11/12/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht
Vorig najaar kende de federale regering een productiequotum toe aan vier bedrijven om vanaf 1 november 2006 gedurende elf maanden 286 miljoen liter biodiesel te produceren aan een fiscaal gunsttarief. Het systeem van de fiscale bevoordeling van biodiesel kent tot nu toe weinig succes. Slechts een kwart van de hoeveelheid waarvoor de federale overheid voordeliger accijnzen voorziet, werd opgebruikt. Dit blijkt uit het antwoord van minister van Financiën Didier Reynders op een vraag van CD&V-kamerlid Katrien Partyka (CD&V).
De federale overheid kende een quotum toe aan Néochim (Feluy), Oleon (Ertvelde), Proviron (Oostende) en Flanders Bio Fuel (Gistel). "Bij mijn weten waren op het gewenste moment tenminste drie ondernemingen klaar voor de productie van biodiesel", aldus Reynders. Indien hun biodiesel vermengd werd met gewone diesel was een lager accijnstarief van toepassing. Tussen 1 november 2006 en 30 september van dit jaar werd van de 286 miljoen liter echter slechts 72,8 miljoen liter opgebruikt.
"Het is niet duidelijk waarom de brandstofverdelers weinig interesse hebben voor biodiesel. Wellicht is het - ondanks de fiscale compensatie - economisch niet interessant om biodiesel te verkopen. Misschien speelt het ook een rol dat de prijs voor de gemengde diesel aan de pomp nu dezelfde is als voor gewone diesel. De programmaovereenkomst inzake brandstofprijzen voorziet maar één maximumprijs voor diesel", zegt Katrien Partyka.
Ter compensatie van de accijnsverlaging voor biodiesel en biobenzine werd de accijns op gewone diesel verhoogd. Reynders kan geen cijfers geven over de meeropbrengst van deze accijnzen. Ook over de bio-ethanol, waarvoor de fiscale bevoordeling pas van start ging op 1 oktober dit jaar, zijn nog geen gegevens beschikbaar.
12 december 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten