13 juli 2007

Some like it hot: Climate change and sectors

12/07/2007 | Bron(nen): Euractiv.com

The regulatory market economy dimension of climate change will affect European industry sectors much earlier than the environmental-climatic dimension, writes Eric Heymann in a 5 July research paper for Deutsche Bank.

The research finds that for many industrial sectors, the opportunities presented by climate change outweigh the risks. Research and development are the keys to success for companies, the author adds.

The renewable energy industry will continue to benefit from government subsidies motivated by climate policy, Heymann observes. Moreover, government measures will tend to make fossil fuels more expensive. Thus, research and development of new and more efficient energy technologies will play a leading role in the future, he believes.

Industry sectors set to benefit from tackling climate change and its negative consequences include mechanical engineering – such as air-conditioning, heating, ventilation, and irrigation – and electrical engineering – such as energy-efficient household appliances, Heymann claims. Both sectors have enormous growth opportunities, he adds.

The paper states that climate effects are already noticeable in agriculture and forestry. In addition, prices for agricultural products could rise due to the increased demand for biofuels, it speculates – anticipating competition between food production and biofuels. Meanwhile, agricultural irrigation and genetic technology will gain in importance, the author forecasts.

The construction industry is set to profit from the energy-related refurbishment of existing buildings, such as insulation requirements, Heymann believes, adding that repairing the damage from extreme weather events can trigger temporary and regional special business activities.

Regarding the services sector, there will be heavier government burdens on the transport industry, Heymann expects – both financial and regulatory, such as higher taxes on road transport and increased fuel costs. Rail transport can benefit from government subsidy programmes, he adds.

The author concludes that as the regulatory market economy dimension of climate change has the greatest effect on industry, policymakers must clearly be responsible for creating reliable planning conditions for all economic players, by announcing climate policy measures as early as possible.

Companies that prepare early for the regulatory, price and climatic changes will have enormous export opportunities, he adds.

Deutsche Bank Research: Climate Change and Sectors: Some like it hot! (5 July 2007)

10 juli 2007

“Hernieuwbare energie tien keer goedkoper”

10/07/2007 | Bron(nen): IPS, Greenpeace, Mo*

Hernieuwbare energie is niet alleen goed voor het milieu; de schone technologie kost op termijn ook tien keer minder dan fossiele brandstoffen. Greenpeace rekende samen met de Europese Raad voor Hernieuwbare Energie (EREC) uit dat de wereld jaarlijks 132 miljard euro kan besparen door voor zon, wind, waterkracht, biomassa en aardwarmte te kiezen.

Voorwaarde is wel dat er de komende 23 jaar wereldwijd wordt geïnvesteerd in hernieuwbare energie. Dat kan perfect. Het komende decennium zijn er al veel elektriciteitcentrales aan vernieuwing toe, terwijl opkomende economieën als China, India en Brazilië tegen een hels tempo nieuwe centrales bouwen. Volgens de studie moet er elk jaar 16 miljard euro extra in hernieuwbare energiecentrales gepompt worden.

De CO2-uitstoot kan volgens het onderzoek tegen 2030 gehalveerd worden als tegen dan 70 procent van onze stroom uit natuurlijke bronnen komt. "Ons rapport toont aan dat hernieuwbare energie de behoeften van de wereld kan dekken en dat dit jaar na jaar miljarden euro's opbrengt", zegt Sven Teske, een energie-expert van Greenpeace. Als de wereld daarentegen blijft investeren in vervuilende steenkoolcentrales, zal de CO2-uitstoot verder stijgen en zal de wereld twee keer meer uitgeven aan brandstof dan nu het geval is.

Het geld dat wordt uitgespaard met hernieuwbare energie, kan naar de ontwikkelingslanden vloeien. De 132 miljard euro komt volgens de hulporganisatie Action Aid overeen met het bedrag dat nodig is om tegen 2015 de Millenniumdoelstellingen te halen. "De ontwikkelingslanden hebben het minst bijgedragen aan de klimaatverandering, maar betalen er nu wel de prijs voor."

Auteur: Bart Vanacker.

CO2-experiment bij Galápagos verontrust milieubeschermers

10/07/2007 | Bron(nen): IPS, Mo*

Eind deze maand stort het Californische bedrijf Planktos honderd ton ijzerpoeder in de Stille Oceaan ten westen van de Galápagoseilanden. Dat moet de groei van kleine algen bevorderen die koolstofdioxide uit de atmosfeer binden. Planktos test een veelbelovende manier uit om het broeikaseffect tegen te gaan, maar milieubeschermers steigeren omdat het experiment in de buurt van de waardevolle eilanden plaatsvindt.

Als de berekeningen van Planktos kloppen, gaat het fytoplankton - kleine algen die massaal in zee voorkomen - op een oppervlakte van 10.000 vierkante kilometer uitbundig groeien. IJzer is een element dat de algen daarvoor nodig hebben. Voor zijn groei haalt het fytoplankton ook veel koolstofdioxide uit de lucht, en daar is het Planktos om te doen. Koolstof dat opgeslagen wordt in planten, kan niet meer bijdragen aan de opwarming van de aarde.

Het is het eerste experiment op commerciële schaal met de techniek. De komende twee jaar wil Planktos nog vijf gelijksoortige proeven uitvoeren. Het bedrijf maakt zich sterk dat het de snelste en efficiëntste manier is om de toename van de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer af te remmen. Voor het bedrijf kan het een goudmijn worden. Planktos verdient met de operatie uitstootkredieten die verkocht kunnen worden aan bedrijven die meer CO2 produceren dan ze volgens nationale of internationale afspraken mogen. In Europa draait die handel met koolstofkredieten al. Planktos plant al bomen in Oost-Europa, een andere manier om uitstootkredieten te genereren.

Maar milieubeschermers hebben hun twijfels over het experiment. "De zeestromingen voeren het plankton misschien naar de Galápagoseilanden", zegt Washington Tapia, de directeur van het gelijknamige natuurreservaat. "We weten niet wat het effect zal zijn. We hebben geprobeerd Planktos te bereiken voor meer informatie, maar dat heeft niets opgeleverd."

"Waarom moet het experiment zo dicht bij de Galápagoseilanden plaatsvinden, een gebied dat deel uitmaakt van het werelderfgoed?" vraagt Pablo Barriga, de coördinator van het project Fundar Galápagos dat de bescherming van de waardevolle eilanden wil verbeteren.

Er komt uit nog veel meer hoeken kritiek. "Er kan een domino-effect optreden in de voedselketen", waarschuwt de microbiologe Sallie Chisholm van het Wereldnatuurfonds. "Het experiment bedreigt ons klimaat, ons zeemilieu en de soevereiniteit van onze vissers; het moet worden tegengehouden", vindt Elizabeth Bravo van de Ecuadoraanse milieuorganisatie Acción Ecológica.

Planktos verdedigt de proefneming. We herstellen enkel de balans die door andere menselijke ingrepen verstoord is, klinkt het. Door de klimaatverandering daalde volgens Planktos het aantal zwevende ijzerdeeltjes in de lucht de afgelopen dertig jaar met 30 procent. Die deeltjes komen na een tocht door de atmosfeer vaak in zee terecht. Door de afname van dat verschijnsel "is in veel gebieden tot de helft van het plankton afgestorven", zegt David Kubiak, een woordvoerder van Planktos.

Dat is ook het geval in de zone van 500 tot 650 kilometer ten westen van de Galápagoseilanden, waar het bedrijf aan de slag wil. "In het water rond de eilanden zit daarentegen veel ijzer, waardoor overtollig ijzerpoeder of plankton dat eventueel afdrijft geen probleem kan opleveren", zegt Kubiak. Planktos zegt dat het de effecten van elke proefneming zes maanden lang zorgvuldig zal meten.

Veel wetenschappers zijn er echter niet gerust op. In februari publiceerde het tijdschrift Science een artikel dat kleinschalige experimenten tussen 1993 en 2005 evalueert. De conclusie is dat een toepassing op grote schaal het klimaatsysteem van de aarde kan beïnvloeden en dat er in elk geval meer studies nodig zijn. Fytoplankton is de belangrijkste zuurstofproducent op aarde.

"Een experiment als dat van Planktos zou onder toezicht van een VN-instelling moeten gebeuren", vindt Víctor Smetacek een zeebioloog van de Universiteit van Bremen. "De technologie nu al commercialiseren is prematuur", vult de oceanograaf Ed Boyle van het MIT in Boston aan.

De Unesco, de VN-organisatie voor Cultuur, Onderwijs en Wetenschap, voegde de Galápagoseilanden op 26 juni toe aan zijn lijst van bedreigde werelderfgoederen. Immigratie, illegale visvangst, de druk van het toerisme en de invasie van nieuwe diersoorten zetten de unieke natuur van de archipel onder druk.

"Het laatste wat we nu nodig hebben is nog een milieuprobleem", zegt Tapia, de directeur van het Galápagosreservaat.

Auteur: Stephen Leahy.

05 juli 2007

Merkel houdt vast aan kernuitstap

4/07/2007 - Bron: REUTERS NEWS SERVICE

BERLIN - Chancellor Angela Merkel rejected industry criticism of her plans to cut Germany's greenhouse gas emissions by a third by 2020 and dashed its hopes of a deal to prolong the use of nuclear power.

Merkel called the battle against climate change the "greatest challenge of the 21st century" at a news conference on Tuesday after a third meeting in the chancellery with political and industry leaders to discuss energy policy. "We all know what the costs of doing nothing would be," Merkel said, when asked about industry criticism that her grand coalition government had set overly ambitious goals on climate protection and was risking jobs. "We're on the right track," she said.

Top utility E.ON said in a statement the meeting had not fulfilled its hopes for a long-term energy plan, but it would nevertheless stick to a large 60 billion euros (US$81.61 billion) spending plan over the next three years.
RWE's chief executive Harry Roels said consumers should be told that the ambitious climate targets could only be met if power prices went up in the medium to long term.
The BDI industry association said many of the measures were sensible but that Merkel lacked the political power to "modernise the nuclear agreement and adjust it to reality."
Environmental groups and the BEE renewable energy association praised Merkel for not caving in to industry criticism.

Merkel made the environment a centrepiece of Germany's six-month EU presidency and led an effort for the bloc to agree to cut carbon dioxide emissions by up to 30 percent by 2020.


NO MAJOR AGREEMENT
The Tuesday meeting with industry leaders, who were hoping to reopen a discussion about plans to phase out nuclear power in Germany by the early 2020s, produced no major agreement.
The discussions will form the basis for a national energy plan in the autumn, which utilities fear will be unrealistic. They say they need to operate nuclear power stations for longer to win time to meet the environmental goals.

But Merkel, bound to a seven-year-old deal to phase out nuclear energy by the 2020s, would face a crisis with her anti-nuclear Social Democrat coalition partners if she agreed to a revision of that plan now. "The government made it clear to industry that there will be no changes to the coalition agreement (on phasing out nuclear power)," she said. The 17 nuclear plants produce a quarter of Germany's power.

Merkel said the government wants to fill the gap caused by the phase out and cut emissions of greenhouse gas carbon dioxide by increasing energy efficiency by three percent per year -- which industry calls unrealistic. "There are doubts that this goal is too high," she conceded. Merkel said the target would be checked and reviewed every year from 2010.

BDI president Juergen Thumann said that, globally speaking, the target represented a record benchmark and was too risky. "It's like driving around in a car without a safety belt on -- you're hoping nothing will happen," Thumann said.

Germany also aims to increase the share of renewable power to nearly 30 percent from 12 percent now.

(additional reporting by Vera Eckert)


Story by Erik Kirschbaum

'Energieverbruik gadgets zorgt voor snelle groei milieubelasting'

4/07/2007 - Bron(nen): Tweakers, Energieportal.nl

De voorliefde van de consument voor gadgets zorgt de komende decennia voor een enorme toename in het stroomverbruik, zo waarschuwen Britse onderzoekers. Hierdoor komen de voorgenomen reducties in de CO2-uitstoot onder druk te staan.

De Britse Energy Saving Trust stelt in zijn rapport 'The Ampere Strikes Back' dat consumenten-apparatuur in 2020 verantwoordelijk zal zijn voor 45 procent van het totale huishoudelijke stroomverbruik. Daarmee worden traditionele energieverslinders als witgoed en verlichting gepasseerd. Uit berekeningen van de organisatie blijkt dat de Engelsen bij ongewijzigd beleid zeker veertien nieuwe elektriciteitscentrales nodig zullen hebben om alle laptops, lcd-schermen en settopboxen in de toekomst te kunnen voeden. In Nederland hield minister van Milieu Jacqueline Cramer afgelopen maandag nog vast aan de bouw van vier kolencentrales, om zo aan de stijgende energiebehoefte te kunnen voldoen.

Een groot deel van de groeiende vraag naar elektriciteit voor huishoudelijke toepassingen komt volgens de onderzoekers voort uit het sluimerverbruik. Deze wordt veroorzaakt doordat consumenten hun apparatuur in de standby-stand laten staan, zonder te beseffen dat de apparatuur in veel gevallen nog flink door blijft slurpen. Andere oorzaken zijn het groeiend aantal huishoudens en de neiging om verouderde apparatuur, zoals televisies en pc's, op andere plaatsen in het huis te hergebruiken. Daarnaast weten weinig mensen dat een plasma- of lcd-televisie tot drie keer meer stroom opslokt dan een traditionele crt-beeldbuis. De grootste plasma-tv die momenteel op de Britse markt verkrijgbaar is, een exemplaar met een 103" scherm, kent een stroomverbruik van 1,5kW. Volgens de Britse onderzoekers zorgen ook de clusters van allerhande apparatuur voor meer vraag naar energie. Terwijl een consument in het verleden uitsluitend de radio aanzette om een station te beluisteren, zo zet de hedendaagse muziekliefhebber minimaal een internetrouter, een computer en een versterker aan om naar webradio te kunnen luisteren.

De honger naar elektriciteit voor huishoudelijk gebruik brengt de ambitieuze Britse doelstelling om het CO2-verbruik de komende tientallen jaren met tientallen procenten terug te dringen, in gevaar. De opstellers van het rapport willen het stroomverbruik onder andere beperken door de consument beter voor te lichten. Door apparatuur niet op standby te laten staan, kan een huishouden jaarlijks tientallen tot honderden euro's op de elektriciteitsrekening besparen. Verder praten de Britten met de elektronica-industrie om de standby-functie van consumentenapparatuur zelfs geheel achterwege te laten. Overigens wordt ook op Europees niveau gewerkt aan strengere regels om het sluipverbruik terug te dringen.

04 juli 2007

Problemen met reactor na brand in kerncentrale in Noord-Duitsland

04/07/2007/ | Bron: AFP

De brand in een transformator van een kerncentrale in het noorden van Duitsland heeft ook gevolgen voor de reactor van de centrale. Dat was tot vandaag nog niet bekend. Dat heeft de minister van Sociale Zaken van de deelstaat Sleeswijk-Holstein, waar de centrale gevestigd is, woensdag in een communiqué gemeld. De brand vond vorige donderdag plaats.

De autoriteiten bevoegd voor de veiligheid van de reactor van de centrale in Krümmel, vlakbij Hamburg, onderzoeken "meerdere onregelmatigheden die opgetreden zijn bij het doven van de reactor". Het uitzetten van de reactor is een veiligheidsmaatregel in geval van brand in de kerncentrale, aldus het communiqué van de minister.

Zo is een pomp voor de opslag van water van de reactor in panne gevallen. Na het openen van twee ventilatiekleppen voor de veiligheid daalde ook het niveau van de druk met een hoge snelheid.

Ondanks de problemen met de reactor is de veiligheid van de installatie verzekerd, aldus de minister die eerder had gemeld dat de reactor zelf niet getroffen was door de brand.

Bij de brand in de kerncentrale in Krümmel raakte niemand gewond.

Eén Belg op vijf verbouwt ecologisch voor de subsidies

04/07/2007 | Bron(nen): Belga, Het Laatste Nieuws

Als de Belg ecologische verbouwingen uitvoert aan zijn woning, dan doet hij dat voornamelijk om te besparen op zijn energiefactuur. Een vijfde van de huiseigenaars verbouwt voornamelijk voor de subsidies die hij ervoor kan krijgen. Dat schrijft Het Laatste Nieuws woensdag.

Citibank ondervroeg 983 Belgen omtrent hun bezorgdheid om het milieu. De meest populaire aanpassing aan een woning is het installeren van thermostatische kranen (43%) voor de verwarming, de opvang van regenwater (38%), dakisolatie (37%) en hoogrendementsbeglazing (35%). Ongeveer vier op de vijf Belgen willen binnen de drie jaar een ecologische verbouwing te doen. In de toekomst denken de Belgen vooral aan het plaatsen van zonnepanelen.

Voor 83 pct van de ondervraagden is de reden voor de verbouwingen een bezuiniging op de energiefactuur (83%). Iets meer dan de helft verbouwt omdat hij begaan is met het milieu.

Hydro en Siemens ontwikkelen drijvende windmolens; belangstelling uit Nederland

27/07/2007 | Bron: Electrabel e-ditie

Hydro en Siemens hebben een akkoord afgesloten om samen drijvende windmolens te ontwikkelen die ver op zee geplaatst kunnen worden. Dat hebben beide bedrijven dinsdag meegedeeld. Het voordeel van drijvende turbines is dat ze geplaatst kunnen worden op stukken zee waar de bodem te diep is voor een vaste verankering.

Volgens het akkoord zal Siemens Power Generation een demonstratieturbine leveren aan Hydro. Die zal getest worden langs de Noorse kust. Hydro heeft de vergunning om een demo-windmolen in zee te plaatsen langs Karmøy (een eiland nabij het zuidwesten van Noorwegen). Hydro brengt zijn 'Hywind'-technologie in, ofwel de kennis om betonconstructies te laten drijven, opgedaan in de olie-industrie.

Een andere optie die het Noorse concern overweegt, is om de molen nabij een boorplatform te plaatsen om dat platform van schone elektriciteit te voorzien. Om aan voldoende energie te komen, verbranden de Noorse boorplatforms momenteel aardgas. Dat procedé is verantwoordelijk voor een kwart van de CO2-uitstoot van Noorwegen; dat de op vier na grootste olie-uitvoerder ter wereld is en de op twee na grootste aardgasexporteur.

Siemens Power Generation is een grote leverancier van offshore windturbines met vaste verankering. Hydro heeft een gevarieerde portfolio aan duurzame-energieprojecten. Het concern opende eerder deze maand het eerste Noorse waterstof-vulstation, en is medeaandeelhouder van Ocean Power Delivery; dat bezig is om 's werelds eerste commerciële golfkrachtcentrale neer te zetten voor de kust van Portugal.

Het initiatief van Siemens en Hydro heeft onmiddellijk tot een reactie geleid in Nederland. De Kustvereniging wil dat de regering afziet van de verdere bouw van windmolenparken vóór de kust. In plaats daarvan moeten er drijvende windparken komen verder op zee. De milieuorganisatie vindt dat de vijf kleinere windparken die nu zijn gebouwd en gepland de vrije horizon van de Hollandse kust voor een groot deel aantasten.

In het kader van de inspraak rond de offshore windturbineparken IJmuiden-2, Katwijk en Hoek van Holland heeft de Kustvereniging erop aangedrongen dat de minister van Verkeer en Waterstaat kijkt naar de gecombineerde effecten van deze drie nieuwe parken, bovenop de huidige twee (Egmond en IJmuiden-1). De organisatie pleit voor 'een strategische milieubeoordeling' en een onderzoek naar de mogelijkheden voor drijvende parken verder op zee.

De Kustvereniging wijst erop dat Norsk Hydro en Siemens zojuist een akkoord hebben afgesloten om samen drijvende windmolens te ontwikkelen die ver op zee geplaatst kunnen worden. Ook Arcadis Duitsland werkt aan een systeem van verplaatsbare windmolens voor dieper water. Volgens de Kustvereniging kunnen windmolens in de toekomst op de meest winderige locaties staan, "zonder dat het zicht vanuit de badplaatsen vervuild" wordt. Bovendien kan door directe koppeling aan boorplatforms de CO2-uitstoot van grote olie- en gasproducenten met een kwart worden teruggebracht, claimt ook de Kustvereniging.

Voor locaties ver op zee of op de oceaan wil de Kustvereniging onderzocht zien of de drijvende parken waterstof kunnen produceren en of er in halfopen bassins onder de molens viskwekerij mogelijk is. "In het licht van de noodzakelijke beperkingen aan de visserij moet grootschalige viskweek worden ontwikkeld zonder dat daarmee de Europese kustwateren worden vervuild."

Copyright ©, Energeia/ANP, 2007

03 juli 2007

100 miljard geïnvesteerd in duurzame energie in 2006

25/07/2007 | Bron: GAVE news

De investeringen in duurzame energie waaronder biobrandstof zijn in 2006 gestegen van $80 tot boven de $100 miljard. Dit blijkt uit een rapport van de milieucommissie van de Verenigde Naties. Volgens de organisatie zet de toename zich voort vanwege de grote aandacht voor de opwarming van de aarde. Hoewel duurzame energie slechts 2% van de totale energie vertegenwoordigt, telt de markt al 18% van de energieinvesteringen. Windenergie loopt voorop, gevolgd door zonne-energie en bio-energie. De laatste twee groeiden sneller dan windenergie, maar zijn in vergelijking veel kleiner.

"Europese omzet bioplastic verdubbeld in 2006"

02/07/2007 | Bron: Vilt-nieuwsoverzicht

Wie vandaag naar de supermarkt gaat, wandelt er niet meer buiten met gratis plastic verpakkingszakjes. Aan de kassa betalen we voortaan voor zakjes uit maïs, aardappelen of suikerriet. Bioplastic is dé hit van het jaar, schrijft Het Nieuwsblad.

Dinsdag is de ecotaks op plastic wegwerpverpakking ingegaan. Om de taks te ontwijken, maar ook om hun imago te verzorgen, schakelen winkelketens over op biologisch afbreekbare alternatieven. Delhaize biedt de klanten al langer herbruikbare tassen aan. Wie die tas vergeet, krijgt voortaan de mogelijkheid composteerbare zakjes te kopen tegen vijf eurocent per stuk. Ze zijn van bioplastic, op basis van maïs en aardappelen. Delhaize belooft hiermee 720 ton niet-afbreekbare plastic per jaar te besparen. Carrefour zegt 300 ton polystyreen - een kwalijke synthetische plastic - te besparen door over te schakelen op vlootjes uit suikerriet voor gehakt.

Bioplastic beleeft een boom. "Vorig jaar verdubbelde in Europa nagenoeg de omzet van afbreekbaar plastic op basis van planten", zegt Bart Dekeyser, algemeen directeur van Sidaplax, een importeur van bioplastic die een nieuwe fabriek bouwt in Evergem bij Gent. Hij vermoedt dat dit jaar de kaap van 600.000 ton biofolie en aanverwanten wordt overschreden - een kaap die de industrie zelf pas haalbaar achtte tegen 2010.

André Hoornaert van Biopack & Logistics uit Nieuwpoort beaamt grotendeels wat zijn collega uit Gent zegt. "Maar in de groothandel blijft de prijs de doorslag geven", zegt Hoornaert nuchter. "Het is alleen omdat sommige afbreekbare producten zelfs onder de prijs van synthetische plastic zakten dat ze succes kennen. PLA-folie bijvoorbeeld blijft wel duurder dan vervuilend plastic".

Zowel Sidaplax als Biopack zijn invoerders: ze produceren zelf niet. "We zitten in een boom-markt, met steeds meer toepassingen", zegt Dekeyser van Sidaplax. "Maar in verhouding tot het synthetische volume halen we nog steeds een omzet van amper 0,6 procent". Andere bronnen melden dat we inmiddels dicht tegen het vol procent aanzitten. "Maar ik geloof nooit dat bio het synthetische plastic volledig zal verdringen". Hoornaert bevestigt, maar is niettemin ambitieus: "We zijn klaar om binnen de twee jaar op eigen productie over te schakelen".

02 juli 2007

Slurper kan rekenen op hulp uit Brussel

27/07/2007 | Bron: FD

De Europese Commissie bekijkt hoe ze de pijn voor de auto-industrie van strenge reductienormen voor de uitstoot van het broeikasgas kooldioxide (CO2) zo veel mogelijk kan verzachten. Eén scenario blijkt erop neer te komen dat Brussel producenten van veelverbruikers beloont voor het feit dat ze er niet in zijn in geslaagd om op tijd aan de normen te voldoen.

Dat blijkt uit een rondgang langs betrokkenen in het dossier. De Commissie komt formeel in december met het voorstel. Eurocommissaris van milieu Stavros Dimas kwam in februari met een voorstel waarin hij vastlegt dat nieuwe personenauto's in 2012 gemiddeld 130 gram kooldioxide per kilometer uitstoten. Een additionele reductie van tien gram per kilometer zou moeten komen van maatregelen als betere banden, minder energie verbruikende airconditioning en een groter gehalte aan biobrandstoffen in diesel en benzine. De Europese ministers van milieu bepraten morgen de stand van zaken in het dossier.

Veel is er in het openbaar nog niet te melden. De Commissie is achter de schermen druk bezig met het verder uitwerken van de voorstellen. Het is bijvoorbeeld nog geen uitgemaakte zaak of de normen voor de gemiddelde vloot van een fabrikant moeten gelden, of dat er verschillende normen per type auto moeten gelden. Duitsland, de grootste autoproducent in de Europese Unie, zet in op de laatstgenoemde variant.

Een belangrijke vraag is wat er gebeurt als een fabrikant in 2012 niet aan de normen voldoet. De kans dat dat gebeurt is groot, te oordelen aan uitlatingen van Sergio Marchionne, bestuursvoorzitter van Fiat en baas van de Europese belangenorganisatie voor de autoindustrie Acea. Volgens Marchionne is de ingangsdatum van de strengere CO2-normen in 2012 onhaalbaar. Hij wil uitstel tot 2015. 'Wij opereren in een zwaar concurrerende omgeving. Onze investeringen en capaciteit om te innoveren, moeten geen schade oplopen', aldus Marchionne begin juni.

De problemen zijn niet gelijkelijk over de autosector verdeeld. Met name Duitse fabrikanten lopen achter bij het reduceren van de uitstoot van kooldioxide. Zij maken veelal grotere, zwaardere auto's met hogere winstmarges dan hun Franse en Italiaanse concurrenten. Die zitten veel meer in de buurt van de aanstaande EU-normen.

De lidstaten van de Europese Unie hebben zich vooralsnog niet gevoelig voor Acea's pleidooi om uitstel getoond. Maar de Europese Commissie bekijkt wel hoe ze de fabrikanten tegemoet kan komen bij het opvangen van de consequenties van de strengere eisen.

Waarnemers gaan ervan uit dat automakers die de normen niet halen, daarvoor moeten betalen. Dit in de vorm van een sanctie, of in de vorm van aanschaf van speciaal op de autosector toegesneden CO2-rechten. Een van de opties waar de Commissie nu over denkt, is dat de opbrengst van de sancties of de aan te schaffen rechten terechtkomt in een pot die automakers kan helpen zuinigere wagens te ontwikkelen.

Volgens critici zou dit tot de een scheve situatie leiden. Brussel ploegt de sanctie op het niet voldoen aan de regels naar de overtreders terug in de vorm van financiering van de nodige aanpassingen. Voorlopers in de branche kunnen daardoor niet het volledige voordeel genieten van de investeringen die ze uit eigen beweging al deden in zuiniger wagens en technologie.

In de gedachtenvorming van de Commissie is nog onduidelijk of Brussel zelf een centrale rol moet vervullen in het opleggen en vergaren van boetes, dan wel verhandelen van CO2-rechten. Sommige EU-lidstaten zien niets in een centraal systeem via Brussel, en vinden dat ze een en ander zelf moeten runnen. Volgens bronnen bij de Commissie zijn de beraadslagingen uiterst gecompliceerd en verlopen ze moeizaam.

Het Europees Parlement, dat zich eveneens over de materie buigt, heeft nog geen uniforme aanpak hoe de zaak te regelen. De Britse europarlementariër Chris Davies, lid van het liberale smaldeel in de volksvertegenwoordiging, steunt een systeem van CO2-autorechten, dat een EU-orgaan zou moeten bestieren. Maar zijn collega Dorette Corbeij (PvdA) vindt dat fabrikanten de rechten zelf moeten ruilen. 'Dat is het eenvoudigste.'

Anders dan bij de Europese lidstaten zijn in het europarlement wel partijen gevoelig voor de roep van de autoindustrie om uitstel van de regels. Davies is bereid 2015 als datum van ingang te steunen, zo zei hij maandag bij de presentatie van zijn rapport over aanpak van auto-emissies. Het plan van Brussel om per 2012 een limiet van 130 gram CO2 per kilometer vast te laten gelden, zou volgens hem de industrie te veel geld kosten.

Maar Davies' rapport heeft wel scherpe kanten voor de fabrikanten. Hij vindt bijvoorbeeld dat de Unie auto's die in 2015 meer dan het dubbele van de limiet van 120 gram uitstoten, niet meer op de markt moet toelaten. De hardste maatregel die de Brit op tafel legt, is het instellen van een snelheidslimiet van 162 kilometer per uur per 31 december 2012. Geen nieuwe auto moet vanaf die datum in staat zijn harder te rijden, vindt Davies.

'Met uitzondering van Duitsland kent elke Europese lidstaat een snelheidslimiet van 130 kilometer per uur of minder', zegt de Britse politicus. 'Maar de auto-industrie maakt wagens die 220 of 240 kilometer per uur kunnen. Dat heeft consequenties voor het gewicht van de wagen. Dat gaat omhoog, want de auto moet veilig zijn met botsingen met die snelheid. In feite is dat allemaal voor niets. Want het is tegen de wet om zo hard te rijden.'

Uit oogpunt van de EU-afhankelijkheid van energie van buiten de Unie, is er ook niets op tegen om de snelheid die een auto kan halen te begrenzen, en bestuurders zuiniger brandstofgebruik op te leggen, vindt Davies. 'Het is gekkenwerk en onzin om zo door te gaan. Waarom zou je zo hard moeten kunnen?' Automakersorganisatie Acea verzet zich tegen zijn aannames. 'Dit komt in de buurt van politiek symbolisme', stelt de organisatie.

De snelheidslimiet vindt ook geen genade in de ogen van europarlementariër Corbeij. 'Het heeft weinig zin snelle auto's te verbieden, het gaat erom dat snelle auto's zuiniger worden.' CDA'er Lambert van Nistelrooij vreest dat het verbod Europa impopulair zal maken.

De milieuorganisatie T&E verwelkomt de limiet wél. Maar verder uitstel tot 2015 valt totaal verkeerd. 'Die 120 gram per kilometer is al in 1995 vastgelegd', aldus T&E-directeur Jos Dings in een verklaring. 'De automakers hadden tien jaar om die te halen. Ze hebben nu zeventien jaar en dat is meer dan genoeg.'

Europarlementariër Chris Davies van de liberale Alde-fractie is ook de beroerdste niet. Hij wil graag per 2015 de uitstoot van kooldioxide van nieuwe auto's begrenzen tot 120 gram per kilometer. Maar er moet een uitzondering zijn voor kleine automakers, zo beargumenteert de Britse politicus. Zij kunnen gezien hun zeer beperkte productenpalet wellicht niet snel aan de strengere uitstootnormen voldoen.

Over wat voor wagens heeft Davies het dan? In een gesprek afgelopen maandag bleek de Britse europarlementariër onder meer de evenzeer Britse fabrikant van kleine sportwagentjes Morgan op het oog te hebben. Zonde - ook politiek gesproken - als de Europese normen zo'n merk de das omdoen, vond de politicus. Dus wil Davies elke importeur en fabrikant van auto's de mogelijkheid geven om jaarlijks vijfhonderd wagens te maken die niet aan de EU-normen hoeven te voldoen. Ze moeten dan wel duidelijk maken dat hun auto's zeker niet zuinig zijn.

Davies' insteek, die ook veelverbruikende maar in kleine aantal geproduceerde wagens van Britse fabrikanten als Bentley grotendeels uit de wind zou houden, heeft tot irritatie geleid bij Duitse europarlementariërs. Zij vinden dat de Britse europarlementariër de eigen kleine automakers helpt, terwijl de Unie relatief kleine producenten als Porsche wel aan strengere normen kan gaan binden.

Davies verbaast zich zelf vooral over datgene waarop Duitse automakers zich voor laten staan. Zij hebben de boot op milieugebied gemist, vindt hij. De politicus toonde maandag twee advertenties uit een Brits tijdschrift. Een ervan toonde een glanzende foto van een nieuwe hybride SUV van het Japanse merk Lexus, de andere de nieuwe M5 van BMW. De Lexus is groot en zwaar en stoot ruim 180 gram CO2 per kilometer uit. Het nieuwe racebeest van BMW zit op het dubbele, zo vermeldde de openhartige tekst in het tijdschrift. Davies, verbijsterd: 'En dat is dan een sedan, in plaats van een SUV.'

Groene golf raakt top energiesector

27/07/2007 | Bron: FD

Wereldwijd hebben topbestuurders van energiebedrijven klimaatverandering tot topprioriteit gebombardeerd. Het aanmoedigen van duurzame energie en energiebesparing staan bovenaan op de beleidsagenda. Dat blijkt uit een onderzoek van PricewaterhouseCoopers dat vandaag wordt gepubliceerd. PwC spreekt van een 'complete ommezwaai' omdat een jaar geleden de leveringszekerheid nog als grootste uitdaging werd gezien. PwC interviewde 114 leiders van grote energiebedrijven in 44 landen.

De zekerheid van de energievoorziening blijft overigens een heikel punt, want de onzekerheid van de levering op lange termijn van olie en gas is afgelopen jaar verder toegenomen. Vooral Amerikaanse en Europese energiebestuurders maken zich hier zorgen over. Die houden verband met het feit dat westerse landen niet zelfvoorzienend zijn en afhankelijk zijn van de import van olie en gas uit landen met een instabiel politiek klimaat, zoals Rusland, Iran en Venezuela. '71% van de wereldwijde energieleiders voorziet problemen met betrekking tot een evenwichtige vraag en aanbod, tegenover 51% vorig jaar', aldus PwC.


Het zijn deze zorgen die de verduurzaming van de energievoorziening een impuls geven. Bijna de helft van de ondervraagden verwacht dat kernenergie, zonne- en windenergie over vijf jaar een 'substantieel' deel zullen uitmaken van de energiemix. Een jaar geleden zei minder dan 20% dat nog.

Partner Aad Groenenboom van PwC waarschuwt voor een te groot optimisme. 'Het is nog te bezien hoe snel deze duurzame bronnen en kernenergie echt dominant zullen zijn in de energiemix.' De 'denk- en handelwijze over energie-efficiëntie en schone brandstoffen' verandert dan wel volgens Groenenboom, 'maar ons rapport waarschuwt ook dat de daadwerkelijke voortgang beperkt zal zijn als er geen effectieve en consistente internationale regelgeving komt.'

Volgens PwC zijn 'economische stimuleringsmaatregelen voor energiebedrijven noodzakelijk voor een omslag'. Ook een 'effectief en breed gedragen emissiehandelssysteem is een absolute voorwaarde voor verandering, zeker voor de landen met veel uitstoot en verbruik, zoals de VS, India en China', aldus Groenenboom.

Bijna driekwart van de bestuurders meldt te investeren in het verhogen van de energiezuinigheid bij consumenten. De bestuurders verwachten veel van technologische ontwikkelingen op dit vlak. 'Technologische vooruitgang kan een geheel nieuw tijdperk van efficiënte inluiden; 81% van de Amerikaanse respondenten (22% in 2005), 43% in Europa (33% in 2005) en wereldwijd 62% (41% in 2005) is deze mening toegedaan.'

"Beschaving in gevaar door opwarming aarde"

25/06/2007 | Bron: Belga via Knack.be

Zes Amerikaanse wetenschappers hebben ervoor gewaarschuwd dat onze beschaving zelf in gevaar is door de klimaatsverandering en dat er intense inspanningen moeten komen om de uitstoot van broeikasgassen in te dijken. Dat heeft de Britse krant The Independent op gezag van een wetenschappelijk vakblad en een e-mail van de leider van het wetenschapsteam, James Hansen, bericht.

Onder leiding van Hansen, directeur van het Goddard Ruimtevaartcentrum van de NASA, beschrijven de auteurs in een door "peers" nagelezen en emotioneel paper van 29 bladzijden in het vakblad Philosophical Transactions of the Royal Society Agedetailleerd waarom de mensheid zich niet langer kan permitteren de "ergste bedreiging van klimaatsverandering" aan zich te laten voorbijgaan.

Zij zeggen dat onze planeet in "imminent gevaar" is en dat niets anders dan een "planetaire redding" onze aarde kan redden van het "milieucataclysme van gevaarlijke klimaatsverandering", waarbij de mens en andere species in "groot gevaar komen".

Het zestal heeft ook impliciete kritiek op het rapport van het VN-panel waarin stond dat het zeeniveau met zowat 40 cm dreigt te stijgen. Hansen en co praten over "meerdere meters" tegen 2010, op grond wat er gaat gebeuren met ijs op Antarctica en Groenland als er niet ingrijpend wordt opgetreden tegen de uitstoot door de mens van CO2 en andere broeikasgassen.

De mensheid kan zich niet langer veroorloven de ondergrondse reserves aan fossiele brandstoffen op te branden, zo waarschuwt de paper. "Indien dit zou gebeuren, garandeert dit dramatische klimaatsverandering, leidend tot een andere planeet dan degene waarop de beschaving zich heeft ontwikkeld en voor wie uitgebreide fysieke infrastructuur is uitgebouwd", zo citeerde The Independent.

Windenergie sinds 2001 verdrievoudigd

27/06/2007 | Bron: ANP via Parool

De productie van energie met windmolens in Nederland is sinds 2001 verdrievoudigd. Dat blijkt woensdag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De jaarlijkse groei van het aantal windmolens nam wel af, maar de capaciteit per molen groeide. Eind 2006 stonden er 1828 windturbines op het land en in zee.

In 2001 produceerden de molens bij elkaar 500 megawatt. In 2006 was dat toegenomen tot 1500 megawatt. In 1995 werden in Nederland met 350 exemplaren de meeste molens in een jaar in gebruik genomen. Dat was in 2006 afgenomen tot ruim honderd. Het gemiddelde vermogen van de molens nam toe van bijna 0,75 megawatt naar 2 megawatt.

De meeste windmolens staan volgens de cijfers van CBS in de provincie Flevoland. Deze zijn goed voor 38 procent van de geproduceerde windenergie. Verder staan vooral turbines in de kustprovincies. Een belangrijke impuls kwam eind 2006 toen de 36 molens van het park in zee bij Egmond in gebruik werden genomen. Deze leveren 7 procent van de windenergie in ons land.

In Europa wordt verreweg de meeste windenergie geproduceerd in Duitsland: ruim 20.000 megawatt. De oosterburen wekken meer windenergie op dan heel Noord-Amerika. In het overzicht van het CBS levert Nederland meer dan landen als Zweden, Ierland, Griekenland en Oostenrijk. Ons land wordt, behalve door Duitsland, afgetroefd door Spanje, Denemarken, Italië, Groot-Brittannië, Portugal en nog net door Frankrijk.

"Verwoestijning bedreigt twee miljard mensen"

29/06/2007 | Bron: Metro

Twee miljard mensen worden in de toekomst bedreigd door toenemende woestijnvorming. Vooral in sub-Sahara Afrika en centraal Azië zorgt de verarming van de grond in droge gebieden voor wat experts de grootste ecologische hindernis van dit moment noemen.

