14/05/2007 | Bron: Belga
Een passagiersbus die minder energie nodig heeft, geen schadelijke stoffen uitstoot en muisstil door de straten rijdt. Dat is de nieuwste prestatie van Vlaamse busbouwer Van Hool. In zijn depots in Koningshooikt, bij Lier, stelde het bedrijf maandag de eerste volwaardige hybride brandstofcelbus voor, de meest milieuvriendelijke bus ooit, klinkt het.
De bus wordt aangedreven door een brandstofcel die waterstof omzet in elektriciteit, en bevat ook batterijen die worden opgeladen met energieoverschot, mede afkomstig van gerecupereerde remenergie. De waterstoftechnologie werd verfijnd waardoor er minder waterstof verbruikt moet worden en er meer plaats is voor passagiers. Daardoor is deze bus nog zuiniger dan de al bestaande waterstofbussen.
De nieuwe bus kan, net als een klassieke dieselbus, 104 mensen vervoeren, biedt hetzelfde comfort en kan met een tankvoorraad van 40 kilo waterstof zowat 350 kilometer rijden. Voorts ziet de bus er hetzelfde uit als een klassieke bus, met uitzondering van een grote kap op het dak, zes in plaats van vier wielen. Hij is ook een meter langer.
Door het ontbreken van een verbrandingsproces komt er in plaats van schadelijke CO2(broeikas) of NOx (zure regen), enkel een wolkje waterdamp uit de uitlaat. Van fijn stof is evenmin sprake. De afwezigheid van bewegende mechanische delen zorgt ook voor een aanzienlijke geluidsvermindering.
De technologische ontwikkeling van de nieuwste generatie waterstofbus kwam tot stand met subsidies van zowel het Vlaams Wetenschapsbeleid als het Mobiliteitsbeleid en kostte ongeveer 3 miljoen euro. Vlaams minister van Mobiliteit Kathleen Van Brempt (sp.a) bejubelde het resultaat maandag als "de weg naar een propere en stille toekomst".
De Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn zal het voertuig vanaf 18 juni inzetten op de lijn 420 tussen Lier en Antwerpen. Vier chauffeurs krijgen een speciale opleiding om ermee te leren rijden. Na een half jaar wordt de bus geëvalueerd en volgen er mogelijk nog exemplaren in het Vlaamse openbaar vervoer.
14 mei 2007
VN: overstap naar biobrandstof slecht voor milieu
09/05/2007 | Bron: de Pers
Een plotselinge overschakeling op biobrandstoffen kan het milieu net zoveel schade toebrengen als het aanhoudende gebruik van de traditionele fossiele brandstoffen. Dat is de strekking van een dinsdag gepresenteerd rapport van de Verenigde Naties over bio-energie, het eerste VN-rapport van formaat over het onderwerp.
Door het gebruik van biobrandstoffen, zoals ethanol, kan de uitstoot van broeikasgassen weliswaar drastisch verminderd worden, maar een plotselinge toename in de vraag naar maïs, palmolie en suikerriet om de brandstof uit te winnen zal zeer zwaar drukken op de wereldreserves van water en vruchtbare landbouwgrond, die in de huidige situatie al onder druk staan.
Op het sociale vlak weegt het voordeel van het grotere aantal banen in de landbouw, dat de overgang op biobrandstoffen oplevert, nauwelijks op tegen de hogere voedselprijzen die voortkomen uit een grotere vraag naar landbouwgewassen voor de productie van biomassa en -brandstof, zo stelt het rapport.
De eenzijdige teelt van slechts een aantal gewassen zal in landbouwgebieden leiden tot een verlies van biodiversiteit, een afname van de vruchtbaarheid van de bodem en meer erosie. In Zuidoost-Azië heeft de gestegen vraag naar palmolie al geleid tot grootschalige houtkap in tropische regenwouden. Ook het gebruik van kunstmest om een goede oogst te garanderen is een zeer schadelijke factor voor het milieu.
Het rapport oppert dat kleinschalige boeren in ontwikkelingslanden door landbouwcoöperaties op te richten de concurrentie aan kunnen gaan met grootschalige landbouwbedrijven, die naar verwachting de overgang op biobrandstoffen zullen proberen aan te wenden om nieuwe markten aan te boren.
Volgens Jan van Aken, deskundige op het gebied van biobrandstof in dienst van Greenpeace, begint het bij steeds meer mensen door te dringen dat een duurzaam milieubeleid verder gaat dan alleen maar het beteugelen van de klimaatverandering. "Klimaatverandering is weliswaar het meest dringend, maar is niet te bestrijden met grootschalige ontbossing in Indonesië", zegt Van Aken.
Het huidige rapport van de VN breekt met de trend van optimistische conclusies van eerdere kleinschaliger onderzoeksprojecten van de VN op het gebied van biobrandstof door ook te wijzen op de negatieve aspecten ervan.
Gustavo Best van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), het orgaan dat verantwoordelijk is voor het rapport, spreekt van een wonder dat dit rapport ooit het daglicht heeft gezien. VN-lidstaten, de OPEC en machtige lobbyisten op het gebied van (nucleaire) energie hebben een internationale dialoog over duurzame energie immers jarenlang proberen te dwarsbomen. Overheden kunnen de uitkomsten van het rapport gebruiken om tot een evenwichtig beleid voor bio-energie te komen, waarbij de potentie ervan ten volle wordt benut terwijl de negatieve aspecten tot een minimum worden beperkt.
Een plotselinge overschakeling op biobrandstoffen kan het milieu net zoveel schade toebrengen als het aanhoudende gebruik van de traditionele fossiele brandstoffen. Dat is de strekking van een dinsdag gepresenteerd rapport van de Verenigde Naties over bio-energie, het eerste VN-rapport van formaat over het onderwerp.
Door het gebruik van biobrandstoffen, zoals ethanol, kan de uitstoot van broeikasgassen weliswaar drastisch verminderd worden, maar een plotselinge toename in de vraag naar maïs, palmolie en suikerriet om de brandstof uit te winnen zal zeer zwaar drukken op de wereldreserves van water en vruchtbare landbouwgrond, die in de huidige situatie al onder druk staan.
Op het sociale vlak weegt het voordeel van het grotere aantal banen in de landbouw, dat de overgang op biobrandstoffen oplevert, nauwelijks op tegen de hogere voedselprijzen die voortkomen uit een grotere vraag naar landbouwgewassen voor de productie van biomassa en -brandstof, zo stelt het rapport.
De eenzijdige teelt van slechts een aantal gewassen zal in landbouwgebieden leiden tot een verlies van biodiversiteit, een afname van de vruchtbaarheid van de bodem en meer erosie. In Zuidoost-Azië heeft de gestegen vraag naar palmolie al geleid tot grootschalige houtkap in tropische regenwouden. Ook het gebruik van kunstmest om een goede oogst te garanderen is een zeer schadelijke factor voor het milieu.
Het rapport oppert dat kleinschalige boeren in ontwikkelingslanden door landbouwcoöperaties op te richten de concurrentie aan kunnen gaan met grootschalige landbouwbedrijven, die naar verwachting de overgang op biobrandstoffen zullen proberen aan te wenden om nieuwe markten aan te boren.
Volgens Jan van Aken, deskundige op het gebied van biobrandstof in dienst van Greenpeace, begint het bij steeds meer mensen door te dringen dat een duurzaam milieubeleid verder gaat dan alleen maar het beteugelen van de klimaatverandering. "Klimaatverandering is weliswaar het meest dringend, maar is niet te bestrijden met grootschalige ontbossing in Indonesië", zegt Van Aken.
Het huidige rapport van de VN breekt met de trend van optimistische conclusies van eerdere kleinschaliger onderzoeksprojecten van de VN op het gebied van biobrandstof door ook te wijzen op de negatieve aspecten ervan.
Gustavo Best van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), het orgaan dat verantwoordelijk is voor het rapport, spreekt van een wonder dat dit rapport ooit het daglicht heeft gezien. VN-lidstaten, de OPEC en machtige lobbyisten op het gebied van (nucleaire) energie hebben een internationale dialoog over duurzame energie immers jarenlang proberen te dwarsbomen. Overheden kunnen de uitkomsten van het rapport gebruiken om tot een evenwichtig beleid voor bio-energie te komen, waarbij de potentie ervan ten volle wordt benut terwijl de negatieve aspecten tot een minimum worden beperkt.
Europa laat tanden zien in New York
13/05/2007-05-13 | Bron: iNSnet
De 15de sessie van de VN-Commissie Duurzame Ontwikkeling (CSD) die doorging van 30 april tot 11 mei is verrassend afgelopen. Dit jaar was het “policy-year” van de tweejaarlijkse cyclus over de thema’s Energie voor Duurzame Ontwikkeling, klimaatverandering, industriële ontwikkeling en luchtvervuiling. In het eerste jaar worden de obstakels en uitdagingen besproken en veroorzaakt minder politieke gevoeligheden. Dat was dit jaar wel anders. Zeker toen woensdag 9 mei de ministers aankwamen voor het “high level segment”. Deze werd geopend door de algemeen secretaris van de VN Ban-Ki-moon en met een speech Gro Harlem Brundtland.
Na twee weken moeizame besprekingen waren de onderhandelaars tevreden dat er eindelijk consensus was bereikt. Maar de Europese politici dachten er anders over. Ze wezen de tekst volledig af, samen met Zwitserland en enthousiast ondersteund door de NGOs. Het is voor het eerst dat er op een CSD een tekst wordt afgewezen en het proces dus zonder enig resultaat beëindigd wordt. De optie was een slechte tekst goedkeuren of een politiek signaal geven dat er niet ónder de afspraken van de top in Johannesburg kon worden gegaan. De rol van de jaarlijkse CSDs werd hiermee fundamenteel in vraag gesteld. Als die worden gehouden om gezamenlijk gedane afspraken te ondermijnen geven deze bijeenkomsten natuurlijk geen enkele meerwaarde aan het proces.
Na het afronden van de 15de sessie moest de voorzitter van de volgende sessie worden gekozen. De groep van Afrikaanse landen hadden een kandidaat van Zimbabwe voorgesteld. Ook hier liet Europa haar spierballen rollen om te stellen dat Zimbabwe, met haar huidige regime, geen voorzitter dient te leveren voor de CSD. In geheime stemming werd de voorzitter echter toch met nipte meerderheid gekozen. Europa heeft haar telerstelling hierover uitgesproken en ziet dit als een zware hypotheek op de slaagkansen van de aankomende onderhandelingen die gaan over landbouw, droogte en land, met specifieke aandacht voor Afrika.
Het zal nog erg moeilijk worden.
Leida Rijnhout/VODO
De 15de sessie van de VN-Commissie Duurzame Ontwikkeling (CSD) die doorging van 30 april tot 11 mei is verrassend afgelopen. Dit jaar was het “policy-year” van de tweejaarlijkse cyclus over de thema’s Energie voor Duurzame Ontwikkeling, klimaatverandering, industriële ontwikkeling en luchtvervuiling. In het eerste jaar worden de obstakels en uitdagingen besproken en veroorzaakt minder politieke gevoeligheden. Dat was dit jaar wel anders. Zeker toen woensdag 9 mei de ministers aankwamen voor het “high level segment”. Deze werd geopend door de algemeen secretaris van de VN Ban-Ki-moon en met een speech Gro Harlem Brundtland.
Na twee weken moeizame besprekingen waren de onderhandelaars tevreden dat er eindelijk consensus was bereikt. Maar de Europese politici dachten er anders over. Ze wezen de tekst volledig af, samen met Zwitserland en enthousiast ondersteund door de NGOs. Het is voor het eerst dat er op een CSD een tekst wordt afgewezen en het proces dus zonder enig resultaat beëindigd wordt. De optie was een slechte tekst goedkeuren of een politiek signaal geven dat er niet ónder de afspraken van de top in Johannesburg kon worden gegaan. De rol van de jaarlijkse CSDs werd hiermee fundamenteel in vraag gesteld. Als die worden gehouden om gezamenlijk gedane afspraken te ondermijnen geven deze bijeenkomsten natuurlijk geen enkele meerwaarde aan het proces.
Na het afronden van de 15de sessie moest de voorzitter van de volgende sessie worden gekozen. De groep van Afrikaanse landen hadden een kandidaat van Zimbabwe voorgesteld. Ook hier liet Europa haar spierballen rollen om te stellen dat Zimbabwe, met haar huidige regime, geen voorzitter dient te leveren voor de CSD. In geheime stemming werd de voorzitter echter toch met nipte meerderheid gekozen. Europa heeft haar telerstelling hierover uitgesproken en ziet dit als een zware hypotheek op de slaagkansen van de aankomende onderhandelingen die gaan over landbouw, droogte en land, met specifieke aandacht voor Afrika.
Het zal nog erg moeilijk worden.
Leida Rijnhout/VODO
Nieuwe fiscale regeling stimuleert bouw duurzame kantoorpanden
11/05/2007 | Bron: SenterNovem
Het bouwen van een duurzaam nieuw gebouwd bedrijfspand is in Nederland nog geen gemeengoed. Milieu-investeringsaftrek (MIA) moet daar verandering in brengen. Ondernemers die een duurzaam en energiezuinig kantoorpand laten bouwen, kunnen een flink deel van de investering aftrekken van hun bedrijfswinst.
Het is een extra duwtje in de rug van ondernemers die wel duurzaam willen ondernemen, maar afhaken omdat de bouwkosten van een nieuw duurzaam kantoorpand hoger zijn. MIA komt in deze kosten tegemoet. De ondernemer mag een deel van de investeringskosten aftrekken van de fiscale bedrijfswinst. De aftrekpost op de fiscale winst is vijftien procent over maximaal twee miljoen euro (drie ton euro). Afhankelijk van het belastingregime kan dit voordeel oplopen tot ruim 90.000 euro. Door de vraag naar duurzame kantoorpanden te stimuleren wil de overheid duurzaam bouwen in Nederland aan moedigen.
Duurzaam pand
Het duurzame pand moet aan acht criteria voldoen om in aanmerking te komen voor de fiscale regeling. In het gebouw zijn onder meer waterbesparende kranen ingebouwd en aparte ruimtes ingericht voor printers en rokende medewerkers. Ook is uitsluitend duurzaam geproduceerd hout verwerkt en is het energieverbruik dertig procent lager dan in het Bouwbesluit.
Financiële voordelen
Een duurzaam pand heeft naast het gunstige effect op het milieu ook een groot aantal financiële voordelen voor de ondernemer. Het is goedkoper in het gebruik, omdat er door de maatregelen minder water en energie nodig is. De kwaliteit van het binnenmilieu is er beter, waardoor het ziekteverzuim per saldo lager is. Daarnaast heeft een duurzaam pand een hoge toekomstwaarde: door de flexibele indeling is het gebouw makkelijk aanpasbaar voor nieuwe gebruikers en de aanwezigheid van energiebesparende maatregelen zijn belangrijk pluspunt voor de groeiende groep ondernemers die maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Het bouwen van een duurzaam nieuw gebouwd bedrijfspand is in Nederland nog geen gemeengoed. Milieu-investeringsaftrek (MIA) moet daar verandering in brengen. Ondernemers die een duurzaam en energiezuinig kantoorpand laten bouwen, kunnen een flink deel van de investering aftrekken van hun bedrijfswinst.
Het is een extra duwtje in de rug van ondernemers die wel duurzaam willen ondernemen, maar afhaken omdat de bouwkosten van een nieuw duurzaam kantoorpand hoger zijn. MIA komt in deze kosten tegemoet. De ondernemer mag een deel van de investeringskosten aftrekken van de fiscale bedrijfswinst. De aftrekpost op de fiscale winst is vijftien procent over maximaal twee miljoen euro (drie ton euro). Afhankelijk van het belastingregime kan dit voordeel oplopen tot ruim 90.000 euro. Door de vraag naar duurzame kantoorpanden te stimuleren wil de overheid duurzaam bouwen in Nederland aan moedigen.
Duurzaam pand
Het duurzame pand moet aan acht criteria voldoen om in aanmerking te komen voor de fiscale regeling. In het gebouw zijn onder meer waterbesparende kranen ingebouwd en aparte ruimtes ingericht voor printers en rokende medewerkers. Ook is uitsluitend duurzaam geproduceerd hout verwerkt en is het energieverbruik dertig procent lager dan in het Bouwbesluit.
Financiële voordelen
Een duurzaam pand heeft naast het gunstige effect op het milieu ook een groot aantal financiële voordelen voor de ondernemer. Het is goedkoper in het gebruik, omdat er door de maatregelen minder water en energie nodig is. De kwaliteit van het binnenmilieu is er beter, waardoor het ziekteverzuim per saldo lager is. Daarnaast heeft een duurzaam pand een hoge toekomstwaarde: door de flexibele indeling is het gebouw makkelijk aanpasbaar voor nieuwe gebruikers en de aanwezigheid van energiebesparende maatregelen zijn belangrijk pluspunt voor de groeiende groep ondernemers die maatschappelijk verantwoord ondernemen.
"Dure energie enige oplossing voor klimaatprobleem"
13/05/2007 | Bron: De Standaard
Spaanse vrachtwagens met Spaanse tomaten denderen over de autosnelweg op weg naar België. In omgekeerde richting rijden Belgische vrachtwagens met tomaten naar het zuiden. Tijdens een lang weekend vliegen we met Ryanair voor 35 euro naar Rome. "Goedkope olie heeft de wereld gemaakt zoals hij nu is", zegt Aviel Verbruggen, hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen en medeauteur van het derde deel van het VN-klimaatrapport, dat vorige week werd voorgesteld.
"We hebben vijftig jaar lang geleefd van onze erfenis. Uit de brandstofvoorraad van de wereld geput en de schoonmaak afgewenteld op de volgende generatie. Dure energie is de enige oplossing voor het klimaatprobleem. Het derde deel van het klimaatrapport bevat mogelijke maatregelen om de opwarming van de aarde tegen te gaan. De verschillende landen kunnen de maatregelen eruit halen die voor hen het meest geschikt zijn", klinkt het.
Welke conclusies moet België uit het rapport trekken? "België is een land zonder energiebronnen en zou dus kampioen in energie-efficiëntie moeten zijn, maar dat zijn we niet. We bengelen achteraan. En we zouden vooraan moeten staan in de ontwikkeling van hernieuwbare energie, maar ook dat is niet zo. Twintig jaar geleden stonden we vooraan in de windenergiesector. Die voorsprong hebben we volledig uit handen gegeven. De redenen zijn onder meer de nabijheid van de Antwerpse haven. Dat maakt het makkelijk om energie in te voeren. En het feit dat er veel in kernenergie is geïnvesteerd. Overaanbod stimuleert verspilling", aldus Verbruggen.
Volgens de energie-expert moeten we kiezen voor de ontwikkeling van duurzame energie - windenergie, fotovoltaïsche cellen, biomassa - én optimale energie-efficiëntie, en dat moet gepaard gaan met het optrekken van de energieprijs door hogere heffingen, zodat de energieprijzen elk jaar met vijf procent stijgen, tien tot vijftien jaar lang. Maar ga je door zulke hoge energieprijzen mensen niet verarmen? "Helemaal niet, want de mens past zijn gedrag aan", klinkt het optimistisch.
"Het zal je verbazen hoe snel we efficiënter zullen worden als je de prijzen zo optrekt. In Japan is de brandstofprijs het hoogst ter wereld, maar de Japanners leggen per persoon de minste kilometers af en ze rijden met de efficiëntste auto's. Uiteindelijk betalen ze voor hun brandstof evenveel als wij. Overtuigen, verplichten, dat helpt allemaal niet. Als je moet rekenen op de goede wil en overtuiging van mensen, kun je het vergeten. Niemand doet iets als hij het niet in zijn portemonnee voelt. Mensen werken nu eenmaal zo. En gelukkig maar, het is de redding van de wereld, op voorwaarde dat we dat ook op de juiste manier gaan gebruiken", zegt Verbruggen.
"Tijdens internationale conferenties als Kyoto moet je internationaal een paar dingen afspreken. Je moet landen ertoe verplichten hun energie-efficiëntie op te trekken. En om dat te realiseren, moet je een bepaald percentage van je bnp realiseren door een energieheffing. Hoe landen dat praktisch oplossen, kunnen ze zelf bepalen. De ene zal meer de nadruk leggen op brandstof voor vervoer, de ander op elektriciteit. Met het extra geld dat door de taksen binnenkomt, kunnen overheden bijvoorbeeld zonnepanelen of zonnecellen subsidiëren", aldus de hoogleraar.
Zullen politici wel de moed hebben om zulke drastische beslissingen te nemen? "Ik roep al 25 jaar dat we een andere koers moeten varen, zonder resultaat. Maar sinds een jaar zie ik een behoorlijke verandering. Zelfs het hoofd van het Internationaal Energieagentschap heeft dit jaar voor het eerst openlijk toegegeven dat het groeiscenario dat ze altijd voor ogen hadden, niet haalbaar is. Exxon zegt sinds kort openlijk: geef ons een goede energieheffing en we passen ons aan. Dat geeft toch een groot draagvlak", besluit Verbruggen.
Spaanse vrachtwagens met Spaanse tomaten denderen over de autosnelweg op weg naar België. In omgekeerde richting rijden Belgische vrachtwagens met tomaten naar het zuiden. Tijdens een lang weekend vliegen we met Ryanair voor 35 euro naar Rome. "Goedkope olie heeft de wereld gemaakt zoals hij nu is", zegt Aviel Verbruggen, hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen en medeauteur van het derde deel van het VN-klimaatrapport, dat vorige week werd voorgesteld.
"We hebben vijftig jaar lang geleefd van onze erfenis. Uit de brandstofvoorraad van de wereld geput en de schoonmaak afgewenteld op de volgende generatie. Dure energie is de enige oplossing voor het klimaatprobleem. Het derde deel van het klimaatrapport bevat mogelijke maatregelen om de opwarming van de aarde tegen te gaan. De verschillende landen kunnen de maatregelen eruit halen die voor hen het meest geschikt zijn", klinkt het.
Welke conclusies moet België uit het rapport trekken? "België is een land zonder energiebronnen en zou dus kampioen in energie-efficiëntie moeten zijn, maar dat zijn we niet. We bengelen achteraan. En we zouden vooraan moeten staan in de ontwikkeling van hernieuwbare energie, maar ook dat is niet zo. Twintig jaar geleden stonden we vooraan in de windenergiesector. Die voorsprong hebben we volledig uit handen gegeven. De redenen zijn onder meer de nabijheid van de Antwerpse haven. Dat maakt het makkelijk om energie in te voeren. En het feit dat er veel in kernenergie is geïnvesteerd. Overaanbod stimuleert verspilling", aldus Verbruggen.
Volgens de energie-expert moeten we kiezen voor de ontwikkeling van duurzame energie - windenergie, fotovoltaïsche cellen, biomassa - én optimale energie-efficiëntie, en dat moet gepaard gaan met het optrekken van de energieprijs door hogere heffingen, zodat de energieprijzen elk jaar met vijf procent stijgen, tien tot vijftien jaar lang. Maar ga je door zulke hoge energieprijzen mensen niet verarmen? "Helemaal niet, want de mens past zijn gedrag aan", klinkt het optimistisch.
"Het zal je verbazen hoe snel we efficiënter zullen worden als je de prijzen zo optrekt. In Japan is de brandstofprijs het hoogst ter wereld, maar de Japanners leggen per persoon de minste kilometers af en ze rijden met de efficiëntste auto's. Uiteindelijk betalen ze voor hun brandstof evenveel als wij. Overtuigen, verplichten, dat helpt allemaal niet. Als je moet rekenen op de goede wil en overtuiging van mensen, kun je het vergeten. Niemand doet iets als hij het niet in zijn portemonnee voelt. Mensen werken nu eenmaal zo. En gelukkig maar, het is de redding van de wereld, op voorwaarde dat we dat ook op de juiste manier gaan gebruiken", zegt Verbruggen.
"Tijdens internationale conferenties als Kyoto moet je internationaal een paar dingen afspreken. Je moet landen ertoe verplichten hun energie-efficiëntie op te trekken. En om dat te realiseren, moet je een bepaald percentage van je bnp realiseren door een energieheffing. Hoe landen dat praktisch oplossen, kunnen ze zelf bepalen. De ene zal meer de nadruk leggen op brandstof voor vervoer, de ander op elektriciteit. Met het extra geld dat door de taksen binnenkomt, kunnen overheden bijvoorbeeld zonnepanelen of zonnecellen subsidiëren", aldus de hoogleraar.
Zullen politici wel de moed hebben om zulke drastische beslissingen te nemen? "Ik roep al 25 jaar dat we een andere koers moeten varen, zonder resultaat. Maar sinds een jaar zie ik een behoorlijke verandering. Zelfs het hoofd van het Internationaal Energieagentschap heeft dit jaar voor het eerst openlijk toegegeven dat het groeiscenario dat ze altijd voor ogen hadden, niet haalbaar is. Exxon zegt sinds kort openlijk: geef ons een goede energieheffing en we passen ons aan. Dat geeft toch een groot draagvlak", besluit Verbruggen.
12 mei 2007
Tate & Lyle verplaatst hoofdkwartier naar Rijsel
11/05/2007 | Bron(nen): Het Laatste Nieuws
Tate & Lyle gaat het Europese hoofdkwartier van haar zetmeeldivisie overbrengen van Aalst naar Rijsel. Die stad krijgt de voorkeur omdat zowat alle grote spelers op de graanmarkt daar al een vestiging hebben. De Franse coöperatie Tereos neemt alle gebouwen en gronden van Tate & Lyle in Aalst over. De verkoop van de fabriek zou normaal tegen maart 2008 rond moeten zijn. Tot dan zullen veel van de 272 kaderleden en bedienden van Tate & Lyle in Aalst aan de slag kunnen blijven.
Tate & Lyle verkoopt al haar Aalsterse bezittingen aan de Franse multinational Tereos. Die kocht ook nog vier andere West-Europese vestigingen van Tate & Lyle over. Donderdag is bij VDAB de aanvraag binnengelopen voor het collectief ontslag van 272 werknemers in haar Aalsterse hoofdkwartier. "99 mensen zouden wel bij Tate & Lyle aan de slag kunnen blijven, maar dan wel in het buitenland", zegt Johan Dumortier van het socialistische BBTK.
"Een aantal van die 99 vacatures zijn voor het nieuwe Europese centrum van Tate & Lyle in Rijsel. Maar er is ook sprake van vacatures in Roemenië, Slowakije en Bulgarije. We vrezen dat niet alle 99 plaatsen uiteindelijk door de huidige mensen kunnen ingevuld worden". Nieuwe eigenaar Tereos zou wel 40 tot 60 mensen in Aalst aan de slag houden, want de productie blijft wel in Aalst. "We proberen nu zo snel mogelijk afspraken te maken met de Europese directie zodat we aan de getroffen werknemers duidelijkheid kunnen geven", zegt Dumortier.
De stad betreurt vooral dat de suikerdivisies van Tate & Lyle in heel Europa niet als één geheel verkocht werden. "Door de opsplitsing bij de verkoop maakte Aalst meteen minder kans om Europees hoofdkwartier te blijven", zegt schepen van Economie Paul Stockman. "Dat de productie in Aalst blijft, is dan weer goed nieuws. De arbeidsplaatsen in de toeleveringsbedrijven van Tate&Lyle, geschat op 270, blijven zo allicht bewaard. Tereos zou volgens onze bronnen ook de productie van bio-ethanol in Aalst behouden. In Frankrijk produceren ze al bio-ethanol en via Aalst komen ze nu ook op de Belgische markt".
Tate & Lyle gaat het Europese hoofdkwartier van haar zetmeeldivisie overbrengen van Aalst naar Rijsel. Die stad krijgt de voorkeur omdat zowat alle grote spelers op de graanmarkt daar al een vestiging hebben. De Franse coöperatie Tereos neemt alle gebouwen en gronden van Tate & Lyle in Aalst over. De verkoop van de fabriek zou normaal tegen maart 2008 rond moeten zijn. Tot dan zullen veel van de 272 kaderleden en bedienden van Tate & Lyle in Aalst aan de slag kunnen blijven.
Tate & Lyle verkoopt al haar Aalsterse bezittingen aan de Franse multinational Tereos. Die kocht ook nog vier andere West-Europese vestigingen van Tate & Lyle over. Donderdag is bij VDAB de aanvraag binnengelopen voor het collectief ontslag van 272 werknemers in haar Aalsterse hoofdkwartier. "99 mensen zouden wel bij Tate & Lyle aan de slag kunnen blijven, maar dan wel in het buitenland", zegt Johan Dumortier van het socialistische BBTK.
"Een aantal van die 99 vacatures zijn voor het nieuwe Europese centrum van Tate & Lyle in Rijsel. Maar er is ook sprake van vacatures in Roemenië, Slowakije en Bulgarije. We vrezen dat niet alle 99 plaatsen uiteindelijk door de huidige mensen kunnen ingevuld worden". Nieuwe eigenaar Tereos zou wel 40 tot 60 mensen in Aalst aan de slag houden, want de productie blijft wel in Aalst. "We proberen nu zo snel mogelijk afspraken te maken met de Europese directie zodat we aan de getroffen werknemers duidelijkheid kunnen geven", zegt Dumortier.
De stad betreurt vooral dat de suikerdivisies van Tate & Lyle in heel Europa niet als één geheel verkocht werden. "Door de opsplitsing bij de verkoop maakte Aalst meteen minder kans om Europees hoofdkwartier te blijven", zegt schepen van Economie Paul Stockman. "Dat de productie in Aalst blijft, is dan weer goed nieuws. De arbeidsplaatsen in de toeleveringsbedrijven van Tate&Lyle, geschat op 270, blijven zo allicht bewaard. Tereos zou volgens onze bronnen ook de productie van bio-ethanol in Aalst behouden. In Frankrijk produceren ze al bio-ethanol en via Aalst komen ze nu ook op de Belgische markt".
11 mei 2007
België veertiende op ranglijst hernieuwbare energie
10/05/2007 | Bron: Belga
België is vier plaatsen gestegen op de ranglijst van landen die aandacht besteden aan hernieuwbare energie. China en India zullen tegen 2012 de meest aantrekkelijke landen ter wereld zijn voor projecten rond hernieuwbare energie. Dat blijkt uit de algemene index voor hernieuwbare energie die wordt opgemaakt door de dienstengroep Ernst & Young. De lijst hecht relatief veel belang aan windenergie, en iets minder aan zonne-energie en biomassa.
Dat België stijgt op de ranglijst is te danken aan de recente inspanningen. "Sinds 2002 zijn we in Vlaanderen bezig aan een inhaalbeweging, onder meer door het gebruik van zonnepanelen, kleinschalige energieprojecten en energie-efficiënte ingrepen in de bouw. Het aandeel van hernieuwbare energie is daardoor maar liefst verachtvoudigd", verduidelijkt Laurent Winnock, woordvoerder van minister van Leefmilieu Bruno Tobback (sp.a). "Maar de af te leggen weg is nog lang", voegt hij eraan toe.
De Verenigde Staten voeren de ranglijst aan, gevolgd door Spanje en India. China, dat op een zesde plaats staat, zal samen met India tegen 2012 het meest aantrekkelijke land zijn voor investeringen en projecten inzake hernieuwbare energie. Opvallend in de ranglijst is dat erg traditionele en grote industriële landen als de Verenigde Staten, Duitsland en Groot-Brittannië zich toch in de top vijf handhaven. De landen in Zuid-Europa zitten eveneens vooraan in het peloton.
De Scandinavische landen en Nederland, traditioneel koplopers in de milieusector, staan dan weer onderaan de ranglijst. Polen, Brazilië, Japan, Nieuw-Zeeland en Turkije duiken voor het eerst op in de lijst die al vijf jaar bestaat.
België is vier plaatsen gestegen op de ranglijst van landen die aandacht besteden aan hernieuwbare energie. China en India zullen tegen 2012 de meest aantrekkelijke landen ter wereld zijn voor projecten rond hernieuwbare energie. Dat blijkt uit de algemene index voor hernieuwbare energie die wordt opgemaakt door de dienstengroep Ernst & Young. De lijst hecht relatief veel belang aan windenergie, en iets minder aan zonne-energie en biomassa.
Dat België stijgt op de ranglijst is te danken aan de recente inspanningen. "Sinds 2002 zijn we in Vlaanderen bezig aan een inhaalbeweging, onder meer door het gebruik van zonnepanelen, kleinschalige energieprojecten en energie-efficiënte ingrepen in de bouw. Het aandeel van hernieuwbare energie is daardoor maar liefst verachtvoudigd", verduidelijkt Laurent Winnock, woordvoerder van minister van Leefmilieu Bruno Tobback (sp.a). "Maar de af te leggen weg is nog lang", voegt hij eraan toe.
De Verenigde Staten voeren de ranglijst aan, gevolgd door Spanje en India. China, dat op een zesde plaats staat, zal samen met India tegen 2012 het meest aantrekkelijke land zijn voor investeringen en projecten inzake hernieuwbare energie. Opvallend in de ranglijst is dat erg traditionele en grote industriële landen als de Verenigde Staten, Duitsland en Groot-Brittannië zich toch in de top vijf handhaven. De landen in Zuid-Europa zitten eveneens vooraan in het peloton.
De Scandinavische landen en Nederland, traditioneel koplopers in de milieusector, staan dan weer onderaan de ranglijst. Polen, Brazilië, Japan, Nieuw-Zeeland en Turkije duiken voor het eerst op in de lijst die al vijf jaar bestaat.
09 mei 2007
Vlaams gezin betaalt 200 euro aan bijkomende brandstofbelastingen
09/05/2007 | Bron(nen): Belga
Tussen 2001 en 2005 zijn de belastingen op benzine en diesel gestegen met respectievelijk 11,7 eurocent en 10,4 eurocent per liter. Door die stijging heeft het modale Vlaamse gezin in 2005 200 euro extra belastingen betaald. Dat heeft Mark Keppens, doctor in de Verkeerskunde, berekend naar aanleiding van de rondetafelconferentie "Mobiliteit & Fiscaliteit" die morgen/donderdag wordt georganiseerd. Keppens pleit voor de invoering van belonende fiscale maatregelen, met
name voor parkeercheques.
Keppens berekende de invloed van de stijging in brandstofbelastingen op de uitgaven van de gezinnen en keek ook naar het effect op de mobiliteit. Voor een doorsnee Vlaams gezin bedroeg de financiële impact 200 euro. In absolute cijfers werden de werkenden en de hoogste inkomens het hardst getroffen (tot 293 euro). "Logisch, want die mensen rijden ook het meest met de wagen", legt Keppens uit. Procentueel is het echter de op één na laagste inkomenscategorie die de stijging het hardst heeft gevoeld. "Voor hen ging het om 0,95 pct van het jaarlijkse budget, tegenover 0,4 pct bij de hoogste inkomens", aldus Keppens. De allerlaagste huishoudinkomens (minder dan 10.000 euro per jaar) werden dan weer weinig of niet getroffen omdat een groot deel van hen geen auto heeft.
De belastingverhogingen zorgde er volgens de berekeningen van Keppens ook voor dat het autogebruik in 2005 daalde met zes pct, een daling die in de lijn ligt van de daling van het brandstofverbruik. Keppens, die nu werkt als senior-consultant bij het ingenieursbureau Arcadis Gedas, geeft wel toe dat de financiële impact voor de gezinnen in 2006 daalde omdat ook de brandstofprijzen terug daalden. Hij schat de kost voor het gemiddelde huishouden in 2006 tussen 170 en 200 euro.
Keppens pleit er bij de beleidsmakers voor om fiscale maatregelen niet te gebruiken om het autogebruik te bestraffen, maar eerder om het gebruik van duurzame vervoersmodi te belonen. Hij stelt voor om een systeem van parkeercheques in te voeren. Daarbij kan de werknemer kiezen of hij een parkeercheque gebruikt om effectief te parkeren ofwel om de kost van die parkeerplaats te laten uitbetalen (parking cash-out). Dat zou werknemers ertoe kunnen aanzetten om de auto aan de kant te laten staan. Tegelijk zouden bedrijven minder parkeerplaatsen moeten voorzien en kunnen ze de uitgespaarde ruimte gebruiken voor andere bedrijfsactiviteiten.
Tussen 2001 en 2005 zijn de belastingen op benzine en diesel gestegen met respectievelijk 11,7 eurocent en 10,4 eurocent per liter. Door die stijging heeft het modale Vlaamse gezin in 2005 200 euro extra belastingen betaald. Dat heeft Mark Keppens, doctor in de Verkeerskunde, berekend naar aanleiding van de rondetafelconferentie "Mobiliteit & Fiscaliteit" die morgen/donderdag wordt georganiseerd. Keppens pleit voor de invoering van belonende fiscale maatregelen, met
name voor parkeercheques.
Keppens berekende de invloed van de stijging in brandstofbelastingen op de uitgaven van de gezinnen en keek ook naar het effect op de mobiliteit. Voor een doorsnee Vlaams gezin bedroeg de financiële impact 200 euro. In absolute cijfers werden de werkenden en de hoogste inkomens het hardst getroffen (tot 293 euro). "Logisch, want die mensen rijden ook het meest met de wagen", legt Keppens uit. Procentueel is het echter de op één na laagste inkomenscategorie die de stijging het hardst heeft gevoeld. "Voor hen ging het om 0,95 pct van het jaarlijkse budget, tegenover 0,4 pct bij de hoogste inkomens", aldus Keppens. De allerlaagste huishoudinkomens (minder dan 10.000 euro per jaar) werden dan weer weinig of niet getroffen omdat een groot deel van hen geen auto heeft.
De belastingverhogingen zorgde er volgens de berekeningen van Keppens ook voor dat het autogebruik in 2005 daalde met zes pct, een daling die in de lijn ligt van de daling van het brandstofverbruik. Keppens, die nu werkt als senior-consultant bij het ingenieursbureau Arcadis Gedas, geeft wel toe dat de financiële impact voor de gezinnen in 2006 daalde omdat ook de brandstofprijzen terug daalden. Hij schat de kost voor het gemiddelde huishouden in 2006 tussen 170 en 200 euro.
Keppens pleit er bij de beleidsmakers voor om fiscale maatregelen niet te gebruiken om het autogebruik te bestraffen, maar eerder om het gebruik van duurzame vervoersmodi te belonen. Hij stelt voor om een systeem van parkeercheques in te voeren. Daarbij kan de werknemer kiezen of hij een parkeercheque gebruikt om effectief te parkeren ofwel om de kost van die parkeerplaats te laten uitbetalen (parking cash-out). Dat zou werknemers ertoe kunnen aanzetten om de auto aan de kant te laten staan. Tegelijk zouden bedrijven minder parkeerplaatsen moeten voorzien en kunnen ze de uitgespaarde ruimte gebruiken voor andere bedrijfsactiviteiten.
Vermoedens over schadelijke gevolgen roetfilters niet bevestigd
4/05/2007 | Bron: Platform Schone Voertuigen
De laatste tijd is discussie ontstaan over de mogelijke gezondheidsrisico’s van retrofit-roetfilters. De roetfilters zouden grotere risico’s voor de gezondheid met zich meebrengen. In een reactie zegt VROM dat roetfilters zeer effectief zijn om de uitstoot van fijn stof terug te dringen en dus nodig zijn voor de gezondheid.
In een uitzending van Tros Radar op 16 april 2007 heeft onderzoeker Makkee (TU Delft) het beeld geschetst dat roetfilters die in bestaande dieselauto's worden ingebouwd, mogelijk schadelijk zijn voor de gezondheid. De gezondheidsrisico's die volgens de onderzoeker aan roetfilters zouden kleven, namelijk dat door retrofit-roetfilters zeer fijne toxische stofdeeltjes in de lucht zouden komen, zijn slechts gebaseerd op vermoedens, niet op wetenschappelijk onderzoek. Dit beeld staat haaks op de mening van veel deskundigen. Ook uit vooronderzoek van TNO blijkt dat de vermoedens van Makkee niet wetenschappelijk kunnen worden onderbouwd.
Dat heeft minister Cramer van VROM half april in een brief aan de Tweede Kamer laten weten. Ook het RIVM denkt dat het meevalt met de gezondheidsrisico’s, maar acht nader onderzoek noodzakelijk. TNO doet hier momenteel onderzoek naar in opdracht van VROM. Het is daarbij nog te vroeg om te stellen dat er grote risico's zijn, maar het is wel duidelijk dat er meer en tevens experimenteel onderzoek nodig is om definitieve uitspraken te doen.
Volgens de bewindsvrouwe is er op dit moment geen reden voor ongerustheid of voor het nemen van vergaande maatregelen zoals het stopzetten van de subsidieregeling voor achteraf ingebouwde roetfilters.
Ook de Stichting Natuur en Milieu pleit voor een onverminderde toepassing van de roetfilters.
Zie ook : http://www.vrom.nl/docs/20070416-kamerbrief-effecten-retrofit-roetfilters.pdf
De laatste tijd is discussie ontstaan over de mogelijke gezondheidsrisico’s van retrofit-roetfilters. De roetfilters zouden grotere risico’s voor de gezondheid met zich meebrengen. In een reactie zegt VROM dat roetfilters zeer effectief zijn om de uitstoot van fijn stof terug te dringen en dus nodig zijn voor de gezondheid.
In een uitzending van Tros Radar op 16 april 2007 heeft onderzoeker Makkee (TU Delft) het beeld geschetst dat roetfilters die in bestaande dieselauto's worden ingebouwd, mogelijk schadelijk zijn voor de gezondheid. De gezondheidsrisico's die volgens de onderzoeker aan roetfilters zouden kleven, namelijk dat door retrofit-roetfilters zeer fijne toxische stofdeeltjes in de lucht zouden komen, zijn slechts gebaseerd op vermoedens, niet op wetenschappelijk onderzoek. Dit beeld staat haaks op de mening van veel deskundigen. Ook uit vooronderzoek van TNO blijkt dat de vermoedens van Makkee niet wetenschappelijk kunnen worden onderbouwd.
Dat heeft minister Cramer van VROM half april in een brief aan de Tweede Kamer laten weten. Ook het RIVM denkt dat het meevalt met de gezondheidsrisico’s, maar acht nader onderzoek noodzakelijk. TNO doet hier momenteel onderzoek naar in opdracht van VROM. Het is daarbij nog te vroeg om te stellen dat er grote risico's zijn, maar het is wel duidelijk dat er meer en tevens experimenteel onderzoek nodig is om definitieve uitspraken te doen.
Volgens de bewindsvrouwe is er op dit moment geen reden voor ongerustheid of voor het nemen van vergaande maatregelen zoals het stopzetten van de subsidieregeling voor achteraf ingebouwde roetfilters.
Ook de Stichting Natuur en Milieu pleit voor een onverminderde toepassing van de roetfilters.
Zie ook : http://www.vrom.nl/docs/20070416-kamerbrief-effecten-retrofit-roetfilters.pdf
Electrawinds in zee met Aziatische palmolieproducent
08/05/2007 | Bron(nen): Belga, Vilt-nieuwsoverzich
Het groene-energiebedrijf Electrawinds uit Oostende sluit een joint-venture met het Aziatische Wilmar, een van de grootste palmolieproducenten ter wereld. Samen willen ze voor een capaciteit van 400 MW warmtekrachtkoppelingsprojecten (WKK) opzetten in Europa op basis van duurzame brandstoffen. Dat schrijft De Tijd.
De projecten zouden 400 miljoen euro investeringen vergen. De nieuwe joint-venture kreeg de naam EW Green Power Pte Ltd en is gevestigd in Singapore. Het bedrijf gaat zijn activiteiten vooral in Europa ontwikkelen, waar groene energie financieel wordt gesteund. Europa wil tegen 2020 20 procent van zijn opgewekte energie uit hernieuwbare bronnen halen.
Green Power zal vooral stearine gebruiken, een restproduct bij de raffinage van palmolie, dat niet in de voeding terecht komt. "We hebben al concrete WKK-projecten in België onder contract, die we weldra zullen bekendmaken", zegt Luc Desender, de gedelegeerd bestuurder van Electrawinds. Het eerste WKK-project van EW Green Power in ons land heeft een capaciteit van 34 megawatt (MW). Dat komt overeen met een investering van 35 tot 40 miljoen euro.
Het groene-energiebedrijf Electrawinds uit Oostende sluit een joint-venture met het Aziatische Wilmar, een van de grootste palmolieproducenten ter wereld. Samen willen ze voor een capaciteit van 400 MW warmtekrachtkoppelingsprojecten (WKK) opzetten in Europa op basis van duurzame brandstoffen. Dat schrijft De Tijd.
De projecten zouden 400 miljoen euro investeringen vergen. De nieuwe joint-venture kreeg de naam EW Green Power Pte Ltd en is gevestigd in Singapore. Het bedrijf gaat zijn activiteiten vooral in Europa ontwikkelen, waar groene energie financieel wordt gesteund. Europa wil tegen 2020 20 procent van zijn opgewekte energie uit hernieuwbare bronnen halen.
Green Power zal vooral stearine gebruiken, een restproduct bij de raffinage van palmolie, dat niet in de voeding terecht komt. "We hebben al concrete WKK-projecten in België onder contract, die we weldra zullen bekendmaken", zegt Luc Desender, de gedelegeerd bestuurder van Electrawinds. Het eerste WKK-project van EW Green Power in ons land heeft een capaciteit van 34 megawatt (MW). Dat komt overeen met een investering van 35 tot 40 miljoen euro.
07 mei 2007
Nuon investeert massaal in Vlaamse windenergie
07/05/2007 | Bron(nen): Belga
De Nederlandse stroomleverancier Nuon gaat de komende jaren fors investeren in windenergie in Vlaanderen. Dat staat maandag in de online-editie van De Tijd. WEOM, een nieuwe dochtermaatschappij van Nuon, heeft plannen om tegen 2010 voor ruim 50 megawatt aan windenergieprojecten te ontwikkelen. Dat komt overeen met een twintigtal windturbines en een investering van ruim 100 miljoen euro.
Nuon is een nieuwkomer op de vrijgemaakte Vlaamse stroommarkt en probeert naast een klantenportefeuille ook een eigen productiepark uit te bouwen. De groep heeft plannen voor een centrale in het Waalse Seneffe en bekijkt ook locaties in Vlaanderen. Nuon, dat aan een fusie werkt met het Nederlandse Essent, richt zijn pijlen ook op hernieuwbare energie.
Via dochterbedrijf WEOM gaat Nuon windenergieprojecten in België opstarten. "We onderzoeken heel wat locaties, voornamelijk in Vlaanderen", zegt Glen Verheyen van Nuon. De groep werkt al jaren aan de uitbouw van een groot windenergiepark in de Antwerpse haven. Maar op de eerste twee windmolens na schieten die plannen niet erg op door administratieve vertragingen. Het Antwerpse windmolenpark wordt niet meegerekend bij de doelstellingen van WEOM.
De Nederlandse stroomleverancier Nuon gaat de komende jaren fors investeren in windenergie in Vlaanderen. Dat staat maandag in de online-editie van De Tijd. WEOM, een nieuwe dochtermaatschappij van Nuon, heeft plannen om tegen 2010 voor ruim 50 megawatt aan windenergieprojecten te ontwikkelen. Dat komt overeen met een twintigtal windturbines en een investering van ruim 100 miljoen euro.
Nuon is een nieuwkomer op de vrijgemaakte Vlaamse stroommarkt en probeert naast een klantenportefeuille ook een eigen productiepark uit te bouwen. De groep heeft plannen voor een centrale in het Waalse Seneffe en bekijkt ook locaties in Vlaanderen. Nuon, dat aan een fusie werkt met het Nederlandse Essent, richt zijn pijlen ook op hernieuwbare energie.
Via dochterbedrijf WEOM gaat Nuon windenergieprojecten in België opstarten. "We onderzoeken heel wat locaties, voornamelijk in Vlaanderen", zegt Glen Verheyen van Nuon. De groep werkt al jaren aan de uitbouw van een groot windenergiepark in de Antwerpse haven. Maar op de eerste twee windmolens na schieten die plannen niet erg op door administratieve vertragingen. Het Antwerpse windmolenpark wordt niet meegerekend bij de doelstellingen van WEOM.
Groen! lanceert Ecologisch Voedselplan
03/05/2007-05-03 | Bron(nen): de Standaard
Een minder energieverslindende landbouw met minder voedselkilometers, minder pesticiden en minder vee, maar met tegelijk meer streekproducten en biolandbouw. Dat zijn de ankerpunten van het Ecologische Voedselplan van Groen! dat woensdag werd voorgesteld.
Onze huidige landbouw is volgens Europarlementslid Bart Staes sterk geïndustrialiseerd, vervuilend en olieverslaafd. Groen! wil werk maken van een omschakeling naar een ecologisch duurzame landbouw. Dat kan door een reeks ingrepen. Zo moeten er vaak enorme en onnodige afstanden afgelegd worden vooraleer het voedsel op het bord van de consument komt. Zo legt een blikje tomatensoep met balletjes bijvoorbeeld 32.000 kilometer af voor het in onze soepkom belandt. Groen! wil de consument bewust maken van die voeselkilometers en wil tegelijk streekproducten promoten.
Groen! pleit ook voor een vermindering van de veebezetting. Veel vlees eten is volgens de partij niet goed voor het milieu. 'Een vleeseter die met een kleine auto rijdt, stuurt meer broeikasgassen de lucht in dan een vegetariër die zich met een terreinwagen verplaatst', luidt het. Tegen 2050 wil Groen! de 'landbouw' omgevormd hebben tot 'milieubouw'.
Een minder energieverslindende landbouw met minder voedselkilometers, minder pesticiden en minder vee, maar met tegelijk meer streekproducten en biolandbouw. Dat zijn de ankerpunten van het Ecologische Voedselplan van Groen! dat woensdag werd voorgesteld.
Onze huidige landbouw is volgens Europarlementslid Bart Staes sterk geïndustrialiseerd, vervuilend en olieverslaafd. Groen! wil werk maken van een omschakeling naar een ecologisch duurzame landbouw. Dat kan door een reeks ingrepen. Zo moeten er vaak enorme en onnodige afstanden afgelegd worden vooraleer het voedsel op het bord van de consument komt. Zo legt een blikje tomatensoep met balletjes bijvoorbeeld 32.000 kilometer af voor het in onze soepkom belandt. Groen! wil de consument bewust maken van die voeselkilometers en wil tegelijk streekproducten promoten.
Groen! pleit ook voor een vermindering van de veebezetting. Veel vlees eten is volgens de partij niet goed voor het milieu. 'Een vleeseter die met een kleine auto rijdt, stuurt meer broeikasgassen de lucht in dan een vegetariër die zich met een terreinwagen verplaatst', luidt het. Tegen 2050 wil Groen! de 'landbouw' omgevormd hebben tot 'milieubouw'.
Houtprijs met 30 à 50 procent gestegen in 2006
05/05/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht, Het Belang van Limburg
De prijs van het hout is het voorbije jaar met 30 tot 50 procent gestegen. En het ziet er niet naar uit dat er aan die prijsstijging onmiddellijk een einde komt. Oorzaken zijn onder meer een groeiende bouwwoede in China, India en Oost-Europa en het toenemend gebruik van hout als hernieuwbare grondstof.
"Naaldhout, waaronder het klassieke grenenhout, is in 2006 een kwart tot zelfs de helft procent duurder geworden", zegt Marc De Poorter van Febelhout, de Belgische federatie van de hout- en meubelindustrie. "De prijs is de voorbije maanden even gestabiliseerd, onder meer door een groter aanbod van hout na de stormschade in Duitsland. Maar de markt reageert nerveus en ik verwacht de volgende maanden weer een prijsstijging".
"Dat komt door een combinatie van factoren. Hout wordt steeds meer gebruikt om groene energie op te wekken. Bovendien is hout in de bouwsector erg in trek en groeit ook in het buitenland de vraag naar hout. China en India worden de grote spelers op de markt. Komt daarbij dat Rusland, een van de traditionele exporteurs van hout, steeds meer hout in eigen bedrijven verwerkt".
Volgens Febelhout is er ondanks de groeiende vraag en het dalende aanbod geen sprake van een houttekort. Maar de consument heeft de prijsstijging de voorbije maanden wel duidelijk gevoeld. "Het is niet gemakkelijk om je klanten te vertellen dat de houtprijs tot 50 procent is gestegen", bekent Marc De Poorter. "Zeker niet als dat zo snel gebeurt".(KS)
De prijs van het hout is het voorbije jaar met 30 tot 50 procent gestegen. En het ziet er niet naar uit dat er aan die prijsstijging onmiddellijk een einde komt. Oorzaken zijn onder meer een groeiende bouwwoede in China, India en Oost-Europa en het toenemend gebruik van hout als hernieuwbare grondstof.
"Naaldhout, waaronder het klassieke grenenhout, is in 2006 een kwart tot zelfs de helft procent duurder geworden", zegt Marc De Poorter van Febelhout, de Belgische federatie van de hout- en meubelindustrie. "De prijs is de voorbije maanden even gestabiliseerd, onder meer door een groter aanbod van hout na de stormschade in Duitsland. Maar de markt reageert nerveus en ik verwacht de volgende maanden weer een prijsstijging".
"Dat komt door een combinatie van factoren. Hout wordt steeds meer gebruikt om groene energie op te wekken. Bovendien is hout in de bouwsector erg in trek en groeit ook in het buitenland de vraag naar hout. China en India worden de grote spelers op de markt. Komt daarbij dat Rusland, een van de traditionele exporteurs van hout, steeds meer hout in eigen bedrijven verwerkt".
Volgens Febelhout is er ondanks de groeiende vraag en het dalende aanbod geen sprake van een houttekort. Maar de consument heeft de prijsstijging de voorbije maanden wel duidelijk gevoeld. "Het is niet gemakkelijk om je klanten te vertellen dat de houtprijs tot 50 procent is gestegen", bekent Marc De Poorter. "Zeker niet als dat zo snel gebeurt".(KS)
"Etiket met voedselkilometers moeilijk realiseerbaar"
06/05/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht
In de Zevende Dag verdedigde europarlementslid Bart Staes het kersvers 'Ecologisch Voedselplan' van Groen!. Eén calorie ijsbergsla die vanuit de Verenigde Staten ingevoerd wordt in Europa kost 127 calorieën aan transport, luidde het. De groenen pleiten voor een label op voedingsproducten dat de vervuilingsfactor vermeldt. "Een leuk idee", reageerde Piet Vanthemsche, ondervoorzitter van Boerenbond. "Alleen is zoiets moeilijk in de praktijk te brengen als je lasagnes moet gaan labelen. Hoe ga je dat becijferen en wie gaat het vervolgens controleren?"
De klimaatrapporten van het intergouvernementeel panel van de Verenigde Naties laten er geen twijfel over bestaan dat bijkomende inspanningen nodig zijn om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Ook de landbouw moet een bijdrage leveren. "De sector is daar ook toe bereid. Wel moeten alle onderdelen van de samenleving evenredige inspanningen leveren en moet rekening gehouden worden met reeds geleverde milieuprestaties", aldus Vanthemsche.
Bart Staes somde een aantal energieverslindende productiemethoden op die op steeds meer maatschappelijke weerstand botsen. Bijvoorbeeld de Vlaamse garnalen die naar Marokko overgevlogen worden om daar gepeld te worden alvorens terug te keren naar onze supermarkten. "Dat is het maatschappijsysteem waarvoor we ooit geopteerd hebben. Hetzelfde gebeurt met de kleding die we dragen en de meubelen die hier staan. Maar de landbouw wil de uitdaging aangaan om steeds duurzamer te produceren", aldus Vanthemsche.
De productie van tomaten in Vlaamse serres vergt meer energie dan die van tomaten in het zuiden van Europa. Moeten we dan maar stoppen met de teelt van tomaten in onze contreien? Staes: "De glastuinbouw heeft de voorbije jaren een serieuze energiebesparing gerealiseerd. Het komt er eerder op aan om die sector te blijven aanmoedigen om hernieuwbare energiebronnen te gebruiken".
Het Ecologisch Voedselplan van Groen! wil daarentegen wel komaf maken met de intensieve veehouderij. "Die zorgt ervoor dat we massale hoeveelheden eiwitrijke veevoedergrondstoffen moeten invoeren. Bijvoorbeeld Braziliaanse soja die het Amazonewoud wegvreet en die bij ons mestoverschotten veroorzaakt", aldus Staes. Vanthemsche noemde deze passage uit het voedselplan van Groen! "sloganesk". "Wanneer de automobielindustrie geassocieerd wordt met milieuproblemen, praat men niet over een fabriekssluiting bij Ford Genk. Wel over de assemblage van energiezuinige wagens".
Of de beleidsvoorstellen van Groen! voor de land- en tuinbouw niet makkelijker verteerbaar zijn dan enkele jaren geleden nog het geval was? "Landbouw is ecologie, maar blijft in de eerste plaats toch nog altijd economie", antwoordde Vanthemsche. "Op dat punt blijven we nog van mening verschillen met de groenen". Aan het eind van het debat maakten Staes en Vanthemsche de afspraak om samen een bezoek te brengen aan het nieuwe Proefstation voor de Groenteteelt in Sint-Katelijne-Waver.(KS)
In de Zevende Dag verdedigde europarlementslid Bart Staes het kersvers 'Ecologisch Voedselplan' van Groen!. Eén calorie ijsbergsla die vanuit de Verenigde Staten ingevoerd wordt in Europa kost 127 calorieën aan transport, luidde het. De groenen pleiten voor een label op voedingsproducten dat de vervuilingsfactor vermeldt. "Een leuk idee", reageerde Piet Vanthemsche, ondervoorzitter van Boerenbond. "Alleen is zoiets moeilijk in de praktijk te brengen als je lasagnes moet gaan labelen. Hoe ga je dat becijferen en wie gaat het vervolgens controleren?"
De klimaatrapporten van het intergouvernementeel panel van de Verenigde Naties laten er geen twijfel over bestaan dat bijkomende inspanningen nodig zijn om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Ook de landbouw moet een bijdrage leveren. "De sector is daar ook toe bereid. Wel moeten alle onderdelen van de samenleving evenredige inspanningen leveren en moet rekening gehouden worden met reeds geleverde milieuprestaties", aldus Vanthemsche.
Bart Staes somde een aantal energieverslindende productiemethoden op die op steeds meer maatschappelijke weerstand botsen. Bijvoorbeeld de Vlaamse garnalen die naar Marokko overgevlogen worden om daar gepeld te worden alvorens terug te keren naar onze supermarkten. "Dat is het maatschappijsysteem waarvoor we ooit geopteerd hebben. Hetzelfde gebeurt met de kleding die we dragen en de meubelen die hier staan. Maar de landbouw wil de uitdaging aangaan om steeds duurzamer te produceren", aldus Vanthemsche.
De productie van tomaten in Vlaamse serres vergt meer energie dan die van tomaten in het zuiden van Europa. Moeten we dan maar stoppen met de teelt van tomaten in onze contreien? Staes: "De glastuinbouw heeft de voorbije jaren een serieuze energiebesparing gerealiseerd. Het komt er eerder op aan om die sector te blijven aanmoedigen om hernieuwbare energiebronnen te gebruiken".
Het Ecologisch Voedselplan van Groen! wil daarentegen wel komaf maken met de intensieve veehouderij. "Die zorgt ervoor dat we massale hoeveelheden eiwitrijke veevoedergrondstoffen moeten invoeren. Bijvoorbeeld Braziliaanse soja die het Amazonewoud wegvreet en die bij ons mestoverschotten veroorzaakt", aldus Staes. Vanthemsche noemde deze passage uit het voedselplan van Groen! "sloganesk". "Wanneer de automobielindustrie geassocieerd wordt met milieuproblemen, praat men niet over een fabriekssluiting bij Ford Genk. Wel over de assemblage van energiezuinige wagens".
Of de beleidsvoorstellen van Groen! voor de land- en tuinbouw niet makkelijker verteerbaar zijn dan enkele jaren geleden nog het geval was? "Landbouw is ecologie, maar blijft in de eerste plaats toch nog altijd economie", antwoordde Vanthemsche. "Op dat punt blijven we nog van mening verschillen met de groenen". Aan het eind van het debat maakten Staes en Vanthemsche de afspraak om samen een bezoek te brengen aan het nieuwe Proefstation voor de Groenteteelt in Sint-Katelijne-Waver.(KS)
03 mei 2007
Grootste Belgische zonne-energiecentrale komt in Lint
03/05/2007 | Bron(nen): Belga
Binnen een drietal weken zal op de bedrijfsdaken van mediareus Alfacam, in Lint, de grootste zonne-energiecentrale in ons land operationeel zijn. De symbolische legging van het eerste zonnepaneel gebeurde donderdag in het bijzijn van onder meer premier Guy Verhofstadt (Open Vld).
Verhofstadt noemde Alfacam donderdag een bedrijf dat met haar ecologisch bewustzijn een voorbeeld moet zijn voor de vele andere Belgische bedrijven die nog argwanend tegenover milieuvriendelijke energieproductie staan. Met de steun van zowel de federale als de Vlaamse overheid worden op drie daken welgeteld 1.927 panelen geïnstalleerd, wat overeenkomt met het elektriciteitsverbruik van ongeveer 70 gezinnen en de uitstoot van zowat 178 ton CO2 tegengaat.
Alfacam zal de stroom grotendeels zelf gebruiken voor haar tv-uitzendingen en mediaproducties. In het geval van overproductie koopt energieleverancier Nuon de overschot over.
Binnen een drietal weken zal op de bedrijfsdaken van mediareus Alfacam, in Lint, de grootste zonne-energiecentrale in ons land operationeel zijn. De symbolische legging van het eerste zonnepaneel gebeurde donderdag in het bijzijn van onder meer premier Guy Verhofstadt (Open Vld).
Verhofstadt noemde Alfacam donderdag een bedrijf dat met haar ecologisch bewustzijn een voorbeeld moet zijn voor de vele andere Belgische bedrijven die nog argwanend tegenover milieuvriendelijke energieproductie staan. Met de steun van zowel de federale als de Vlaamse overheid worden op drie daken welgeteld 1.927 panelen geïnstalleerd, wat overeenkomt met het elektriciteitsverbruik van ongeveer 70 gezinnen en de uitstoot van zowat 178 ton CO2 tegengaat.
Alfacam zal de stroom grotendeels zelf gebruiken voor haar tv-uitzendingen en mediaproducties. In het geval van overproductie koopt energieleverancier Nuon de overschot over.
Environmental effects of cycling underestimated
3/05/2004 | Bron(nen): Etra
The Dutch Cyclists’ Federation and the Environment and Nature Planning Bureau have calculated the possible effect of cycling on CO2 emissions. If all car journeys up to 7.5 km would be replaced by cycling trips, CO2 emissions would decrease by 2.4 million tons per year. This is a 6% reduction of Dutch car traffic emissions and 1/8th of the Dutch objectives in the framework of the Kyoto Protocol.
For the Cyclists’ Federation this is a real eye-opener. Hugo van der Steenhoven, the Cyclists’ Federation director commented: "The bicycle can have a much bigger contribution to driving back greenhouse gases than what was generally assumed. We can achieve a major part of our Kyoto objectives at a relatively low cost. Politicians and administrators should realise that measures to promote cycling are very lucrative."
The Cyclists’ Federation alto studied the effects of the current government plans to reduce traffic emissions. Stimulating the use of bio-fuels can result in a reduction of 2.1 million tons CO2 per year, which is less than what can be achieved by cycling. Another measure is a tax benefit of € 6,000 for the purchase of a hybrid car. In order to achieve the same as through cycling, this measure should result in 3.7 million hybrid cars in Holland. That is more than half of the Dutch fleet and it would cost € 220 billion.
The Cyclists’ Federation asks for € 850 million for the promotion of cycling usage.
The Dutch Cyclists’ Federation and the Environment and Nature Planning Bureau have calculated the possible effect of cycling on CO2 emissions. If all car journeys up to 7.5 km would be replaced by cycling trips, CO2 emissions would decrease by 2.4 million tons per year. This is a 6% reduction of Dutch car traffic emissions and 1/8th of the Dutch objectives in the framework of the Kyoto Protocol.
For the Cyclists’ Federation this is a real eye-opener. Hugo van der Steenhoven, the Cyclists’ Federation director commented: "The bicycle can have a much bigger contribution to driving back greenhouse gases than what was generally assumed. We can achieve a major part of our Kyoto objectives at a relatively low cost. Politicians and administrators should realise that measures to promote cycling are very lucrative."
The Cyclists’ Federation alto studied the effects of the current government plans to reduce traffic emissions. Stimulating the use of bio-fuels can result in a reduction of 2.1 million tons CO2 per year, which is less than what can be achieved by cycling. Another measure is a tax benefit of € 6,000 for the purchase of a hybrid car. In order to achieve the same as through cycling, this measure should result in 3.7 million hybrid cars in Holland. That is more than half of the Dutch fleet and it would cost € 220 billion.
The Cyclists’ Federation asks for € 850 million for the promotion of cycling usage.
Fidel Castro verzet zich tegen biobrandstoffen
02/05/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht
De Cubaanse leider Fidel Castro heeft niet publiek deelgenomen aan de festiviteiten naar aanleiding van 1 mei, maar hij heeft wel van zich laten horen via een artikel waarin hij oproept tot een energierevolutie. Daarbij pleit hij tegen de productie van 'groene brandstoffen' op basis van maïs of soja. "Het Amerikaanse imperium heeft de wereld de raad gegeven biobrandstoffen te produceren om de VS, de grootste energieverbruiker ter wereld, te verlossen van zijn afhankelijkheid van het buitenland", aldus de Cubaanse president.
Over de vraag of in Latijns-Amerika op grote schaal biobrandstoffen geteeld moeten worden, was de voorbije maanden onenigheid gerezen op het continent. De Braziliaanse president Lula en zijn Venezolaanse collega Chavez raakten verwikkeld in een heftig debat over de voor- en nadelen van ethanol als brandstof. Een samenwerkingsovereenkomst op het vlak van bio-ethanol tussen Brazilië en de VS gooide enkel olie op het vuur.
Tijdens een Energietop in Venezuela werden de plooien weer gladgestreken. Biobrandstoffen en fossiele brandstoffen moeten naast elkaar kunnen blijven bestaan, afhankelijk van de behoefte van een land, zo luidde een van de belangrijkste conclusies. Marco Aurelio Garcia, adviseur van Lula, wees er bij deze gelegenheid op dat slechts één procent van het akkerland in Brazilië gebruikt wordt voor de productie van biobrandstof. Volgens hem zal Brazilië de voedselproductie niet verwaarlozen en komen er ook geen ethanolgewassen in het Amazonegebied.
Momenteel produceert Brazilië 17,3 miljard liter ethanol per jaar uit suikerriet. De VS produceren bijna evenveel uit maïs. Beide landen willen samen een wereldwijde markt voor ethanol ontwikkelen.
De Cubaanse leider Fidel Castro heeft niet publiek deelgenomen aan de festiviteiten naar aanleiding van 1 mei, maar hij heeft wel van zich laten horen via een artikel waarin hij oproept tot een energierevolutie. Daarbij pleit hij tegen de productie van 'groene brandstoffen' op basis van maïs of soja. "Het Amerikaanse imperium heeft de wereld de raad gegeven biobrandstoffen te produceren om de VS, de grootste energieverbruiker ter wereld, te verlossen van zijn afhankelijkheid van het buitenland", aldus de Cubaanse president.
Over de vraag of in Latijns-Amerika op grote schaal biobrandstoffen geteeld moeten worden, was de voorbije maanden onenigheid gerezen op het continent. De Braziliaanse president Lula en zijn Venezolaanse collega Chavez raakten verwikkeld in een heftig debat over de voor- en nadelen van ethanol als brandstof. Een samenwerkingsovereenkomst op het vlak van bio-ethanol tussen Brazilië en de VS gooide enkel olie op het vuur.
Tijdens een Energietop in Venezuela werden de plooien weer gladgestreken. Biobrandstoffen en fossiele brandstoffen moeten naast elkaar kunnen blijven bestaan, afhankelijk van de behoefte van een land, zo luidde een van de belangrijkste conclusies. Marco Aurelio Garcia, adviseur van Lula, wees er bij deze gelegenheid op dat slechts één procent van het akkerland in Brazilië gebruikt wordt voor de productie van biobrandstof. Volgens hem zal Brazilië de voedselproductie niet verwaarlozen en komen er ook geen ethanolgewassen in het Amazonegebied.
Momenteel produceert Brazilië 17,3 miljard liter ethanol per jaar uit suikerriet. De VS produceren bijna evenveel uit maïs. Beide landen willen samen een wereldwijde markt voor ethanol ontwikkelen.
Droogte doet Australische appels barsten
02/05/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht
De Australische fruitregio Goulburn Valley is zwaar getroffen door de droogte van de afgelopen maanden. De meeste appels uit de streek vertonen sinds kort barsten. Van de appels van het ras Pink Lady is gemiddeld 80 tot 90 procent beschadigd. Ook een vroege vorstperiode in het voorjaar, eind vorig jaar, heeft tot veel schade in het fruit geleid. Veel telers moeten noodgedwongen hun appels verkopen aan een lokale verwerker, omdat het fruit op de veiling niets opbrengt.
Volgens de Australische fruitspecialist David Morey kunnen door droogte en hitte makkelijk barsten worden veroorzaakt in appels. "Bij extreem warm weer zal de boom opwarmen en vocht uit de vruchten halen", maakt hij duidelijk. "Dan is het kwaad al geschied, maar het is pas merkbaar in de laatste stadia van de groei. Wanneer er later veel regen valt, ontstaat er een te snelle groei met alle gevolgen van dien".
Volgens Tony Russell van belangenorganisatie Apple and Pear Australia hebben de supermarktketens Coles en Woolworths hun voorwaarden voor de kwaliteit van appels al aangepast als gevolg van de geleden schade. Lichte schade wordt bij wijze van uitzondering dit seizoen geaccepteerd.
De Australische fruitregio Goulburn Valley is zwaar getroffen door de droogte van de afgelopen maanden. De meeste appels uit de streek vertonen sinds kort barsten. Van de appels van het ras Pink Lady is gemiddeld 80 tot 90 procent beschadigd. Ook een vroege vorstperiode in het voorjaar, eind vorig jaar, heeft tot veel schade in het fruit geleid. Veel telers moeten noodgedwongen hun appels verkopen aan een lokale verwerker, omdat het fruit op de veiling niets opbrengt.
Volgens de Australische fruitspecialist David Morey kunnen door droogte en hitte makkelijk barsten worden veroorzaakt in appels. "Bij extreem warm weer zal de boom opwarmen en vocht uit de vruchten halen", maakt hij duidelijk. "Dan is het kwaad al geschied, maar het is pas merkbaar in de laatste stadia van de groei. Wanneer er later veel regen valt, ontstaat er een te snelle groei met alle gevolgen van dien".
Volgens Tony Russell van belangenorganisatie Apple and Pear Australia hebben de supermarktketens Coles en Woolworths hun voorwaarden voor de kwaliteit van appels al aangepast als gevolg van de geleden schade. Lichte schade wordt bij wijze van uitzondering dit seizoen geaccepteerd.
Groen! lanceert 'Ecologisch Voedselplan'
02/05/2007 | Bron(nen): Belga
Een minder energieverslindende landbouw met minder voedselkilometers, minder pesticiden en minder vee, maar met tegelijk meer streekproducten, meer biolandbouw en meer aandacht voor dierenrechten. Dat zijn de ankerpunten van het Ecologische Voedselplan van Groen! dat woensdag werd voorgesteld door Europarlementslid Bart Staes en Johan Malcorps.
Onze huidige landbouw is volgens europarlementslid Bart Staes sterk geïndustrialiseerd, vervuilend en olieverslaafd. Zo is de Vlaamse landbouw goed voor 11 pct van de uitstoot van broeikasgassen, luidt het. Groen! wil werk maken van een omschakeling naar een ecologisch duurzame landbouw en heeft
daarvoor een totaalplan uitgewerkt met een tijdspad tot 2020. Zo moet de landbouw minder energie gaan verspillen en moeten energiebesparende maatregelen gestimuleerd worden. Groen! wil onder meer gratis energie-audits in de land- en tuinbouw, meer zonnepanelen en een versoepelde regelgeving rond het plaatsen van windturbines in agrarisch gebied.
Daarnaast moet het aantal voedselkilometers drastisch naar omlaag. Nu legt voedsel vaak enorme en onnodige afstanden af vooraleer het bij de consument raakt. Bart Staes geeft enkele markante voorbeelden. "Een blikje tomatensoep met balletjes legt 32.000 kilometer af voor het in onze soepkom belandt. Garnalen die voor de Belgische kust gevangen worden, worden naar Marokko getransporteerd om te worden schoongemaakt en keren dan terug voor consumptie in België. Dat is absurd", zegt Staes. Groen! wil de consument bewust maken van hoe ons voedsel is vervoerd en wil de distributie daarom verplichten om het aantal afgelegde kilometers te vermelden op de verpakking van producten.
Tegelijk moeten streekproducten opgewaardeerd worden met een kwaliteitslabel en subsidies. Groen! wil ook de vleesproductie omlaag. Veel vlees eten is niet alleen ongezond, maar ook slecht voor het milieu, klinkt het. In de productie van een biefstuk van 250 gram wordt (van wei tot bord) 2,9 kilogram CO2 uitgestoten. Dat is vergelijkbaar met de CO2-uitstoot van een autorit van 28 kilometer met een Toyota Prius of van 10 kilometer met een Audi Q7. "Een vleeseter die met een kleine auto rijdt, stuurt meer broeikasgassen de lucht in dan een vegetariër die zich met een terreinwagen verplaatst", verduidelijkt Staes nog.
Het is volgens Staes niet de bedoeling om iedereen vegetariër te maken. Toch zou het geen kwaad kunnen als we met zijn allen minder vlees zouden eten. Veel heeft volgens Staes te maken met het veranderen van attitudes. "Vrijdag was of is traditioneel een visdag. Als we nu van de donderdag een soort vegetarische dag maken, zou dat al een symbolische stap zijn", aldus Staes.
Tot slot moet ook de biolandbouw een duwtje in de rug krijgen en moet er werk gemaakt worden van een doeltreffend pesticidenreductieplan. Tegen 2020 mikt Groen! op 20 pct biolandbouw. De partij stelt daarom voor het BTW-tarief op duurzame bioproducten te verlagen van 21 naar 6 pct. Op langere termijn (tegen 2050) wil Groen! "landbouw" omvormen tot "milieubouw". Zo moet de landbouw volledig CO2-neutraal worden en moeten biologische en ecologische productie de standaard worden.
Een minder energieverslindende landbouw met minder voedselkilometers, minder pesticiden en minder vee, maar met tegelijk meer streekproducten, meer biolandbouw en meer aandacht voor dierenrechten. Dat zijn de ankerpunten van het Ecologische Voedselplan van Groen! dat woensdag werd voorgesteld door Europarlementslid Bart Staes en Johan Malcorps.
Onze huidige landbouw is volgens europarlementslid Bart Staes sterk geïndustrialiseerd, vervuilend en olieverslaafd. Zo is de Vlaamse landbouw goed voor 11 pct van de uitstoot van broeikasgassen, luidt het. Groen! wil werk maken van een omschakeling naar een ecologisch duurzame landbouw en heeft
daarvoor een totaalplan uitgewerkt met een tijdspad tot 2020. Zo moet de landbouw minder energie gaan verspillen en moeten energiebesparende maatregelen gestimuleerd worden. Groen! wil onder meer gratis energie-audits in de land- en tuinbouw, meer zonnepanelen en een versoepelde regelgeving rond het plaatsen van windturbines in agrarisch gebied.
Daarnaast moet het aantal voedselkilometers drastisch naar omlaag. Nu legt voedsel vaak enorme en onnodige afstanden af vooraleer het bij de consument raakt. Bart Staes geeft enkele markante voorbeelden. "Een blikje tomatensoep met balletjes legt 32.000 kilometer af voor het in onze soepkom belandt. Garnalen die voor de Belgische kust gevangen worden, worden naar Marokko getransporteerd om te worden schoongemaakt en keren dan terug voor consumptie in België. Dat is absurd", zegt Staes. Groen! wil de consument bewust maken van hoe ons voedsel is vervoerd en wil de distributie daarom verplichten om het aantal afgelegde kilometers te vermelden op de verpakking van producten.
Tegelijk moeten streekproducten opgewaardeerd worden met een kwaliteitslabel en subsidies. Groen! wil ook de vleesproductie omlaag. Veel vlees eten is niet alleen ongezond, maar ook slecht voor het milieu, klinkt het. In de productie van een biefstuk van 250 gram wordt (van wei tot bord) 2,9 kilogram CO2 uitgestoten. Dat is vergelijkbaar met de CO2-uitstoot van een autorit van 28 kilometer met een Toyota Prius of van 10 kilometer met een Audi Q7. "Een vleeseter die met een kleine auto rijdt, stuurt meer broeikasgassen de lucht in dan een vegetariër die zich met een terreinwagen verplaatst", verduidelijkt Staes nog.
Het is volgens Staes niet de bedoeling om iedereen vegetariër te maken. Toch zou het geen kwaad kunnen als we met zijn allen minder vlees zouden eten. Veel heeft volgens Staes te maken met het veranderen van attitudes. "Vrijdag was of is traditioneel een visdag. Als we nu van de donderdag een soort vegetarische dag maken, zou dat al een symbolische stap zijn", aldus Staes.
Tot slot moet ook de biolandbouw een duwtje in de rug krijgen en moet er werk gemaakt worden van een doeltreffend pesticidenreductieplan. Tegen 2020 mikt Groen! op 20 pct biolandbouw. De partij stelt daarom voor het BTW-tarief op duurzame bioproducten te verlagen van 21 naar 6 pct. Op langere termijn (tegen 2050) wil Groen! "landbouw" omvormen tot "milieubouw". Zo moet de landbouw volledig CO2-neutraal worden en moeten biologische en ecologische productie de standaard worden.
Abonneren op:
Posts (Atom)