30/04/2007 |Bron(nen): Reuters
Following are some of the main findings of a draft report by the UN climate panel due for release in Bangkok on Friday.
The report by the Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) looks at the costs of mitigating and adapting to climate change and the tools available to achieve reductions of greenhouse gas emissions. Scientists and government officials are meeting from Monday to review and approve the draft, the third of four to be released this year.
EMISSIONS GROWTH
"Without additional climate mitigation and/or appropriate sustainable development policies global greenhouse gas (GHG) emissions will continue to grow over the next few decades," it says.
It adds it there needs to be immediate action to curb emissions if there is to be any significant long-term impact on limiting climate change.
Yet, based on current projections, global carbon dioxide (CO2) emissions from fossil fuel combustion are predicted to rise by a minimum of more than 40 percent between 2000 to 2030.
A large portion of this increase is projected to come from developing countries, the report says.
Transport is a major worry with growing use of cars and planes pushing up greenhouse gas emissions. In 2004 transport energy use amounted to 26 percent of total world energy use.
"Unless there is a major shift away from current patterns of energy use, projections foresee a continued growth in world transportation energy use by 2 percent per year, with energy use and carbon emissions about 80 percent above 2002 levels by 2030."
Emissions from aircraft would continue to rise by 3 to 4 per cent per year despite projected improvements in aircraft fuel efficiency because these will be largely surpassed by traffic growth of around 5 percent each year.
Agriculture was another concern.
"Global food demands may double by 2050, leading to intensified production practices (e.g. increasing use of nitrogen fertilizer). In addition, forecast increases in consumption of livestock products will increase methane and nitrogen dioxide emissions if livestock numbers increase".
TOOLS AND RESEARCH
It says GHG levels can be stabilised using "a portfolio of technologies that are commercially available today and those that are expected to be commercialised in coming decades, provided appropriate incentives are in place".
These included fuel switching, more efficient power plants, nuclear power, renewable energy, more efficient buildings and building materials and lighting, more efficient appliances and improved agricultural practices to curb the release of methane and nitrogen oxide, two other major greenhouse gases.
"A positive "price of carbon' would create incentives for producers and consumers to significantly invest in lower carbon products, technologies and processes. However, additional incentives related to direct government funding and regulations are also important."
COSTS
The more deep and rapid the emissions cuts, the more costly to economies, says the report, which gives a range of stabilisation levels of greenhouse gases in the future.
By 2030, the costs of letting greenhouse gas concentrations rise to 650 ppmv (parts per million volume) of CO2-equivalent are 0.2 percent of global gross domestic product, it says.
Greenhouse gas concentrations are now at about 430 ppmv of carbon dioxide and rising sharply. Carbon dioxide accounts is the main greenhouse gas, followed by methane and four others covered by international pacts.
"For trajectories towards stabilisation levels between 445 and 535 ppmv CO2-equivalent, costs are lower than 3 percent global GDP loss."
30 april 2007
Derde VN-klimaattop zoekt naar oplossingen voor opwarming aarde
30/04/2007 | Bron(nen): Belga, AFP
In de Thaise hoofdstad Bangkok is maandag de conferentie van het Intergouvernementeel Panel over klimaatverandering van de Verenigde Naties (IPCC) van start gegaan. Het panel moet eind deze week het derde VN-klimaatrapport voorstellen. China liet meteen weten dat het niet zou aanvaarden dat de stem van de industrielanden overheerst op de bijeenkomst.
Zowat 400 deskundigen en diplomaten zullen deze week onderhandelen over de conclusies van het derde rapport, dat een voorzetting is van de twee klimaatrapporten die eerder dit jaar werden voorgesteld.
In het eerste rapport, dat in februari werd voorgesteld, stond te lezen dat de mens een onomkeerbare invloed uitoefent op het klimaat. Het tweede, dat begin april gepubliceerd werd, behandelde de gevolgen van klimaatverandering, zoals het uitsterven van planten- en diersoorten en het ontstaan van watertekorten. Het derde rapport moet concrete oplossingen aanbieden om de klimaatverandering het hoofd te bieden.
"Niet alleen de standpunten van de industrielanden moeten hier verwoord worden, ook deze van de landen in ontwikkeling", aldus Sun Guoshun, de afgevaardigde van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken.
Volgens het Internationaal Energieagentschap (IEA) kan China dit jaar nog de Verenigde Staten van de troon stoten als grootste producent van broeikasgassen.
China heeft elke beperking van zijn uitstoot altijd verworpen, maar volgens Sun is het land nu vastberaden om zijn uitstoot van broeikasgassen te verminderen.
In de Thaise hoofdstad Bangkok is maandag de conferentie van het Intergouvernementeel Panel over klimaatverandering van de Verenigde Naties (IPCC) van start gegaan. Het panel moet eind deze week het derde VN-klimaatrapport voorstellen. China liet meteen weten dat het niet zou aanvaarden dat de stem van de industrielanden overheerst op de bijeenkomst.
Zowat 400 deskundigen en diplomaten zullen deze week onderhandelen over de conclusies van het derde rapport, dat een voorzetting is van de twee klimaatrapporten die eerder dit jaar werden voorgesteld.
In het eerste rapport, dat in februari werd voorgesteld, stond te lezen dat de mens een onomkeerbare invloed uitoefent op het klimaat. Het tweede, dat begin april gepubliceerd werd, behandelde de gevolgen van klimaatverandering, zoals het uitsterven van planten- en diersoorten en het ontstaan van watertekorten. Het derde rapport moet concrete oplossingen aanbieden om de klimaatverandering het hoofd te bieden.
"Niet alleen de standpunten van de industrielanden moeten hier verwoord worden, ook deze van de landen in ontwikkeling", aldus Sun Guoshun, de afgevaardigde van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken.
Volgens het Internationaal Energieagentschap (IEA) kan China dit jaar nog de Verenigde Staten van de troon stoten als grootste producent van broeikasgassen.
China heeft elke beperking van zijn uitstoot altijd verworpen, maar volgens Sun is het land nu vastberaden om zijn uitstoot van broeikasgassen te verminderen.
Germany plans to cut climate emissions by 40%
27/04/2007 | Bron(nen): Euractiv.com
Berlin's Climate Agenda 2020 calls for a "transformation of the industrial society". In order to reach its 40% target (a reduction of 270 million tonnes of CO2), the document proposes eight measures:
- modernising power stations (-30 million tonnes);
- doubling the amount of combined heat and power (CHP) use (- 20 million tonnes);
- increasing the share of renewables in electricty production to 27% (- 55 million tonnes);
- cutting electricity consumption by 11% (-40 million tonnes);
- improving energy efficiency of buildings (-41 million tonnes);
- using more renewables for heating (-14 million tonnes);
- increasing fuel and engine efficiency in transport and more use of biofuels (-30 million tonnes), and;
- reducing emissions of other (non -CO2) gases such as methane or F-gases.
Gabriel's plan explictly rejects a revival of nuclear power and sticks to the coalition comprise between the SPD (Social Democrats) and CDU-CSU (Christian Democrats) to phase-out atomic energy. The investment costs for these plans would be €3 billion, whereas climate change could lead to damage costs of €137 billion, the report states in a short paragraph on financing.
Germany is clearly trying to position itself as climate-change leader in the run-up to the June G8 meeting in Heiligendamm.
Berlin's Climate Agenda 2020 calls for a "transformation of the industrial society". In order to reach its 40% target (a reduction of 270 million tonnes of CO2), the document proposes eight measures:
- modernising power stations (-30 million tonnes);
- doubling the amount of combined heat and power (CHP) use (- 20 million tonnes);
- increasing the share of renewables in electricty production to 27% (- 55 million tonnes);
- cutting electricity consumption by 11% (-40 million tonnes);
- improving energy efficiency of buildings (-41 million tonnes);
- using more renewables for heating (-14 million tonnes);
- increasing fuel and engine efficiency in transport and more use of biofuels (-30 million tonnes), and;
- reducing emissions of other (non -CO2) gases such as methane or F-gases.
Gabriel's plan explictly rejects a revival of nuclear power and sticks to the coalition comprise between the SPD (Social Democrats) and CDU-CSU (Christian Democrats) to phase-out atomic energy. The investment costs for these plans would be €3 billion, whereas climate change could lead to damage costs of €137 billion, the report states in a short paragraph on financing.
Germany is clearly trying to position itself as climate-change leader in the run-up to the June G8 meeting in Heiligendamm.
26 april 2007
Warmtekrachtkoppeling beter voor klimaat dan nucleaire optie
24/04/2007 | Bron(nen): ENDS Europe DAILY 2307
Warmtekrachtkoppeling gebaseerd op gas, die zowel warmte als elektriciteit opwerkt, stoot minder CO2 uit dan nucleaire alternatieven die dezelfde dienst leveren, blijkt uit een studie van het Duitse minister van Leefmilieu, die dinsdag werd vrijgegeven.
De conclusies van deze studie zullen uiteraard het internationale debat over de rol van kernenergie in het klimaatbeleid voeden. Net als het nationale debat over de kernuitstap. "We hebben geen bijkomende kerncentrales nodig om het klimaat te reden, we hebben meer warmtekrachtkoppeling nodig" aldus milieuminister Sigmar Gabriel.
De studie werd opgesteld door het Öko-Institut, dat de emissies over de ganse levenscyclus heeft berekend voor hoogefficiënte warmtekrachtkoppeling op gas. Die werden vergeleken met de emissies van kerncentrales, waarbij ook de hele nucleaire keten werd bekeken, inclusief het delven van het uranium, en de aparte warmtebehoefte van consumenten die niet aangesloten zijn op WKK-installaties.
Omdat huishoudens die elektriciteit afnemen van kerncentrales normaal gezien olie of gas gebruiken voor hun verwarming, komende onderzoekers uit op globale emissies tot 772 gram CO2 per kilowattuur(g/kWh). Emissies van warmtekrachtkoppelinginstallies komen uit opt 747g/kWh.
De studie vergeleek ook de emissies van kerncentrales op zich (31-61g/kWh) met emissies van verschillende hernieuwbare technologieën als wind (23g/kWh), waterkracht(39g/kWh) en PV-panelen (89g/kWh).
Warmtekrachtkoppeling gebaseerd op gas, die zowel warmte als elektriciteit opwerkt, stoot minder CO2 uit dan nucleaire alternatieven die dezelfde dienst leveren, blijkt uit een studie van het Duitse minister van Leefmilieu, die dinsdag werd vrijgegeven.
De conclusies van deze studie zullen uiteraard het internationale debat over de rol van kernenergie in het klimaatbeleid voeden. Net als het nationale debat over de kernuitstap. "We hebben geen bijkomende kerncentrales nodig om het klimaat te reden, we hebben meer warmtekrachtkoppeling nodig" aldus milieuminister Sigmar Gabriel.
De studie werd opgesteld door het Öko-Institut, dat de emissies over de ganse levenscyclus heeft berekend voor hoogefficiënte warmtekrachtkoppeling op gas. Die werden vergeleken met de emissies van kerncentrales, waarbij ook de hele nucleaire keten werd bekeken, inclusief het delven van het uranium, en de aparte warmtebehoefte van consumenten die niet aangesloten zijn op WKK-installaties.
Omdat huishoudens die elektriciteit afnemen van kerncentrales normaal gezien olie of gas gebruiken voor hun verwarming, komende onderzoekers uit op globale emissies tot 772 gram CO2 per kilowattuur(g/kWh). Emissies van warmtekrachtkoppelinginstallies komen uit opt 747g/kWh.
De studie vergeleek ook de emissies van kerncentrales op zich (31-61g/kWh) met emissies van verschillende hernieuwbare technologieën als wind (23g/kWh), waterkracht(39g/kWh) en PV-panelen (89g/kWh).
23 april 2007
Limburgse boer showt zonnepanelen op Dag van de Aarde
22/04/2007 | Bron: Het Belang van Limburg
Vorig jaar besliste de jonge rundveehouder Benny Van Hove (25) om te investeren in zonne-energie. Op het dak van zijn stallen monteerde hij 210 vierkante meter zonnepanelen. Ter gelegenheid van de Dag van de Aarde gaf hij zondag tekst en uitleg over zijn energieproject. "Het gaat om een bewuste keuze", vertelde de boer. "We hebben ook gedacht aan de installatie van een windmolen voor windenergie, maar de vergunningsplicht en het nabijgelegen vliegveld van Kleine Brogel waren obstakels daarvoor".
De investering in zonnepanelen kostte Van Hove 60.000 euro, maar 30 procent daarvan werd gesubsidieerd door het VLIF, naast nog een extra gemeentelijke subsidie. De groenestroomcertificaten maakten zijn keuze om fors te investeren in groene energie iets gemakkelijker. "Met deze installatie wekken we 10.000 kWh per jaar aan elektriciteit op. Goed voor het energieverbruik van drie gezinnen. De helft van de elektriciteit wordt in het bedrijf opgebruikt. De overschot wordt via de teller teruggedraaid. Natuurlijk zijn de kosten erg hoog, maar deze investering betaalt zichzelf in 10 jaar terug", besluit Benny Van Hove.
Vorig jaar besliste de jonge rundveehouder Benny Van Hove (25) om te investeren in zonne-energie. Op het dak van zijn stallen monteerde hij 210 vierkante meter zonnepanelen. Ter gelegenheid van de Dag van de Aarde gaf hij zondag tekst en uitleg over zijn energieproject. "Het gaat om een bewuste keuze", vertelde de boer. "We hebben ook gedacht aan de installatie van een windmolen voor windenergie, maar de vergunningsplicht en het nabijgelegen vliegveld van Kleine Brogel waren obstakels daarvoor".
De investering in zonnepanelen kostte Van Hove 60.000 euro, maar 30 procent daarvan werd gesubsidieerd door het VLIF, naast nog een extra gemeentelijke subsidie. De groenestroomcertificaten maakten zijn keuze om fors te investeren in groene energie iets gemakkelijker. "Met deze installatie wekken we 10.000 kWh per jaar aan elektriciteit op. Goed voor het energieverbruik van drie gezinnen. De helft van de elektriciteit wordt in het bedrijf opgebruikt. De overschot wordt via de teller teruggedraaid. Natuurlijk zijn de kosten erg hoog, maar deze investering betaalt zichzelf in 10 jaar terug", besluit Benny Van Hove.
Flanders Bio Fuels wil site suikerfabriek reactiveren
21/04/2007 | Bron: De Standaard
Flanders Bio Fuels uit Gistel heeft een concreet plan klaar om op de site van de gesloten suikerfabriek van Veurne een bio-energiefabriek te bouwen. Het zou een derde van de beschikbare 47 hectare innemen.
Flanders Bio Fuels heeft een blauwdruk gemaakt voor de bouw van een groene-stroomcentrale die niet alleen 80.000 gezinnen van stroom zou kunnen voorzien maar ook enkele energie-intensieve bedrijven zoals PepsiCo en Trotec. De fabriek zou daarnaast energie halen uit suikerbieten (bio-ethanol), koolzaad (biodiesel), bietenpulp (biogas) en afvalolie. Met de landbouwsector wil het bedrijf contracten afsluiten voor de levering van 600.000 ton bieten per jaar.
Een stuk van de biomassa zou noodgedwongen nog uit het buitenland moeten komen. "Wij hebben een uniek geïntegreerd concept dat van Veurne de logistieke draaischijf voor bio-energie in West-Vlaanderen kan maken. Wij moeten wel de steun krijgen van de overheden", aldus adviseur Peter Allaert van Flanders Bio Fuels. Germain Dhondt, voorzitter van de lokale suikerbietplanters, vraagt in naam van de landbouwers een behoorlijke prijs voor de levering van grondstoffen en garanties op de afname. Het aanbod van 28 euro per ton bieten vindt hij te laag, want amper kostendekkend.
De West-Vlaamse Intercommunale wil voor het eind van het jaar een overeenkomst sluiten met de eigenaars van de Suikerfabriek over de aankoop van de site. Flanders Bio Fuels vraagt 15 hectare, wat ruimte laat voor natuur en woningbouw op de site, en zou 250 mensen tewerkstellen.
Flanders Bio Fuels uit Gistel heeft een concreet plan klaar om op de site van de gesloten suikerfabriek van Veurne een bio-energiefabriek te bouwen. Het zou een derde van de beschikbare 47 hectare innemen.
Flanders Bio Fuels heeft een blauwdruk gemaakt voor de bouw van een groene-stroomcentrale die niet alleen 80.000 gezinnen van stroom zou kunnen voorzien maar ook enkele energie-intensieve bedrijven zoals PepsiCo en Trotec. De fabriek zou daarnaast energie halen uit suikerbieten (bio-ethanol), koolzaad (biodiesel), bietenpulp (biogas) en afvalolie. Met de landbouwsector wil het bedrijf contracten afsluiten voor de levering van 600.000 ton bieten per jaar.
Een stuk van de biomassa zou noodgedwongen nog uit het buitenland moeten komen. "Wij hebben een uniek geïntegreerd concept dat van Veurne de logistieke draaischijf voor bio-energie in West-Vlaanderen kan maken. Wij moeten wel de steun krijgen van de overheden", aldus adviseur Peter Allaert van Flanders Bio Fuels. Germain Dhondt, voorzitter van de lokale suikerbietplanters, vraagt in naam van de landbouwers een behoorlijke prijs voor de levering van grondstoffen en garanties op de afname. Het aanbod van 28 euro per ton bieten vindt hij te laag, want amper kostendekkend.
De West-Vlaamse Intercommunale wil voor het eind van het jaar een overeenkomst sluiten met de eigenaars van de Suikerfabriek over de aankoop van de site. Flanders Bio Fuels vraagt 15 hectare, wat ruimte laat voor natuur en woningbouw op de site, en zou 250 mensen tewerkstellen.
Nog dit jaar weerverzekering voor Nederlandse boeren?
21/04/2007 | Bron: Belga
Agrarische organisaties en verzekeraars in Nederland gaan samen een brede verzekering tegen extreem weer voor boeren ontwikkelen. Daarmee kunnen boeren zich in één keer verzekeren tegen schade die het gevolg is van hevige regen, hagel, droogte, sneeuw en vorst. Dat maakte de Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO) bekend.
Nu zijn Nederlandse boeren nog aangewezen op meerdere verzekeringen, waar volgens LTO vaak maar weinig boeren bij zijn aangesloten. Aan de ontwikkeling van het pakket werken onder meer de verzekeraars Achmea en Aquapol mee. De organisaties willen nog dit jaar met de nieuwe verzekering komen.
In België onderhandelt de landbouwsector ook met de verzekeringssector over een verzekeringssysteem om zich in te dekken tegen verloren oogsten door de klimaatswijzigingen en het extreme weer. Hoe hoog de premies in België zouden liggen, wordt nog berekend. "Het is allemaal een kwestie van kansberekening, die we nu aan het maken zijn. Daarbij kijken we naar het buitenland, onder meer naar Nederland", zei Assuralia-woordvoerder Wauthier Robijns eerder deze week.
Agrarische organisaties en verzekeraars in Nederland gaan samen een brede verzekering tegen extreem weer voor boeren ontwikkelen. Daarmee kunnen boeren zich in één keer verzekeren tegen schade die het gevolg is van hevige regen, hagel, droogte, sneeuw en vorst. Dat maakte de Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO) bekend.
Nu zijn Nederlandse boeren nog aangewezen op meerdere verzekeringen, waar volgens LTO vaak maar weinig boeren bij zijn aangesloten. Aan de ontwikkeling van het pakket werken onder meer de verzekeraars Achmea en Aquapol mee. De organisaties willen nog dit jaar met de nieuwe verzekering komen.
In België onderhandelt de landbouwsector ook met de verzekeringssector over een verzekeringssysteem om zich in te dekken tegen verloren oogsten door de klimaatswijzigingen en het extreme weer. Hoe hoog de premies in België zouden liggen, wordt nog berekend. "Het is allemaal een kwestie van kansberekening, die we nu aan het maken zijn. Daarbij kijken we naar het buitenland, onder meer naar Nederland", zei Assuralia-woordvoerder Wauthier Robijns eerder deze week.
Alpro soya wil CO2-neutraal bedrijf worden
21/04/2007 | Bron(nen): Belga
Alpro soja heeft besloten om het bedrijf te laten evolueren tot een CO2-neutrale onderneming. Het bedrijf, dat deel uitmaakt van voedingsproducent Vandemoortele en producten aanmaakt op basis van natuurlijke soja, wil onder meer volledig op groene energie gaan draaien en het vervoer van grondstoffen zoveel mogelijk via het water laten gebeuren.
Via een waterzuiveringsinstallatie produceert het bedrijf sinds kort biogas dat het omzet in groene stroom. Omdat de eigen groene stroomproductie nog te beperkt is, wordt beroep gedaan op groene stroom van Electrabel. Dit kost het bedrijf 20.000 euro extra per jaar. Daarnaast wordt ook de mogelijkheid onderzocht om een windmolen te bouwen in België of in het buitenland.
Het bedrijf bestudeert ook de CO2-afdruk van al zijn producten en mogelijkheden om deze te verkleinen. De recente aankoop van grond op het industrieterrein van Wevelgem, die grenst aan de Leie, biedt perspectieven om grondstoffen en afgewerkte producten in de toekomst via de binnenvaart te vervoeren en het wegverkeer op die manier fors te beperken.
Het bedrijf investeert ook in het onderzoeksstation 'Princess Elisabeth' op Antarctica door de International Polar Foundation. Het station zal een minimale impact hebben op het milieu, gebruikmakend van zuivere en efficiënte energie en optimale afvalbeheertechnieken. "Het zal op die manier van groot belang zijn om antwoorden te vinden op vragen in verband met de toekomst van onze planeet", aldus het bedrijf.
Alpro soja heeft besloten om het bedrijf te laten evolueren tot een CO2-neutrale onderneming. Het bedrijf, dat deel uitmaakt van voedingsproducent Vandemoortele en producten aanmaakt op basis van natuurlijke soja, wil onder meer volledig op groene energie gaan draaien en het vervoer van grondstoffen zoveel mogelijk via het water laten gebeuren.
Via een waterzuiveringsinstallatie produceert het bedrijf sinds kort biogas dat het omzet in groene stroom. Omdat de eigen groene stroomproductie nog te beperkt is, wordt beroep gedaan op groene stroom van Electrabel. Dit kost het bedrijf 20.000 euro extra per jaar. Daarnaast wordt ook de mogelijkheid onderzocht om een windmolen te bouwen in België of in het buitenland.
Het bedrijf bestudeert ook de CO2-afdruk van al zijn producten en mogelijkheden om deze te verkleinen. De recente aankoop van grond op het industrieterrein van Wevelgem, die grenst aan de Leie, biedt perspectieven om grondstoffen en afgewerkte producten in de toekomst via de binnenvaart te vervoeren en het wegverkeer op die manier fors te beperken.
Het bedrijf investeert ook in het onderzoeksstation 'Princess Elisabeth' op Antarctica door de International Polar Foundation. Het station zal een minimale impact hebben op het milieu, gebruikmakend van zuivere en efficiënte energie en optimale afvalbeheertechnieken. "Het zal op die manier van groot belang zijn om antwoorden te vinden op vragen in verband met de toekomst van onze planeet", aldus het bedrijf.
20 april 2007
Eerste minister van Noorwegen wil klimaatneutrale economie tegen 2050
20/04/2007 - Bron(nen): Green Car Congress
De eerste minister van Noorwegen, Jens Stoltenberg, stelde drie doelen en verbintenissen voor een nieuw klimaatbeleid. Hij deed dat in zijn toespraak op het nationaal congres van de Noorse socialistische partij, met als ultiem doel een klimaatneutrale Noorse economie tegen 2050.
De eerste minister benadrukte ook het verband tussen de strijd tegen klimaatverandering en de strijd tegen armoede.
De drie verbintenissens voor een nieuw klimaatbeleid zijn:
- Noorwegen zal zijn Kyotoverplichtingen verscherpen met 10% tegen 2012. Onder het Kyotoprotocol mag Noorwegen zijn emissies in de periode 2008-2012 niet verhogen met meer dan 1% ten aanzien van referentiejaar 1990
- een reductie van de equivalentenuitstoot van broeikasgassen met 30% tegen 2020
- een reductie van de equivalentenuitstoot met 100%, ook door offsetting in het buitenland
Noorwegen zal maatregelen nemen zowel in eigen land als daarbuiten om deze doelen te halen. De regering had al ingestemd met het voorstel om een reductie van 30% te halen tegen 2020.
De eerste minister van Noorwegen, Jens Stoltenberg, stelde drie doelen en verbintenissen voor een nieuw klimaatbeleid. Hij deed dat in zijn toespraak op het nationaal congres van de Noorse socialistische partij, met als ultiem doel een klimaatneutrale Noorse economie tegen 2050.
De eerste minister benadrukte ook het verband tussen de strijd tegen klimaatverandering en de strijd tegen armoede.
De drie verbintenissens voor een nieuw klimaatbeleid zijn:
- Noorwegen zal zijn Kyotoverplichtingen verscherpen met 10% tegen 2012. Onder het Kyotoprotocol mag Noorwegen zijn emissies in de periode 2008-2012 niet verhogen met meer dan 1% ten aanzien van referentiejaar 1990
- een reductie van de equivalentenuitstoot van broeikasgassen met 30% tegen 2020
- een reductie van de equivalentenuitstoot met 100%, ook door offsetting in het buitenland
Noorwegen zal maatregelen nemen zowel in eigen land als daarbuiten om deze doelen te halen. De regering had al ingestemd met het voorstel om een reductie van 30% te halen tegen 2020.
Energieprestatiecertificaat voor publieke gebouwen goedgekeurd
20 april 2007 - Bron(nen): Belga, De Morgen
Op voorstel van Vlaams minister van Energie Kris Peeters heeft de Vlaamse Regering vandaag het besluit over de invoering van het energieprestatiecertificaat voor publieke gebouwen definitief goedgekeurd. Dat voert een Europese richtlijn uit die de lidstaten oplegt om voor publieke gebouwen groter dan 1000 m2 een energieprestatiecertificaat in te voeren en uit te hangen.
Tegen uiterlijk 1 januari 2009 zullen naar schatting 9.500 publieke gebouwen over het energieprestatiecertificaat moeten beschikken. De overheden die instaan voor die gebouwen zullen de gegevens van hun jaarlijks energieverbruik verzamelen en na moeten gaan welke kostenefficiënte maatregelen nog mogelijk zijn om het energieverbruik terug te dringen.
Op voorstel van Vlaams minister van Energie Kris Peeters heeft de Vlaamse Regering vandaag het besluit over de invoering van het energieprestatiecertificaat voor publieke gebouwen definitief goedgekeurd. Dat voert een Europese richtlijn uit die de lidstaten oplegt om voor publieke gebouwen groter dan 1000 m2 een energieprestatiecertificaat in te voeren en uit te hangen.
Tegen uiterlijk 1 januari 2009 zullen naar schatting 9.500 publieke gebouwen over het energieprestatiecertificaat moeten beschikken. De overheden die instaan voor die gebouwen zullen de gegevens van hun jaarlijks energieverbruik verzamelen en na moeten gaan welke kostenefficiënte maatregelen nog mogelijk zijn om het energieverbruik terug te dringen.
Elektriciteit duurder door gebrek aan concurrentie
20/04/2007 - Bron(nen): Belga, De Morgen
De groothandelsprijzen voor elektriciteit zijn aanzienlijk hoger door het gebrek aan concurrentie op de Europese markten. Dat blijkt uit een studie die de Europese Commissie door een externe consultant heeft laten uitvoeren.
De studie erkent dat de brandstofkosten hebben bijgedragen tot de stijging van de elektriciteitsprijzen sinds 2003, maar de groothandelsprijzen voor elektriciteit liggen niettemin aanzienlijk hoger dan verwacht kan worden in volkomen concurrerende markten, zo licht de Commissie de studie in een mededeling toe.
De studie onderzoekt in detail de groothandelsmarkten in Frankrijk, Duitsland, België, Nederland, Spanje en Groot-Brittannië. Ze is bijzonder gedetailleerd, omdat ze gebaseerd is op een database van meer dan 1 miljard gegevens die vooral afkomstig zijn van spelers op de markt.
De studie past in de strategie van de Europese Commissie, die al een hele tijd ijvert voor meer concurrentie op de Europese energiemarkten. De Commissie ergert zich onder meer aan de grote concentratie, de ongelijke toegang tot de netwerken en de bundeling van productie- en distributie-activiteiten binnen de concerns.
De groothandelsprijzen voor elektriciteit zijn aanzienlijk hoger door het gebrek aan concurrentie op de Europese markten. Dat blijkt uit een studie die de Europese Commissie door een externe consultant heeft laten uitvoeren.
De studie erkent dat de brandstofkosten hebben bijgedragen tot de stijging van de elektriciteitsprijzen sinds 2003, maar de groothandelsprijzen voor elektriciteit liggen niettemin aanzienlijk hoger dan verwacht kan worden in volkomen concurrerende markten, zo licht de Commissie de studie in een mededeling toe.
De studie onderzoekt in detail de groothandelsmarkten in Frankrijk, Duitsland, België, Nederland, Spanje en Groot-Brittannië. Ze is bijzonder gedetailleerd, omdat ze gebaseerd is op een database van meer dan 1 miljard gegevens die vooral afkomstig zijn van spelers op de markt.
De studie past in de strategie van de Europese Commissie, die al een hele tijd ijvert voor meer concurrentie op de Europese energiemarkten. De Commissie ergert zich onder meer aan de grote concentratie, de ongelijke toegang tot de netwerken en de bundeling van productie- en distributie-activiteiten binnen de concerns.
Scholen vragen massaal subsidies aan voor energiebesparende maatregelen
20/04/2007 - Bron(nen): Belga, De Morgen
Vlaamse scholen blijken massaal subsidies aan te vragen voor de energiebesparende maatregelen die Vlaams Onderwijsminister Vandenbroucke (sp.a) aankondigde in zijn 'Beleidsbrief Onderwijs en Vorming met de beleidsprioriteiten 2006-2007'. Dat blijkt uit een overzicht van Vandenbroucke in antwoord op een schriftelijke vraag van Jos De Meyer (CD&V).
Vorig jaar vroegen 1.426 scholen de subsidie aan van maximum 350 euro voor het op punt stellen van de verwarmingsinstallatie. Dat kostte de Vlaamse overheid 499.100 euro. Nog eens 764 vroegen de subsidie aan voor het uitvoeren van een energieaudit, wat 1,02 miljoen euro kostte. Zowat 2.934 scholen dienden een aanvraag in voor de opstart en opvolging van een energieboekhouding bij hun distributiebeheerder (kostprijs 1,46 miljoen euro).
Het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGION) ontving op 15 maart al 384 aanvragen voor subsidiëring van investeringsdossiers op vlak van rationeel energiegebruik. Het totaal investeringsbedrag beloopt 48,4 miljoen euro, waarvan 39,6 miljoen euro subsidieerbaar. In totaal werden al 320 dossiers goedgekeurd voor een totaal bedrag van 37,7 miljoen euro. Dat komt overeen met een subsidiebedrag van 30,8 miljoen euro.
Vlaamse scholen blijken massaal subsidies aan te vragen voor de energiebesparende maatregelen die Vlaams Onderwijsminister Vandenbroucke (sp.a) aankondigde in zijn 'Beleidsbrief Onderwijs en Vorming met de beleidsprioriteiten 2006-2007'. Dat blijkt uit een overzicht van Vandenbroucke in antwoord op een schriftelijke vraag van Jos De Meyer (CD&V).
Vorig jaar vroegen 1.426 scholen de subsidie aan van maximum 350 euro voor het op punt stellen van de verwarmingsinstallatie. Dat kostte de Vlaamse overheid 499.100 euro. Nog eens 764 vroegen de subsidie aan voor het uitvoeren van een energieaudit, wat 1,02 miljoen euro kostte. Zowat 2.934 scholen dienden een aanvraag in voor de opstart en opvolging van een energieboekhouding bij hun distributiebeheerder (kostprijs 1,46 miljoen euro).
Het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGION) ontving op 15 maart al 384 aanvragen voor subsidiëring van investeringsdossiers op vlak van rationeel energiegebruik. Het totaal investeringsbedrag beloopt 48,4 miljoen euro, waarvan 39,6 miljoen euro subsidieerbaar. In totaal werden al 320 dossiers goedgekeurd voor een totaal bedrag van 37,7 miljoen euro. Dat komt overeen met een subsidiebedrag van 30,8 miljoen euro.
Belg wil betalen voor klimaatvriendelijke producten
19/04/2007 | Bron(nen): Belga
De Belg wijst vooral de bedrijven aan als de grote vervuilers en veroorzakers van het klimaatprobleem. Ze worden ook verweten te weinig inspanningen te doen voor het milieu. Dat blijkt uit een rondvraag van Ipsos in opdracht van de bank Fortis, naar aanleiding van diens duurzaamheidsrapport. Maar het is niet allemaal negatief: driekwart van de ondervraagde Belgen zegt bereid te zijn om meer te betalen voor milieuvriendelijke producten en diensten. Dit creëert dan weer opportuniteiten voor de bedrijven.
Concreet vindt 69 procent van de Belgen die door Ipsos werden bevraagd, dat de klimaatswijziging een ernstige bedreiging vormt voor de samenleving. Dat is opvallend meer dan de Nederlanders, waar slechts de helft wakker ligt. Toch vindt nog steeds bijna één derde in België dat er geen vuiltje aan de lucht is. Wat bovendien als de aandacht van de media voor dit probleem verslapt?
Als grootste vervuilers worden in dalende volgorde de bedrijven (74%), het vervoer (60%) en de bevolking (41%) met de vinger gewezen. Tachtig procent van de ondervraagden vindt dat die bedrijven niet voldoende inspanningen leveren om het leefmilieu te beschermen. "Nochtans zijn we allemaal consumenten. De industrie, dat zijn wij", nuanceerde Serge De Gheldere, die een opleiding volgde bij klimaatgoeroe Al Gore. Hij pleit er dan ook voor dat we zelf ons gedrag zouden veranderen. Voor bedrijven creëren deze gedragswijzigingen nieuwe opportuniteiten.
Hoopgevend is alvast het feit dat 72 procent van de Belgen bereid is om meer te betalen voor producten of diensten die minder schadelijk zijn voor het leefmilieu. Het gaat dan bijvoorbeeld om biologische producten, hybride voertuigen of een condensatieverwarmingsketel. Zo'n 79 pct is bereid om minstens een deel van zijn spaargeld te beleggen in milieuvriendelijke beleggingsfondsen. Deze opvallend open houding strookt wel niet met het werkelijke gedrag. Tot nu toe blijft het aandeel van milieuvriendelijke producten relatief beperkt.
Volgens Eric Bouwmeester, die bij Fortis bevoegd is voor het maatschappelijk verantwoord ondernemen, bevinden we ons alvast op een "kruispunt". "De uitdagingen en gevaren van de klimaatsverandering zijn gekend. Nu moeten die nog omgezet worden in businessopportuniteiten", luidde het. Dat grote investeringsmaatschappijen nog niet massaal op de kar van duurzaam beleggen zijn gesprongen, heeft volgens de bank vooral te maken met de heersende onzekerheid. "Verschaf meer zekerheid met wetgeving en de appetijt zal groeien".
De Belg wijst vooral de bedrijven aan als de grote vervuilers en veroorzakers van het klimaatprobleem. Ze worden ook verweten te weinig inspanningen te doen voor het milieu. Dat blijkt uit een rondvraag van Ipsos in opdracht van de bank Fortis, naar aanleiding van diens duurzaamheidsrapport. Maar het is niet allemaal negatief: driekwart van de ondervraagde Belgen zegt bereid te zijn om meer te betalen voor milieuvriendelijke producten en diensten. Dit creëert dan weer opportuniteiten voor de bedrijven.
Concreet vindt 69 procent van de Belgen die door Ipsos werden bevraagd, dat de klimaatswijziging een ernstige bedreiging vormt voor de samenleving. Dat is opvallend meer dan de Nederlanders, waar slechts de helft wakker ligt. Toch vindt nog steeds bijna één derde in België dat er geen vuiltje aan de lucht is. Wat bovendien als de aandacht van de media voor dit probleem verslapt?
Als grootste vervuilers worden in dalende volgorde de bedrijven (74%), het vervoer (60%) en de bevolking (41%) met de vinger gewezen. Tachtig procent van de ondervraagden vindt dat die bedrijven niet voldoende inspanningen leveren om het leefmilieu te beschermen. "Nochtans zijn we allemaal consumenten. De industrie, dat zijn wij", nuanceerde Serge De Gheldere, die een opleiding volgde bij klimaatgoeroe Al Gore. Hij pleit er dan ook voor dat we zelf ons gedrag zouden veranderen. Voor bedrijven creëren deze gedragswijzigingen nieuwe opportuniteiten.
Hoopgevend is alvast het feit dat 72 procent van de Belgen bereid is om meer te betalen voor producten of diensten die minder schadelijk zijn voor het leefmilieu. Het gaat dan bijvoorbeeld om biologische producten, hybride voertuigen of een condensatieverwarmingsketel. Zo'n 79 pct is bereid om minstens een deel van zijn spaargeld te beleggen in milieuvriendelijke beleggingsfondsen. Deze opvallend open houding strookt wel niet met het werkelijke gedrag. Tot nu toe blijft het aandeel van milieuvriendelijke producten relatief beperkt.
Volgens Eric Bouwmeester, die bij Fortis bevoegd is voor het maatschappelijk verantwoord ondernemen, bevinden we ons alvast op een "kruispunt". "De uitdagingen en gevaren van de klimaatsverandering zijn gekend. Nu moeten die nog omgezet worden in businessopportuniteiten", luidde het. Dat grote investeringsmaatschappijen nog niet massaal op de kar van duurzaam beleggen zijn gesprongen, heeft volgens de bank vooral te maken met de heersende onzekerheid. "Verschaf meer zekerheid met wetgeving en de appetijt zal groeien".
"Ethanol schadelijker voor gezondheid dan benzine"
19/04/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht, De Standaard
Ethanol wordt gewonnen uit planten en produceert daarom geen extra CO2. Maar uit een modelstudie van de Amerikaanse Stanford University blijkt dat bij het grootschalige gebruik van ethanol meer kankerverwekkende stoffen en meer ozon vrij zullen komen dan bij het gebruik van benzine het geval is.
"Ethanol is een duurzaam product omdat het niet bijdraagt aan het broeikaseffect en de luchtvervuiling. Dachten we. Maar uit onze studie blijkt dat ethanol een groter risico zal vormen voor de gezondheid dan benzine", vertelt onderzoeker Marc Jacobson. "Bij de verbranding van organische stoffen als benzine en ethanol komen kleine hoeveelheden kankerverwekkende stoffen vrij, zoals benzeen, butadieen, formaldehyde en aceetaldehyde."
Jacobson: "In de verbrandingsgassen van een motor op ethanol zullen minder benzeen en butadieen voorkomen, maar juist meer formaldehyde en aceetaldehyde". Vooral de relatief grote uitstoot van ozon baart Jacobson zorgen. "Het product E85 produceert aanzienlijk meer ozon en geeft een groter risico op smogvorming". Het inademen van ozon leidt tot blijvende ademhalingsproblemen en schaadt het immuunsysteem.
"Wij hebben berekend dat in 2020 in de Verenigde Staten per jaar tweehonderd doden extra zullen vallen ten gevolge van het gebruik van ethanol als benzinevervanger". Het aantal acute opnamen van astmapatiënten zal, naar schatting van Jacobson, in Amerika jaarlijks met 770 gevallen stijgen, het aantal mensen dat met ademhalingsproblemen naar het ziekenhuis moet, zal toenemen met 990", beweert Jacobson.
Guido Lenaers, een energietechnoloog bij de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), weet dat ethanol de emissies van aldehyden verhoogt. "Reden te meer om de emissies voor biobrandstoffen strenger te reglementeren", zegt hij. "En constructeurs zouden hun motoren beter op het gebruik van ethanol moeten afstellen". Lenaers is erg voorzichtig met de conclusies van het onderzoek. "Biobrandstoffen hoeven niet opzijgezet te worden, zoals de Amerikaanse onderzoekers suggereren".
Ethanol wordt gewonnen uit planten en produceert daarom geen extra CO2. Maar uit een modelstudie van de Amerikaanse Stanford University blijkt dat bij het grootschalige gebruik van ethanol meer kankerverwekkende stoffen en meer ozon vrij zullen komen dan bij het gebruik van benzine het geval is.
"Ethanol is een duurzaam product omdat het niet bijdraagt aan het broeikaseffect en de luchtvervuiling. Dachten we. Maar uit onze studie blijkt dat ethanol een groter risico zal vormen voor de gezondheid dan benzine", vertelt onderzoeker Marc Jacobson. "Bij de verbranding van organische stoffen als benzine en ethanol komen kleine hoeveelheden kankerverwekkende stoffen vrij, zoals benzeen, butadieen, formaldehyde en aceetaldehyde."
Jacobson: "In de verbrandingsgassen van een motor op ethanol zullen minder benzeen en butadieen voorkomen, maar juist meer formaldehyde en aceetaldehyde". Vooral de relatief grote uitstoot van ozon baart Jacobson zorgen. "Het product E85 produceert aanzienlijk meer ozon en geeft een groter risico op smogvorming". Het inademen van ozon leidt tot blijvende ademhalingsproblemen en schaadt het immuunsysteem.
"Wij hebben berekend dat in 2020 in de Verenigde Staten per jaar tweehonderd doden extra zullen vallen ten gevolge van het gebruik van ethanol als benzinevervanger". Het aantal acute opnamen van astmapatiënten zal, naar schatting van Jacobson, in Amerika jaarlijks met 770 gevallen stijgen, het aantal mensen dat met ademhalingsproblemen naar het ziekenhuis moet, zal toenemen met 990", beweert Jacobson.
Guido Lenaers, een energietechnoloog bij de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), weet dat ethanol de emissies van aldehyden verhoogt. "Reden te meer om de emissies voor biobrandstoffen strenger te reglementeren", zegt hij. "En constructeurs zouden hun motoren beter op het gebruik van ethanol moeten afstellen". Lenaers is erg voorzichtig met de conclusies van het onderzoek. "Biobrandstoffen hoeven niet opzijgezet te worden, zoals de Amerikaanse onderzoekers suggereren".
19 april 2007
Petitie Stop autoreclame
Vervoer is een belangrijke oorzaak van de klimaatverandering, van de uitputting van de olievoorraden, van veiligheids- en gezondheidsproblemen. Het is dus van belang onze mobiliteitsgewoonten drastisch te wijzigen.
Volgens negen organisaties, waaronder Friends of the Earth (het vroegere Voor Moeder Aarde), verhoogt reclame voor auto’s en vliegtuigreizen de consumptie van deze producten en diensten. De reclame dringt iedereen beelden en teksten op die tegengesteld zijn aan wat er op het spel staat en remt het aanbrengen van oplossingen voor mobiliteitsproblemen af.
Daarom houden de negen organisaties een petitie die zich tot de huidige en toekomstige politici richt. In deze petitie wordt een verbod op reclame voor auto's en vliegtuigreizen gevraagd. Wil je de petitietekst tekenen? Surf dan naar http://www.stopautoreclame.be
Volgens negen organisaties, waaronder Friends of the Earth (het vroegere Voor Moeder Aarde), verhoogt reclame voor auto’s en vliegtuigreizen de consumptie van deze producten en diensten. De reclame dringt iedereen beelden en teksten op die tegengesteld zijn aan wat er op het spel staat en remt het aanbrengen van oplossingen voor mobiliteitsproblemen af.
Daarom houden de negen organisaties een petitie die zich tot de huidige en toekomstige politici richt. In deze petitie wordt een verbod op reclame voor auto's en vliegtuigreizen gevraagd. Wil je de petitietekst tekenen? Surf dan naar http://www.stopautoreclame.be
16 april 2007
Het ACW over Het klimaatboek van Keytsman & Jones
Sofie Put is adviseur duurzame ontwikkeling en Europa, ACW studiedienst. Op de officiële voorstelling van Het klimaatboek sprak ze in naam van het ACW. Dit is haar feedback op het boek, zoals weergegeven op de persconferentie van maandag 16 april.
Het boek gaat uit van een lange termijn visie, van een visie van duurzame ontwikkeling: “een ontwikkeling die blijft duren” , die houdbaar is. De auteurs doen dit via een wetenschappelijke onderbouw; deze van de ecologische economie.Te bereiken doel én tevens noodzaak is een dematerialisatie van de economie en een koolstofvrije energieproductie.
Op basis daarvan, en dus niet via een lukrake opsomming van allerlei korte termijnmaatregeltjes leggen de auteurs een beleidspakket voor.Dit beleidspakket is integraal, duidelijk en transparant van aanpak. Het klimaatbeleid dat tot nog toe in dit land gevoerd werd en wordt, draagt die kwaliteiten niet in zich.
Het boek beschrijft hiervan een typerend voorbeeld: het gebruik van de verschillende energiefondsen in dit land. Er zijn vandaag 6 federale energiefondsen. Ik citeer het boek:
a) Het Kyotofonds. Dient voor de financiering van federale klimaatmaatregelen. Met dit Fonds zouden vooral energie-efficiënte investeringen worden gesubsidieerd. In de praktijk werden er de kosten voor de oprichting van de Nationale Klimaatcommissie mee betaald. Het wordt gestijfd door de consument via een bijdrage op de elektriciteit. Het overgrote deel van de middelen ervan wordt echter gereserveerd voor de aankoop van vervuilingsrechten in het buitenland (dus niet om de emissies in het eigen land te verminderen, dus zonder lange termijnvoordelen voor het eigen land). En dan nog: tot nog toe is er slechts geïnvesteerd in één buitenlands project voor 1,1 miljoen euro. De rest van het geld is geblokkeerd.
b) Fedesco. Die vennootschap zal in overheidsgebouwen energieaudits laten uitvoeren en energie-efficiënte projecten voorfinancieren. De doelgroep zijn de overheden op lokaal, regionaal en federaal niveau. Ook de middelen van dit fonds worden slecht gebruikt: er werden vorig jaar 7 energieaudits uitgevoerd. Er zijn 1800 federale overheidsgebouwen.
c) Het sociale energiefonds voor gas en elektriciteit. Dit wordt beheerd door regulator CREG.De federale regulator betaalt met de middelen onder meer de werkingskosten en financiert er de OCMW’s mee.De centra doen dus aan schuldbemiddeling en budgetbegeleiding of treffen maatregelen voor een preventief sociaal energiebeleid. In 2004 ging er van de 43,7 mio Euro slechts 14,8 mio Euro naar effectieve steun voor mensen in armoede. De rest diende voor het subsidiëren van het OCMW-personeel .Maar liefst 2/3 van de OCMW’s gebruikt de middelen voor personeelskosten.
d) Het sociale verwarmingsfonds. Dit komt gedeeltelijk tussenbeide in de betaling van de verwarmingsfactuur van personen in armoede (opvolging door de OCMW’s).
e) Het fonds ter reductie van de globale energiekost NV van publiek recht waaruit geput wordt om via “lokale entiteiten”, meestal OCMW’s gezinnen goedkope leningen te verlenen.
f) Het fonds voor hernieuwbare technologieën De bedoeling van dit fonds is onderzoek te doen naar hernieuwbare energie, maar de bevoegde minister Marc Verwilghen heeft noch de doelstellingen, noch de methodes van dit fonds verder gepreciseerd.
In alle federale fondsen zit ongeveer 280 mio euro. Niet alleen veroorzaken al die verschillende fondsen een verspilling van de middelen en personeel; het overgrote deel van het geld is bevroren of wordt vaak niet gebruikt waarvoor het is bedoeld.De fondsen werken naast mekaar en de middelen van elk afzonderlijk zijn te beperkt om de doelstellingen te bereiken.
De auteurs slagen er wel in die coherente aanpak voor te leggen. Dit is vooral te danken aan een consequente uitwerking van die wetenschappelijke basis waarmee het boek start.
Binnen het ACW wordt duurzame ontwikkeling hertaald via onze fundamentele doelstellingen: sociale rechtvaardigheid, democratie en participatie.En het zijn net die klemtonen die als rode draden doorheen het beleidspakket in dit boek terug te vinden zijn. Het is ook met deze bril op dat ik enkele beleidsvoorstellen van de auteurs ga aanhalen.
Sociale rechtvaardigheid
De gevolgen van de klimaatverandering treffen eerst én vooral de allerzwaksten, zowel op mondiaal niveau als in onze eigen samenleving.Het milieu- en het klimaatprobleem wordt door de auteurs correct gezien als een ethisch, sociaal en politiek probleem. Het principe van sociale rechtvaardigheid vormt een uitgangspunt van de voorgestelde beleidsaanpak; energiearmoede wordt uitvoerig behandeld in dit beleidspakket.Dit is een belangrijke meerwaarde: sociale rechtvaardigheid betekent nl. meer dan energiescans bij enkele minder begoede woningen uitvoeren en dan wat tochtstrips aanbrengen. Sociale rechtvaardigheid heeft nood aan structurele maatregelen.
“Energie is een basisbehoefte en moet dus ook als een basisrecht aanzien worden”. De klimaatverandering indachtig moet “duurzaam kunnen omgaan met energie” het te verwerven basisrecht worden. Hiervan zijn we echter nog ver verwijderd. De auteurs stellen een aantal sociale maatregelen voor die dit willen bewerkstelligen. Focus ligt op energiearmen, op huurders en ook op de consument in het algemeen.
Het passiefhuisconcept als norm in de sociale huisvestingsector.
Als oplossing voor het armoedeprobleem moeten er uiteraard in de eerste plaats meer sociale woningen bijkomen.Het heeft echter geen zin om een laag huurtarief aan huurders te bieden, als die zich blauw betalen aan hoge elektriciteits- en verwarmingsfacturen. Daarom moeten nieuwe sociale woningen onmiddellijk, vanaf de conceptfase, energiezuinig zijn. De regering moet de sociale huisvestingsmaatschappijen opdragen, versneld werk te maken van energiezuinige sociale woningen. Het passiefhuisconcept moet gewoon de norm worden in de sociale huisvestigingssector.
Isolatieprogramma voor arme gezinnen
Arme gezinnen moeten voorrang krijgen om hun huis te laten isoleren. Zij betalen pas de investering naarmate er op de verwarmingsfactuur wordt bespaard.
Rentevrije klimaatleningen
Rentevrije (of minstens goedkope) leningen worden ingevoerd voor eigenaars en huurders met een laag inkomen, want vaak kunnen zij de kosten van verbeteringswerken gericht op energiebesparing niet voorfinancieren. Gezinnen in armoede moeten dan het bedrag van energie-efficiënte investeringen niet zelf ophoesten, het Gewest schiet dit voor en tot een bepaald maximumbedrag hoeven de gezinnen zelfs de kost ervan niet terugbetalen. Deze maatregel wordt het best in heel het land ingevoerd.
De maandelijkse ecologische woonpremie ipv. de jaarlijkse woonbonus
Indien men de hypothecaire aftrek defiscaliseert en omvormt tot een rechtstreekse woonpremie kan de overheid een veel doelgerichter en doelmatiger beleid voeren. Als de overheid dan kopen en huren op een gelijkwaardige manier behandelt, kan ze een veel effectiever beleid voeren.De fiscale aftrek wordt dus het best voor nieuwe leningen uit de personenbelasting gehaald en omgevormd tot een maandelijkse ecologische woonpremie voor de huur of de aankoop of de ecologische renovatie van woningen.
1 sociaal klimaatfonds
Om de doeltreffendheid van het beleid te verhogen, wordt nadrukkelijk één Sociaal Klimaatfonds voorgesteld met als belangrijkste doel het drastisch en structureel verminderen van de energiefacturen van de gezinnen. Met één fonds worden mensen gelijk behandeld, of zij nu gas, stookolie of elektriciteit verbruiken. Energiearme mensen kiezen immers niet zelf de energiebron, omdat zij meestal huren.Dit Sociaal klimaatfonds moet een preventief sociaal energiebeleid ontwikkelen, zodat mensen in energiearmoede (dus ook huurders) energie-efficiënte investeringen aan hun woning kunnen laten uitvoeren, bijvoorbeeld met renteloze leningen die pas worden terugbetaald met de winst op de energiefactuur.Het Sociaal Klimaatfonds moet uiteraard mee gestijfd worden door de energiesector.
Seniorenwoningen
Het Vlaamse woningaanbod is onvoldoende aangepast aan de vergrijzing van de bevolking en aan de nieuwe tendens van gezinsverdunning.Door de vergrijzing vragen meer ouderen, en vooral meer hoogbejaarden, ook om aangepaste voorzieningen (in plaats van huidige –te grote- woning of serviceflats.Er dienen dus woongelegenheden voorzien voor alleenstaanden. Er gebeurt een ruil: Jonge gezinnen gaan in de oorspronkelijke huizen van de ouderen wonden en deze laatsten trekken naar de woongelegenheden voor alleenstaanden.Tussen 2007 en 2012 kunnen er 10.000 extra compacte, goed geïsoleerde en slim geconstrueerde seniorenwoningen gebouwd worden. Daardoor komen 10.000 meestal oudere woningen op de markt voor jonge mensen. Door dit hoger aanbod verlaagt ook de aankoopprijs. Mits financiële steun kunnen de jongeren gestimuleerd worden deze huizen te verbouwen en te isoleren.Uiteraard moet de Vlaamse regering een kader scheppen voor dit beleid. Naast fiscale maatregelen en renovatie- en isolatiepremies moet de overheid de gemeenten ook het financieel-juridisch kader aanreiken om het kapitaal te mobiliseren van jonge senioren die vandaag willen investeren in een beschutte woonvorm.
Ook op mobiliteitsvlak wordt het sociale aspect mee verweven:
Een slimme satelietgestuurde kilometerheffing
De transportheffing neemt de vorm aan van een satelietgestuurde kilometerheffing; te beginnen in een eerste fase op vrachtwagens (in te voeren vanaf 2012 in de Benelux. Ondertussen bereidt men de afschaffing van alle bestaande vaste verkeersbelasting voor.Dit verfijnd instrument verrekent niet het bezit maar het gebruik van de wagen, terwijl men ook rekening houdt met de milieuschadelijkheid van het voertuig en met het tijdstip waarop en de plaats waar gereden wordt. Ze moet de huidige verkeersbelastingen vervangen.Het is dus een sociale heffing die niet alleen het aantal afgelegde kilometers maar ook de veiligheid, verkeersdrukte en de uitstoot van schadelijke stoffen mee verrekent. Het is het effectieve gebruik van een wagen dat wordt belast. De opbrengst ervan wordt gebruikt voor investeringen in een beter openbaar vervoer.
Democratie en participatie
Een beleid heeft pas kans op slagen als het vaste grond bij de bevolking vindt.De noodzakelijke ecologische omslag die nu gemaakt moet worden behoeft niet alleen draagvlak bij de bevolking; de mensen moeten ook participatief betrokken worden bij de aanpak. Participatie is een noodzakelijke voorwaarde om te komen tot democratie. Ook dit hebben de auteurs begrepen: het beleidsplan is doorweven met structurele maatregelen waarin de consument, het individu de handelende actor is.
Registratierechten worden klimaatpremie
Registratierechten die nu betaald worden aan de overheid, kunnen beschikbaar gemaakt worden voor eigenaars in de vorm van een klimaatkrediet op rekening, waarmee dan de nodige investeringen kunnen worden gefinancierd.
milieu-innovaties en klimaatneutraal ondernemen leveren werkgelegenheid op
Grenzen verleggen en milieu-innovaties uitlokken, levert niet alleen voor het milieu veel op; het is ook goed voor de werkgelegenheid.D it kan via subsidies, belastingvoordelen, labels, vrijstellingen zoals loopbaanonderbreking, startersprojecten, opleidingen, de ruimte om te ondernemen door de aanleg van ecologische bedrijventerreinen.
decentrale energieproductie
Hernieuwbare energie komt pas echt tot haar recht in decentrale productie zoals bij een lokale of regionale economie, in autonome verbanden, in vormen van zelfvoorziening van gezinnen, bedrijven, wijken en regio’s. Kiezen voor energieveiligheid is dus kiezen voor energieautonomie.Hernieuwbare energiedragers dragen een enorm potentieel aan autonomie en zelfbeschikking in zich.Zowel voor landen als voor individuele burgers geldt dat democratie en zelfbeschikking maar verzekerd kunnen blijven als er voldoende autonomie is inzake energietoevoer.
Het voorgestelde beleidsplan is doordacht, structureel en sociaal duurzaam. Met sociale rechtvaardigheid, participatie en democratie als uitgangspunten én leidraden heeft én verdient het ook alle kansen op slagen.
Het boek gaat uit van een lange termijn visie, van een visie van duurzame ontwikkeling: “een ontwikkeling die blijft duren” , die houdbaar is. De auteurs doen dit via een wetenschappelijke onderbouw; deze van de ecologische economie.Te bereiken doel én tevens noodzaak is een dematerialisatie van de economie en een koolstofvrije energieproductie.
Op basis daarvan, en dus niet via een lukrake opsomming van allerlei korte termijnmaatregeltjes leggen de auteurs een beleidspakket voor.Dit beleidspakket is integraal, duidelijk en transparant van aanpak. Het klimaatbeleid dat tot nog toe in dit land gevoerd werd en wordt, draagt die kwaliteiten niet in zich.
Het boek beschrijft hiervan een typerend voorbeeld: het gebruik van de verschillende energiefondsen in dit land. Er zijn vandaag 6 federale energiefondsen. Ik citeer het boek:
a) Het Kyotofonds. Dient voor de financiering van federale klimaatmaatregelen. Met dit Fonds zouden vooral energie-efficiënte investeringen worden gesubsidieerd. In de praktijk werden er de kosten voor de oprichting van de Nationale Klimaatcommissie mee betaald. Het wordt gestijfd door de consument via een bijdrage op de elektriciteit. Het overgrote deel van de middelen ervan wordt echter gereserveerd voor de aankoop van vervuilingsrechten in het buitenland (dus niet om de emissies in het eigen land te verminderen, dus zonder lange termijnvoordelen voor het eigen land). En dan nog: tot nog toe is er slechts geïnvesteerd in één buitenlands project voor 1,1 miljoen euro. De rest van het geld is geblokkeerd.
b) Fedesco. Die vennootschap zal in overheidsgebouwen energieaudits laten uitvoeren en energie-efficiënte projecten voorfinancieren. De doelgroep zijn de overheden op lokaal, regionaal en federaal niveau. Ook de middelen van dit fonds worden slecht gebruikt: er werden vorig jaar 7 energieaudits uitgevoerd. Er zijn 1800 federale overheidsgebouwen.
c) Het sociale energiefonds voor gas en elektriciteit. Dit wordt beheerd door regulator CREG.De federale regulator betaalt met de middelen onder meer de werkingskosten en financiert er de OCMW’s mee.De centra doen dus aan schuldbemiddeling en budgetbegeleiding of treffen maatregelen voor een preventief sociaal energiebeleid. In 2004 ging er van de 43,7 mio Euro slechts 14,8 mio Euro naar effectieve steun voor mensen in armoede. De rest diende voor het subsidiëren van het OCMW-personeel .Maar liefst 2/3 van de OCMW’s gebruikt de middelen voor personeelskosten.
d) Het sociale verwarmingsfonds. Dit komt gedeeltelijk tussenbeide in de betaling van de verwarmingsfactuur van personen in armoede (opvolging door de OCMW’s).
e) Het fonds ter reductie van de globale energiekost NV van publiek recht waaruit geput wordt om via “lokale entiteiten”, meestal OCMW’s gezinnen goedkope leningen te verlenen.
f) Het fonds voor hernieuwbare technologieën De bedoeling van dit fonds is onderzoek te doen naar hernieuwbare energie, maar de bevoegde minister Marc Verwilghen heeft noch de doelstellingen, noch de methodes van dit fonds verder gepreciseerd.
In alle federale fondsen zit ongeveer 280 mio euro. Niet alleen veroorzaken al die verschillende fondsen een verspilling van de middelen en personeel; het overgrote deel van het geld is bevroren of wordt vaak niet gebruikt waarvoor het is bedoeld.De fondsen werken naast mekaar en de middelen van elk afzonderlijk zijn te beperkt om de doelstellingen te bereiken.
De auteurs slagen er wel in die coherente aanpak voor te leggen. Dit is vooral te danken aan een consequente uitwerking van die wetenschappelijke basis waarmee het boek start.
Binnen het ACW wordt duurzame ontwikkeling hertaald via onze fundamentele doelstellingen: sociale rechtvaardigheid, democratie en participatie.En het zijn net die klemtonen die als rode draden doorheen het beleidspakket in dit boek terug te vinden zijn. Het is ook met deze bril op dat ik enkele beleidsvoorstellen van de auteurs ga aanhalen.
Sociale rechtvaardigheid
De gevolgen van de klimaatverandering treffen eerst én vooral de allerzwaksten, zowel op mondiaal niveau als in onze eigen samenleving.Het milieu- en het klimaatprobleem wordt door de auteurs correct gezien als een ethisch, sociaal en politiek probleem. Het principe van sociale rechtvaardigheid vormt een uitgangspunt van de voorgestelde beleidsaanpak; energiearmoede wordt uitvoerig behandeld in dit beleidspakket.Dit is een belangrijke meerwaarde: sociale rechtvaardigheid betekent nl. meer dan energiescans bij enkele minder begoede woningen uitvoeren en dan wat tochtstrips aanbrengen. Sociale rechtvaardigheid heeft nood aan structurele maatregelen.
“Energie is een basisbehoefte en moet dus ook als een basisrecht aanzien worden”. De klimaatverandering indachtig moet “duurzaam kunnen omgaan met energie” het te verwerven basisrecht worden. Hiervan zijn we echter nog ver verwijderd. De auteurs stellen een aantal sociale maatregelen voor die dit willen bewerkstelligen. Focus ligt op energiearmen, op huurders en ook op de consument in het algemeen.
Het passiefhuisconcept als norm in de sociale huisvestingsector.
Als oplossing voor het armoedeprobleem moeten er uiteraard in de eerste plaats meer sociale woningen bijkomen.Het heeft echter geen zin om een laag huurtarief aan huurders te bieden, als die zich blauw betalen aan hoge elektriciteits- en verwarmingsfacturen. Daarom moeten nieuwe sociale woningen onmiddellijk, vanaf de conceptfase, energiezuinig zijn. De regering moet de sociale huisvestingsmaatschappijen opdragen, versneld werk te maken van energiezuinige sociale woningen. Het passiefhuisconcept moet gewoon de norm worden in de sociale huisvestigingssector.
Isolatieprogramma voor arme gezinnen
Arme gezinnen moeten voorrang krijgen om hun huis te laten isoleren. Zij betalen pas de investering naarmate er op de verwarmingsfactuur wordt bespaard.
Rentevrije klimaatleningen
Rentevrije (of minstens goedkope) leningen worden ingevoerd voor eigenaars en huurders met een laag inkomen, want vaak kunnen zij de kosten van verbeteringswerken gericht op energiebesparing niet voorfinancieren. Gezinnen in armoede moeten dan het bedrag van energie-efficiënte investeringen niet zelf ophoesten, het Gewest schiet dit voor en tot een bepaald maximumbedrag hoeven de gezinnen zelfs de kost ervan niet terugbetalen. Deze maatregel wordt het best in heel het land ingevoerd.
De maandelijkse ecologische woonpremie ipv. de jaarlijkse woonbonus
Indien men de hypothecaire aftrek defiscaliseert en omvormt tot een rechtstreekse woonpremie kan de overheid een veel doelgerichter en doelmatiger beleid voeren. Als de overheid dan kopen en huren op een gelijkwaardige manier behandelt, kan ze een veel effectiever beleid voeren.De fiscale aftrek wordt dus het best voor nieuwe leningen uit de personenbelasting gehaald en omgevormd tot een maandelijkse ecologische woonpremie voor de huur of de aankoop of de ecologische renovatie van woningen.
1 sociaal klimaatfonds
Om de doeltreffendheid van het beleid te verhogen, wordt nadrukkelijk één Sociaal Klimaatfonds voorgesteld met als belangrijkste doel het drastisch en structureel verminderen van de energiefacturen van de gezinnen. Met één fonds worden mensen gelijk behandeld, of zij nu gas, stookolie of elektriciteit verbruiken. Energiearme mensen kiezen immers niet zelf de energiebron, omdat zij meestal huren.Dit Sociaal klimaatfonds moet een preventief sociaal energiebeleid ontwikkelen, zodat mensen in energiearmoede (dus ook huurders) energie-efficiënte investeringen aan hun woning kunnen laten uitvoeren, bijvoorbeeld met renteloze leningen die pas worden terugbetaald met de winst op de energiefactuur.Het Sociaal Klimaatfonds moet uiteraard mee gestijfd worden door de energiesector.
Seniorenwoningen
Het Vlaamse woningaanbod is onvoldoende aangepast aan de vergrijzing van de bevolking en aan de nieuwe tendens van gezinsverdunning.Door de vergrijzing vragen meer ouderen, en vooral meer hoogbejaarden, ook om aangepaste voorzieningen (in plaats van huidige –te grote- woning of serviceflats.Er dienen dus woongelegenheden voorzien voor alleenstaanden. Er gebeurt een ruil: Jonge gezinnen gaan in de oorspronkelijke huizen van de ouderen wonden en deze laatsten trekken naar de woongelegenheden voor alleenstaanden.Tussen 2007 en 2012 kunnen er 10.000 extra compacte, goed geïsoleerde en slim geconstrueerde seniorenwoningen gebouwd worden. Daardoor komen 10.000 meestal oudere woningen op de markt voor jonge mensen. Door dit hoger aanbod verlaagt ook de aankoopprijs. Mits financiële steun kunnen de jongeren gestimuleerd worden deze huizen te verbouwen en te isoleren.Uiteraard moet de Vlaamse regering een kader scheppen voor dit beleid. Naast fiscale maatregelen en renovatie- en isolatiepremies moet de overheid de gemeenten ook het financieel-juridisch kader aanreiken om het kapitaal te mobiliseren van jonge senioren die vandaag willen investeren in een beschutte woonvorm.
Ook op mobiliteitsvlak wordt het sociale aspect mee verweven:
Een slimme satelietgestuurde kilometerheffing
De transportheffing neemt de vorm aan van een satelietgestuurde kilometerheffing; te beginnen in een eerste fase op vrachtwagens (in te voeren vanaf 2012 in de Benelux. Ondertussen bereidt men de afschaffing van alle bestaande vaste verkeersbelasting voor.Dit verfijnd instrument verrekent niet het bezit maar het gebruik van de wagen, terwijl men ook rekening houdt met de milieuschadelijkheid van het voertuig en met het tijdstip waarop en de plaats waar gereden wordt. Ze moet de huidige verkeersbelastingen vervangen.Het is dus een sociale heffing die niet alleen het aantal afgelegde kilometers maar ook de veiligheid, verkeersdrukte en de uitstoot van schadelijke stoffen mee verrekent. Het is het effectieve gebruik van een wagen dat wordt belast. De opbrengst ervan wordt gebruikt voor investeringen in een beter openbaar vervoer.
Democratie en participatie
Een beleid heeft pas kans op slagen als het vaste grond bij de bevolking vindt.De noodzakelijke ecologische omslag die nu gemaakt moet worden behoeft niet alleen draagvlak bij de bevolking; de mensen moeten ook participatief betrokken worden bij de aanpak. Participatie is een noodzakelijke voorwaarde om te komen tot democratie. Ook dit hebben de auteurs begrepen: het beleidsplan is doorweven met structurele maatregelen waarin de consument, het individu de handelende actor is.
Registratierechten worden klimaatpremie
Registratierechten die nu betaald worden aan de overheid, kunnen beschikbaar gemaakt worden voor eigenaars in de vorm van een klimaatkrediet op rekening, waarmee dan de nodige investeringen kunnen worden gefinancierd.
milieu-innovaties en klimaatneutraal ondernemen leveren werkgelegenheid op
Grenzen verleggen en milieu-innovaties uitlokken, levert niet alleen voor het milieu veel op; het is ook goed voor de werkgelegenheid.D it kan via subsidies, belastingvoordelen, labels, vrijstellingen zoals loopbaanonderbreking, startersprojecten, opleidingen, de ruimte om te ondernemen door de aanleg van ecologische bedrijventerreinen.
decentrale energieproductie
Hernieuwbare energie komt pas echt tot haar recht in decentrale productie zoals bij een lokale of regionale economie, in autonome verbanden, in vormen van zelfvoorziening van gezinnen, bedrijven, wijken en regio’s. Kiezen voor energieveiligheid is dus kiezen voor energieautonomie.Hernieuwbare energiedragers dragen een enorm potentieel aan autonomie en zelfbeschikking in zich.Zowel voor landen als voor individuele burgers geldt dat democratie en zelfbeschikking maar verzekerd kunnen blijven als er voldoende autonomie is inzake energietoevoer.
Het voorgestelde beleidsplan is doordacht, structureel en sociaal duurzaam. Met sociale rechtvaardigheid, participatie en democratie als uitgangspunten én leidraden heeft én verdient het ook alle kansen op slagen.
Klimaatboek Groen!: Uitstoot moet tegen 2050 met 90 procent dalen
16/04/2007 | Bron(nen): Belga
In de strijd tegen de opwarming van de aarde en de gevolgen van die opwarming wil Groen! dat de uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 met 90 procent daalt. Om die reductie te realiseren is een totale ecologische omslag nodig. Dat staat in "Het Klimaatboek" van Groen!-politici Els Keytsman en Peter Tom Jones dat maandag werd voorgesteld in Brussel.
In hun boek schetsen Keytsman en Jones eerst de ernst van het klimaatprobleem. De aarde warmt op en dat proces kan zware problemen scheppen voor mens en milieu. Vooral mensen in armere gebieden, die zelf weinig of niet verantwoordelijk zijn voor het opwarmingsproces, dreigen het slachtoffer te worden. Nietsdoen is geen optie, het is hoog tijd voor ingrijpende maatregelen, zo luidt de centrale boodschap. "De speeltijd is voorbij. Als we kiezen om voort te doen zoals we bezig zijn, kiezen we voor doemscenario's met vooral negatieve effecten voor armere landen", aldus Jones.
Volgens Keytsman en Jones is er nood aan een ecologische omslag. Enkel bijsturende ingrepen en kleine maatregelen zijn onvoldoende. Er moet een doordachte en radicale trendbreuk komen. Daarbij wil Groen! de lat hoog leggen. Zo moet de uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 wereldwijd met 60 pct dalen. Westerse landen zoals België moeten een stapje verdergaan en een reductie van 90 pct realiseren. Concreet wil Groen! streven naar een jaarlijkse uitstootreductie van meer dan 3 pct vanaf 2010.
Om die reducties te realiseren, zijn inspanningen nodig op verschillende terreinen zoals wonen, werken, energie, mobiliteit en industrie. Concreet zou daar 1 pct van het bruto nationaal product, omgerekend 3 miljard euro, voor moeten vrijgemaakt worden.
Een van de tientallen concrete voorstellen is om voor mensen die een woning aankopen (jaarlijks 50.000 Belgen) de betaling van de registratierechten te vervangen door investeringen in isolatie en energie-efficiëntie in die woning. Daarnaast zouden passiefhuizen de norm moeten worden in de nieuwbouw en zouden er op 10 jaar tijd 400.000 gratis energie-audits in woningen moeten komen.
De invoering van een systeem van vliegquota is een ander opvallend voorstel. Terwijl het aantal vliegtuigkilometers jaar na jaar stijgt, is de uitstoot van vliegtuigen niet verrekend in het verdrag van Kyoto. Om iets te doen aan het toenemende vliegverkeer, pleit Groen! voor individuele vliegquota. "Dat is veel socialer dan een extra taks op vliegtuigtickets, want dat zijn gewoon moderne aflaten. Het is dan niet meer de vervuiler betaalt, maar de betaler vervuilt", aldus Keytsman. Het systeem van individuele vliegquota zou op langer termijn gekoppeld kunnen worden aan een systeem van individueel verhandelbare emissierechten. Zo zou iedereen een koolstofkredietkaart kunnen krijgen met een bepaald aantal credits die kunnen verhandeld worden. Keytsman suggereert een mogelijke koppeling aan de SIS-kaart, maar dat is nog toekomstmuziek.
Een greep uit de andere maatregelen: Op het vlak van werken en ondernemen moet werk gemaakt worden van ecologische bedrijventerreinen, strengere productnormen en een systeem van groene leasing (waarbij gekozen wordt voor milieuvriendelijke bedrijfswagens). Wat mobiliteit en transport betreft, ijveren de auteurs voor minder autokilometers en meer duurzaam vervoer (openbaar vervoer, fietsen, wandelen,...), de invoering van een slimme kilometerheffing en het streven naar zuinige wagens (bv. de 1 liter wagen). Op het vlak van energie moet men afstappen van verouderde technieken en voluit kiezen voor alternatieve energiebronnen. Belangrijk voor de Groen!-politici is dat die maatregelen ook altijd "sociaal getoetst" zijn.
Keytsman en Jones herhalen ook het partijvoorstel om in de volgende regering een vice-premier te voorzien die tegelijk verantwoordelijk is voor Klimaat, Leefmilieu en Energie. Daarnaast moet er één overkoepelend sociaal klimaatfonds komen, alsook een klimaatwet met concrete doelstellingen en een klimaatpact.
Het Klimaatboek kreeg bij de voorstelling maandag lof toegezwaaid van onder meer Greenpeace, het ACW en 'klimaatprofessor' Jean-Pascal van Ypersele (vice-voorzitter van werkgroep II van het klimaatpanel van de VN (IPCC)) die ook het voorwoord schreef.
"Het Klimaatboek. Pleidooi voor een ecologische omslag" is uitgegeven bij uitgeverij EPO, telt 184 pagina's en is vanaf vandaag/maandag 16 april verkrijgbaar voor 15 euro.
In de strijd tegen de opwarming van de aarde en de gevolgen van die opwarming wil Groen! dat de uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 met 90 procent daalt. Om die reductie te realiseren is een totale ecologische omslag nodig. Dat staat in "Het Klimaatboek" van Groen!-politici Els Keytsman en Peter Tom Jones dat maandag werd voorgesteld in Brussel.
In hun boek schetsen Keytsman en Jones eerst de ernst van het klimaatprobleem. De aarde warmt op en dat proces kan zware problemen scheppen voor mens en milieu. Vooral mensen in armere gebieden, die zelf weinig of niet verantwoordelijk zijn voor het opwarmingsproces, dreigen het slachtoffer te worden. Nietsdoen is geen optie, het is hoog tijd voor ingrijpende maatregelen, zo luidt de centrale boodschap. "De speeltijd is voorbij. Als we kiezen om voort te doen zoals we bezig zijn, kiezen we voor doemscenario's met vooral negatieve effecten voor armere landen", aldus Jones.
Volgens Keytsman en Jones is er nood aan een ecologische omslag. Enkel bijsturende ingrepen en kleine maatregelen zijn onvoldoende. Er moet een doordachte en radicale trendbreuk komen. Daarbij wil Groen! de lat hoog leggen. Zo moet de uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 wereldwijd met 60 pct dalen. Westerse landen zoals België moeten een stapje verdergaan en een reductie van 90 pct realiseren. Concreet wil Groen! streven naar een jaarlijkse uitstootreductie van meer dan 3 pct vanaf 2010.
Om die reducties te realiseren, zijn inspanningen nodig op verschillende terreinen zoals wonen, werken, energie, mobiliteit en industrie. Concreet zou daar 1 pct van het bruto nationaal product, omgerekend 3 miljard euro, voor moeten vrijgemaakt worden.
Een van de tientallen concrete voorstellen is om voor mensen die een woning aankopen (jaarlijks 50.000 Belgen) de betaling van de registratierechten te vervangen door investeringen in isolatie en energie-efficiëntie in die woning. Daarnaast zouden passiefhuizen de norm moeten worden in de nieuwbouw en zouden er op 10 jaar tijd 400.000 gratis energie-audits in woningen moeten komen.
De invoering van een systeem van vliegquota is een ander opvallend voorstel. Terwijl het aantal vliegtuigkilometers jaar na jaar stijgt, is de uitstoot van vliegtuigen niet verrekend in het verdrag van Kyoto. Om iets te doen aan het toenemende vliegverkeer, pleit Groen! voor individuele vliegquota. "Dat is veel socialer dan een extra taks op vliegtuigtickets, want dat zijn gewoon moderne aflaten. Het is dan niet meer de vervuiler betaalt, maar de betaler vervuilt", aldus Keytsman. Het systeem van individuele vliegquota zou op langer termijn gekoppeld kunnen worden aan een systeem van individueel verhandelbare emissierechten. Zo zou iedereen een koolstofkredietkaart kunnen krijgen met een bepaald aantal credits die kunnen verhandeld worden. Keytsman suggereert een mogelijke koppeling aan de SIS-kaart, maar dat is nog toekomstmuziek.
Een greep uit de andere maatregelen: Op het vlak van werken en ondernemen moet werk gemaakt worden van ecologische bedrijventerreinen, strengere productnormen en een systeem van groene leasing (waarbij gekozen wordt voor milieuvriendelijke bedrijfswagens). Wat mobiliteit en transport betreft, ijveren de auteurs voor minder autokilometers en meer duurzaam vervoer (openbaar vervoer, fietsen, wandelen,...), de invoering van een slimme kilometerheffing en het streven naar zuinige wagens (bv. de 1 liter wagen). Op het vlak van energie moet men afstappen van verouderde technieken en voluit kiezen voor alternatieve energiebronnen. Belangrijk voor de Groen!-politici is dat die maatregelen ook altijd "sociaal getoetst" zijn.
Keytsman en Jones herhalen ook het partijvoorstel om in de volgende regering een vice-premier te voorzien die tegelijk verantwoordelijk is voor Klimaat, Leefmilieu en Energie. Daarnaast moet er één overkoepelend sociaal klimaatfonds komen, alsook een klimaatwet met concrete doelstellingen en een klimaatpact.
Het Klimaatboek kreeg bij de voorstelling maandag lof toegezwaaid van onder meer Greenpeace, het ACW en 'klimaatprofessor' Jean-Pascal van Ypersele (vice-voorzitter van werkgroep II van het klimaatpanel van de VN (IPCC)) die ook het voorwoord schreef.
"Het Klimaatboek. Pleidooi voor een ecologische omslag" is uitgegeven bij uitgeverij EPO, telt 184 pagina's en is vanaf vandaag/maandag 16 april verkrijgbaar voor 15 euro.
700 zelfstandige ondernemers ondertekenden afgelopen weekend het UNIZO KMO voor KYOTO-charter
16/04/2007 | Bron(nen): Unizo
3.000 zelfstandige ondernemers verzamelden op vrijdag 13 en zaterdag 14 april in de Capitole Gent voor twee UNIZO-filmavonden ‘An Inconvenient Truth’ en de lancering van het ‘UNIZO-klimaatproject KMO VOOR KYOTO’ en het 'KMO VOOR KYOTO-charter'. 700 Oost-Vlaamse zelfstandige ondernemers en KMO-bedrijfsleiders ondertekenden dit charter.
Op vrijdag 13 april lanceerde UNIZO haar klimaatproject ‘KMO VOOR KYOTO’. De start van het klimaatproject waren twee filmavonden - een organisatie van UNIZO Oost-Vlaanderen - rond de indrukwekkende en oscarwinnende documentaire ‘An Inconvenient Truth’ van de voormalige vice-president Al Gore. 3.000 Oost-Vlaamse ondernemers zakten op vrijdag 13 en zaterdag 14 april af naar de Gentse Capitole, een statement op zich.
Voor aanvang van de film lanceerde UNIZO haar ‘KMO VOOR KYOTO-charter'. 700 Vlaamse zelfstandige ondernemers en KMO-bedrijfsleiders ondertekenden er na de filmvoorstelling het charter en engageerden zich om als bedrijfsleider een aantal concrete milieudoelstellingen te realiseren, waaronder 7,5 % minder energieverbruik in de onderneming en een CO2-uitstootdaling van het bedrijfswagenpark met 15 % tegen uiterlijk 2012.
Het allereerste ‘KMO VOOR KYOTO-charter’ werd – voor de aanvang van de film – symbolisch ondertekend door Willy Van Driessche, zaakvoerder van Garage Willy nv en voorzitter van UNIZO regio Gent-Meetjesland, Johan Rutgeerts, architect en voorzitter van UNIZO Oost-Vlaanderen, Jan Sap (directeur-generaal UNIZO) en Kris Peeters (Vlaamse Minister van Leefmilieu).
3.000 zelfstandige ondernemers verzamelden op vrijdag 13 en zaterdag 14 april in de Capitole Gent voor twee UNIZO-filmavonden ‘An Inconvenient Truth’ en de lancering van het ‘UNIZO-klimaatproject KMO VOOR KYOTO’ en het 'KMO VOOR KYOTO-charter'. 700 Oost-Vlaamse zelfstandige ondernemers en KMO-bedrijfsleiders ondertekenden dit charter.
Op vrijdag 13 april lanceerde UNIZO haar klimaatproject ‘KMO VOOR KYOTO’. De start van het klimaatproject waren twee filmavonden - een organisatie van UNIZO Oost-Vlaanderen - rond de indrukwekkende en oscarwinnende documentaire ‘An Inconvenient Truth’ van de voormalige vice-president Al Gore. 3.000 Oost-Vlaamse ondernemers zakten op vrijdag 13 en zaterdag 14 april af naar de Gentse Capitole, een statement op zich.
Voor aanvang van de film lanceerde UNIZO haar ‘KMO VOOR KYOTO-charter'. 700 Vlaamse zelfstandige ondernemers en KMO-bedrijfsleiders ondertekenden er na de filmvoorstelling het charter en engageerden zich om als bedrijfsleider een aantal concrete milieudoelstellingen te realiseren, waaronder 7,5 % minder energieverbruik in de onderneming en een CO2-uitstootdaling van het bedrijfswagenpark met 15 % tegen uiterlijk 2012.
Het allereerste ‘KMO VOOR KYOTO-charter’ werd – voor de aanvang van de film – symbolisch ondertekend door Willy Van Driessche, zaakvoerder van Garage Willy nv en voorzitter van UNIZO regio Gent-Meetjesland, Johan Rutgeerts, architect en voorzitter van UNIZO Oost-Vlaanderen, Jan Sap (directeur-generaal UNIZO) en Kris Peeters (Vlaamse Minister van Leefmilieu).
Milieumaatregelen inzake verkeer maat voor niets (Federauto)
16/04/2007 | Bron(nen): Belga
Federauto noemt de milieumaatregelen die de paarse regering vorige maand nam tijdens de begrotingscontrole in Leuven "een maat voor niets". Ze zullen weinig tot geen impact hebben. De Confederatie van de Autohandel en -reparatie en van de aanverwante sectoren roept de regering op grotere incentives te geven om de automobilist wel tot milieuvriendelijk rijden aan te sporen.
De regering Verhofstadt besliste tijdens de driedaagse top in Leuven tot een reeks maatregelen die de uitstoot van CO2 moet helpen terugdringen. De belangrijkste is de taks op wegwerpverpakkingen, maar ook op het vlak van verkeer werden enkele beslissingen genomen.
Federauto, dat de bespreking van de programmawet afwachtte alvorens stelling in te nemen, is allerminst onder de indruk. De organisatie verwijst bijvoorbeeld naar de poging van de regering om de aankoop van CO2-zuinige wagens te stimuleren door een korting op de factuur in plaats van een belastingvermindering.
Het gaat om een korting van vijftien procent van de aankoopprijs van het gekochte voertuig wanneer dit minder dan 105g/km CO2-uitstoot heeft, met een maximum van 4.270 euro, en een korting van 3 procent van de aankoopprijs van het gekochte voertuig wanneer dit voertuig een uitstoot heeft tussen de 105 en 115g/km met een maximum van 800 euro.
Federauto verwacht niet dat deze maatregel veel succes zal hebben. Er zijn immers zeer weinig wagens op de markt die aan de limietvoorwaarden voldoen. Bovendien zijn het, met uitzondering van de hybride wagens, zeer kleine wagens die niet voldoen aan de behoeften van een modaal gezin.
Indien de regering wenst dat de burger minder CO2-uitstoot dan nu het geval is, dan moeten volgens de organisaties de premies worden opgetrokken tot wagens met een uitstoot van minder dan 145g/km voor een diesel en 160g/km voor een benzine. Ze vraagt ook meer aandacht voor LPG en NGV.
Een andere maatregel van de regering is een korting van 200 euro bij de aankoop van wagens met een roetfilter. De korting wordt enkel toegekend bij de aanschaf van een nieuwe wagen met een CO2-uitstoot kleiner dan 130g/km. Ook hier is het aantal wagens dat in aanmerking komt voor deze korting veel te beperkt. Bovendien is de gegeven korting onvoldoende om de gemiddelde automobilist aan te zetten om bij de aankoop van een nieuwe wagen te kiezen voor de optie van een roetfilter, aldus Federauto.
De regering besliste ook de fiscale aftrekbaarheid op de aankoop van bedrijfswagens te moduleren volgens de CO2-uitstoot. Momenteel bedraagt die aftrek 75 procent voor iedereen, maar dat wordt vanaf 1 april 2008 tussen de 60 en 90 procent, naargelang de hoogte van de CO2-uitstoot.
Volgens de federatie komt die maatregel neer op een belastingverhoging voor de meeste bedrijven Hun aftrek zal nu immers in de meeste gevallen worden beperkt tot 70 in plaats van 75 procent.