Woestijnvorming is niet de uitbreiding van de bestaande woestijnen, wel het verdorren van land door menselijke activiteiten zoals landbouw en veeteelt. Volgens een rapport van de UN University vormt het fenomeen "de grootste ecologische uitdaging van onze tijd". Wanneer er geen actie tegen wordt ondernomen, kunnen in de komende tien jaar vijftig miljoen mensen door de omstandigheden gedwongen ontheemd raken. Op langere termijn worden zelfs twee miljard mensen, een derde van de gehele wereldbevolking, bedreigd door het milieuprobleem dat nu al 100 tot 200 miljoen vooral Afrikanen en Aziaten teistert.

De grote groepen ontheemde mensen die hun woonplaatsen noodgedwongen moeten verlaten, zorgen voor toenemende druk op beschikbare natuurlijke grondstoffen, maar ook op dichtbij gelegen gemeenschappen. En dat kan volgens de onderzoekers leiden tot sociale problemen en zelfs leiden tot internationale instabiliteit.

Het rapport roept daarom de regeringen van landen in droge gebieden op hun verantwoordelijkheid te nemen. Ze moeten hun beleid voor landgebruik aanpassen om een eind te maken aan overbegrazing en niet-duurzame irrigatiepraktijken. "Terwijl het probleem groter wordt, worden er minder middelen beschikbaar gesteld. Regeringen moeten landbouwers juist financiële prikkels geven om bedreigd land te beschermen", klinkt het.

Meer informatie: Many of 2 Billion Dryland Dwellers at Risk as Land Degrades

Rijden op lucht om het milieu te sparen

30/06/2007 | Bron: Financieele Dagblad

Met het doel CO2-uitstoot te verminderen, zijn autofabrikanten druk bezig met het ontwikkelen van de 'schoonste' auto. Een nieuw initiatief komt van het Franse bedrijf Moteur Developpement International (MDI). Zij hebben een auto ontwikkeld die rijdt op perslucht. De motor van de auto is ontworpen door de Fransman Guy Nègre, die ervaring opdeed door het maken van motoren voor formule 1-wagens.

Met behulp van elektriciteit wordt tevoren lucht in de motor geperst. De druk die ontstaat, wordt omgezet in energie om de auto voort te drijven. De auto is milieuvriendelijker omdat er geen verbranding van benzine plaatsvindt. Ook hoeft er geen gebruik te worden gemaakt van grote, milieuonvriendelijke batterijen. Voor afstanden boven de 60 kilometer is wel wat brandstof nodig, maar nog steeds niet veel.

'We hebben nu verschillende prototypes en we zijn klaar om de auto's te produceren en op de markt te brengen', aldus Christian Bronsil van MDI.

Volgens het bedrijf is de CAT niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor de portemonnee. Je kunt er al één aanschaffen vanaf euro 3500. Naast de prijs van de auto zelf, resteren dus minimale brandstofkosten.

Het bedrijf exporteert de auto's niet op grote schaal, maar verleent productievergunningen aan lokale fabrieken. Waarmee transport van nieuwe auto's naar verkooppunten zoveel mogelijk wordt beperkt.

'We geloven niet in één grote fabriek waarvandaan alle auto's geëxporteerd worden', zegt Bronsil. Op het moment heeft het bedrijf 39 vergunningen verkocht in onder andere Australië, India en Spanje. Opzet is dat de CAT op den duur overal ter wereld wordt verkocht.

Berichten in de Belgische pers dat een Belgische ondernemer een licentie in handen heeft om de auto's te produceren, wordt door MDI weersproken. 'We hebben nog helemaal geen vergunning verkocht in België', aldus Bronsil.

Hij heeft vertrouwen in het succes van de auto. 'Op onze website hebben al 150.000 mensen aangegeven de auto te willen kopen. In het begin zullen we zelfs niet voldoende capaciteit hebben om aan deze vraag te voldoen.'

Nu is autofabrikant Honda voorloper als het gaat om het produceren van milieuvriendelijke auto's. Naast de Honda Civic IMA, een hybride auto, heeft het bedrijf als eerste nu ook een auto ontwikkeld die rijdt op waterstof.

Woordvoerder Leo Jegen van Honda Nederland, is nog niet helemaal zeker van het succes van de luchtpersauto. 'Het klinkt goed, maar ik ben dan wel heel benieuwd hoe die auto dan voortbeweegt. Ik kan me er nog weinig bij voorstellen.'

Arme lijdt onder biobrandstofhype

01/07/2007 | Bron: Volkskrant

De rage rond biobrandstoffen heeft in arme landen schadelijke effecten. Vertegenwoordigers uit die landen getuigen. De Thorbeckezaal van de Tweede Kamer heeft vrijdagochtend, tijdens een hoorzitting over biobrandstoffen, veel weg van een links wereldparlement: vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties uit Brazilië, Indonesië, Kenia en tien andere ontwikkelingslanden zijn naar Den Haag afgereisd. Zij willen – in vaak antikapitalistische termen – vertellen over de gevolgen die de biobrandstofhype in Europa en de Verenigde Staten heeft voor hun eigen land.

Die zijn niet mis. De Indonesische Rully Syumanda spreekt van mensenrechtenschendingen. Bij de aanleg van plantages voor palmolie, een van de belangrijkste ingrediënten voor de productie van groene stroom, wordt de lokale bevolking van haar land verdreven. In Indonesië alleen werden daarbij in 2005 ‘479 personen gemarteld, gedood of in de gevangenis gestopt door paramilitaire groeperingen’.

Volgens Simone Lovera van de Global Forest Coalition (‘ik spreek liever van agrobrandstoffen – biobrandstoffen klinkt veel te groen’) is het ‘cynisch’ dat de arme landen die het eerst last krijgen van klimaatverandering, nu ook nog eens lijden onder de groene maatregelen van het Westen.

De Braziliaan Mateus Trevisan beklaagt zich over de arbeidsomstandigheden op de uitgestrekte plantages voor suikerriet (een van de belangrijkste ingrediënten voor biobrandstof). Volgens hem komt op de plantages ‘slavernij’ voor en vallen geregeld ‘arbeiders dood neer op het land’. Bovendien: in de provincie Sao Paolo wordt zo veel suikerriet verbouwd dat de voedselproductie daalt.

Anderen klagen over de voedselprijzen die stijgen door de vraag naar biobrandstoffen zoals maïs, soja of palmolie. In Mexico kwam de bevolking zelfs in opstand vanwege de dure taco’s. En dat terwijl voedsel, zo benadrukt Trevisan, ‘geen handelswaar’ is.

De aanwezige Tweede Kamerleden en milieuminister Cramer luisteren ademloos toe. Cramer: ‘Deze verhalen zijn deprimerend. Jullie zorgen zijn mijn zorgen.’ CDA-kamerlid Liesbeth Spies: ‘Het geeft me een machteloos gevoel om jullie aan te horen. Jullie woorden vertellen zo veel meer dan de rapporten die wij hier krijgen.’ Zelfs het aanwezige VVD-kamerlid, Helma Neppérus, struikelt niet over alle antikapitalistische retoriek: ‘Het is shockerend om te horen wat er bij jullie gebeurt.’

Maar aan de oplossingen die in Nederland rondzingen voor de problemen, hebben de buitenlandse gasten geen enkele boodschap. Rondetafelgesprekken tussen producenten van soja of palmolie, de afnemers en maatschappelijke organisaties? Volgens Peter Bosip uit Papoea-Nieuw-Guinea worden ze door de multinationals gedomineerd en zijn ze niets meer dan ‘mooipraterij’.

Duurzaamheidscriteria en keurmerken voor biomassa, zoals een commissie onder leiding van Cramer onlangs voorstelde? Lovera: ‘Duurzame soja leidt in Paraguay nog steeds tot ontbossing. De standaard voor duurzaamheid is lager dan de wet van Paraguay.’

Een tweede, innovatieve generatie biobrandstoffen die alle bezwaren in een keer uit de weg ruimt? Volgens Ana Filippini uit Uruguay zijn het loze beloften.

De oplossing die de maatschappelijke organisaties aandragen, zijn veel radicaler: een verbod op de import van biomassa uit ontwikkelingslanden. ‘Als jullie agrobrandstoffen willen, zullen jullie de grondstoffen zelf moeten verbouwen’, zegt Filippini. ‘Maar wat het Westen echt nodig heeft, is een nieuw beschavingsparadigma.’ Dat wil zeggen: minder autorijden, meer zorg voor het milieu, de welvaart eerlijker verdelen.

Enkele Kamerleden proberen nog voorzichtig of de achterban in het arme Zuiden geen enkele baat kan hebben bij de westerse biobrandstofhype, maar daarop luidt het antwoord ontkennend. Rully uit Indonesië: ‘Wij hebben genoeg van jullie palmolieplantages.’

Europese energiemarkt volledig vrijgemaakt

30/06/2007 | Bron: Vilt-nieuwsoverzicht

Sinds zondag zijn alle elektriciteits- en gasmarkten in Europa vrijgemaakt. Die Europese mijlpaal geeft weinig reden tot feestgedruis. In België en de landen waar de markt de voorbije jaren al werd vrijgemaakt, waren de reacties lauw tot ronduit negatief. Van de beloofde prijsverlagingen en betere dienstverlening kwam weinig in huis. De energiereuzen zagen hun winsten wel fors oplopen.

De Franse gezinnen ontwaakten zondag in een vrijgemaakte energiemarkt. Frankrijk heeft als enige West-Europese land de uiterste datum voor de invoering van de liberalisering afgewacht. De meeste EU-lidstaten - en ook in Vlaanderen - hebben de voorbije jaren de markt in stappen vrijgemaakt. De officiële creatie van de Europese eenheidsmarkt is een moment om stil te staan bij het liberaliseringsproces.

Op het eerst gezicht is de balans weinig rooskleurig. In vele landen werden de verbruikers geconfronteerd met prijsverhogingen, facturatieproblemen of slechte service. Die bevindingen doen steeds meer stemmen opgaan voor prijsplafonds, uitzonderingen, tot en met het volledig terugdraaien van de liberalisering.

Natuurlijk is de balans niet zo negatief als soms wordt gesuggereerd, schrijft De Tijd. De processen om over te stappen naar een nieuwe leverancier zijn fors verbeterd. De forse stijging van de grondstoffenprijzen (olie, aardgas, steenkool en uranium) de afgelopen jaren maken de vergelijking met het prijsniveau van het gereguleerde systeem bovendien moeilijk. De liberalisering viel ook samen met een streven naar een groenere energievoorziening. Maar alle nobele doelstellingen om windenergie, zonnepanelen, biomassa- en waterkachtcentrales te stimuleren hebben een kostprijs. De factuur voor de groenestroomcertificaten en CO2-emissierechten werden op de consument verhaald.

De opsplitsing van de geïntegreerde energiebedrijven in producenten, netbedrijven en leveranciers heeft geleid tot grote aanpassingen. Het ontstaan van net- bedrijven als Elia, Fluxys, Eandis en Infrax ging niet zonder slag of stoot en leidde tot hoge opstartkosten.

Lidstaten moeten gevolgen klimaatopwarming indammen

30/06/2007 | Bron: Belga

De Europese Commissie heeft vrijdag de Europese lidstaten aangespoord, maatregelen te nemen om de schadelijke gevolgen van de opwarming van het klimaat in te perken. Milieucommissaris Stavros Dimas verwees naar de zware overstromingen in Groot-Brittannië en de hittegolf die op dit ogenblik Griekenland teistert. Hij zei dat de 27 lidstaten rampen in de toekomst moeten trachten te vermijden.

"Als we niet preventief een strategisch plan op poten zetten, dan bestaat het risico dat we plots en onvoorbereid moeten ingrijpen om het hoofd te bieden aan rampen, en dat zal veel duurder zijn", zo waarschuwde hij. "Gezien de CO2-uitstoot sinds de industriële revolutie is een zekere opwarming in de toekomst onvermijdbaar. We kunnen dus maar beter voorbereid zijn op de gevolgen, zonder daarom de ambitie op te bergen, de CO2-uitstoot te verminderen", zo luidde het.

"Inspanningen om de gevolgen van de klimaatopwarming in te perken, mogen de pogingen om de reductie te verminderen, niet vervangen", aldus de commissaris. "De strijd tegen de temperatuurstijging moet op twee fronten tegelijk worden gevoerd". In de loop van de twintigste eeuw is de gemiddelde temperatuur in Europa al met één graad celsius verhoogd in vergelijking met de pre-industriële periode.

Als de huidige tendenzen zich verderzetten, dan zal de wereldtemperatuur nog met 1,8 tot 4 graden stijgen tegen het einde van de eeuw. In België zal er een gemiddelde toename van 3 tot 3,5 graden celsius zijn. Dit zal leiden tot een verveelvoudiging van hittegolven en overstromingen, een verhoging van het zeeniveau en een verstoring van de landbouw.

Maatregelen zijn bijvoorbeeld een verhoging van de dijken aan de kusten, de creatie van overstromingsgebieden bij rivieren en een versterking van de infrastructuur om rampen op te vangen. "De maatregelen zullen van de lidstaten onderlinge solidariteit vergen zodat elke regio kan doen wat nodig is", zo waarschuwde de Commissie nog.

Het dagelijks bestuur van de Unie maakte dit standpunt bekend drie dagen voordat in Brussel een groot debat van start gaat over de aanpassing aan de gevolgen van de klimaatopwarming. Daar zal ook een publieksconsultatie via het internet bijzitten. Op basis van de adviezen die de Commissie krijgt, zal ze tegen 2008 een reeks concrete voorstellen doen.