28/01/07 | Bron: Innovatienetwerk
We staan aan de vooravond van de omschakeling van het fossiele tijdperk naar een tijdperk van niet-fossiele energie en grondstoffen. De Nederlandse overheid wil dat in 2030 30% van de energievoorziening en 20-45% van de grondstoffen voor chemie uit biomassa afkomstig zijn. InnovatieNetwerk ziet kansen voor Nederland om een Silicon Valley voor biomassa te worden, een Bioport, maar dan moeten we wel een forse inhaalslag maken. Dit staat beschreven in het rapport 'Bioport: Nederland als mainport voor biomassa' dat morgen wordt aangeboden aan directieleden van drie belangrijke havens in ons land.
Het benutten van biomassa, plantaardige grondstoffen, is één van opties voor onze toekomstige energievoorziening. Bovendien is biomassa de basis voor de biochemie, die onze huidige petrochemie zal verdringen. Een groot deel van die biomassa moet worden geïmporteerd uit andere continenten, uiteraard onder de voorwaarde dat deze duurzaam is geproduceerd. Dit biedt kansen voor Nederland als mainport voor duurzame biomassa, die hier verwerkt, verbruikt en ook doorgevoerd kan worden. Een kleiner deel van de biomassa zal afkomstig zijn vanuit de lokale verwerking van binnenlandse reststromen, zoals gft, mest en organisch afval. Dit opent mogelijkheden voor de Nederlandse land- en tuinbouw. Juist door onze sterke positie op het gebied van logistiek, landbouw en chemie kunnen wij een belangrijke speler worden in deze 'biobased economy'. Op dit moment lopen we echter in het algemeen niet voorop als het gaat om de benutting van hier en elders geproduceerde biomassa. Bioport moet hierin verandering brengen.
Bioport moet een internationale broedplaats worden van nieuwe kennis en vooral nieuwe ondernemingen, die innovatieve producten en diensten ontwikkelen in combinatie met grootschalige biomassa-verwerking. Het streven naar meervoudig gebruik van biomassa moet daarbij centraal staan: eerst de stoffen met hoogwaardige toepassingen eruit halen, voor farmacie, smaak- en geurstoffen, voedsel en dan de volumineuze restproducten benutten als veevoer, vezels en energie. Het meervoudig gebruik van bio-grondstoffen zal de aantrekkingskracht van Rotterdam en andere nationale havens versterken. Samenwerking tussen de havens is nodig om een substantiële rol in globale ontwikkelingen te spelen en om de kennis, expertise en het ondernemerschap in deze business naar Nederland toe te halen.
InnovatieNetwerk bepleit de instelling van een krachtig, onafhankelijk platform Bioport naar het model van Nederland Distributieland. Het platform heeft o.a. tot taak om bedrijven vanuit verschillende sectoren te koppelen, demonstratieprojecten op te zetten, investeringen te stimuleren, met politiek en burgers te communiceren en kennis te ontwikkelen. Wellicht kan het platform een biomassabeurs opzetten, zoals in de graanhandel (Chicago), de oliehandel (Londen) en de bloemenhandel (Aalsmeer) al gebruikelijk is. De havens van Rotterdam, Terneuzen en Delfzijl werken momenteel op initiatief van InnovatieNetwerk aan een plan van aanpak voor de realisatie van Bioport. De eerste bouwstenen zijn de lopende activiteiten in de verschillende havens. Het gaat o.a. om de verwerking van biomassa tot elektriciteit of bio-brandstof, de ontwikkeling van een demonstratieterrein voor nieuwe biomassa-toepassingen (Rotterdam), de levering van warmte en CO2 uit de productie van bio-ethanol en biodiesel aan een kassencomplex (Terneuzen) en de vorming van een cluster van bedrijven, kennisinstellingen en overheden op biomassagebied (Delfzijl).
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten