16 april 2007

Eerste centrale op waterstof bij Akzo Delfzijl

15/04/2007 | Bron(nen): Dagblad van het Noorden

Nederland krijgt de eerste waterstofelektriciteitscentrale van Europa. De centrale van chemieconcern Akzo Nobel en NedStack wordt vandaag geopend in het Delfzijl en komt naast een nieuwe elektrolysefabriek van Akzo te staan.

In die elektrolysefabriek gaat Akzo chloor produceren. Bij dat proces komt waterstof als restproduct vrij, dat vervolgens in stroom wordt omgezet met behulp van brandstofcellen. Akzo gebruikt de opgewekte stroom zelf weer in het productieproces.

Het gaat om een proefproject van zes maanden om het gedrag van de brandstofcellen op lange termijn te onderzoeken. Als de proef slaagt wordt de waterstofelektriciteitscentrale uitgebreid tot maximaal 20 megawatt. Met die opgewekte elektriciteit kan de chemiereus tot 20 procent op de energierekening besparen. NedStack heeft proefcentrale gebouwd en is eigenaar van de brandstofceltechniek die gebruikt wordt.

De waterstofelektriciteitscentrale laat zich het best vergelijken met een kleine zeecontainer voor de helft gevuld met brandstofcellen die de omvang hebben van groot uitgevallen autoaccu’s. De inzet van waterstof moet de energierekening omlaag brengen én bijdragen aan een duurzame energievoorziening. ”Het gaat om een proef”, benadrukt woordvoerder Harry Jaskens van Akzo Nobel, ”maar in potentie zijn de voordelen van waterstof groot.”

Waterstof is dé alternatieve en schone energiebron van de toekomst, zeggen de aanhangers. Het kan vervuilers als olie en kolen gaan vervangen, en dat betekent minder uitstoot van schadelijke CO2.

In Nederland lopen inmiddels verschillende projecten, vertelt waterstofexpert Frank Denys van SenterNovem, een agentschap van Economische Zaken dat het project met een half miljoen euro subsidieert. Denys: ”In Amsterdam rijden al waterstofbussen en er wordt nu een rondvaartboot gebouwd.”

Voorlopig blijft het bij demonstratieprojecten; de komende vijf jaar kan waterstof zeker niet met benzine en diesel uit de pomp concurreren. Het voornaamste probleem is het ontbreken van een netwerk van waterstofstations waar getankt kan worden.

Dat probleem heeft de waterstofcentrale in Delfzijl niet. De mini-centrale staat stil en waterstof is ruim voorhanden. Akzo gebruikt de waterstof die als restproduct vrijkomt bij de productie van chloor, legt Jaskens uit. ”De chloorproductie is behoorlijk energie-intensief en de kosten van energie zijn de afgelopen jaren flink gestegen.”

Jaar proefdraaien
De kleine centrale gaat ongeveer een jaar proefdraaien. Als alles goed gaat, kan Akzo in de toekomst veel energie besparen. De mini-centrale is goed voor het opwekken van 120 kilowatt stroom, maar dat kan opgevoerd worden tot een veelvoud van 20 megawatt; een centrale ter grootte van ongeveer vijf zeecontainers.

Geen opmerkingen: