31/05/2006 | Bron: Energieportal
Vanaf het dak van Scottish and Southern Energy's (SSE) elektriciteitscentrale net buiten Peterhead aan de Schotse kust is het moeilijk om voor te stellen dat hier een milieurevolutie zou kunnen plaatsvinden. In de zee, achter de horizon, ligt het Miller gasveld dat nu bijna leeg is en slechts af en toe de elektriciteitscentrale van brandstof kan voorzien. Dit veld, eigendom van BP, kan in de toekomst miljoenen tonnen koolstofdioxide (CO2) gaan bevatten van een nieuw te bouwen elektriciteitscentrale aan de Schotse kust.
SSE bespreekt momenteel de plannen om 's werelds eerste commerciële project te starten waarin CO2 van een elektriciteitscentrale onder de zeebodem wordt gepompt, in plaats van het gas in de atmosfeer uit te stoten en bij te dragen aan het broeikaseffect. Een recent rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change schat dat 45 procent van de jaarlijkse CO2 emissies (37 miljard ton) in 2050 op deze manier kan worden opgevangen. Momenteel moet de technologie zich commercieel nog bewijzen.
Ian Marchant, bestuursvoorzitter van SSE, zegt dat het demonstratieproject van 750 miljoen pond steun van de overheid nodig heeft om door te kunnen gaan. "Iedereen weet dat het mogelijk is, maar nog nooit op grote schaal uitgevoerd". De Britse overheid heeft de technologie enthousiast ontvangen, maar concrete en substantiële subsidies zijn nog onzekere.
Het Peterhead project bestaat uit het bouwen van een nieuwe centrale, naast de bestaande, met een vermogen van 475 megawatt. Dit is genoeg om ongeveer 500,000 mensen van stroom te voorzien. De centrale zal het aardgas dat als grondstof wordt aangevoerd splitsen in CO2 en waterstof. Dit laatste wordt verbrand om elektriciteit op te wekken. De CO2 wordt vervolgens ongeveer 250 kilometer uit de kust in het Miller aardgasveld gepompt, meer dan 3 kilometer onder de zeebodem.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten