31/05/2006 | Bron: Agrarisch Dagblad
Brazilië kan en wil de wereldmarkt niet overspoelen met bio-ethanol. Het product is eerst en vooral nodig voor de eigen Braziliaanse behoefte aan autobrandstof. Dat zei economisch adviseur Carlos Cozendey uit naam van de Braziliaanse overheid tijdens een hoorzitting van het Europees Parlement over de onderhandelingen in verband met een vrijhandelsverdrag tussen de Europese Unie en de Zuid-Amerikaanse landen Brazilië, Argentinië, Uruguay en Paraguay.
Een belangrijk laatste struikelblok in de onderhandelingen is de verdere vrijmaking van de agrarische handel. De Zuid-Amerikaanse landen verwijten Europa daarbij niet genoeg toegevingen te willen doen op landbouwgebied. In dat licht waren de uitlatingen van Cozendey een opmerkelijk geluid. Europa wil bepaalde producten, zoals suiker, voorlopig wel blijven beschermen tegen goedkope import. Dit omdat de suikersector net in een belangrijke hervormingsfase zit.
"We hebben echter wel een royaal aanbod aan Brazilië gedaan voor markttoegang voor bio-ethanol", zei ambtenaar Anna Jonsson van het Europees directoraat-generaal voor de landbouw. Brazilië heeft hier echter niet veel behoefte aan, zo liet Cozendey weten. Hij stelde dat het belangrijk is dat de EU zijn eigen bio-ethanolindustrie opzet, zoveel mogelijk in de eigen behoefte voorziet en ook zijn eigen markt beschermt.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten