09/05/2007 | Bron: de Pers
Een plotselinge overschakeling op biobrandstoffen kan het milieu net zoveel schade toebrengen als het aanhoudende gebruik van de traditionele fossiele brandstoffen. Dat is de strekking van een dinsdag gepresenteerd rapport van de Verenigde Naties over bio-energie, het eerste VN-rapport van formaat over het onderwerp.
Door het gebruik van biobrandstoffen, zoals ethanol, kan de uitstoot van broeikasgassen weliswaar drastisch verminderd worden, maar een plotselinge toename in de vraag naar maïs, palmolie en suikerriet om de brandstof uit te winnen zal zeer zwaar drukken op de wereldreserves van water en vruchtbare landbouwgrond, die in de huidige situatie al onder druk staan.
Op het sociale vlak weegt het voordeel van het grotere aantal banen in de landbouw, dat de overgang op biobrandstoffen oplevert, nauwelijks op tegen de hogere voedselprijzen die voortkomen uit een grotere vraag naar landbouwgewassen voor de productie van biomassa en -brandstof, zo stelt het rapport.
De eenzijdige teelt van slechts een aantal gewassen zal in landbouwgebieden leiden tot een verlies van biodiversiteit, een afname van de vruchtbaarheid van de bodem en meer erosie. In Zuidoost-Azië heeft de gestegen vraag naar palmolie al geleid tot grootschalige houtkap in tropische regenwouden. Ook het gebruik van kunstmest om een goede oogst te garanderen is een zeer schadelijke factor voor het milieu.
Het rapport oppert dat kleinschalige boeren in ontwikkelingslanden door landbouwcoöperaties op te richten de concurrentie aan kunnen gaan met grootschalige landbouwbedrijven, die naar verwachting de overgang op biobrandstoffen zullen proberen aan te wenden om nieuwe markten aan te boren.
Volgens Jan van Aken, deskundige op het gebied van biobrandstof in dienst van Greenpeace, begint het bij steeds meer mensen door te dringen dat een duurzaam milieubeleid verder gaat dan alleen maar het beteugelen van de klimaatverandering. "Klimaatverandering is weliswaar het meest dringend, maar is niet te bestrijden met grootschalige ontbossing in Indonesië", zegt Van Aken.
Het huidige rapport van de VN breekt met de trend van optimistische conclusies van eerdere kleinschaliger onderzoeksprojecten van de VN op het gebied van biobrandstof door ook te wijzen op de negatieve aspecten ervan.
Gustavo Best van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), het orgaan dat verantwoordelijk is voor het rapport, spreekt van een wonder dat dit rapport ooit het daglicht heeft gezien. VN-lidstaten, de OPEC en machtige lobbyisten op het gebied van (nucleaire) energie hebben een internationale dialoog over duurzame energie immers jarenlang proberen te dwarsbomen. Overheden kunnen de uitkomsten van het rapport gebruiken om tot een evenwichtig beleid voor bio-energie te komen, waarbij de potentie ervan ten volle wordt benut terwijl de negatieve aspecten tot een minimum worden beperkt.
14 mei 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten