28/03/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht
Zeker 800 stadjes op het Argentijnse platteland staan op het punt te verdwijnen. Ze lopen leeg als gevolg van de ongeremde expansie van sojavelden, een teelt waarvoor bijna geen landarbeiders nodig zijn. Het toenemende isolement van de overblijvende inwoners en het gebrek aan aandacht vanwege de overheid doen de rest, schrijft De Morgen.
Godoy, een stadje in de provincie Santa Fe dat eind de 19de eeuw werd gesticht, telt nog 1.500 inwoners. In de jaren zestig waren het er 5.000. "We hadden een station waar passagierstreinen stopten, maar dat wordt nu alleen nog gebruikt voor goederenvervoer", klaagt Nora Mendoza, de hoogste ambtenaar in Godoy. "Vroeger waren hier winkels, garages en gieterijen. Overal in de omgeving woonden er mensen, maar nu zie je alleen nog een zee van groen. Overal staat er soja en al het werk wordt gedaan door machines".
Op meer dan de helft van de 30 miljoen hectare landbouwgrond die Argentinië rijk is, staat nu soja. "De stadjes verdrinken in de soja", zegt Jorge Rulli, de directeur van de niet-gouvernementele organisatie Nadenken over het Platteland. "Er zijn geen kleine boerderijen of natuurgebieden meer rond de steden. De grote sojaboeren hebben maar één arbeider voor elke 500 hectare nodig. Daarom trekken de mensen massaal weg. In de grotere steden is er nog een kern van rijke mensen, maar daaromheen heerst er bittere armoede".
De meeste bedreigde stadjes liggen in de pampa, de rijkste landbouwstreek van het land. In heel Argentinië zijn er al 602 stadjes waar minder dan 2.000 inwoners overblijven, zegt Responde, een organisatie die in de bedreigde stadjes een nieuwe dynamiek op gang probeert te brengen. In nog eens 124 kleine steden groeit de bevolking al tien jaar niet meer en 90 stadjes komen zelfs niet meer in de officiële statistieken voor.
Responde probeert sinds de jaren negentig het tij te keren. De organisatie hielp onder meer de inwoners van Godoy een toeristisch project op te zetten rond het nabijgelegen Oratorio Morante, een plaats met een kerk uit 1770, een mooi kerkhof en een oude boerderijschool. Andere stadjes proberen ook alternatieve werkgelegenheid te scheppen, maar meestal is geldgebrek een grote hinderpaal.
In 2003 begon de Argentijnse regering ook voorzichtig steun te verlenen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken probeert met het programma Mi Pueblo (Mijn dorp) de verbindingswegen tussen kleine steden en grotere centra te verbeteren. De provincie Buenos Aires trok 750.000 euro uit voor het programma Volver (Terugkeren), dat acht verlaten stadjes probeert te herbevolken, bij voorkeur met de mensen die er de voorbije decennia wegtrokken.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten