Windturbineparken hebben geen schadelijk effect op milieu

4/1/2007 | Bron(nen): Cobouw

Windturbineparken in zee hebben geen schadelijke effecten op het natuurlijke milieu. In veel opzichten is zelfs sprake van gunstige inwerking op de flora en fauna. Dat is gebleken bij een milieumonitoringsprogramma bij twee grote buitengaats aangelegde windmolenparken in de Deense wateren, in casu de Waddenzee en het westelijk deel van de Oostzee.

De in de periode 1999-2006 tijdens de voorbereiding van de bouw, de bouw zelf en de bedrijfsvoering uitgevoerde milieubewaking heeft ondermeer aangetoond dat bij de fundamenten van de turbines en door de roestwering nieuwe leefgebieden zijn ontstaan voor zowel dieren als planten. Bij het turbinepark op de zandbank Horns Rev in de Waddenzee uit de kust van Esbjerg is de biodiversiteit toegenomen en bij het turbinepark Nysted in de Oostzee heeft zich een mosselcultuur ontwikkeld. Verder vormen zich op de locaties riffen en de verwachting is dat daardoor de hoeveelheid vis zal groeien, ook voor wat betreft het aantal verschillende soorten. De electromagnetische zeekabel van het park Nysted naar de kust heeft volgens de onderzoekers geen invloed op het verplaatsingspatroon van vissen. Op het vogelleven is naar hun visie weinig tot geen effect zichtbaar, hoewel wordt erkend dat sommige soorten van hun fourageringsgebieden zijn verdrongen.

De milieumonitoring heeft ruim 11 miljoen euro gekost en is betaald door de consument via de stroomnota. De coördinatie resp. uitvoering was in handen van een werkgroep van het Deense staatsbos- en natuurbeheer, de rijksdienst energie en de energieconcerns Vattenfall en DONG Energy. De werkgroep werd begeleid door een panel van internationale experts in de mariene biologie en een 'groene volggroep' bestaande uit vertegenwoordigers van particuliere milieuorganisaties. Het programma heeft volgens alle betrokkenen waardevolle kennis opgeleverd over de milieueffecten van offshorewindmolenparken en over de vraag hoe ook tijdens de aanleg schade zoveel mogelijk kan worden vermeden. Met name zeezoogdieren als zeehonden en bruinvissen ondervinden hinder in de bouwfase. Zij zijn echter na de bouwfase teruggekeerd naar de locaties. In de Oostzee duurde het echter lang voordat de bruinvissen het weer aandurfden om er te komen.

De twee turbineparken zijn aangelegd in 2002/03 en hebben een effect van resp. 160 megawatt en 165,5 megawatt.