05/12/2007 | Bron(nen): Belga, Vilt-nieuwsoverzicht
Uit de jaarrapporten van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) over de luchtkwaliteit in Vlaanderen blijkt dat er in Vlaanderen elk jaar minder vervuilende stoffen in de lucht geloosd worden. De luchtkwaliteit is vandaag veel beter dan begin jaren negentig. In 2006 werden in Vlaanderen alle actuele Europese luchtkwaliteitsnormen, behalve die voor fijn stof, gerespecteerd.
"Voor een aantal stoffen is de verbetering spectaculair, voor andere is ze niet evenredig aan de verminderde uitstoot in Vlaanderen", luidt het in een persbericht. Zo is in de periode van 1990 tot 2006 de uitstoot van koolstofmonoxide (CO) en dioxines respectievelijk met 41 procent en 92 procent gedaald. De verzurende emissie, verantwoordelijk voor de zogenaamde 'zure regen', is sinds 1990 met 47 procent afgenomen. Dat is vooral te danken aan de dalende uitstoot van zwaveldioxide (SO2) en ammoniak (NH3).
De emissies van fijn stof PM10 en PM2,5 daalden in 2006 respectievelijk tot 64 procent en 58 procent van het niveau in 1995. Sinds 1990 daalde de uitstoot van ozonvormende stoffen met 34 procent. Die uitstoot, voornamelijk door verkeer en industrie, draagt bij tot de overschrijding van de ozondrempels op warme zomerdagen. De ozonafbrekende emissies, die verantwoordelijk zijn voor het zogenaamde gat in de ozonlaag, zijn sinds 1995 ten gevolge van aanpassingen aan de reglementering met maar liefst 75 procent afgenomen, zo blijkt.
De verminderde uitstoot van de voorbije jaren is vooral te danken aan de overschakeling naar aardgas, het afgenomen steenkoolverbruik, het gebruik van fossiele brandstoffen met lager zwavelgehalte, de economische toestand, schommelingen in de productiecapaciteit en uiteraard ook de invoering van reductiemaatregelen. De broeikasgasemissies zijn gedaald tot 95 procent van de emissies in 1990. Daarmee zakt Vlaanderen volgens de VMM voor het eerst beduidend onder het referentieniveau. In 2006 leverde het verkeer (21 procent) de belangrijkste bijdrage tot de uitstoot van broeikasgassen. Andere belangrijke bronnen waren het brandstofverbruik door de industrie (19 procent), de gebouwenverwarming (17 procent) en de elektriciteitscentrales (16 procent).
De sectoren die het meest bijdroegen tot de reductie van de broeikasgassen zijn de elektrochemie, de elektriciteitscentrales en de salpeterzuurproductie. Vlaams minister van Leefmilieu en Natuur Hilde Crevits laat in een reactie weten tevreden te zijn over de betere luchtkwaliteit en wijt de goede resultaten aan "een doorgedreven beleid en inspanningen van de bevolking, de overheid, de industrie en de landbouw". Crevits stelt wel dat verdere gerichte inspanningen nodig zijn. "Nu maken we werk van de sanering van de diffuse bronnen van luchtverontreiniging. Dat is een complexe zaak, maar met een gerichte aanpak gekaderd in een Europees perspectief zullen we ook daar in slagen",besluit de minister.(KS)
11 december 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten