25 december 2007

Te weinig kennis over gevolgen klimaatverandering

22/12/2007 Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht, De Standaard

De wereldwijde klimaatverandering zal hoogstwaarschijnlijk ook in Europa ernstige gevolgen hebben, daarover zijn de meeste experts het eens. Maar hoeveel de Europese economieën zullen lijden onder de veranderingen en hoeveel schade voorkomen kan worden door aanpassingsmaatregelen, daarover is veel te weinig geweten. Het Europese Milieuagentschap heeft de beschikbare gegevens onder de loep genomen en stelt vast dat goed onderzoek naar de economische gevolgen schaars is.

De studies vertrekken van uiteenlopende veronderstellingen en veel gevolgen, bijvoorbeeld op de natuur, zijn moeilijk te becijferen. Bovendien worden verdere, indirecte kosten vaak buiten beschouwing gelaten. Een recente Finse studie over aanpassing is een van de meest volledige. Die waarschuwt onder meer dat men bij langetermijninvesteringen, zoals bij bouwprojecten, waterkrachtcentrales en de aanleg van transportinfrastructuur, nu al rekening moet houden met de klimaatveranderingen. De Finse landbouw en de bosbouw kunnen er op korte termijn op vooruitgaan dankzij een langer groeiseizoen en een verhoogde productiviteit van de planten. Maar op langere termijn kunnen negatieve effecten de overhand krijgen.

Ook Nederland en het Verenigd Koninkrijk hebben gedetailleerde studies. Uit de verzamelde gegevens voor Europa blijkt alvast dat naast de kwetsbare Noordpoolregio het Middellandse Zeegebied en Oost-Europa de zwaarste klappen zullen krijgen als gevolg van droogte. Alles bij elkaar zijn er echter te weinig gegevens over de kosten van de klimaatverandering. En nog veel minder is geweten over hoeveel de aanpassing zou kosten om de ergste gevolgen van een veranderend klimaat op te vangen, zoals dijken bouwen en aanpassingen in de landbouw.

Er is dringend nood aan gedetailleerder onderzoek, besluit het Europese Milieuagentschap, want goede schattingen over het economisch voordeel van aanpassingsmaatregelen maken betere beleidsbeslissingen mogelijk.

22 december 2007

Spotgoedkope zonne-energie

19/12/2007 Bron(nen): Solveclimate.com

"At $1 per Watt, the iTunes of Solar Energy Has Arrived" schrijft David Sassoon op Solveclimat.com. Zijn artikel vertelt het verhaal van Nanosolar. Dit startersbedrijf uit Silicon Valley, verscheepte onlangs de eerste zonnepanelen die energie opwekken aan slechts 1 dollar per Watt. Aan deze prijs is zonne-energie goedkoper dan steenkool. De schrijver vraagt zich terecht af waarom dit verhaal niet de voorpagina's heeft gehaald.

Hoe is Nanosolar hierin geslaagd? Terwijl andere bedrijven bleven focussen op een hogere efficiëntie van zonnecellen, bekeek Nanosolar de productie ervan. Ze zijn erin geslaagd om panelen te maken die 100 keer dunner zijn, en dat 100 keer sneller. Het geheim: ze hebben uitgedokterd hoe ze zonnecellen kunnen printen op dunne aluminumplaten. Meer over de "derde golf van zonne-energie" lees je op de website van Nanosolar.

Link doorgestuurd door Ing. Bert Beirinckx.

21 december 2007

Transmissietarieven Elia zorgen voor duurdere elektriciteitsfactuur

21/12/2007 | Bron(nen): Belga

De stroomfactuur voor de gezinnen wordt volgend jaar "enkele euro's" duurder. Reden zijn de nieuwe tarieven van Elia, beheerder van het hoogspanningsnet, waarin nu ook de inflatie is inbegrepen. De tarieven liggen wel vast tot begin 2012.

De Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) keurde het voorstel van Elia over de elektriciteitstransmissietarieven goed voor de periode 2008-2011. Het is voor het eerst dat tarieven van vier jaar worden goedgekeurd. Het zijn de tarieven die Elia aanrekent voor het transport van stroom over het hoogspanningsnet.

In vergelijking met 2007 liggen de tarieven voor 2008-2011 hoger, aldus een woordvoerder van Elia. "Maar het is appelen met peren vergelijken. De tarieven liggen immers vast voor vier jaar en nu is de inflatie ingecalculeerd", legt de woordvoerder uit.

Correcter volgens de zegsman is de tarieven van de voorbije vier jaar vergelijken met die van de volgende vier jaar. "En dan liggen de tarieven in lijn", zegt hij. Bovendien weerspiegelen de tarieven van 2007 niet volledig de realiteit. Er werden immers operationele overschotten van de periode 2003, 2004 en 2005 afgetrokken van de tarieven vorig jaar. "Dat alles maakt dat er een lichte daling of stijging is van de tarieven naargelang het verbruikersprofiel", stelt de woordvoerder.

Voor het gemiddeld gezin betekent dit dat hun factuur iets zal stijgen. "Het gaat om een zeer beperkte stijging", aldus de woordvoerder. Het gaat om enkele euro's. Transmissie maakt maar 5 pct uit van de totale stroomfactuur. Bovendien liggen de tarieven vast voor vier jaar. "Nu is het iets meer, maar het blijft vast tot begin 2012", zegt de woordvoerder nog.

Groen gas aan de pomp

19/12/2007 | Bron(nen): GAVE news

Nederlands eerste tankstation met alleen duurzame brandstoffen van Delta Oil, neemt voortaan Groen Gas af van energiebedrijf Essent. Beide partijen ondertekenden maandag 17 december een contract voor de levering van 200.000 m3 Groen Gas.

Groen Gas is een verzamelnaam voor gas dat vrijkomt bij vergisting van organisch materiaal. Afvalverwerkingsbedrijf Essent Milieu in Wijster produceert het Groene Gas. “Dit betekent voor Leeuwarden dus Groen Gas voor ons wagenpark”, aldus burgemeester Ferd Crone. “Het is een volgende stap naar een duurzame gemeente.”

13 december 2007

VN willen klimaatneutraal worden

13/12/2007 | Bron(nen): Mo*

Auteur: Ramesh Jaura.

De Verenigde Naties willen hun activiteiten klimaatneutraal maken door te investeren in het Adaptatiefonds dat ontwikkelingslanden moet wapenen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Op termijn is het de bedoeling de CO2-uitstoot te compenseren van meer dan twintig verschillende agentschappen, fondsen en programma’s.

“Om het goede voorbeeld te geven en de ontwikkelingslanden te helpen tegen de opwarming van de aarde, hebben de VN-instellingen besloten samen kredieten te kopen voor het Adaptatiefonds van het Kyotoprotocol”, verklaarde Achim Steiner, hoofd van het VN-milieuprogramma UNEP.

“Onder leiding van secretaris-generaal Ban Ki-Moon heeft het hele VN-systeem zich voorgenomen om klimaatneutraal te worden, niet alleen voor deze conferentie in Bali maar voor al onze activiteiten in de toekomst. Ik kan bij deze al aankondigen dat UNEP volgende maand al klimaatneutraal zal zijn.”

De VN hebben berekend dat de twee weken durende conferentie op het Indonesische eiland Bali een uitstoot van 3.370 ton koolstofdioxide veroorzaakt. Ter compensatie moet, aan de huidige koers voor CO2-emissiecertificaten, 100.000 dollar (68.000 euro) worden neergeteld.

Geld voor bos
De VN willen het geld bijdragen aan het Adaptatiefonds, dat op de top in Bali eindelijk operationeel werd gemaakt. Het fonds wordt gevoed met bijdragen van rijke landen aan het Clean Development Mechanism, het mechanisme waardoor die uitstootbeperkende investeringen in ontwikkelingslanden kunnen laten meetellen als krediet voor hun eigen reductiedoelstellingen. In Bali werd beslist dat het fonds zou worden toevertrouwd aan de Wereldbank, en beheerd door een zestienkoppige commissie met leden uit arme en rijke landen.

De VN volgen met hun beslissing het voorbeeld van Costa Rica, Noorwegen en Nieuw-Zeeland, die eerder al aankondigden dat ze hun economie klimaatneutraal willen maken. In Costa Rica gebeurt dat door een deel van de belasting op fossiele brandstoffen om te leiden naar een Nationaal Fonds voor Bosbeheer. Dat fonds vergoedt eigenaars van bosland voor de dienst die ze het milieu bewijzen en dient ook om herbebossing te financieren. In 2007 plantte Costa Rica meer dan vijf miljoen bomen, 1,25 per persoon.

Ook de Wereldbank kondigde op Bali al een gelijkaardig initiatief aan. Negen industrielanden hebben al aangekondigd dat ze samen 160 miljoen dollar zullen bijdragen tot een nieuw fonds dat uiteindelijk 300 miljoen dollar zal wegen. Honderd miljoen daarvan gaat naar projecten om de bossen in een twintigtal landen in kaart te brengen en te beschermen. De rest moet worden uitbetaald als vergoeding voor het behoud van bossen die anders misschien ten prooi waren gevallen aan houtkap of de expansie van landbouwgebied.

De Noorse Milieuminister Erik Solheim bevestigde het voornemen van zijn land om tegen 2050 helemaal klimaatneutraal te worden. Dat moet onder meer gebeuren door voor ongeveer 500 miljoen euro koolstofkredieten te kopen onder het huidige Kyotoprotocol en door veel zuiniger en efficiënter om te springen met energie.

De Nieuw-Zeelandse minister David Parker wil zijn land klimaatneutraal maken door tegen 2025 90 procent van de energie uit duurzame bronnen te halen. De inzet van elektrische auto’s en biobrandstoffen moet ervoor zorgen dat de uitstoot van broeikasgas per hoofd van de bevolking halveert.

12 december 2007

Klimaattop Bali: EU wil tegen 2020 kwart tot 40% minder broeikasgas

12/12/2007 | Bron(nen): Belga, AFP

De klimaattop op het eiland Bali is woensdag zijn beslissende fase ingegaan. Na meer dan een week voorbereidingen proberen ministers uit meer dan 100 landen de komende drie dagen afspraken te maken over een vervolg op het Kyoto-protocol, dat tot 2012 loopt. In Kyoto was afgesproken dat de uitstoot van broeikasgas in 2012 vijf procent lager moet liggen dan in 1990.

De Indonesische minister voor Milieu en conferentievoorzitter Rachmat Witoelar gaf woensdag het officiële startschot voor de top, waar ook de nieuwe Australische premier Kevin Rudd op aanwezig is.

De Europese Unie riep woensdag op om daarvan in 2020 25 tot 40 procent van te maken. De Verenigde Staten en China zijn echter niet te vinden voor zulke verplichtingen en Japan en Canada willen geen bindende afspraken maken met exacte percentages.

VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon riep op om ten laatste tegen 2009 een omvattend akkoord te bereiken over de strijd tegen klimaatveranderingen. Hij vroeg de rijke industrielanden de lasten van de strijd eerlijk te delen, want "zij die er het minst aan kunnen doen, worden het hardst getroffen".

Klimaatwetenschappers waarschuwen voor groot conflict

11/12/2007 | Bron(nen): De Morgen, Vilt-nieuwsoverzicht

We zijn te laat en er komt oorlog van. Twee wetenschappers gooien, net nu de VN-klimaattop in Bali loopt, de knuppel in het hoenderhok met hun stelling dat de uitstoot van broeikasgassen tijdig stabiliseren niet meer lukt. Een van hen komt met een rapport op de proppen waaruit blijkt dat de opwarming van de aarde tot een 'wereldwijd conflict' zal leiden. Ondertussen zijn de VS en Canada op Bali hun sabotage-actie begonnen maar er is wel een eerste akkoord binnen.

In een gesprek met BBC News op Bali negeren professoren David King en John Schellnhuber dat pessimistische boodschappen in tijden van klimaatconferenties doorgaans taboe zijn. Schellnhuber is hoofd van het Potsdam Instituut voor Onderzoek naar Klimaatimpact en adviseur voor de Duitse regering. De Brit King is ook wetenschappelijk adviseur voor zijn regering.

Op basis van hun bevindingen en gesprekken met experts stellen ze dat we meer dan 50 procent kans lopen op echt gevaarlijke vormen van opwarming. De wetenschappelijke consensus luidt dat als we de uitstoot van broeikasgassen zo laag houden dat de temperatuur niet met twee graden Celsius boven het pre-industriële niveau stijgt de schade binnen de perken blijft. Maar volgens King is er twintig procent kans dat de temperatuur boven de 3,7 graden stijgt, wat de wereldwijde economie serieus kan schaden. "Mocht je op een vliegtuig stappen en de piloot zegt dat er 80 procent kans is dat hij veilig kan landen, zou je dan aan boord gaan?"

Noch King noch Schellnhuber denkt dat het zal lukken om, zoals het VN-klimaatpanel (IPCC) adviseert, de emissies tegen 2015 te stabiliseren, waardoor de temperatuursstijging onder de twee graden zou blijven. Ook in de IPCC-rapporten staat dat de voorspellingen mogelijk onderschattingen zijn en recente studies tonen dat de capaciteit van de oceanen om CO2 op te slaan kleiner is dan gedacht. Maar veel wetenschappers mijden negatieve uitspraken uit vrees van paniekzaaierij te worden beticht. King voegt er ook aan toe dat de strijd tegen de opwarming niet goedkoop zal zijn en dat meer geld nodig is voor reductie van uitstoot en voor aanpassing aan de negatieve gevolgen.

Over de gevolgen presenteerde de Duitse professor een rapport dat toont dat meer droogte, overstromingen en smeltende gletsjers zullen leiden tot regionale conflicten. Vooral de slinkende gletsjers in de Himalaya en de Andes zijn problematisch, omdat honderden miljoenen mensen er voor drinkwater van afhankelijk zijn. Schellnhuber heeft het over vele haarden van conflict in kwetsbare landen die elkaar versterken en een wereldwijde burgeroorlog vormen. Hij pleit voor een halvering van de uitstoot tegen 2050.

Dat sluit aan bij wat op Bali al in een ontwerptekst staat: een reductie door de industrielanden met 25 tot 40 procent tegen 2020. Het optimisme over die ambitieuze en zelfs concrete ontwerptekst is ondertussen getemperd. In een gelekte nota van de Canadese regering staat dat de onderhandelaars van dat land de gesprekken moeten torpederen op een manier die VN-klimaattopman Yvo de Boer hypocriet noemt. Bovendien weigeren de VS verder te gaan op basis van de hoopvolle ontwerptekst, net omdat er concrete cijfers in staan. Hoe dan ook moet er ten laatste zaterdag op Bali een akkoord op tafel liggen dat moeten dienen als basis voor onderhandelingen over een nieuw wereldwijd klimaatpact.

Los van de te verwachten blokkades van de VS en Canada lijkt het er wel op dat boodschappen als die van King en Schellnhuber hun effect niet missen en het gevoel van hoogdringendheid verhogen. Naast de ontwerptekst zijn namelijk al een paar positieve beslissingen genomen. Zo is een belangrijke stap vooruit gezet in de discussie over de technologieoverdracht van rijke naar arme landen en heeft cruciale speler China verklaard de CO2-uitstoot na 2012 te verminderen als de industrielanden tegen 2020 ook 25 tot 40 procent minder uitstoten.

En sinds maandag is er een akkoord over het adaptatiefonds. Dat moet de aanpassingen financieren die nodig zijn om zich tegen de impact van klimaatverandering te verdedigen. Het geld komt van de koolstofmarkt. Tot nu toe bestond het fonds enkel op papier. Na lastige onderhandelingen is het op Bali nu gelukt vast te leggen hoe het fonds in de praktijk zal werken. "Dat hier nu een akkoord over bereikt is, betekent een positief signaal voor de algemene onderhandelingen", klinkt het bij de Bond Beter Leefmilieu.

Slechts kwart van biodieselquotum opgebruikt

11/12/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht


Vorig najaar kende de federale regering een productiequotum toe aan vier bedrijven om vanaf 1 november 2006 gedurende elf maanden 286 miljoen liter biodiesel te produceren aan een fiscaal gunsttarief. Het systeem van de fiscale bevoordeling van biodiesel kent tot nu toe weinig succes. Slechts een kwart van de hoeveelheid waarvoor de federale overheid voordeliger accijnzen voorziet, werd opgebruikt. Dit blijkt uit het antwoord van minister van Financiën Didier Reynders op een vraag van CD&V-kamerlid Katrien Partyka (CD&V).

De federale overheid kende een quotum toe aan Néochim (Feluy), Oleon (Ertvelde), Proviron (Oostende) en Flanders Bio Fuel (Gistel). "Bij mijn weten waren op het gewenste moment tenminste drie ondernemingen klaar voor de productie van biodiesel", aldus Reynders. Indien hun biodiesel vermengd werd met gewone diesel was een lager accijnstarief van toepassing. Tussen 1 november 2006 en 30 september van dit jaar werd van de 286 miljoen liter echter slechts 72,8 miljoen liter opgebruikt.

"Het is niet duidelijk waarom de brandstofverdelers weinig interesse hebben voor biodiesel. Wellicht is het - ondanks de fiscale compensatie - economisch niet interessant om biodiesel te verkopen. Misschien speelt het ook een rol dat de prijs voor de gemengde diesel aan de pomp nu dezelfde is als voor gewone diesel. De programmaovereenkomst inzake brandstofprijzen voorziet maar één maximumprijs voor diesel", zegt Katrien Partyka.

Ter compensatie van de accijnsverlaging voor biodiesel en biobenzine werd de accijns op gewone diesel verhoogd. Reynders kan geen cijfers geven over de meeropbrengst van deze accijnzen. Ook over de bio-ethanol, waarvoor de fiscale bevoordeling pas van start ging op 1 oktober dit jaar, zijn nog geen gegevens beschikbaar.

Nobelprijswinnaar Al Gore pleit voor CO2 belasting

12/12/2007 | Bron(nen): Belga, DPA

"Een CO2-belasting is de meest effectieve manier om de klimaatsverandering tegen te gaan". Dat zei Nobelprijswinnaar voor de Vrede, Al Gore woensdag tijdens een kort bezoek aan Zweden. Hij werd daarbij vergezeld door mede-laureaat Rajendra Pachauri, voorzitter van het klimaatpanel van de Verenigde Naties.

De voormalige vice-president van de VS en Pachauri verzochten het Zweedse parlement een oproep te lanceren om tot een akkoord te komen op de klimaatconferentie die aan de gang is op het Indonesische eiland Bali.

"Als we de concentratie van broeikasgassen willen stabiliseren, beschikken we niet over een zee van tijd," vertelde Pachauri aan de reporters na zijn toespraak. Daarin had hij het over de impact van de opwarming van de aarde op waterveiligheid en voedselproductie.

Volgens Gore is het niet nodig een prijs te zetten op koolstof. "Een belasting op CO2 ter vervanging van een belasting op tewerkstelling is de meest effeciënte manier om de klimaatscrisis het hoofd te bieden."
Na zijn toespraak vertelde Gore dat hij "indirecte signalen" krijgt uit Bali dat een aantal rapporten "zorgwekkend" zijn. "Maar ik weet uit ervaring van voorgaande, gelijkaardige ontmoetingen dat de laatste 48 uur cruciaal zijn. Soms komt die doorbraak pas in de laatste vier tot acht uur," voegde Gore nog toe. Daarnaast zei Gore dat hij "niet geïnteresseerd" is in een postje in een nieuwe Amerikaanse regering. Beide laureaten worden verwacht op de laatste dagen van de top in Bali.

Gore toonde zich optimistisch over de wijzigende publieke opinie in de VS en andere landen rond klimaatverandering. Daarbij vermelde hij dat de recente regeringswissel in Australië gedeeltelijk verbonden is met de bezorgdheid over het klimaat. "Mensen worden wakker en kijken naar de werkelijkheid, ze eisen dat hun politieke leiders nu reageren", zei Gore.

11 december 2007

Klimaatconferentie Bali: akkoord over beheer aanpassingsfonds

11/12/2007 | Bron(nen): Belganight, AFP

De deelnemers aan de conferentie over klimaatverandering in Bali hebben een akkoord gesloten over het beheer van het aanpassingsfonds voor klimaatverandering. Dit fonds is door het Kyoto-protocol voorzien om ontwikkelingslanden te helpen de gevolgen van de klimaatverandering het hoofd te bieden.

Het fonds zal worden beheerd door een raad van bestuur van 16 leden binnen het Global Environment Fund (GEF), het mondiale milieufonds dat in Washington is gevestigd. De raad zal bestaan uit twee vertegenwoordigers van elk van de vijf grote regio's van de Verenigde Naties, plus twee vertegenwoordigers van de geïndustrialiseerde landen.

Het aanpassingsfonds zal worden gefinancierd door een afhouding van 2 procent van het Clean Development Mechanism (CDM), een systeem waarmee geïndustrialiseerde landen die het Kyoto-protocol hebben ondertekend, "schone" energieprojecten in ontwikkelingslanden kunnen steunen als alternatief voor duurdere uitstootbeperkende maatregelen in eigen land. Het fonds is op dit moment 34 miljoen dollar waard en volgens de VN zal dat in 2012 tussen de 300 en 500 miljoen zijn.

Volgens het United Nations Development Programme, het ontwikkelingsprogramma van de VN, is tussen nu en 2015 86 miljard dollar nodig om de armste landen te helpen zich aan te passen aan de klimaatverandering. Deze landen lopen de grootste risico's in verband met de klimaatveranderingen en daarom hebben ze hulp nodig teneinde een "mondiale apartheid" te voorkomen.

Vlaamse steden krijgen uitstel voor EU-normen luchtkwaliteit

11/12/2007 | Bron(nen): Belga

Vlaamse steden en gemeenten kunnen tot circa eind 2011, begin 2012 uitstel krijgen om de Europese normen over de concentratie grove stofdeeltjes in de lucht (PM10) te bereiken. Dat heeft het Europees Parlement dinsdag in Straatsburg beslist. De steden moeten wel aantonen dat ze alles in het werk stellen om de luchtkwaliteit te verbeteren.

Met deze uitzondering tonen de Europarlementsleden begrip voor de specifieke moeilijkheden die sterk verstedelijkte en centraal gelegen regio's ondervinden om de normen te halen. Ze kampen niet alleen met een sterke concentratie aan verkeer en industrie, maar hebben vaak ook te maken met vervuiling uit nabijgelegen landen. Nagenoeg elke lidstaat heeft volgens de Europese Commissie een regio die de sinds 2005 geldende normen niet haalt.

De normen blijven niettemin behouden. De Europese Commissie zal echter in de eerste drie jaar na de inwerkingtreding van de nieuwe richtlijn -vermoedelijk eind volgend jaar of begin 2009- geen actie ondernemen tegen de lidstaten van de betrokken regio's, op voorwaarde dat die regio's alle relevante Europese wetten netjes toepassen en ook andere noodzakelijke maatregelen nemen.

Voor België en zijn gewesten is deze Europese flexibiliteit van groot belang. Volgens Europarlementslid Frieda Brepoels (N-VA) wordt met dit voorstel vermeden dat "één lidstaat of regio disproportioneel strenge normen krijgt opgelegd en concurrentienadelen ondervindt". De milieuorganisatie EEB reageert echter ontstemd. Ze wijst erop dat het EP nog langere overgangsperiodes heeft verdedigd. "Maar zelfs met een uitstel van drie jaar bestaat het risico op een blanco cheque voor vervuilers", vreest de organisatie.

Het uitstel maakt deel uit van een compromis dat het Europees Parlement en de lidstaten eind vorige maand bereikten. Het compromis legt de grens voor de concentratie PM10 op 40 microgram per kubieke meter. De concentratie mag 35 keer per jaar stijgen tot 50 microgram per kubieke meter. Het EP had zich eerder uitgesproken voor strengere normen, maar die overleefden de onderhandelingen met de lidstaten niet.

Wel bedong het EP dat er voor het eerst bindende Europese normen komen voor fijne stofdeeltjes (PM2,5). Vanaf 2015 mag de concentratie PM2,5 niet meer dan 25 microgram per kubieke meter bedragen. Het EEB stelt echter dat de lidstaten deze norm heel makkelijk kunnen halen en dat deze doelstelling niet tot een vermindering van de vervuiling zal leiden. De Wereldgezondheidsorganisatie WHO raadt immers een norm van 10 microgram per kubieke meter aan. Ook het EP had oorspronkelijk een meer ambitieuze doelstelling voor ogen (20 microgram).

Het zijn vooral deze fijne stofdeeltjes die de gezondheidssector dezer dagen zorgen baren. Ze bevatten immers vervuilende stoffen, zoals zware metalen en dioxines, en dringen diep door in de longen en de bloedbanen. Dit leidt niet enkel tot honderdduizenden vroegtijdige overlijdens per jaar, maar ook tot een verhoogde kans op astma en bronchitis.

Milieudefensie verwerpt plan duurzame biobrandstof

10/12/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht


De Europese Unie is niet van plan om het gebruik van biobrandstoffen duurzamer te maken. De voorliggende plannen hebben negatieve gevolgen voor het milieu en kunnen ook tot problemen leiden bij de lokale bevolking in productielanden. Dat stelt de Nederlandse vereniging Milieudefensie die een voorstel van de EU-Commissie over het gebruik van hernieuwbare energie op haar website heeft gepubliceerd.

Milieudefensie merkt op dat in het voorstel geen eisen gesteld worden ten aanzien van het behoud van de bodem-, water- en grondkwaliteit in productielanden. Ook conflicten over landrechten van de lokale bevolking worden met de plannen niet voorkomen. "Europa heeft een bijmengplicht voor biobrandstof ingesteld van 10 procent op voorwaarde dat deze duurzaam geproduceerd zou kunnen worden. Dat is met dit voorstel duidelijk niet het geval. Als de Commissie niet met betere voorstellen komt, moeten de lidstaten geen gehoor geven aan de bijmengplicht", aldus campagneleidster Anne van Schaik.

Meer informatie: Proposal for a directive on the promotion of the use of renewable energy sources (pdf)

Oxfam wil meer klimaatsteun voor ontwikkelingslanden

05/12/2007 | Bron(nen): Belga, Vilt-nieuwsoverzicht

Om de ontwikkelingslanden voor de ergste gevolgen van de klimaatsverandering te behoeden, is volgens een onderzoek van Oxfam jaarlijks minstens 50 miljard dollar nodig. Eén tot twee miljard dollar zijn nodig voor alleen maar de dringendste behoeften van de armste landen, zei de auteur van de studie, Charlotte Sterrett, op de wereldklimaatconferentie in Nusa Dua op Bali.

Ze hekelde de karige financiering van de aanpassingsmaatregelen voor de slachtoffers van de klimaatsverandering, die overwegend in ontwikkelingslanden leven. Voor het in 2002 onder de klimaatconventie zelf opgerichte 'Fonds voor de armste landen' is nog maar 163 miljoen dollar toegezegd, en tot op heden slechts 67 miljoen dollar daadwerkelijk gestort. "Dat is minder dan wat de Amerikanen jaarlijks uitgeven aan zonnebrandcrème", zei Sterrett.

De armsten in de ontwikkelingslanden betaalden tot hiertoe al een hoge prijs voor de klimaatverandering, aldus Oxfam. In regio's als Niger zijn oogsten en drinkwatervoorraden teruggelopen. Op de eilandengroep Tuvalu in de Stille Oceaan stuwen hevige winden het zeewater steeds hoger en overstromen huizen. In Bolivia worden vele hectare landbouwoppervlakten door steeds grotere bosbranden vernietigd. Het tot nu toe beschikbaar gestelde geld is een belediging voor de getroffenen, zei Sterrett.

"De mensen die het minst met de klimaatverandering te maken hebben, worden het hardst getroffen". Een van de onderwerpen op de wereldklimaatconferentie is de beschikbaarstelling van een nieuw fonds voor de financiering van aanpassingsmaatregelen.

Verzurende emissie nagenoeg gehalveerd sinds 1990

05/12/2007 | Bron(nen): Belga, Vilt-nieuwsoverzicht

Uit de jaarrapporten van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) over de luchtkwaliteit in Vlaanderen blijkt dat er in Vlaanderen elk jaar minder vervuilende stoffen in de lucht geloosd worden. De luchtkwaliteit is vandaag veel beter dan begin jaren negentig. In 2006 werden in Vlaanderen alle actuele Europese luchtkwaliteitsnormen, behalve die voor fijn stof, gerespecteerd.

"Voor een aantal stoffen is de verbetering spectaculair, voor andere is ze niet evenredig aan de verminderde uitstoot in Vlaanderen", luidt het in een persbericht. Zo is in de periode van 1990 tot 2006 de uitstoot van koolstofmonoxide (CO) en dioxines respectievelijk met 41 procent en 92 procent gedaald. De verzurende emissie, verantwoordelijk voor de zogenaamde 'zure regen', is sinds 1990 met 47 procent afgenomen. Dat is vooral te danken aan de dalende uitstoot van zwaveldioxide (SO2) en ammoniak (NH3).

De emissies van fijn stof PM10 en PM2,5 daalden in 2006 respectievelijk tot 64 procent en 58 procent van het niveau in 1995. Sinds 1990 daalde de uitstoot van ozonvormende stoffen met 34 procent. Die uitstoot, voornamelijk door verkeer en industrie, draagt bij tot de overschrijding van de ozondrempels op warme zomerdagen. De ozonafbrekende emissies, die verantwoordelijk zijn voor het zogenaamde gat in de ozonlaag, zijn sinds 1995 ten gevolge van aanpassingen aan de reglementering met maar liefst 75 procent afgenomen, zo blijkt.

De verminderde uitstoot van de voorbije jaren is vooral te danken aan de overschakeling naar aardgas, het afgenomen steenkoolverbruik, het gebruik van fossiele brandstoffen met lager zwavelgehalte, de economische toestand, schommelingen in de productiecapaciteit en uiteraard ook de invoering van reductiemaatregelen. De broeikasgasemissies zijn gedaald tot 95 procent van de emissies in 1990. Daarmee zakt Vlaanderen volgens de VMM voor het eerst beduidend onder het referentieniveau. In 2006 leverde het verkeer (21 procent) de belangrijkste bijdrage tot de uitstoot van broeikasgassen. Andere belangrijke bronnen waren het brandstofverbruik door de industrie (19 procent), de gebouwenverwarming (17 procent) en de elektriciteitscentrales (16 procent).

De sectoren die het meest bijdroegen tot de reductie van de broeikasgassen zijn de elektrochemie, de elektriciteitscentrales en de salpeterzuurproductie. Vlaams minister van Leefmilieu en Natuur Hilde Crevits laat in een reactie weten tevreden te zijn over de betere luchtkwaliteit en wijt de goede resultaten aan "een doorgedreven beleid en inspanningen van de bevolking, de overheid, de industrie en de landbouw". Crevits stelt wel dat verdere gerichte inspanningen nodig zijn. "Nu maken we werk van de sanering van de diffuse bronnen van luchtverontreiniging. Dat is een complexe zaak, maar met een gerichte aanpak gekaderd in een Europees perspectief zullen we ook daar in slagen",besluit de minister.(KS)

05 december 2007

"Gebrekkige marktwering leidt tot te hoge elektriciteitsprijs"

05/12/2007 | Bron(nen): Belga

De Belgische industrie heeft zwaar te leiden onder de stijgende elektriciteitskosten. Dat stellen Fedustria, de beroepsorganisatie van Belgisch textiel-, hout en meubelfabrikanten, en essenscia, de Belgische federatie van de chemische industrie en life sciences, woensdag in een persbericht. De hoge elektriciteitsprijzen zijn volgens beide organisaties te wijten aan een gebrekkige marktwerking.

Heel wat bedrijven worden naar aanleiding van nieuwe contractonderhandelingen geconfronteerd met prijsstijgingen van 30 procent en meer, klinkt het. Door de sterke internationale concurrentie die de chemie-, textiel-, hout- en meubelbedrijven ondervinden, kunnen die prijsstijgingen echter nauwelijks aan de klant worden doorgerekend.

De hoge elektriciteitsprijzen zijn volgens beide organisaties te wijten aan een gebrekkige marktwerking. De positie van Electrabel blijft "té dominant", stellen Fedustria en essenscia. "Het overgrote deel van het productiepark is nog steeds in handen van Electrabel. De groep kan zo makkelijk de prijs sturen, waardoor deze geenszins een reflectie is van de werkelijke (marginale) productiekost", luidt het.

Verder laken beide sectororganisaties het gebrek aan importcapaciteit van elektriciteit uit Frankrijk of Duitsland en het gebrek aan transparantie op de elektriciteitsbeurs Endex. Gezien er volgend jaar ook forse stijgingen van de distributietarieven aangekondigd worden, roepen Fedustria en essenscia op tot actie van de regering.

"De energieregulator (CREG) moet opnieuw de bevoegdheid terugkrijgen om de volle controle over deze tarieven te kunnen uitoefenen", luidt het. Bovendien moet er dringend werk gemaakt worden van een betere marktwerking. "De nieuwe federale regering moet van de dure Belgische elektriciteitsprijzen, die bij de hoogste in Europa zijn, één van de prioritaire acties maken", besluiten beide organisaties.

Belastingvermindering passiefhuizen

4/12/2007 | Bron(nen): Passiefhuisplatform

Zoals eerder gemeld keurden senaat en kamer het wetsvoorstel 'tot herstel van artikel 117 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, met het oog op de promotie van passiefhuizen middels een "groene-hypotheeklening"' eenparig goed.

De wet maakt een jaarlijkse fiscale aftrek mogelijk voor bouwers van passiefhuizen. Het voorstel kwam er op initiatief van de sp.a-senator Bart Martens en werd ingediend samen met senatoren van de andere meerderheidspartijen.

Het voorstel omvat een aftrek van de belastingen ten belope van 600 euro en wordt toegevoegd aan het rijtje maatregelen voor energiezuinige investeringen. Op die manier is de aftrek niet afhankelijk van het nemen van een hypotheeklening en worden ook eigenaars van meerdere woningen gestimuleerd om het zeer energiezuinige passiefhuisconcept toe te passen.

Het voorstel werd nog aangepast zodat men de voorgestelde 600 euro + indexatie (samen 780 euro) integraal van de belastingen aftrekken i.p.v. in mindering te brengen van het inkomen. Over de volledige duur van 10 jaar betekent dit dus een belastingvermindering van 7.800 euro.

De vastlegging van de modaliteiten voor het bekomen van deze vermindering heeft hinder ondervonden van de aanslepende regeringsvorming. Deze maatregel wordt immers niet aanzien als lopende zaken. Voor inkomstenjaar 2007 - aanslagjaar 2008 zal de belastingvermindering toegekend worden op basis van het passiefhuis-certificaat van Passiefhuis-Platform en Plateforme Maison Passive. Alle certificaten die door deze twee organisaties uitgereikt werden vóór 31/12/2007 (ook in de vorige jaren) zijn geldig.

Deze maatregel onderscheidt zich ondermeer door het feit dat de belastingaftrek jaarlijks kan gebeuren en dit over een totale termijn van 10 jaar. Met die jaarlijkse tegemoetkoming zal de maatregel wellicht heel wat particuliere bouwers over de streep trekken om te kiezen voor het passiefhuisconcept en zal marktverbreding in de hand gewerkt worden.

Onroerende voorheffing vanaf 2009 verlaagd voor passiefhuizen

5/12/2007 | Bron(nen): Passiefhuisplatform

De Vlaamse regering besliste om vanaf 2009 een verlaging van de onroerende voorheffing in te voeren voor lage energie en zeer lage energiewoningen en ook voor lage energie niet residentiële gebouwen.

Deze intentie houdt in dat gedurende 10 jaar een vermindering van 20% voor lage energie gebouwen voorzien wordt en zelfs 40% voor zeer lage energiegebouwen, waartoe de passiefhuizen behoren.

De Vlaamse regering opteerde om de definitie 'lage energie' en 'zeer lage energie' te koppelen aan het E-peil. Zo zullen lage energiewoningen wellicht een E-peil E60 of lager hebben, niet-residentiële gebouwen E70. Zeer lage energiewoningen worden dan gekoppeld aan een E-peil E40 of lager, zeer lage niet-residentiële gebouwen aan E55. De exacte modaliteiten moeten nog bepaald worden.

Voor wie een gebouw in de passiefhuisstandaard opricht, zal er vanaf 2009 dus opnieuw een financieel voordeel bijkomen. De meerprijs voor passiefhuizen slinkt opnieuw.

Greenpeace laakt 'groene' profilering van Autosalon

04/12/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht, Belga

De 86ste editie van het Autosalon van Brussel, die van 17 tot en met 27 januari loopt, krijgt als thema milieu. Volgens milieuorganisatie Greenpeace gaat het om een "opportunistische" keuze. "Ook al wordt het milieu het centrale thema van het Autosalon, toch zit het merendeel van de auto's die in de Heizelpaleizen gepromoot worden ver boven de EU-doelstellingen wat CO2 betreft", zo luidt het. De organisatie stelt naar eigen zeggen vast dat het vooral om een groen likje verf gaat, dat niets aan de milieuvervuilende business-as-usual verandert.

Greenpeace stelt ook dat een grootschalige productie van energiegewassen, die nodig zou zijn om een aanzienlijk deel van onze auto's op biobrandstoffen te laten rijden, meer milieuschade zou aanrichten dan dat ze milieuwinst zou opleveren. "Massale ontbossing, intensieve industriële landbouw en ook nefaste sociale gevolgen zijn maar een paar voorbeelden van de keerzijde van de medaille", aldus de milieuorganisatie, die bezoekers van het salon oproept om zich "niet te laten misleiden door de groene verpakking van het autosalon".

13 procent hernieuwbare energie tegen 2020?

04/12/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsovericht Belga

De Europese Commissie wil dat het aandeel aan hernieuwbare energie in België vanaf nu tot in 2020 stijgt van 2 tot 13 procent. Dat zou ons land een flinke bom geld kunnen kosten, zegt een Belgische bron. In maart beslisten de 27 Europese regeringsleiders om de toename van het aandeel van de hernieuwbare energiebronnen in de totale Europese energieconsumptie van de huidige 8 procent op te trekken tot 20 procent in 2020.

In dat kader werd een Belgische delegatie vorige week ontvangen, waarbij een methode uit de doeken werd gedaan hoe de inspanningen tussen de lidstaten kunnen verdeeld worden. Volgens het meest aangehaalde scenario zou de Europese Commissie de lidstaten een minimale stijging opleggen van 5,75 pct. Daarbij zou jaarlijks een bijkomende stijging opgelegd worden, berekend in functie van het BBP per inwoner van elke lidstaat.

Die berekingsmethode voorziet dat de rijkste Europese landen meer ambitieuze doelstellingen opgelegd krijgen dan de recent toegetreden lidstaten, die over minder financiële middelen beschikken. "Die berekeningsmethode is niet gunstig voor België. Dat kan ons een bom geld kosten", zegt een bron. Volgens de huidige plannen van de Commissie moet het aandeel van België tegen 2020 stijgen tot 13 procent, tegenover 2 pct in 2005. "Het risico bestaat dat wij moeten meebetalen voor de ontwikkeling van hernieuwbare energie van bijvoorbeeld Polen en Portugal", aldus de bron.

Naar aanleiding van de volgende Europese top op 14 december zou de Belgische premier Guy Verhofstadt een onderhoud moeten hebben over de kwestie met de voorzitter van de Europese Commissie José Manuel Barroso.

Eon vindt 'droomlocatie' voor kolencentrale in Antwerpen

29/11/2007 | Bron(nen): Electabel Grootzakelijk Mailing

"Een droomlocatie", zo beschrijft Eon-woordvoerder Evert van Wijk het stukje grond in de Antwerpse haven waar het Duitse energiebedrijf een kolencentrale wil gaan bouwen. De 1.100 MW aan steenkool ontrokken vermogen zal worden gerealiseerd tegen een verwachte investering van EUR 1,5 mrd. In 2009 hoopt Eon Kraftwerke, de Eon-dochter die de centrale gaat bouwen, het vergunningentraject dat donderdag werd gestart succesvol te hebben doorlopen. In 2014 kan de centrale dan commercieel worden opgestart.

Eon voorziet naar eigen zeggen met de centrale in 8% van de Belgische vraag. Dat is volgens Eon "in overeenstemming met het voornemen" om de "positie op de Belgische energiemarkt aanzienlijk te versterken". Tot nu toe waren Eons schreden in België van bescheiden formaat, het marktaandeel van Eon lag volgens de Belgische toezichthouders in 2006 onder de 2%. Eons topman Wulf Bernotat deed niet zijn best dat beeld van bescheiden speler te wijzigen. Maar de bouw van 's lands grootste kolencentrale is niet meer bescheiden te noemen. De Duitsers worden in één klap derde producent van België, na Electrabel en SPE Luminus.

Ruim een jaar geleden werd door Eon in Beringen in Belgisch-limburg een stuk land van 20 hectare gekocht van Electrabel. Daarop zou een centrale van 1.100 MW moeten verrijzen, zo was het plan. Maar toen kwam de locatie in Antwerpen in beeld. De lofzang die Van Wijk houdt over de locatie op het grondgebied van Bayer, een Duits conglomeraat actief in de medische, agrarische en technische sector, legt meteen de zwakke plekken bloot van de locatie Beringen. Antwerpen heeft diep water, waar de steenkoolschepen zo kunnen lossen. Met dat water kan de centrale ook gekoeld worden. Koeling uit rivier of kanaal wordt met de aanstaande klimaatverandering steeds minder vanzelfsprekend, Maas en Rijn zouden wel eens regenrivieren kunnen worden.

En in Antwerpen, waar Eon eerder samen met Electrabel twee WKK's is gaan bouwen, zitten klanten. Grote klanten, zoals Bayer zelf. Volgens Van Wijk is op die manier zelfs het balletje gaan rollen: het verkoopteam van Eon België legde contact met Bayer om het bedrijf als klant te werven. Tijdens die gesprekken kwam dat braakliggende stukje grond ter sprake. Met die "droomlocatie" wist Eon wel raad.

De vergunningenprocedure startte donderdag met de kennisgeving van de milieu-effectrapportage (Mer). In de Vlaamse krant De Tijd zegt Eon Kraftwerke-directeur Ingo Luge dat traject met vertrouwen tegemoet te zien. Er zou al overleg zijn geweest met de Belgische overheden, die positief zouden zijn. Dat is niet ondenkbaar: deze zomer uitte de federale toezichthouder Creg haar zorgen over de nakende stroomtekorten in België.

Maar België kampt ook met een tekort aan emissierechten. Het land probeerde vergeefs om meer emissierechten toegekend te krijgen van de Europese Commissie. De industrie komt nu in elk geval tot 2012 in de knel. Hoewel de kolencentrale van Eon pas na die tijd operationeel zal worden, is de CO2-uitstoot niet welkom.

Maar daar hebben kolencentralebouwers altijd een mooi antwoord op. Een nieuwe, moderne steenkolencentrale is namelijk heel erg goed voor het milieu, vertelt ook Evert van Wijk aan Energeia. Met een rendement van 46% stoot de centrale tot 25% minder CO2 uit ten opzichte van het huidige Belgische kolenpark, en dat is allemaal nog los van CO2-opslag en nuttig restwarmtegebruik. Als de nieuwe centrale die oude ook nog eens verdringt, vaart het milieu er toch wel bij? Dat die oude centrales niet van Eon zijn, en Eon dus ook niet kan uitmaken of die centrales sluiten of niet, daar wordt even overheen gestapt.

Het nieuws werd donderdag slecht ontvangen door milieu-organisaties en groene (politieke) partijen. Groen!, tegen perbureau Belga: "Dit is een bijzonder slecht plan. Kolencentrales zijn een technologie van het verleden. Propere kolencentrales bestaan niet." Greenpeace noemde tegen datzelfde persbureau de komst van de centrale "een klap in het gezicht van het milieu".

28 november 2007

Recht op schone lucht

26/11/2007 | Bron(nen): ICCO, iNSnet

Iedere wereldburger heeft recht op schone lucht. De Verenigde Naties moeten dit vastleggen tijdens de klimaattop in Bali begin december, waar aan het klimaatbeleid voor de toekomst wordt gewerkt. Dat zegt ontwikkelingsorganisatie ICCO in het rapport 'Voorstellen voor een rechtvaardig klimaatbeleid' dat onlangs is verschenen.

Volgens ICCO is er amper oog voor de belangen van ontwikkelingslanden als het gaat om klimaat. Zij zijn de dupe van klimaatverandering, die vooral wordt veroorzaakt door de te grote voet waarop Westerse landen leven, aldus ICCO.

Het rapport geeft aan dat klimaatverandering op drie manieren moet worden aangepakt: vermindering van het eigen energiegebruik; vervanging van fossiele brandstoffen door schone energie uit bijvoorbeeld wind of water en het bieden van financiële compensatie aan landen en bevolkingsgroepen die de minste veroorzakers zijn van de opwarming van de aarde, maar wel het meest te lijden hebben.

Klimaatverandering is bij uitstek een ontwikkelingsvraagstuk, zegt ICCO. We gaan er volgens de ontwikkelingsorganisatie te veel aan voorbij dat een veranderend klimaat voor ontwikkelingslanden al dagelijkse realiteit is; droge gebieden drogen verder uit, kleine eilanden verdwijnen en lage gebieden overstromen. Ontwikkelde landen belasten de atmosfeer te veel en dragen daardoor veel meer bij aan klimaatverandering dan ontwikkelingslanden.

ICCO-directeur Jack van Ham: “Al jaren ligt de CO2-uitstoot in geïndustrialiseerde landen ver boven de toelaatbare grens van ongeveer 2 ton CO2-uitstoot per wereldburger. Per Nederlander is de uitstoot maar liefst 11 ton per jaar, terwijl in Mozambique de uitstoot op 0,1 ton ligt. Een nieuw klimaatverdrag moet hier oog voor hebben en het principe van de vervuiler betaalt moet voorop staan.”

'Voorstellen voor een rechtvaardig klimaatbeleid' is gebaseerd op een onderzoek dat ICCO liet uitvoeren door de Vrije Universiteit. Doel van het onderzoek was te bekijken hoe een post-Kyotoprotocol zo rechtvaardig mogelijk kan worden vormgegeven. Van Ham: “Met rechtvaardig bedoelt ICCO dat ieder mens gelijke rechten heeft op duurzame ontwikkeling en dat alle wereldbewoners gelijke rechten hebben op het duurzaam gebruik van de atmosfeer en schone lucht.”

Klimaatverandering funest voor ontwikkelingslanden

27/11/2007 | Bron(nen): ANP,

Het lot van de armsten der armen als dé slachtoffers van klimaatverandering, moet centraal staan op de aanstaande VN-klimaattop op Bali. Deze niet mis te verstane boodschap geeft de VN-ontwikkelingsorganisatie UNDP af in haar dinsdag verschenen jaarlijkse rapport.

De opstellers van het rapport geven aan welke bedreigingen het veranderende klimaat vormt voor honderden miljoenen Derde Wereldbewoners. De wereld beweegt zich volgens hen naar een keerpunt.

Waterstress
Het gevaar daarvan is dat de armste landen en hun bevolkingen "in een neerwaartse spiraal terechtkomen waaruit geen ontsnapping meer mogelijk is". Ondervoeding, waterschaarste, milieurampen en verlies van middelen van bestaan staat hen te wachten. Het rapport voorziet bijvoorbeeld het fenomeen van "waterstress" waaronder rond het jaar 2080 1,8 miljard Aziaten te lijden zullen hebben.

"De hele mensheid wordt uiteindelijk bedreigd, maar de armen, zij die part noch deel hebben aan het probleem, betalen de zwaarste rekening", stelt UNDP-topman Kemal Dervis.

Hij en zijn mensen kijken daarom uit naar de top op Bali. Vanaf maandag zullen daar eerst ambtenaren en vervolgens ministers zaken moeten doen om de verdere opwarming van de aarde af te remmen.

Solidariteit
Minister Bert Koenders van Ontwikkelingssamenwerking is een van hen. Hij kreeg in Den Haag een exemplaar van het rapport overhandigd. De titel ervan luidt: "Bestrijden van klimaatverandering. Menselijke solidariteit in een verdeelde wereld."

De rijke landen moeten volgens de UNDP in Indonesië leiderschap tonen. Hun uitstoot van broeikasgassen moet verder terug en in 2050 80 procent lager liggen dan in 1990, via een mix van maatregelen.

Gevolgen
"Als de mensen in ontwikkelingslanden net zoveel CO2 hadden uitgestoten als mensen in Noord-Amerika, dan hadden we de atmosfeer van negen planeten nodig gehad om de gevolgen op te vangen", aldus hoofdauteur Kevin Watkins.

Maar ook grote ontwikkelingslanden, tot nu toe vrijgesteld van emissieverplichtingen, zullen een bijdrage moeten leveren. Tot 2020 mogen zij zich nog verder ontwikkelen maar daarna moeten zij in hun CO2-uitstoot met 20 procent terug in 2050, als het aan de UNDP ligt.

Kous
Daarmee is de kous nog niet af. Aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering mag evenmin verwaarloosd worden. Maar opnieuw is er een kloof tussen arm en rijk. In de rijke landen wordt volop geïnvesteerd. "In ontwikkelingslanden moeten de mensen het zelf maar uitzoeken, willen ze niet kopje onder gaan", aldus de bekende Zuid-Afrikaanse aartsbisschop Desmond Tutu in het rapport.

Milieu-activisten proberen boom te planten op Brusselse Grote Markt

28/11/2007 | Bron(nen): Belga

Zo'n dertigtal actievoerders van de Nederlandse vereniging Milieudefensie en de Vlaamse zusterorganisatie Friends of the Earth Vlaanderen hebben woensdagochtend op verschillende plaatsen in Brussel illegaal een boom proberen te planten. Omdat ze daarvoor op de Grote Markt probeerden een klinker uit de grond te rukken, pakte de politie één van de actievoersters op.

Ook aan het Atomium, in de pisbak van Manneken Pis en aan de gebouwen van de Europese Commissie plantten de actievoerders symbolisch een vijf meter hoge boom. Ze protesteren hiermee tegen de import van 'fout hout' in de Europese Unie en vragen strengere regels tegen hout dat illegaal gekapt wordt.

"Jaarlijks wordt nog steeds 13 miljoen hectare bos gekapt. Geschat wordt dat de helft van de Europese houtimport uit risicogebieden illegaal is gekapt. Als we nu geen vergaande wetgeving invoeren op Europees niveau, zullen de laatste oerbossen verdwijnen", zegt Anne van Schaik, campagneleider van Milieudefensie, woensdag.

De vereniging wijst er ook op dat de EU in 2003 het 'Forest Law Enforcement Governance and Trade Action Plan' (FLEGT) lanceerde, een actieplan om illegale kap en handel tegen te gaan. "De Europese Commissie begon met het afsluiten van Vrijwillige Partnerschaps Overeenkomsten (VPA's) met belangrijke producentenlanden Ghana, Maleisië, Indonesië en Kameroen. Maar deze overeenkomsten zullen slechts een klein deel van de houthandel beslaan", klinkt het.

Volgens de actievoerders is er een aanvullende wetgeving nodig om de import van illegaal hout in de EU tegen te gaan. "Om onze actie kracht bij te zetten, hebben we woensdagmorgen aan Europees Commissaris voor Milieu Stavros Dimas een boompje overhandigd", zegt Schaik. "Hij deelt onze bezorgdheid en heeft ons vriendelijk ontvangen naast onze vers geplante boom", aldus nog van Schaik.

Uitgelekt document: CO2-opslag onderdeel van emissiehandel

19/11/2007 | Bron(nen): Electrabel Grootzakelijk Mailing

CO2-afvang en -opslag wordt onderdeel van het Europese systeem van emissiehandel. CO2 die dankzij CCS (carbon capture and storage) niet in de atmosfeer wordt ingeblazen, worden beschouwd als niet uitgestoten. Dat staat in een conceptvoorstel van de Europese Commissie waar de website Euractiv.com uit citeert.

De Europese Commissie publiceert in januari een richtlijn voor CCS waarin onder andere de veiligheidseisen, aansprakelijkheid en technologie aan de orde komen. Daarin zou CO2-opslag dus onderdeel uitmaken van het emissiehandelssysteem.

De Europese Commissie zoekt wel naar "aanvullende maatregelen die mogelijk nodig zijn om de momenteel ongunstige economie van CSS aan te pakken", aldus energiewoordvoerder Ferran Tarradellas van de Europese Commissie tegen Euractiv.

Het document gaat ook in op de eisen en voorwaarden die aan CCS gesteld gaan worden en de verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de nationale regeringen en die van de Europese Commissie in Brussel.

In grote lijnen wordt CO2-opslag beschouwd volgens dezelfde richtlijnen als gastransport en -opslag "omdat er geen verschil in gevaar bestaat tussen CCS en andere activiteiten die al gereguleerd zijn (zoals aardgaspijpleidingen)".

De Europese Commissie stelt in het document, waarschijnlijk tot teleurstelling van verschillende milieubewegingen, geen datum vast waarop CCS verplicht wordt gesteld voor nieuwe kolen- en/of gascentrales omdat de technologie "nog niet volwassen genoeg is om op te kunnen leggen", aldus het document.

Belpex gaat volwaardige intraday-markt en groencertificatenmarkt opzetten

21/11/2007 | Bron(nen): Electrabel Grootzakelijk Mailing

Marktpartijen kunnen binnenkort intraday in elektriciteit handelen tussen Nederland en België. Belpex gaat in 2008 zorgen dat dit mogelijk wordt. Nu al is het mogelijk om tussen Frankrijk en België intraday te handelen.

Belpex zet de stap tot de creatie van een volwaardige intraday-markt na hierdoor gevraagd te zijn door handelspartijen. "We zien dat de faciliteit aan de Frans-Belgische grens wordt gebruikt", zo zegt Belpex-woordvoerder Erik De Leye tegen Energeia.

De Belgische energiebeurs wil komend jaar verder een platform voor de handel in groencertificaten openen. Groencertificaten (garanties van oorsprong) zijn bewijzen dat elektriciteit duurzaam is opgewekt. Partijen die deze certificaten kopen, kunnen hiermee niet-duurzaam opgewekte stroom 'vergroenen'.

In België is de handel in groencertificaten weinig transparant, zo zegt De Leye. Elia is wettelijk verplicht een quotum op te kopen via een veiling, waarna de netbeheerder de veilingprijzen op zijn website publiceert, maar daar blijft het dan ook bij.

Belpex kondigt de bovenstaande plannen aan omdat het precies één jaar bestaat. Nu nog is Belpex uitsluitend een day ahead-beurs. In het afgelopen jaar heeft Belpex volgens eigen opgave gemiddeld 19.311 MW aan elektriciteit per dag verhandeld; equivalent aan 8% van de binnenlandse stroomconsumptie. De gemiddelde prijs was EUR 39,12 per MWh; wat licht onder de Nederlandse en licht boven de gemiddelde Franse day ahead-prijzen is.

Sinds 26 november 2006 zijn de day ahead-beurzen Belpex (België), Powernext (Frankrijk) en APX (Nederland) aan elkaar gekoppeld. In 60,4% van de tijd waren de dagvooruitprijzen in de drie landen gelijk. Belgische en Franse prijzen waren 85,3% van de tijd gelijk, Belgische en Nederlandse prijzen 72,5% van de tijd. Simultane congestie op de twee grenzen was er in de resterende 2,6% van de tijd.

Vito start seismisch onderzoek ondergrondse aardgasopslag in Kinrooi

22/11/2007 | Bron(nen): Electrabel Grootzakelijk Mailing

Het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (Vito) in Mol is donderdag een seismisch onderzoek gestart in de gemeente Kinrooi om na te gaan of de ondergrond in de Limburgse Kempen geschikt is voor toekomstige ondergrondse aardgasopslag. De ondergrondse structuur van de bodem wordt met behulp van een zogenaamde trilwagen van 25 ton in kaart gebracht. De wagen brengt om de veertig meter trillingen voort.

Vito onderzoekt in opdracht van aardgasnetbeheerder Fluxys de mogelijkheden voor ondergrondse gasopslag in de Limburgse Kempen. Eerder onderzoek wees al uit dat de kans om nieuwe opslagmogelijkheden in de ondergrond te ontdekken het grootst is in het noordoosten van de provincie Limburg. Het gebied heeft een oppervlakte van 15.000 hectare en strekt zich uit over de gemeenten Bree, Dilsen-Stokkem, Kinrooi en Maaseik.

Indien de metingen uitwijzen dat de ondergrond geschikt blijkt voor gasopslag, betaalt de Limburgse Reconversiemaatschappij LRM 30% van de onderzoekskosten, in ruil voor 30% van de latere opbrengst. In Loenhout in de Antwerpse Kempen slaat Fluxys al 20 jaar aardgas in de ondergrond op. Eerder dit jaar werd ook al onderzocht of Poederlee, eveneens in de Antwerpse Kempen, een geschikte ondergrond had voor aardgasopslag.

Volgens Fluxys is bijkomende opslagcapaciteit nodig om aardgasgebruikers ook in piekperioden van aardgas te kunnen voorzien. Uit eerdere, zij het beperkte, gegevens blijkt dat in de Limburgse Kempen een aantal poreuze zandsteenpakketten voorkomen, die volgens de verwachtingen over de juiste eigenschappen voor ondergrondse aardgasopslag beschikken.

Maar omdat het nog niet duidelijk is of de ondergrond de juiste structuur heeft om het gas ingesloten te houden en ook de omvang van de opslagcapaciteit nog onbekend is, wordt nu dit seismisch onderzoek uitgevoerd. Vito heeft voor dit onderzoek een exploratievergunning van de federale overheid verkregen.

DTE kondigt grootschalig onderzoek aan naar kwaliteit van de distributienetten

23/11/2007 | Bron(nen): Electrabel Grootzakelijk Mailing

De DTE gaat een grootschalig onderzoek laten uitvoeren naar de staat van de Nederlandse distributienetten. Kwaliteit wordt het speerpunt van de toezichthouder in 2008. Dat kondigde DTE-directeur Peter Plug aan op het Nationaal Energieforum 2007.

Als aanleiding voor het onderzoek noemt de directeur "de steeds grotere aandacht die er bestaat voor kwaliteit en betrouwbaarheid". De DTE streeft volgens Plug drie zaken na: doelmatig, onafhankelijk en betrouwbaar netbeheer. Die eerste twee hebben in het verleden de meeste aandacht gehad, waarbij Plug verwees naar het winstenonderzoek en de rapportage over de splitsing. Nu is het volgens de toezichthouder tijd de nadruk op kwaliteit en betrouwbaarheid te leggen.

"Er is geen aanleiding om op korte termijn te twijfelen aan de kwaliteit van de netten", zei Plug woensdag in het Hilton Hotel in Amsterdam. Hij liet een staatje zien waaruit zou blijken dat Nederland op Letland na de betrouwbaarste stroomvoorziening heeft van Europa, en trok vervolgens openlijk de door de Letten zelf aanleverde prestaties van het land in twijfel.

Maar daarop liet hij volgen eigenlijk geen goed inzicht te hebben in de werkelijke staat van de netten. Bedrijven kunnen wel zeggen dat alles in orde is, maar hoe het echt met de kwaliteit van de netten staat, "wie het weet mag het zeggen", aldus Plug. Tegenover Energeia nuanceerde Plug die opmerking: "Kwaliteit is niet een blinde vlek" voor de DTE. Maar hij sluit niet uit dat de staat van de netten anders -dus slechter- is dan de toezichthouder nu weet.

Maar er is nog een tweede reden voor het onderzoek: de aanstaande splitsing. De Maastrichtse hoogleraar openbare financiën Hans van Mierlo waarschuwde op het congres al dat de implementatie van de Wet onafhankelijk netbeheer de achilleshiel van het overheidsbeleid is, met name vanwege de ingewikkelde waardebepaling van de netten.

Een praktijkvoorbeeld van die problematiek is nu zichtbaar bij de overdracht van het beheer aan Tennet van de netten van 110 kV en hoger. De waardebepaling bemoeilijkt de onderhandelingen dusdanig dat Economische Zaken met arbitrage is gaan dreigen en de overdracht inmiddels al via een overgangsfase zal gaan plaatsvinden. Witte rook blijft vooralsnog uit.

De kwaliteit van de netten is een belangrijke parameter bij de waardebepaling, en de timing van het grootschalige onderzoek van de DTE kan hier ook niet los van worden gezien. Peter Plug bevestigt: "Alles hangt altijd met alles samen." De toezichthouder verwacht dat het onderzoek eind 2008 zal zijn afgerond.

Het onderzoek zal niet door de DTE zelf worden uitgevoerd, zegt Plug. Daarvoor ontbreekt het de toezichthouder aan mankracht. Het zal niet bij een boekenonderzoek blijven, ook de technische staat van de netten zal worden onderzocht. Plug verwacht dat het onderzoek dusdanig uitgebreid wordt, dat het Europees zal moeten worden aanbesteed. Wie het gaat uitvoeren is nu dus nog onbekend.

EU-voorstel: bijdrage aan duurzame energiedoelen verdelen naar welvaart

23/11/2007 | Bron(nen): Electrabel Grootzakelijk Mailing

De EU-landen moeten naar welvaart bijdragen aan het gemeenschappelijke doel van de Europese Unie om in 2020 20% duurzame energie op te wekken. Dat stelt de Europese Commissie in januari voor, zo zei een hoge ambtenaar donderdag in Brussel.

Dat betekent dat rijke landen meer hernieuwbare energie moeten produceren dan arme landen. Rijke landen mogen hun eigen quota aan hernieuwbare energie wel deels realiseren met projecten in andere landen. Luxemburg bijvoorbeeld kan maar zeer moeilijk hernieuwbare energie produceren, maar mag dan inkopen in landen met meer zon, zee of wind.

Het is de bedoeling dat alle EU-landen het aandeel hernieuwbare energie met 11,5% verhogen ten opzichte van de huidige waarden. De helft is voor iedereen gelijk, de andere helft wordt berekend via het nationaal inkomen.

Dat betekent dat rijke landen als Nederland en de Scandinavische landen flink aan de bak moeten. Zweden bijvoorbeeld haalt al 40% van zijn energie uit hernieuwbare bronnen, maar moet toch nog meer doen. Dat zou volgens de ambtenaar bijvoorbeeld kunnen door windmolens voor de kust van Griekenland te zetten.

23 november 2007

VN schetst plots optimistisch Kyoto-beeld

21/11/2007 | Bron(nen): Belga, Vilt-nieuwsoverzicht

Vermoedelijk gaan de doelstellingen die opgesomd staan in het Kyotoprotocol bereikt worden. Dat blijkt uit nieuwe gegevens die zijn vrijgegeven door de UNFCC, de United Nations Framework Convention on Climate Change. De organisatie publiceert haar gegevens over de uitstoot van broeikasgassen twee weken voor op het Indonesische Bali een internationale klimaatconferentie plaatsvindt. Deze conferentie moet een vervolg breien aan het Kyoto-protocol dat in 2012 afloopt.

De uitstoot van broeikasgassen door de industrielanden die het protocol van Kyoto hebben getekend en geratificeerd zal in 2012 mogelijk met 11 procent zijn gedaald in vergelijking met 1990, zo schetste UNFCC-secretaris Yvo de Boer een optimistisch milieubeeld. Goede leerlingen van de klas zijn een rist lidstaten van de Europese Unie, minder goede zijn "andere" industrielanden, aldus UNFCC.

Toch blijkt uit het rapport dat de uitstoot van broeikasgassen in de veertig industrielanden in 2005 een nieuwe recordhoogte had bereikt. "Nogmaals is het de uitstoot van de transportsector die het snelst stijgt", legt de VN uit. "De huidige tendens is zorgwekkend, maar de landen beginnen een beleid te voeren dat toelaat om de Kyotodoelstellingen te behalen", zei de Boer tijdens een persconferentie. "Kyoto heeft aangetoond dat het een efficiënt instrument is in de strijd tegen de opwarming van de aarde".

De voormalige Oostbloklanden krijgen een pluim van de VN-organisatie. In sommige landen zoals Estland en Letland is de uitstoot van broeikasgassen met respectievelijk 50 en 58 procent gedaald door de sluiting van talrijke fabrieken of elektriciteitscentrales uit het Sovjet-tijdperk. De Bond Beter Leefmilieu steekt een waarschuwende vinger op. "De daling van de uitstoot heeft eerder te maken met de economische situatie in de voormalige Oostbloklanden dan met het Kyoto-protocol", zegt Bram Claeys. Sinds die landen een economische heropleving kennen, zou hun gemiddelde emissie weer stijgen.

Claeys wijst er verder op dat de industrielanden geen spectaculaire daling van de uitstoot van broeikasgassen laten optekenen, en dat de daling werd veroorzaakt door de aankoop van emissierechten in het buitenland. Dat is volgens Claeys niet in lijn met het Kyoto-protocol. "Eerst moet de eigen uitstoot verminderen. De emissierechten zijn aanvullend", legt de beleidsmedewerker uit. Uit de nieuwe cijfers blijkt volgens Claeys dat België de volledige 100 procent van de doelstellingen van het Kyoto-protocol zal moeten halen uit die aankoop van emissierechten.

Verwacht wordt dat de uitstoot van broeikasgassen van België tegen 2012, wanneer het Kyoto-protocol afloopt, op ongeveer dezelfde hoogte zal eindigen als in 1990. Dat wil zeggen dat de emissies die volgens Kyoto op dat ogenblik nog met 7,5 pct moeten dalen, uit de aankoop van emissierechten moeten komen, aldus Claeys.

Het Kyoto-protocol slaagt er bovendien niet in om in het Zuiden een voldoende duurzame ontwikkeling te realiseren via het systeem van de emissierechten, luidt het verwijt van Claeys. Bond Beter Leefmilieu deelt de mening van de Boer wel als het over de mentaliteitswijziging gaat die het Kyoto-protocol heeft teweeggebracht. "Het heeft ertoe bijgedragen dat de uitstoot van broeikasgassen in de EU minder snel is gestegen dan bijvoorbeeld in de VS", weet Claeys.

Nieuwe records CO2-uitstoot, maar België kende daling (WMO)

23/11/2007 | Bron(nen): Belga

De concentratie aan het broeikasgas CO2 in de atmosfeer heeft vorig jaar zijn hoogste niveau ooit bereikt, met een mondiale stijging op jaarbasis van 0,53 procent, zo heeft de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) vrijdag bekendgemaakt. Onder een reeks landen die een daling bewerkstelligden, was er onder andere België met een vermindering van 1,3 procent.

De concentratie aan koolstofdioxide bedroeg vorig jaar 381,2 ppm (deeltjes per miljoen), tegen 379,2 ppm in 2005, aldus de weerkundige organisatie van de Verenigde Naties.

CO2 is een van de belangrijkste broeikasgassen die zorgen voor de opwarming van onze planeet. Een van de andere gassen, distikstofoxide (N2O), bereikte met een concentratie van 320,1 ppb (deeltjes per miljard) eveneens een nieuw record. De methaanconcentratie bleef zo goed als stabiel.

Tegen 2030 verdubbelt wereldwijde energievraag (IEA)

23/11/2007 | Bron(nen): Belga

Tegen 2030 zal de wereldwijde behoefte aan primaire energie toenemen met 55 procent. Vooral China en India stuwen de energievraag de hoogte in. Beide landen zullen volgens het Internationaal Energieagentschap (IEA) tegen 2030 hun invoer van ruwe olie verviervoudigen. Het IEA stelde vrijdag de World Energy Outlook 2007 in België voor. de studie was al eerder gepubliceerd.

Driekwart van de toenemende energiebehoefte tegen 2030 komt volgens het IEA op het conto van de ontwikkelingslanden. China en India nemen 45 procent van de toenemende vraag op zich. Rond 2010 zal China de grootste petroleumverbruiker ter wereld zijn.

De vraag naar primaire energie zal tussen 2005 en 2030 met 55 procent toenemen. Dat is een stijging van 1,8 procent per jaar. Naast fossiele brandstoffen is bijvoorbeeld ook kernenergie een bron van primaire energie.

Fossiele brandstoffen blijven evenwel de dominante brandstof. Vierentachtig procent van de voorspelde toenemende vraag komt op rekening van de fossiele brandstoffen. En dat spiegelt zich ook af op de prijs. Volgens het IEA zal tegen 2030 de prijs van een vat ruwe olie oplopen tot 108 dollar. Dat is 62 dollar meer dan nu.

Maar om aan de vraag in 2030 te voldoen, is volgens het Energieagentschap een enorme investering nodig. De organisatie berekent een kost van 22.000 miljard dollar in de periode tot 2030. Zonder die investering voor de modernisering van de installaties is volgens de organisatie een energiecrisis mogelijk, evenals verdere forse
prijsstijging.

Het aandeel van de Organisatie van Olie Exporterende Landen (OPEC) op de oliemarkt zal tegen 2030 toenemen van 42 tot 52 procent, op voorwaarde van voldoende investeringen. Indien de OPEC-landen in de toekomst onvoldoende produceren acht de IAE de kans op een olietekort mogelijk.

De vraag naar olie zal binnen 22 jaar stijgen tot 116 miljoen vaten per dag. In 2006 waren er dat 62 miljoen. De vraag naar petroleum stijgt zo met 37 procent. Volgens het IEA is dat te verklaren door een toename van het aantal wagens van meer dan 900 miljoen op heden tot 2,1 miljard in 2037.

De behoefte aan steenkool zal volgens het IEA spectaculair stijgen met 73 procent. Dat zou door de hoge olie- en gasprijzen komen.

16 november 2007

Schroders: speculeren op klimaatverandering goudmijn

15/11/2007 | Bron(nen): Klimaatnieuws.nl, ANP via Vroege Vogels

Investeerders moeten om lucratief te beleggen de komende jaren inspelen op de wereldwijde klimaatverandering. Ook doen ze er goed aan rekening te houden met de internationale demografische verschuivingen en de groei van opkomende economieën als China en India. Dat stelt de Britse vermogensbeheerder Schroders in Londen. Schroders beheert een vermogen van ruim 200 miljard euro en heeft eerder dit jaar een klimaatfonds gelanceerd. De vermogensbeheerder ziet de klimaatverandering als de aanjager voor een industriële transformatie wereldwijd. Op basis daarvan denkt de vermogensbeheerder dat dit een van de belangrijkste beleggingsthema's tot 2050 wordt.

Virginie Maisonneuve, hoofd internationale aandelen bij Schroders: "Het ontwikkelen en toepassen van technologie op problemen die veroorzaakt worden door de klimaatverandering is winstgevend en biedt concurrentievoordelen. Geen enkele economie wordt door klimaatverandering, zoals de opwarming van de aarde, gespaard. Het gaat om problemen die nu al een enorme impact hebben op de bedrijvigheid en de levens van mensen en die problemen nemen alleen maar toe." Maisonneuve stelt nadrukkelijk dat geld verdienen aan de klimaatverandering niet neerkomt op 'groen', ethisch of duurzaam beleggen. "Het is meer dan beleggen in windmolenparken."

Volgens Maisonneuve moet worden gekeken naar hoeveel bedrijven kunnen verdienen met het bieden van oplossingen om de gevolgen van de klimaatverandering te beperken of daarvan kunnen profiteren. Daarom belegt het klimaatfonds van Schroders in onder meer bedrijven die zich bezighouden met alternatieve brandstoffen en energiebesparende technologieën. "Dat kan het Duitse industriële conglomeraat Siemens dat windturbines maakt zijn, maar het geldt ook voor bedrijven die kerncentrales exploiteren." Ook Philips is een goed voorbeeld volgens Maisonneuve, omdat het elektronicaconcern inzet op de productie en de verkoop van spaarlampen en daaraan veel geld verdient.

Vooral de opkomende economieën China en India zijn verantwoordelijk voor de oplopende vraag naar fossiele brandstoffen als olie en kolen en de toenemende uitstoot van broeikasgassen als CO2. Qua aandeel in de wereldbevolking en in economische zin zullen China en India nog meer groeien dan nu al het geval is. Maisonneuve: "De rol van die landen zal net als andere opkomende markten verder toenemen. Ze zullen wellicht in de toekomst het voortouw nemen bij het beperken van de schade door de klimaatverandering."

"Klimaatfondsen zijn misleidend"

16/11/2008 | Bron(nen): Het Financieele Dagblad via Duurzaam-beleggen.nl

Klimaatfondsen, waarvan er de laatste tijd veel op de markt verschijnen, wekken het beeld alleen te investeren in duurzame bedrijven maar doen dit veelal slechts in beperkte mate. In de gevallen dat er wel in duurzame bedrijven wordt geïnvesteerd, moet de belegger bovendien oppassen voor overgewaardeerde aandelen. Dat is de mening van Jeroen Vetter, directeur van SNS Fundcoach.

Vetter vindt dat de klimaatfondsen eigenlijk niet veel meer bieden dan een 'heel mooi sausje' om een breed publiek aan te spreken. "Ze beleggen dan bijvoorbeeld in Toyota omdat dat bedrijf naast vervuilende ook schone auto's maakt. Als je zo redeneert, kun je altijd wel een reden vinden om te investeren."

Pieter Furnée, de Nederlandse directeur van DWS Investments, geeft toe dat een 'duurzaamheidsfonds' iets anders is dan een 'klimaatfonds'. Zijn Climate Change-fonds belegt in bedrijven die profiteren van de verandering van het klimaat. Het Postbank Klimaatfonds volgt eenzelfde strategie. Daarmee kiezen de fondsen voor bedrijven die niet noodzakelijkerwijs ook duurzaam hoeven te zijn. Furnée: "Naast bedrijven die zich bezighouden met alternatieve energie, kijken we ook naar bedrijven die de vervuiling opruimen en bedrijven die zich toeleggen op het wijzigen van infrastructuur zodat ondernemingen beter opgewassen zijn tegen de verandering van het klimaat."

Dat betekent dat bijvoorbeeld ook geïnvesteerd wordt in Boskalis of Grontmij, omdat die bedrijven zich richten op dijkverzwaringen of verbeteringen van havens."In principe maakt de duurzaamheid van het bedrijf zelf geen deel uit van de selectiecriteria, tenzij heel duidelijk is dat het bedrijf onverantwoord bezig is."

Vetter van SNS Fundcoach vindt dat de nieuwe aanbieders met hun fondsen veel te veel inspelen op de emoties van de beleggers, zonder ze te wijzen op de risico's. "De laatste tijd zie je ze plotseling denken: dat onderwerp doet het wel lekker. Ze bedenken dan een paar mooie kreten zoals klimaatverandering en richten een fonds op."
Hij wijst op de reclame die de Postbank maakt voor het nieuwe Klimaatfonds."Daarmee wordt gewoon op de emotie van de belegger gespeeld. Zo van: u wilt toch ook wel wat doen voor het milieu?"

Volgens Vetter lopen de echt duurzame bedrijven waarin geïnvesteerd wordt, met name bedrijven in de wind- en zonne-energie, bovendien het risico dat ze overgewaardeerd worden. De afgelopen jaren is het vermogen dat in deze bedrijven is geïnvesteerd met dubbele cijfers gestegen. Hij wijst erop dat eerder dit jaar ook al een aantal hedgefondsen uit veel van deze aandelen zijn gestapt, omdat ze vonden dat de waarderingen aan de hoge kant begonnen te raken.

Volgens Furnée worden die risico's echter juist weer beperkt door de portefeuille op te rekken. Omdat de vraag naar duurzame producten en diensten toeneemt, neemt het aantal bedrijven waar het fonds in kan beleggen toe. "Wij zien daarom nog genoeg mogelijkheden om het fonds te laten groeien zonder dat er sprake is van beleggen in overgewaardeerde bedrijven."

Er zijn echter ook analisten die menen dat de hoge waarderingen voor zonne- en windenergiebedrijven gerechtvaardigd zijn, omdat ze vaak ook veel winst maken. Desondanks zou de belegger beter op zijn hoede moeten zijn, aldus Vetter. "Als je het doet, doe het dan voor het geld en niet vanwege een nobel streven. Beleggers moeten zich goed realiseren dat dit geen spel is zonder risico's."

VS onder vuur bij besprekingen over klimaatrapport

15/11/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht, Belga

Tijdens de bijeenkomst van verschillende regeringsdelegaties in het Spaanse Valencia voor de bespreking van het syntheserapport van het klimaatpanel (IPCC) is de Amerikaanse delegatie zwaar onder vuur genomen. Het Duitse ministerie van milieu vindt dat de VS tegenwerken en ook milieuactivisten verwijten de VS dat ze de stellingen van het VN-klimaatrapport opzettellijk willen afzwakken.

Ondanks de erkenning die het IPCC kreeg via de Nobelprijs voor de Vrede en "verpletterende feiten", proberen de VS opnieuw het verband tussen de uitstoot van broeikasgassen door de mens en de klimaatveranderingen te relativeren, meent het Duitse ministerie. De onderhandelingen over het syntheserapport gaan erg traag vooruit, schrijft ook de krant El Pais. De VS willen volgens El Pais in het rapport laten opnemen dat het gebruik van fossiele brandstoffen sinds 2000 fors is toegenomen en dat dit te wijten is aan jonge economische ontwikkelingen.

China zou dan weer vragen dat het rapport stelt dat de opwarming van de aarde terug te voeren is op uitstoot van broeikasgassen in de vorige eeuw. Daarmee wil Peking duidelijk maken dat de industrielanden een groot deel van de verantwoordelijkheid dragen. De wetenschappers van het IPCC maakten in de loop van dit jaar al drie tussenrapporten bekend en maken op basis hiervan een syntheserapport dat moet dienen als basis voor de VN-klimaatconferentie in Bali in december.

Volgens de krant Berliner Zeitung zal het rapport duidelijk stellen dat de gevolgen van de klimaatverandering onomkeerbaar zijn. "Zelfs onder de strengse scenario's voor de bescherming van het klimaat zal een verdere opwarming en de daarmee verbonden gevolgen in de loop van de 21ste eeuw onvermijdelijk zijn", zo citeert de krant uit een ontwerptekst. Die gevolgen zijn gebrek aan water, droogte, bosbranden, maar ook een stijging van de zeespiegel. Zonder verregaande wijzigingen in het klimaatbeleid zullen tegen 2100 honderden miljoenen mensen kampen met een gebrek aan water en zullen meer dan 40 procent van alle diersoorten uitsterven.

14 november 2007

Auto's verbruiken meer dan constructeurs beweren

14/11/2007 | Bron(nen): DPA, Belga

Veel auto's verbruiken in werkelijkheid meer brandstof dan aangegeven wordt door de autoconstructeurs zelf. Dat blijkt uit een test van het Duitse Auto Bild.

De grootste verschillen werden tijdens de test opgetekend bij de wagen Lexus RX 400 Hybrid. Volgens Auto Bild lag het verbruik van de wagen 48 procent hoger dan de 8,1 liter per 100 kilometer die opgegeven werd door de constructeur. Uit de test bleek dat de wagen 12 liter had verbruikt.
Bij een ander wagen, de Focus C-Max 1.6 TDCi, werd een verbruik van 6,7 liter vastgesteld in vergelijking met de 4,9 liter die Ford officieel als verbruik opgeeft. Dat is ongeveer 37 procent meer. Uit het onderzoek bleek onder meer dat ook het "echte" verbruik van de Honda Civic Hybrid op 6,6 liter per 100 kilometer lag, tegen 4,4 liter officieel.

Auto Bild wijst er op dat de meeste autoconstructeurs voor de berekening van het verbruik van de wagens uitgaan van laboratoriumsituaties die onrealistisch zijn en geen rekening houden met factoren als lage bandenspanning en technische gebreken.
Wagens die de test goed doorstaan hebben, zijn onder meer de BMW M5 en VW Fox 1.4 TDI. De BMW M5 had tijdens de test een verbruik van 15,2 liter per 100 kilometer. Dat cijfer komt in de buurt van de 14,8 liter die de autoconstructeur zelf opgeeft. Uit de test bleek dat de VW Fox 5,2 liter verbruikt had op 100 kilometer, in vergelijking met de officiële waarde van 4,9 liter.

"Het klassieke probleem bij de testcyclussen van auto's is dat er geen rekening wordt gehouden met alle onderdelen van de wagen". Dat stelt Bond Beter Leefmilieu (BBL) in een reactie op het bericht van het Duitse blad. "Er wordt bijvoorbeeld geen rekening gehouden met de airco", zegt Bram Claeys van BBL. Auto's die tijdens een echte rit toch de airco gebruiken, kunnen tot 10 procent meer verbruiken dan op papier is weergegeven. Claeys wijst er op dat tegenwoordig bijna alle wagens standaard zijn uitgerust met airco.

"Het is belangrijk dat alle auto's op dezelfde wijze getest worden", zegt Claeys. Bij Febiac, die de belangen van constructeurs en importeurs verdedigt, verduidelijken ze dat testcyclus voor autoconstructeurs Europees bepaald is en voor alle autobouwers hetzelfde is. "Het gaat om een officieel erkende testcyclus, en die is nodig om vergelijkingen mogelijk te maken", besluit Joost Kaesemans, woordvoerder bij Febiac.

Vlaming gaat meer op zoek naar andere energieleveranciers

14/11/2007 | Bron(nen): Belga

Meer Vlamingen hebben de laatste maanden bewust de energieprijzen vergeleken en een contract afgesloten met een alternatieve energieleverancier. Dat blijkt uit de jaarlijkse marktmonitor van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor Elektriciteit en Gas (VREG).

In september lag het aantal klanten dat de overstap maakte naar een andere aardgasleverancier op een historisch hoog niveau: 0,84% op maandbasis. Het marktaandeel van standaardleverancier Electrabel kende in september een lichte daling, mogelijk de voorbode van een trendbreuk, aldus de VREG. Waarschijnlijk ligt de aangekondigde prijsverhoging aan de basis.

De marktmonitor van de VREG laat ook nog zien dat de perceptie bij de Vlaming over de prijs voor elektriciteit en aardgas te pessimistisch is. Zo daalde de jaarlijkse kostpijs voor aardgas van een gemiddeld gezin met 15% in de twaalf maanden voor juli. De prijs voor elektriciteit steeg nauwelijks terwijl ruim de helft van de ondervraagde Vlamingen een prijsstijging percipieerde. Met de aangekondigde prijsstijgingen van de laatste maanden, zal de energiefactuur in de toekomst effectief oplopen, aldus de VREG.

"Niets doen aan klimaat is crimineel onverantwoord"

13/11/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht, De Morgen

In de aanloop naar het ultieme, want voor politici bedoelde klimaatverslag spreekt de VN-top scherpe taal. De dringendheid van het probleem niet erkennen is "crimineel onverantwoord", klinkt het. Grote boeman Amerika plant alvast de cruciale tekst goed te keuren.

Het met een Nobelprijs bekroonde werk van het VN-klimaatpanel (IPCC) in klare taal voor politici gieten is de inzet van het overleg in Valencia. Zin per zin, zelfs woord per woord gaan de experts uit 145 landen IPCC-rapporten navlooien. Zaterdag moeten die ruim drieduizend bladzijden in zowat twintig pagina's zijn samengevat, en dat betekent getouwtrek over zinsneden, komma's en woorden.

Dat alleen omdat wetenschappelijke consensus over smeltende gletsjers of temperatuurstijgingen in de toekomst niet voor de hand ligt, maar vooral omdat dit IPCC-verslag op de bureaus van 's werelds leiders zal belanden en de basis zal vormen voor de onderhandelingen over een nieuw klimaatpact volgende maand op Bali. Nieuwe wetenschappelijke conclusies zullen er niet in staan, maar de nadrukken die worden gelegd kunnen politiek het verschil maken.

In welk tempo de ijskappen van Groenland smelten, hoeveel de zeespiegel stijgt en hoeveel CO2 de oceanen opnemen, zullen discussiepunten zijn. "In de IPCC-rapporten staan scenario's en schattingen, maar nu komt het eropaan er de relevantste zaken uit te halen. Niet alle landen zijn daar even happig op", zegt Bram Claeys, klimaatspecialist bij Bond Beter Leefmilieu. Over de temperatuurstijging zal wellicht hard gediscussieerd worden. "De IPCC-voorspellingen hebben het over een gemiddelde toename tegen 2100 tussen 1,8 en 6,4 graden. Wanneer in de samenvatting voor beleidsmakers 3 graden zou staan, is dat politiek erg relevant, want Europa heeft al beslist dat een stijging boven 2 graden vermeden moet worden", zegt Claeys.

Erg belangrijk om beleidsmakers mee te krijgen is voorts welke nadruk in de samenvatting wordt gelegd op de betaalbaarheid van klimaatpolitiek. "Het zal gedurende 30 jaar zowat 0,1 van het bruto nationaal product kosten", benadrukt VN-milieuwoordvoerder Janosz Pastor. Zijn collega Yvo de Boer, VN-klimaatchef, geeft de delegatieleden een meer gepeperde boodschap mee: "De opwarming van de aarde is een feit, de effecten zijn er nu al. De hoogdringendheid ervan niet erkennen is crimineel onverantwoord", aldus De Boer bij de aanvang van de sessie in Valencia.

In een interview met persagentschap Bloomberg zegt Amerikaans gezant John Marburger dat zijn land, een van de twee grootste CO2-uitstoters en berucht omdat het niet meedoet met Kyoto, zich achter de tekst zal scharen. "Wij hebben geen enkel probleem met de kladversie die voorligt", aldus Marburger. Claeys: "Het zou zeer positief zijn mocht men de VS eindelijk mee krijgen, maar het devies is eerst zien en dan geloven. Het zou niet de eerste keer zijn dat de VS de indruk wekken zich constructief op te stellen om dan enkel wind te produceren".

Mondiaal energieverbruik zal tegen 2050 verdubbelen

12/11/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht, Belga

Het wereldwijde energieverbruik zal de komende decennia nogmaals duidelijk toenemen. Volgens een studie die de Wereld Energieraad maandag in Rome voorstelde, zal de globale vraag naar energie tegen 2050 met 70 tot 100 procent toenemen. De prijzen voor energie in al zijn vormen - olie, gas, steenkool, elektriciteit, wind- en waterkracht - zullen daardoor duidelijk stijgen.

Een prijsprognose doet de studie niet. Maar de WEC noemt hoge energieprijzen waarschijnlijk én zinvol. "Hogere prijzen laten toe meer te investeren in energie-opvoeding en in onderzoek en ontwikkeling. Bovendien verbeteren hoge tarieven de energie-efficiëntie", aldus de Zuid-Afrikaanse energiemanager Brian A. Statham die de studie voorstelde.

Om ook in derdewereldlanden een brede toegang tot energie mogelijk te maken, komen in eerste instantie water- en zonnekrachtcentrales in aanmerking. Momenteel kunnen zowat twee miljard mensen, of een derde van de wereldbevolking, geen commerciële energie gebruiken. Ten gronde zijn er echter geen knelpunten betreffende middelen, kapitaal of technologie die een bredere energiebenutting beperken. Problematisch zijn veeleer het transport en de verdeling van energie.

In vele landen ontbreken de voorwaarden, zoals bijvoorbeeld een elektriciteitsnet of gasleidingen. Dit geldt ook in tal van grootsteden in ontwikkelingslanden. "We kunnen meer mensen van energie voorzien, maar het stelt een grote opgave", sprak Statham. Hiertoe is het nodig alle energiedragers te benutten.

EU-Commissievoorzitter José Manuel Barroso noemde de relatie tussen energieverbruik en milieu "de grootste uitdaging voor onze generatie". De EU heeft een veelvoud aan maatregelen beslist die de uitstoot van milieuschadelijke gassen tegen 2020 met minstens 20 procent moet terugdringen tenopzichte van het niveau in 1990.

Saab stopt 'groene' campagne na klacht van Bart Staes

12/11/2007 | Bron(nen: Belga

Het automerk Saab heeft een reclamecampagne onder de slogan 'Saab. Het wordt eindelijk groener op de weg', stopgezet. Dat gebeurde na een klacht van Groen!-europarlementslid Bart Staes bij de Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP). Staes noemde de campagne misleidend en kreeg gelijk van de JEP. Saab trok de bewuste campagne in, maar is van mening dat het de milieureclamecode niet heeft overtreden.

De zaak draait om een reclamefolder met als titel 'Saab. Het wordt eindelijk groen op de weg. Saab BioPower', die verspreid werd als bijlage bij een dagblad. In de folder staan verschillende Saab-modellen en uitleg over het BioPower-concept. De reclamecampagne is Bart Staes, Europarlementslid voor Groen!, in het verkeerde keelgat geschoten. Hij spreekt van misleidende reclame en "greenwashing", het fenomeen waarbij producten onterecht een groen en duurzaam label krijgen toegemeten.

Staes verwijst naar het feit dat Saab wagens aanbiedt die kunnen rijden op de brandstof E85, die voor 85 pct bestaat uit bio-ethanol. "Of het daarmee inderdaad veel 'groener' op de weg wordt, valt evenwel te betwijfelen", benadrukt Staes. "Blijkbaar is de CO2-uitstoot van een biopowermotor minstens 147 g/km. Dat ligt ruim boven het ijkpunt dat het Europees Parlement vooropstelt (120 g/km) en ook ruim boven de normen die in België gehanteerd worden voor een belastingvermindering", aldus Staes.
Het europarlementslid wijst ook op de "zware gevolgen" die de productie van bio-ethanol kan hebben op mens en milieu, zoals gewasverschuiving, ontbossing en toenemend pesticidengebruik. De Groen!-politicus wijst er ook fijntjes op dat Saab er in zijn campagne niet bij vertelt dat E85 nog maar in één Belgisch tankstation kan getankt worden.

Staes diende een dossier in bij de Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame. Die oordeelde onder meer dat de Saab-reclame "absolute beweringen bevat die erop wijzen dat deze wagens geen gevolgen zouden hebben voor het leefmilieu". Omdat de wagens toch nog schadelijke CO2 uitstoten en dus "niet zonder gevolgen zijn voor het leefmilieu" zijn dergelijke absolute beweringen volgens de JEP strijdig met de milieureclamecode.

De JEP drong er bij Saab op aan de reclame aan te passen. Daarop liet de Scandinavische autobouwer de verspreiding van de reclamefolder stopzetten en werd ook beslist de rest van de advertenties te stoppen. Toch blijft Saab erbij dat haar campagne niet strijdig is met de milieureclamecode en dat het nergens heeft vermeld dat de Saab Biopower "geen gevolgen heeft voor het leefmilieu".

Econcern bouwt fabriek voor productie van 'tweede generatie' biomassa pellets

vrijdag 9 november 2007 | Bron(nen): Electrabel Nieuwsbrief, Energeia

Econcern gaat samen met partners ECN en Chemfo een fabriek bouwen die hoogwaardige biomassa pellets produceert. Deze pellets van de "tweede generatie" hebben door een speciale productietechnologie, aangeduid met torrefactie, tal van voordelen ten opzichte van de huidige pellets. Waar in Nederland de fabriek komt te staan, is nog geheim.

"Torrefier is het Franse woord dat gebruikt wordt voor het roosteren van koffiebonen", vertelt ECN-onderzoeker Jaap Kiel door de telefoon. Hoewel het proces niet helemaal vergelijkbaar is (bij koffiebonen is dat vooral gericht op het bewaren van aroma's, vertelt Kiel, iets wat bij biomassa pellets niet aan de orde is) is daar de benaming torrefactie (werkwoord: torreficeren) van afgeleid.

Torreficeren komt in het kort neer op het verhitten van biomassa in afwezigheid van zuurstof. Door biomassa als hout of stro op een temperatuur van 200°C tot 300°C te brengen, kunnen pellets worden gemaakt die minder dan driekwart van het oorspronkelijke gewicht hebben, maar wel 90% van de energie in zich herbergen. De gewichtsafname komt vooral door vochtverlies als gevolg van de verhitting.

Deze eenvoudig klinkende techniek blijkt er volgens de onderzoeker in te slagen om niet alleen lichte pellets met hoge verbrandingswaarde te produceren, maar bovendien zijn de pellets na het torreficeren waterafstotend, waardoor onoverdekte opslag buiten mogelijk is zonder dat het product gaat rotten. De pellets zijn minder chemisch verontreinigd en gemakkelijker te verpulveren dan biomassa pellets van de eerste generatie. Volgens Kiel staat een hele reeks biomassagebruikers te juichen om deze ontwikkeling.

Het principe van torrefactie is volgens Kiel algemeen bekend. De duivel zit in de details. Sinds begin 2006 loopt onder leiding van ECN het project Tortech, waarbij samen met de Technische Universiteit Eindhoven en biomassa specialist GF Energy met overheidsgeld onderzoek wordt gedaan naar deze duivel. Dat heeft volgens Jaap Kiel geleid tot een pilot plant op het ECN-terrein, wat volgens hem "de stand der techniek" van dit moment is.

Voor Econcern, ECN en Chemfo is het nu tijd voor de volgende stap: de bouw van een commerciële biomassa-pelletfabriek. Jaap Kiel: "We hebben de sommetjes gemaakt", en die vielen positief uit. Bedragen noemt Kiel niet, en ook Econcern-woordvoerster Anne Louise de Goeij maakt Energeia niet wijzer, maar volgens kiel zijn de kosten per geproduceerde kilowattuur vergelijkbaar met die voor gewone biomassa pellets. Maar Kiel verwacht dat de onderneming gaat "binnenlopen" door goedkoper transport en opslag. De pellets bundelen meer energie per kilo, en kunnen gewoon buiten worden opgeslagen.

Voor de bouw van de fabriek, die in 2008 moet starten en in 2009 klaar moet zijn, is een joint venture opgericht onder de naam BO2GO (dat moet op zijn Engels worden uitgesproken: bio to go). Welk aandeel de drie bedrijven precies hebben in de joint venture wordt niet verklapt door Econcern-woordvoerster De Goeij. Ook blijft verholen waar de fabriek komt, behalve dat hij in Nederland komt te staan en dat de locatiekeuze is teruggebracht tot drie terreinen.

Het lijkt erop dat Econcern de bulk van de investering draagt, en dus ook een meerderheidsaandeel in de onderneming heeft. Voor het Energieonderzoek Centrum Nederland is de doorontwikkeling van de technologie de belangrijkste insteek, vertelt Jaap Kiel, hoewel het terugverdienen van de geïnvesteerde researchgelden ongetwijfeld welkom zal zijn. Chemfo, een bedrijf van ondernemer Paul Hamm, de voorzitter van het Energietransitie Platform Groene Grondstoffen, profiteert onder de naam BO2-Unlimited als leverancier van de biomassa aan BO2GO.

WWF: "Regeringen schrappen info uit klimaatrapporten"

12/11/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht, Belga

Regeringen schrappen cruciale feiten en belangrijke informatie uit samenvattingen van de rapporten van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties. Dat zegt de internationale milieuorganisatie Wereldnatuurfonds. Zo is volgens het WWF in de syntheserapporten niets terug te vinden over een verhoogd risico op orkanen door de opwarming of over het feit dat 20 tot 30 procent van de biodiversiteit dreigt te verdwijnen.

Maandag kwamen regeringsdelegaties samen in het Spaanse Valencia voor de bespreking van de syntheserapporten van het IPCC. Maar volgens Sam Van den Plas, klimaatspecialist van WWF-België, zijn de drie syntheserapporten die zullen worden voorgelegd maar een sterk afgezwakte versie van de eigenlijke rapporten. "En dat vooral om politieke redenen", aldus Van den Plas.

Daarom heeft het WWF zelf een rapport opgesteld met de passages die volgens de organisatie belangrijk zijn, maar weggelaten werden. Het kreeg de naam "What You Should Know -WWF summary for policy makers". Zo zijn bijvoorbeeld de bevindingen van het IPCC dat de klimaatopwarming een verhoogd risico op verwoestende orkanen meebrengt, het noordelijk gedeelte van de Stille Oceaan opwarmt en de gletsjers in de Europese Alpen verdwijnen, weggelaten in het eerste VN-syntheserapport.

Volgens het WWF werd het VN-klimaatpanel ook onder druk gezet om verwijzingen naar problemen met water, zoals droogtes en overstromingen, te schrappen, net als de vermelding dat 20 tot 30 procent van de levensvormen op aarde zullen verdwijnen als de temperatuur met 2 tot 3 graden celsius stijgt. In de derde synthese stond wel duidelijk dat de opwarming van de aarde kan stoppen als de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen begint te verminderen voor 2015. Tegen midden deze eeuw moet de CO2-uitstoot met 50 tot 85 procent teruggedrongen zijn.

Meer informatie: What You Should Know – WWF summary for policy makers

18 oktober 2007

Waalse regering wil rijden met CO2-onvriendelijke wagens bestraffen

18/10/2007 | Bron(nen): Belga

De Waalse regering heeft donderdag een akkoord bereikt over een ecologisch bonus-malus systeem op basis van de CO2-uitstoot van voertuigen. Wie een wagen met een hoge CO2-uitstoot wil kopen, zal daarvoor financieel gesanctioneerd worden. Doel is om de aanschaf van CO2-zuinige wagens te stimuleren.

Bij de eerste aankoop van een wagen, is een bonus voorzien van 100 tot 1.000 euro als de CO2-uitstoot lager ligt dan 146 gram CO2 per kilometer. Daarvoor zijn verschillende schijven voorzien. Ligt de uitstoot echter hoger dan 196 g/km dan moet de bestuurder rekening houden met een malus tussen 100 en 1.000 euro. Wanneer de uitstoot tussen 146 en 196 gram ligt, is er geen bonus of malus.

Wanneer men van wagen verandert, wordt de CO2-uitstoot van de oude wagen vergeleken met de nieuwe. Is de nieuwe wagen een stuk CO2-zuiniger, dan is een bonus voorzien. Is de nieuwe wagen vervuilender, dan krijgt de bestuurder een malus. Voor grote gezinnen is er een speciale behandeling. Die gezinnen zijn vaak aangewezen op een grotere wagen waarvoor de belasting op de inverkeersstelling (BIV) en de verkeersbelasting al hoger ligt. Die gezinnen krijgen ter compensatie één schijf in de CO2-graadmeter cadeau.

De maatregel geldt enkel voor particulieren, niet voor bedrijfswagens. Daarvoor zou een samenwerkingsakkoord tussen de gewesten nodig zijn. "Om verder te gaan, is een samenwerkingsakkoord nodig. Na de gebeurtenissen rond het wegenvignet, handel ik liever alleen", aldus Waals minister van Begroting, Michel Daerden (PS).

Het Waalse bonus malus systeem wordt toegepast bij de inschrijving van de wagen en berust enkel op de CO2-uitstoot. Er wordt dus geen rekening gehouden met andere parameters, zoals de uitstoot van kleine stofdeeltjes, factoren die Vlaanderen en Brussel wel in rekening willen brengen. Zo wil de Vlaamse regering vanaf 2009 de verkeersbelasting laten afhangen van de milieuvriendelijkheid van de wagen. Daarbij wordt gewerkt op basis van de ecoscore van een wagen. Die houdt naast de CO2-uitstoot ook rekening met de uitstoot van fijne stofdeeltjes en met de geluidshinder.
Volgens Waals minister Daerden is een berekening op basis van de CO2-uitstoot het makkelijkste te meten.

De Waalse regering voorziet 22,6 miljoen euro voor de maatregel.

08 oktober 2007

Helft Russen weet niet van klimaatverandering

2/10/2007 | Bron: Klimaatnieuws.nl

Meer dan de helft van de Russen heeft niets of weinig gehoord over klimaatverandering. Dat blijkt uit een enquête in opdracht van de Britse omroep BBC onder 22.000 mensen in 21 landen.

Volgens de BBC komt dat doordat Russische media andere prioriteiten hebben, en doordat Rusland, waar het zeer koud kan zijn, klimaatverandering niet per definitie als negatief verschijnsel beschouwt. Als het klimaat opwarmt, zal meer van Ruslands territorium beschikbaar worden voor agricultuur en industrie, aldus een woordvoerder van het Russische ministerie van natuurlijke bronnen.

Rusland heeft het Kyoto-protocol ondertekend en zal komende jaren naar verwachting investeren in een milieuvriendelijker beleid, maar zich daarbij vooral richten op bedrijven.[NRC]

Warme zomer in poolgebied Canada

4/10/2007 | Bron: Klimaatnieuws.nl

In het poolgebied boven Canada is het zeker aan het begin van deze zomer uitzonderlijk warm geweest. Dit meldden onderzoekers van de Universiteit van Ontario in de Britse krant The Independent.

Het werd in juli verscheidene keren 22 graden Celsius op Melville Island. Deze plek in het uiterste noorden van Canada geldt als een van de koudste van het Noord-Amerikaanse continent. De onderzoekers waren er met dikke kleren en warme mutsen neergestreken. Begin juli was het er dagenlang 15 graden, minstens vijf graden meer dan normaal, en soms zelfs 22 graden.

Het landschap leek niet overweg te kunnen met de zachte zomer. Professor Scott Lamoureux omschreef ‘catastrofale modderstromen en aardverschuivingen als gevolg van de ongewone dooi. Het landschap werd letterlijk voor onze ogen uiteengescheurd,’ aldus de professor. Volgend jaar gaat de delegatie er in augustus en september heen voor meer onderzoek naar de zomer en nazomer in het Poolgebied.

Melville Island ligt aan de wateren tussen westelijk Groenland en het noorden van Alaska die recent voor het eerst als bevaarbaar werden bestempeld. De voorheen dichtgevroren wateren kunnen ontdooid de scheepvaart revolutionair vergemakkelijken tussen Azië en Europa. [ANP via Volkskrant]