van het ministerie van Landbouw komt het areaal voedermaïs uit op 1,44 miljoen hectare. Dat is op­nieuw vier procent minder dan vorig jaar en 15 procent minder dan het gemiddelde van de voorbije vijf jaar. Vooral in Bretagne en in Mid­den-Frankrijk wordt heel wat minder maïs verbouwd.

In die streken is de productie van zachte tarwe sterk toegenomen. Dit gewas boekt landelijk gezien een lichte voor­uitgang met één procent naar 4,87 miljoen hectare. Een sterkere groei doet zich voor bij harde tarwe. Deze teelt vertegenwoordigt nu een areaal van 463.000 hectare, twee pro­cent meer dan vorig jaar en 17 procent boven het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar.

Noam Chomsky hakt in op biobrandstoffen

22/05/2007 | Bron: De Tijd

Biobrandstoffen zullen in toenemende mate de armen in de wereld uithongeren naarmate hun basisvoedsel ten dienste komt van ethanolproductie voor de geprivilegieerden in de rijke landen. De hoge prijzen van tortilla's en andere, wredere grillen van de wereldorde illustreren de verwevenheid van allerlei gebeurtenissen van het Midden-Oosten tot het midwesten in de VS. Ze tonen ook aan hoe urgent het is de wereldhandel te stoelen op echte democratische akkoorden tussen volkeren. Dat schrijft professor Noam Chomsky, specialist buitenlandpolitiek van de VS in een bijdrage voor de New York Times.

Een belangrijke doelstelling van het Amerikaanse buitenlandbeleid is altijd geweest een globale orde te vestigen waarin Amerikaanse bedrijven vrije toegang hebben tot markten, middelen en investeringskansen. Dat doel wordt gemeenzaam 'vrijhandel' genoemd, zegt Chomsky. Het verschilt niet zoveel van wat het Verenigd Koninkrijk, een voorloper in werelddominantie, bedacht tijdens de tweede helft van de 19de eeuw toen het de vrijhandel omarmde. Staatsinterventie en geweld hadden het land toen wel al 150 jaar geholpen om meer industriële macht te verwerven dan eender welke concurrent.

De VS hebben nagenoeg hetzelfde patroon gevolgd. Over het algemeen zijn grootmachten bereid in een beperkte vrijhandel te stappen wanneer ze overtuigd zijn dat de economische belangen die ze onder hun hoede hebben, zullen floreren. Dat was en blijft een hoofdkenmerk van de wereldorde, meent Noam Chomsky. En de ethanolgekte past in dat plaatje. Volgens landbouweconomen Ford Runge en Benjamin Sauer is de biobrandstoffensector lang gedomineerd door de politiek en door de belangen van enkele grote bedrijven, en niet door de markt. De productie van ethanol overleeft bij de gratie van aanzienlijke overheidssubsidies en zeer hoge invoerheffingen die de veel goedkopere en efficiëntere Braziliaanse ethanol op basis van suiker buiten de VS houden.

Toen president George Bush in maart Latijns-Amerika bezocht, was er veel te doen om een akkoord dat de VS met Brazilië afsloot om samen ethanol te gaan produceren. Maar Bush benadrukte wel krachtig dat aan de hoge invoerheffingen die de Amerikaanse producenten beschermen, niet wordt geraakt. Ook aan de vele vormen van overheidssubsidie kon niet getornd worden. Ondanks de reusachtige, door de belastingbetaler gefinancierde landbouwsubsidies, is de prijs van maïs - en van tortilla's - snel gestegen.

Biobrandstoffen zullen in toenemende mate de armen in de wereld uithongeren, citeert de professor Runge en Senauer. Zij menen dat dit vooral zal gebeuren naarmate hun basisvoedsel ten dienste komt van de ethanolproductie voor de geprivilegieerden, zoals de maniok in Afrika. Inmiddels worden in Zuidoost-Azië tropische bossen gekapt en verbrand om plaats te maken voor palm(olie)bomen bestemd voor biobrandstof. Ook in de VS loopt het milieu risico door de grondstoffenslokkende ethanolproductie uit maïs.

"Belgische elektriciteit bij duurste van de wereld"

18/05/2007 | Bron: Belga

De elektriciteit in België behoort tot de duurste ter wereld. Dat blijkt uit een studie van NUS Consulting, de wereldwijde leider inzake controle op energie- en telecommunicatiekosten, die wordt aangehaald in L'Echo. Volgens de studie is de hoge prijs te wijten aan het gebrek aan concurrentie op de Belgische markt.

Een industriële klant betaalt in België 0,85 euro per kilowattuur. Dat is minder dan in Italië (1,17 euro) en Nederland (0,94 euro), maar meer dan in landen als Finland (0,53 euro), Frankrijk (0,64 euro), de Verenigde Staten (0,69 euro), Spanje (0,77 euro) en Groot-Brittannië (0,83 euro).

De studie van NUS Consulting is niet representatief, aldus een woordvoerster van Electrabel. In de studie wordt slechts één type klant vergeleken en wordt de vergelijking gemaakt met gans Eurpa. "Het gaat om een zeldzaam type van middenspanningsklant", luidt het. Ze wijst er nog op dat de
Europese markt uit verschillende onderdelen bestaat en dat België hoort bij landen als Nederland, Frankrijk en Duitsland.

Een studie die wel representatief is, aldus de woordvoerster, is die van Van Dyck. Daar worden 18 types laagspanningsklanten met elkaar vergeleken in landen als Frankrijk, Nederland, Duitsland en Groot-Brittannië. Vlaanderen scoort er 16 pct goedkoper dan het gemiddelde, aldus de woordvoerster. Voor de industriële hoogspanningsklanten dient voor een vergelijking te worden gekeken naar de groothandelsprijzen. En daar situeert België zich tussen Frankrijk en Duitsland.

Barry Callebaut investeert in biobrandstofcentrale

18/05/2007 | Bron: Het Nieuwsblad

Vanaf midden 2008 zorgt een biobrandstofcentrale rechtstreeks voor de energie die de Barry Callebaut-vestiging in Wieze, de grootste chocoladefabriek ter wereld, nodig heeft voor haar productie. Deze innovatie verschaft werk aan een vijftiental extra werknemers.

Vorige week sloten Electrawinds, de grootste privéspeler op de Belgische markt van hernieuwbare energie en Wilmar, een van de grootste Aziatische palmoliebedrijven, een joint-venture. Doel ervan is verschillende projecten rond warmtekrachtkoppeling te realiseren. "Onze installatie met een capaciteit van 35 megawatt in Wieze, is een eerste stap in het bereiken van de vooropgestelde 400 megawatt die wij ons tot doel hebben gesteld", legt Jan Dewulf van Electrawinds uit.

De centrale wekt groene energie op door het verbranden van stearine in twee dieselmotoren. Stearine is een restproduct bij de raffinage van palmolie. Naast de geproduceerde elektriciteit wordt de opgewekte restwarmte onder de vorm van stoom gerecupereerd in het productieproces van de chocoladefabriek. Deze installatie bereikt een rendement van 70 procent, traditionele centrales halen slechts de helft.

Op jaarbasis komt de opgewekte elektriciteit overeen met het verbruik van 90.000 gezinnen. "De biobrandstofcentrale zal een belangrijk deel van de productie aandrijven", verduidelijkt Dirk Poelman van Barry Callebaut. "Wie jaarlijks 250.000 ton chocolade produceert, heeft wel wat elektriciteit nodig. De stoom zullen we gebruiken bij het branden van de cacaonoten, voor de opwarming van water en de verwarming van de burelen. Niet-gebruikte warmte kunnen we aan de omwonenden aanbieden. De overschotten aan elektriciteit worden op het publieke net geplaatst".

"De voordelen voor het bedrijf? We leveren een beduidende bijdrage tot het halen van de Kyoto-normen, we besparen op de energiekosten, alleen al doordat we verlieslatend transport via hoogspanningslijnen uitschakelen en creëren bijkomende jobs. De omschakeling past trouwens totaal in onze algemene milieupolitiek. Zo zorgt in onze fabriek in het Engelse Banbury een windmolen voor de opwekking van elektriciteit en gebruiken we in Ghanan Brazilië en Frankrijk afvalstoffen van de cacaobonen bij de energieproductie", luidt het.

De bouw van de installatie start eind dit jaar. De plannen voorzien onder andere in de bouw van opslagtanks voor de olie en een schouw. Doel is om met de productie van start te gaan in de zomer van 2008.

OIVO wijst op milieugevaren stijgende vleesconsumptie

19/05/2007 | Bron: De Morgen

Belgen eten almaar meer vlees en daar is het milieu de dupe van. Dat stellen consumentenorganisatie OIVO en Leefmilieu Brussel in een gezamenlijk rapport. De consumptie van vlees is in België tussen 1919 en 2007 toegenomen van 30 kilogram per persoon per jaar naar meer dan 100 kilo. Gemiddeld eten we zo'n 270 gram vlees per dag. Ook internationaal staan Belgen bekend als verstokte vleeseters, zo blijkt uit cijfers van Eurostat uit 2002. Alleen in Spanje, Denemarken en Frankrijk wordt er meer vlees gegeten.

Op wereldschaal groeit de vleesproductie het sterkst van alle landbouwsectoren. In 2005 werd wereldwijd 265 miljoen ton vlees geproduceerd. Dat is vijf keer meer dan in 1950 en dubbel zoveel als in 1970. De sterke stijging is voornamelijk te wijten aan nieuwe industriële productiemethoden. Wat een Belg gemiddeld per dag eet aan vlees is veel meer dan wat het lichaam nodig heeft. Bovendien is de milieu-impact van de vleesproductie groot. In de landen in het Zuiden wordt landbouwgrond veroverd op oerwouden. Woud dat verdwijnt, houdt echter ook een verlies aan capaciteit in om CO2 op te nemen.

Meer vlees eten betekent ook meer vervuilende stoffen in lucht, water en aarde. De rundveehouderij is verantwoordelijk voor 7 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen in België. De voortgebrachte hoeveelheden zijn recht evenredig met de hoeveelheden geproduceerd vlees. Alles bij elkaar is de veeteelt op wereldschaal verantwoordelijk voor 9 procent van de CO2 afkomstig van menselijke activiteiten. De uitstoot van broeikasgassen door veeteelt is bovendien groter dan die van de transportsector.

Maar de CO2-uitstoot is nog niet alles. Tijdens hun verteringsproces produceren herkauwers methaan. Dat gas heeft een broeikaseffect dat 23 keer sterker is dan dat van CO2. Daarnaast is er nog stikstofhemioxide, afkomstig uit gier of mest. Daarvoor geldt dat het klimaateffect 296 keer groter is dan dat van CO2. En dan is er nog de vervuiling door stikstof en fosfor.

Voor OIVO en Leefmilieu Brussel is de conclusie duidelijk: het roer moet omgegooid worden. OIVO spoort de consument dan ook aan de vleesconsumptie terug te schroeven naar maximaal 75 à 100 gram per dag. Daarbij moet gekozen worden voor variatie en bij voorkeur lokaal geproduceerd kwaliteitsvlees. Want lange transportafstanden dragen ook niet bepaald bij aan het milieu.

Bio Energie Kemzeke vraagt opnieuw milieuvergunning

17/05/2007 | Bron: Gazet van Antwerpen

Het bedrijf Bio Energie Kemzeke heeft opnieuw een milieuvergunningsaanvraag ingediend voor vergistingsinstallatie in Stekene. Het gemeentebestuur adviseerde een vorige aanvraag negatief. Het schepencollege hield rekening met de zevenhonderd bezwaren en handtekeningen van de buurt. Vooral de verwachte geurhinder en de gevolgen van de mestaanvoer voor de mobiliteit baarden zorgen. "De aanvrager pakt het nu anders aan", zegt schepen van Leefmilieu Nicole Van Duyse (CD&V).

Voor het schepencollege, de gemeenteraadsleden en leden van het actiecomité wordt er op vrijdag 8 juni in de voormiddag een bezoek aan een gelijkaardige installatie in Beernem georganiseerd. `s Avonds volgt er dan nog een informatievergadering.

"Congolese palmolie helpt Belgische kernuitstap"

16/05/2007 | Bron: Belga


België moet investeren in palmolieplantages in Congo en Liberia en in de aanplant van andere "energieplanten", zoals de jathropa. Dat zegt sp.a-boegbeeld Johan Vande Lanotte. Onder meer import van dergelijke biomassa in België moet samen met warmtekrachtkoppeling, wind- en zonne-energie de geplande sluiting van de kerncentrales mogelijk maken.

Congo was ooit een wereldspeler in de uitvoer van palmolie, maar importeert nu wegens een geruïneerde infrastructuur. "In totaal willen we 250.000 hectare oliepalm heractiveren. Hiervan kan 20 procent dienen voor de bevoorrading van de lokale markt, zodat Congo en Liberia niet langer palmolie moeten importeren. Dit levert voldoende grondstof voor de elektriciteitsproductie van een 500 MW centrale. Ter vergelijking, de reactor Doel 1 heeft een vermogen van 393 MW", stelt de sp.a.

Vande Lanotte was woensdag in Wieze, op de site van chocoladeproducent Barry Callebaut. Dat bedrijf laat op haar gronden een nieuwe elektriciteitscentrale bouwen, die draait op stearine: een restproduct van palmolie dat niet in de voeding terechtkomt. Het bedrijf Electrawinds, dat onlangs een joint venture sloot met Wilmar, een Aziatische producent van palmolie, zal de centrale bouwen.

Volgens Electrawinds zal het de hele chocoladefabriek kunnen voorzien van stroom én daarenboven nog extra elektriciteit produceren voor zowat 60.000 huisgezinnen. Het teveel aan stroom zal op het elektriciteitsnet gaan, zegt Maîté Maes. Vandaag koopt Callebaut haar energie van de producenten. Voortaan zal het dus elektriciteit en stroom krijgen van de centrale op haar eigen bedrijfssite.

De sp.a greep de investering aan om haar voornemens rond duurzame energie kenbaar te maken. Die moeten Doel I en II en Tihange I straks overbodig maken, luidt het. Eén daarvan is om via ontwikkelingshulp Congo te helpen om haar palmolieplantages terug leven in te blazen. Die liggen in puin of werken onder capaciteit. De socialisten achten het haalbaar om die plantages te heractiveren.

Daarnaast wil het ook steun voor kleinschalige aanplant van Jathropa, een energieplant die op schrale, droge grond kan groeien, de grond vasthoudt en tegelijk voedingsgewassen beschut tegen weer en wind. De plant wordt al volop geteeld in Azië en mits een programma met microkredieten, opleiding en een gegarandeerde afzet hoopt de partij dit ook in Belgische partnerlanden als Tanzania, Oeganda, Mali en Niger te kunnen invoeren.

Er moet evenwel een internationaal certificeringssysteem komen rond biomassaproductie, om te vermijden dat de aanplant de opwarming van de aarde weer in de hand werkt, zegt de partij. Eén van de kritieken is immers dat massale palmolieplantages boskap in de hand werkt, zoals in Indonesië en Maleisië.

Open VLD reageert bij monde van uittredend senator Stéphanie Anseeuw verbaasd op het voorstel van sp.a. Biobrandstoffen kunnen een deel van de oplossing zijn voor de toekomstige energiebevoorrading, stelt Anseeuw, maar ze zijn niet zaligmakend. Bovendien klopt het socialistische energieplaatje volgens haar niet. Ze waarschuwt er voor dat vele biogewassen niet energie-efficiënt zijn.

De liberale politica stelt dat de huidige productie van biobrandstoffen in de ontwikkelingslanden de lokale gemeenschappen bedreigt en dat de uitbreiding van de palmolieplantages ten koste van de oerwouden gaat. De explosief toegenomen vraag naar biobrandstoffen heeft eveneens als gevolg dat er minder landbouwareaal ter beschikking zal zijn voor de voedselproductie, luidt het.