Federauto noemt de milieumaatregelen die de paarse regering vorige maand nam tijdens de begrotingscontrole in Leuven "een maat voor niets". Ze zullen weinig tot geen impact hebben. De Confederatie van de Autohandel en -reparatie en van de aanverwante sectoren roept de regering op grotere incentives te geven om de automobilist wel tot milieuvriendelijk rijden aan te sporen.
De regering Verhofstadt besliste tijdens de driedaagse top in Leuven tot een reeks maatregelen die de uitstoot van CO2 moet helpen terugdringen. De belangrijkste is de taks op wegwerpverpakkingen, maar ook op het vlak van verkeer werden enkele beslissingen genomen.
Federauto, dat de bespreking van de programmawet afwachtte alvorens stelling in te nemen, is allerminst onder de indruk. De organisatie verwijst bijvoorbeeld naar de poging van de regering om de aankoop van CO2-zuinige wagens te stimuleren door een korting op de factuur in plaats van een belastingvermindering.
Het gaat om een korting van vijftien procent van de aankoopprijs van het gekochte voertuig wanneer dit minder dan 105g/km CO2-uitstoot heeft, met een maximum van 4.270 euro, en een korting van 3 procent van de aankoopprijs van het gekochte voertuig wanneer dit voertuig een uitstoot heeft tussen de 105 en 115g/km met een maximum van 800 euro.
Federauto verwacht niet dat deze maatregel veel succes zal hebben. Er zijn immers zeer weinig wagens op de markt die aan de limietvoorwaarden voldoen. Bovendien zijn het, met uitzondering van de hybride wagens, zeer kleine wagens die niet voldoen aan de behoeften van een modaal gezin.
Indien de regering wenst dat de burger minder CO2-uitstoot dan nu het geval is, dan moeten volgens de organisaties de premies worden opgetrokken tot wagens met een uitstoot van minder dan 145g/km voor een diesel en 160g/km voor een benzine. Ze vraagt ook meer aandacht voor LPG en NGV.
Een andere maatregel van de regering is een korting van 200 euro bij de aankoop van wagens met een roetfilter. De korting wordt enkel toegekend bij de aanschaf van een nieuwe wagen met een CO2-uitstoot kleiner dan 130g/km. Ook hier is het aantal wagens dat in aanmerking komt voor deze korting veel te beperkt. Bovendien is de gegeven korting onvoldoende om de gemiddelde automobilist aan te zetten om bij de aankoop van een nieuwe wagen te kiezen voor de optie van een roetfilter, aldus Federauto.
De regering besliste ook de fiscale aftrekbaarheid op de aankoop van bedrijfswagens te moduleren volgens de CO2-uitstoot. Momenteel bedraagt die aftrek 75 procent voor iedereen, maar dat wordt vanaf 1 april 2008 tussen de 60 en 90 procent, naargelang de hoogte van de CO2-uitstoot.
Volgens de federatie komt die maatregel neer op een belastingverhoging voor de meeste bedrijven Hun aftrek zal nu immers in de meeste gevallen worden beperkt tot 70 in plaats van 75 procent.
Samenwerkingsakkoord flexmex voldoet niet
In zijn advies over het samenwerkingsakkoord inzake de uitvoering van het Protocol van Kyoto, stelt de SERV dat afspraken over het institutioneel en regelgevend kader inzake de inzet van flexibiliteitsmechanismen (flexmex) inderdaad nodig zijn, opdat overheden, exploitanten, projectontwikkelaars en anderen zo snel mogelijk effectief gebruik zouden kunnen maken van flexmex.
De raad heeft wel vragen bij de conformiteit van het samenwerkingsakkoord met de internationale bepalingen, bij de mate waarin het samenwerkingsakkoord zal leiden tot afstemiing tussen de diverse overheden en bij de duidelijkheid en het sluitend karakter van de gemaakte afspraken tussen de diverse overheden. De SERV vraagt daarom om op korte termijn het voorliggend samenwerkingsakkoord te herzien en doet hiervoor enkele aanbevelingen.
U vindt het advies over flexmex op de website van SERV.
De raad heeft wel vragen bij de conformiteit van het samenwerkingsakkoord met de internationale bepalingen, bij de mate waarin het samenwerkingsakkoord zal leiden tot afstemiing tussen de diverse overheden en bij de duidelijkheid en het sluitend karakter van de gemaakte afspraken tussen de diverse overheden. De SERV vraagt daarom om op korte termijn het voorliggend samenwerkingsakkoord te herzien en doet hiervoor enkele aanbevelingen.
U vindt het advies over flexmex op de website van SERV.
SERV vraagt meer differentieerbare ondersteuning voor hernieuwbare energie en meer Europese harmonisering(energie)
Het SERV-advies over een wijziging van het besluit inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiewekking noemt het een goede zaak dat door de nieuwe procedures de kandidaat-investeerders sneller duidelijkheid krijgen over de groenestroomcertificaten die ze zullen ontvangen.
Wel heeft de raad vragen en bemerkingen bij de andere voorgestelde wijzigingen, in het bijzonder bij de beperking op het gebruik van houtstromen voor de elektriciteitsopwekking die aanvaard wordt in het kader van de certificatenverplichting en inzake de berekeningswijze van de elektriciteitsproductie uit biomassa die in aanmerking komt voor de toekenning van groenestroomcertificaten.
Meer fundamenteel benadrukt het voorontwerp volgens de raad de nood aan een meer differentieerbare ondersteuning voor de elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen binnen een meer geharmoniseerd Europees kader.
U vindt het advies over hernieuwbare energie op de website van SERV.
Wel heeft de raad vragen en bemerkingen bij de andere voorgestelde wijzigingen, in het bijzonder bij de beperking op het gebruik van houtstromen voor de elektriciteitsopwekking die aanvaard wordt in het kader van de certificatenverplichting en inzake de berekeningswijze van de elektriciteitsproductie uit biomassa die in aanmerking komt voor de toekenning van groenestroomcertificaten.
Meer fundamenteel benadrukt het voorontwerp volgens de raad de nood aan een meer differentieerbare ondersteuning voor de elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen binnen een meer geharmoniseerd Europees kader.
U vindt het advies over hernieuwbare energie op de website van SERV.
Nederlands bedrijf introduceert energiezuinige computers
1/04/2007 | Bron(nen): iNSnet
Een computersysteem dat bijna net zo zuinig is als een laptop, dat zichzelf automatisch uitschakelt en praktisch geen sluipverbruik heeft. Dat is er toch al lang? ‘Nee, dat is er nog altijd niet,’ aldus de 32-jarige ondernemer Neven Curlin. ‘Het is eigenlijk verbazingwekkend dat er in deze tijd waarin er zoveel aandacht is voor energiebesparing en maatschappelijk verantwoord ondernemen, nauwelijks bedrijven zijn die energiezuinige computers eisen of aanbieden.’
Daar probeert hij met zijn onlangs opgerichte bedrijf, Wesapo, verandering in te brengen. Curlin: ‘Wesapo staat voor We Save Power en is het eerste bedrijf in Nederland dat energiezuinige computers aanbiedt. Men staat er niet bij stil, maar technologisch is er tegenwoordig al erg veel mogelijk. Zo gebruikt ons basis computermodel slechts 28 watt, wat meer dan 50% zuiniger is dan de meeste thuis- en kantoorcomputers. Er staan in Nederland op dit moment zo’n 12 miljoen computers, dus daar valt nog een hoop energie te besparen.’
Op de vraag wat het systeem zo zuinig maakt, komt een meerledig antwoord. ‘Allereerst gebruiken we zo zuinig mogelijke componenten van kwaliteitsmerken. Vervolgens stellen we de computer softwarematig zo zuinig mogelijk af. Tot slot leveren we bij het systeem een speciale stekkerdoos die het sluipverbruik van pc en randapparatuur beperkt. Een compleet pakket dus waarmee we optimaal computeren én maximaal energie besparen mogelijk maken.’
Hoe nieuw dit concept is, blijkt uit de aandacht vanuit het buitenland. Bezoekers uit maar liefst 25 verschillende landen hebben de afgelopen maanden een kijkje op www.wesavepower.nl genomen. ‘En dan hebben we nog niet eens een Engelstalige versie van de site. Het is nu zaak dat consumenten om energiezuinige computers gaan vragen. Dan gaat het balletje rollen en zijn transparantie en energiezuinigheid binnen de kortste keren een belangrijke standaard in de wereld van computers. Dit is nog maar het topje van de smeltende ijsberg.’
Een computersysteem dat bijna net zo zuinig is als een laptop, dat zichzelf automatisch uitschakelt en praktisch geen sluipverbruik heeft. Dat is er toch al lang? ‘Nee, dat is er nog altijd niet,’ aldus de 32-jarige ondernemer Neven Curlin. ‘Het is eigenlijk verbazingwekkend dat er in deze tijd waarin er zoveel aandacht is voor energiebesparing en maatschappelijk verantwoord ondernemen, nauwelijks bedrijven zijn die energiezuinige computers eisen of aanbieden.’
Daar probeert hij met zijn onlangs opgerichte bedrijf, Wesapo, verandering in te brengen. Curlin: ‘Wesapo staat voor We Save Power en is het eerste bedrijf in Nederland dat energiezuinige computers aanbiedt. Men staat er niet bij stil, maar technologisch is er tegenwoordig al erg veel mogelijk. Zo gebruikt ons basis computermodel slechts 28 watt, wat meer dan 50% zuiniger is dan de meeste thuis- en kantoorcomputers. Er staan in Nederland op dit moment zo’n 12 miljoen computers, dus daar valt nog een hoop energie te besparen.’
Op de vraag wat het systeem zo zuinig maakt, komt een meerledig antwoord. ‘Allereerst gebruiken we zo zuinig mogelijke componenten van kwaliteitsmerken. Vervolgens stellen we de computer softwarematig zo zuinig mogelijk af. Tot slot leveren we bij het systeem een speciale stekkerdoos die het sluipverbruik van pc en randapparatuur beperkt. Een compleet pakket dus waarmee we optimaal computeren én maximaal energie besparen mogelijk maken.’
Hoe nieuw dit concept is, blijkt uit de aandacht vanuit het buitenland. Bezoekers uit maar liefst 25 verschillende landen hebben de afgelopen maanden een kijkje op www.wesavepower.nl genomen. ‘En dan hebben we nog niet eens een Engelstalige versie van de site. Het is nu zaak dat consumenten om energiezuinige computers gaan vragen. Dan gaat het balletje rollen en zijn transparantie en energiezuinigheid binnen de kortste keren een belangrijke standaard in de wereld van computers. Dit is nog maar het topje van de smeltende ijsberg.’
Eerste centrale op waterstof bij Akzo Delfzijl
15/04/2007 | Bron(nen): Dagblad van het Noorden
Nederland krijgt de eerste waterstofelektriciteitscentrale van Europa. De centrale van chemieconcern Akzo Nobel en NedStack wordt vandaag geopend in het Delfzijl en komt naast een nieuwe elektrolysefabriek van Akzo te staan.
In die elektrolysefabriek gaat Akzo chloor produceren. Bij dat proces komt waterstof als restproduct vrij, dat vervolgens in stroom wordt omgezet met behulp van brandstofcellen. Akzo gebruikt de opgewekte stroom zelf weer in het productieproces.
Het gaat om een proefproject van zes maanden om het gedrag van de brandstofcellen op lange termijn te onderzoeken. Als de proef slaagt wordt de waterstofelektriciteitscentrale uitgebreid tot maximaal 20 megawatt. Met die opgewekte elektriciteit kan de chemiereus tot 20 procent op de energierekening besparen. NedStack heeft proefcentrale gebouwd en is eigenaar van de brandstofceltechniek die gebruikt wordt.
De waterstofelektriciteitscentrale laat zich het best vergelijken met een kleine zeecontainer voor de helft gevuld met brandstofcellen die de omvang hebben van groot uitgevallen autoaccu’s. De inzet van waterstof moet de energierekening omlaag brengen én bijdragen aan een duurzame energievoorziening. ”Het gaat om een proef”, benadrukt woordvoerder Harry Jaskens van Akzo Nobel, ”maar in potentie zijn de voordelen van waterstof groot.”
Waterstof is dé alternatieve en schone energiebron van de toekomst, zeggen de aanhangers. Het kan vervuilers als olie en kolen gaan vervangen, en dat betekent minder uitstoot van schadelijke CO2.
In Nederland lopen inmiddels verschillende projecten, vertelt waterstofexpert Frank Denys van SenterNovem, een agentschap van Economische Zaken dat het project met een half miljoen euro subsidieert. Denys: ”In Amsterdam rijden al waterstofbussen en er wordt nu een rondvaartboot gebouwd.”
Voorlopig blijft het bij demonstratieprojecten; de komende vijf jaar kan waterstof zeker niet met benzine en diesel uit de pomp concurreren. Het voornaamste probleem is het ontbreken van een netwerk van waterstofstations waar getankt kan worden.
Dat probleem heeft de waterstofcentrale in Delfzijl niet. De mini-centrale staat stil en waterstof is ruim voorhanden. Akzo gebruikt de waterstof die als restproduct vrijkomt bij de productie van chloor, legt Jaskens uit. ”De chloorproductie is behoorlijk energie-intensief en de kosten van energie zijn de afgelopen jaren flink gestegen.”
Jaar proefdraaien
De kleine centrale gaat ongeveer een jaar proefdraaien. Als alles goed gaat, kan Akzo in de toekomst veel energie besparen. De mini-centrale is goed voor het opwekken van 120 kilowatt stroom, maar dat kan opgevoerd worden tot een veelvoud van 20 megawatt; een centrale ter grootte van ongeveer vijf zeecontainers.
Nederland krijgt de eerste waterstofelektriciteitscentrale van Europa. De centrale van chemieconcern Akzo Nobel en NedStack wordt vandaag geopend in het Delfzijl en komt naast een nieuwe elektrolysefabriek van Akzo te staan.
In die elektrolysefabriek gaat Akzo chloor produceren. Bij dat proces komt waterstof als restproduct vrij, dat vervolgens in stroom wordt omgezet met behulp van brandstofcellen. Akzo gebruikt de opgewekte stroom zelf weer in het productieproces.
Het gaat om een proefproject van zes maanden om het gedrag van de brandstofcellen op lange termijn te onderzoeken. Als de proef slaagt wordt de waterstofelektriciteitscentrale uitgebreid tot maximaal 20 megawatt. Met die opgewekte elektriciteit kan de chemiereus tot 20 procent op de energierekening besparen. NedStack heeft proefcentrale gebouwd en is eigenaar van de brandstofceltechniek die gebruikt wordt.
De waterstofelektriciteitscentrale laat zich het best vergelijken met een kleine zeecontainer voor de helft gevuld met brandstofcellen die de omvang hebben van groot uitgevallen autoaccu’s. De inzet van waterstof moet de energierekening omlaag brengen én bijdragen aan een duurzame energievoorziening. ”Het gaat om een proef”, benadrukt woordvoerder Harry Jaskens van Akzo Nobel, ”maar in potentie zijn de voordelen van waterstof groot.”
Waterstof is dé alternatieve en schone energiebron van de toekomst, zeggen de aanhangers. Het kan vervuilers als olie en kolen gaan vervangen, en dat betekent minder uitstoot van schadelijke CO2.
In Nederland lopen inmiddels verschillende projecten, vertelt waterstofexpert Frank Denys van SenterNovem, een agentschap van Economische Zaken dat het project met een half miljoen euro subsidieert. Denys: ”In Amsterdam rijden al waterstofbussen en er wordt nu een rondvaartboot gebouwd.”
Voorlopig blijft het bij demonstratieprojecten; de komende vijf jaar kan waterstof zeker niet met benzine en diesel uit de pomp concurreren. Het voornaamste probleem is het ontbreken van een netwerk van waterstofstations waar getankt kan worden.
Dat probleem heeft de waterstofcentrale in Delfzijl niet. De mini-centrale staat stil en waterstof is ruim voorhanden. Akzo gebruikt de waterstof die als restproduct vrijkomt bij de productie van chloor, legt Jaskens uit. ”De chloorproductie is behoorlijk energie-intensief en de kosten van energie zijn de afgelopen jaren flink gestegen.”
Jaar proefdraaien
De kleine centrale gaat ongeveer een jaar proefdraaien. Als alles goed gaat, kan Akzo in de toekomst veel energie besparen. De mini-centrale is goed voor het opwekken van 120 kilowatt stroom, maar dat kan opgevoerd worden tot een veelvoud van 20 megawatt; een centrale ter grootte van ongeveer vijf zeecontainers.
Droog weer speelt kiemende zaden parten
14/04/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht
Monsterfiles naar de kust en aan de ingang van pretparken zijn niet het enige gevolg van het uitzonderlijk mooie weer. Zoals zo vaak zijn de boeren de pineut, schrijft Het Nieuwsblad. Door het gebrek aan regen kiemen hun zaadjes niet.
We stevenen intussen nog maar eens af op een recordmaand op het gebied van weersomstandigheden. "In de eerste helft van april was het gemiddeld elf graden", zegt weerman David Dehenauw. "In 1987 hadden we tot nu toe de warmste aprilmaand met gemiddeld 11,9 graden".
Daarbij komt dat in april nog geen druppel water gevallen is. Daardoor komen boeren stilaan in de problemen. Het gevolg van de droogte is dat 30.000 hectare suikerbieten en enkele duizenden hectare vlas niet boven de grond geraken. Voorjaarsgroenten zoals spinazie kennen ook een slechte en onregelmatige opkomst.
Veel boeren besproeien dan ook al hun akkers, iets wat ze anders pas in de zomermaanden doen. "Normaal moest al 26 millimeter regen gevallen zijn", zegt Dehenauw. Ook voor de komende dagen wordt droog weer voorspeld.
Monsterfiles naar de kust en aan de ingang van pretparken zijn niet het enige gevolg van het uitzonderlijk mooie weer. Zoals zo vaak zijn de boeren de pineut, schrijft Het Nieuwsblad. Door het gebrek aan regen kiemen hun zaadjes niet.
We stevenen intussen nog maar eens af op een recordmaand op het gebied van weersomstandigheden. "In de eerste helft van april was het gemiddeld elf graden", zegt weerman David Dehenauw. "In 1987 hadden we tot nu toe de warmste aprilmaand met gemiddeld 11,9 graden".
Daarbij komt dat in april nog geen druppel water gevallen is. Daardoor komen boeren stilaan in de problemen. Het gevolg van de droogte is dat 30.000 hectare suikerbieten en enkele duizenden hectare vlas niet boven de grond geraken. Voorjaarsgroenten zoals spinazie kennen ook een slechte en onregelmatige opkomst.
Veel boeren besproeien dan ook al hun akkers, iets wat ze anders pas in de zomermaanden doen. "Normaal moest al 26 millimeter regen gevallen zijn", zegt Dehenauw. Ook voor de komende dagen wordt droog weer voorspeld.
13 april 2007
Buurtprotest tegen vergistingsinstallatie in Deinze
11/04/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht, Het Nieuwsblad
In de stedelijke infokrant van Deinze vraagt de bvba DDD de uitbreiding van haar landbouwbedrijf met bijhorende vergistingsinstallatie. Vooral dat laatste baart de omwonenden zorgen. Ze vrezen dat de installatie die groene stroom zal opwekken geur-, lawaai- en verkeershinder zal veroorzaken. De bewoners willen nog deze week het stadsbestuur op de hoogte stellen van hun bezwaren. Vooral de grootte van de installatie wordt aangeklaagd.
In het doornemen van het dossier vernamen ze dat het gaat om de verwerking van 18.000 ton mest per jaar en 12.000 ton organisch afval en secundaire grondstoffen. De totale hoeveelheid van 30.000 ton per jaar is goed voor 22 transporten per week langs de al drukke in- en uitvalsweg naar Deinze. Behalve de verwerking van de mest van het bedrijf zelf, worden ook magen en darmen, kippenmest, rundveemest, preiloof, bieten en dergelijke verwerkt.
In totaal worden vier vergisters geplaatst die vier meter boven de grond uitsteken en worden twee reuzenloodsen opgetrokken. In de loodsen wordt het afval opgeslagen, samen met 5.000 liter zwavelzuur, 5.000 liter ijzertrichloride, een verbrandingsinstallatie, een gastank van 800 kubieke meter en drie sleufsilo's. Langs de kant van de nabijgelegen huizen komen ingekapselde motoren en een wasstraat voor vrachtwagens.
Het bedrijf zal groene stroom leveren aan de bestaande elektriciteitscabine. De installatie is goed voor een investering van 5 miljoen euro. De omwonenden vragen zich af wat wat de milieu-impact op de omgeving zal zijn. Ze zijn alleszins van mening dat de installatie het mestprobleem in Vlaanderen niet zal oplossen. De bezwaren dienen binnen te zijn vóór 20 april.
In de stedelijke infokrant van Deinze vraagt de bvba DDD de uitbreiding van haar landbouwbedrijf met bijhorende vergistingsinstallatie. Vooral dat laatste baart de omwonenden zorgen. Ze vrezen dat de installatie die groene stroom zal opwekken geur-, lawaai- en verkeershinder zal veroorzaken. De bewoners willen nog deze week het stadsbestuur op de hoogte stellen van hun bezwaren. Vooral de grootte van de installatie wordt aangeklaagd.
In het doornemen van het dossier vernamen ze dat het gaat om de verwerking van 18.000 ton mest per jaar en 12.000 ton organisch afval en secundaire grondstoffen. De totale hoeveelheid van 30.000 ton per jaar is goed voor 22 transporten per week langs de al drukke in- en uitvalsweg naar Deinze. Behalve de verwerking van de mest van het bedrijf zelf, worden ook magen en darmen, kippenmest, rundveemest, preiloof, bieten en dergelijke verwerkt.
In totaal worden vier vergisters geplaatst die vier meter boven de grond uitsteken en worden twee reuzenloodsen opgetrokken. In de loodsen wordt het afval opgeslagen, samen met 5.000 liter zwavelzuur, 5.000 liter ijzertrichloride, een verbrandingsinstallatie, een gastank van 800 kubieke meter en drie sleufsilo's. Langs de kant van de nabijgelegen huizen komen ingekapselde motoren en een wasstraat voor vrachtwagens.
Het bedrijf zal groene stroom leveren aan de bestaande elektriciteitscabine. De installatie is goed voor een investering van 5 miljoen euro. De omwonenden vragen zich af wat wat de milieu-impact op de omgeving zal zijn. Ze zijn alleszins van mening dat de installatie het mestprobleem in Vlaanderen niet zal oplossen. De bezwaren dienen binnen te zijn vóór 20 april.
Rapport legt tekortkomingen FANC bloot (La Libre Belgique)
12/04/2007 | Bron(nen): Belga
In een rapport, waarvan de inhoud pas op 18 april officieel wordt bekendgemaakt, onthult de werkgroep Nucleaire Veiligheid van de Kamer talrijke tekortkomingen. Dat schrijft La Libre Belgique donderdag. Volgens de werkgroep vervult het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) haar taken niet.
De controles van de kerncentrales worden degelijk uitgevoerd, maar voor andere vormen van ioniserende stralen die in ons land gebruikt worden - en dan vooral in de medische wereld - is de vaststelling zorgwekkender. In het rapport is onder meer sprake van een onvolledig beheer, een gebrek aan een aangepaste boekhouding, een incompetente directie, een wisselvallig gegevensbestand en ongeschikte meetapparatuur. "Anders gezegd, inzake radio-actieve toestellen die gebruikt worden in de medische wereld bij artsen, tandartsen en apothekers of zelfs in ziekenhuizen weet niemand precies wie over welke toestellen beschikt en in welke staat ze zich bevinden", luidt het.
Het rapport hekelt voorts ook het gebrek aan transparantie en de "geheimzinnigheidscultuur" binnen het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle.
In een rapport, waarvan de inhoud pas op 18 april officieel wordt bekendgemaakt, onthult de werkgroep Nucleaire Veiligheid van de Kamer talrijke tekortkomingen. Dat schrijft La Libre Belgique donderdag. Volgens de werkgroep vervult het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) haar taken niet.
De controles van de kerncentrales worden degelijk uitgevoerd, maar voor andere vormen van ioniserende stralen die in ons land gebruikt worden - en dan vooral in de medische wereld - is de vaststelling zorgwekkender. In het rapport is onder meer sprake van een onvolledig beheer, een gebrek aan een aangepaste boekhouding, een incompetente directie, een wisselvallig gegevensbestand en ongeschikte meetapparatuur. "Anders gezegd, inzake radio-actieve toestellen die gebruikt worden in de medische wereld bij artsen, tandartsen en apothekers of zelfs in ziekenhuizen weet niemand precies wie over welke toestellen beschikt en in welke staat ze zich bevinden", luidt het.
Het rapport hekelt voorts ook het gebrek aan transparantie en de "geheimzinnigheidscultuur" binnen het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle.
"Opwarming aarde leidt tot giftige frieten"
12/04/2007 | Bron(nen): Vilt-Nieuwsoverzicht, Gazet van Antwerpen
"Over vijftig jaar zijn frieten zoals we ze nu kennen, giftig. Het bier schuimt niet meer en brood bakken wordt onmogelijk". Dat zeggen onderzoekers van de universiteit van Hohenheim in Duitsland na een experiment in klimaatkamers. Professor Andreas Fangmeier en zijn onderzoeksteam van landbouwkundigen zetten in het ecologiecentrum zes klimaatkamers op. Daarin groeien verscheidene planten: tomaten, tuin- en sojabonen in een mediterraan klimaat, tarwe, gerst en aardappelen in het klimaat dat in onze streken over vijftig jaar verwacht wordt.
"In die klimaatkamers simuleren we de CO2-concentratie van de toekomst", legt Fangmeier uit. "De resultaten zijn ontnuchterend. Door de verhoogde CO2-waarde in de lucht groeien voedingsgewassen in eerste instantie beter en leveren ze een rijkere oogst op, maar ze boeten in aan kwaliteit. Brood kan door de slechtere kleefbaarheid van de tarwe niet meer gebakken worden, bier kan minder schuimen en frieten kunnen zelfs giftig zijn".
Oorzaak zijn de veranderde proteïneconcentraties. Bij meer CO2 hebben de meeste planten minder proteïnen nodig, en daarmee minder stikstof in de bladeren. Daardoor hebben ze minder stikstof ter beschikking die ze tijdens het rijpen naar hun vruchten kunnen transporteren. "Over vijftig tot honderd jaar halen die planten niet meer de kwaliteit van nu", zegt Fangmeier. "In de toekomst hebben we nieuwe of aangepaste voedingsgewassen nodig".
"Over vijftig jaar zijn frieten zoals we ze nu kennen, giftig. Het bier schuimt niet meer en brood bakken wordt onmogelijk". Dat zeggen onderzoekers van de universiteit van Hohenheim in Duitsland na een experiment in klimaatkamers. Professor Andreas Fangmeier en zijn onderzoeksteam van landbouwkundigen zetten in het ecologiecentrum zes klimaatkamers op. Daarin groeien verscheidene planten: tomaten, tuin- en sojabonen in een mediterraan klimaat, tarwe, gerst en aardappelen in het klimaat dat in onze streken over vijftig jaar verwacht wordt.
"In die klimaatkamers simuleren we de CO2-concentratie van de toekomst", legt Fangmeier uit. "De resultaten zijn ontnuchterend. Door de verhoogde CO2-waarde in de lucht groeien voedingsgewassen in eerste instantie beter en leveren ze een rijkere oogst op, maar ze boeten in aan kwaliteit. Brood kan door de slechtere kleefbaarheid van de tarwe niet meer gebakken worden, bier kan minder schuimen en frieten kunnen zelfs giftig zijn".
Oorzaak zijn de veranderde proteïneconcentraties. Bij meer CO2 hebben de meeste planten minder proteïnen nodig, en daarmee minder stikstof in de bladeren. Daardoor hebben ze minder stikstof ter beschikking die ze tijdens het rijpen naar hun vruchten kunnen transporteren. "Over vijftig tot honderd jaar halen die planten niet meer de kwaliteit van nu", zegt Fangmeier. "In de toekomst hebben we nieuwe of aangepaste voedingsgewassen nodig".
Distrigas belooft aanpassing leveringscontracten
12/04/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht, Belga
De Belgische gasleverancier Distrigas wil zijn contracten op lange termijn aanpassen aan de Europese concurrentieregels. Dat heeft de Europese Commissie meegedeeld. De Commissie gaat nu onderzoeken of het aanbod van Distrigas volstaat. Ondanks de liberalisering van de energiemarkt heeft gasinvoerder Distrigas nog altijd een stevig monopolie. Als gevolg van de hoge prijzen zijn de jongste jaren alleen nog tuinders met een nieuw WKK-project omgeschakeld naar aardgas.
Distrigas wil volgens de Europese Commissie gemiddeld zeventig procent van zijn gasleveringen aan industriële gebruikers en elektriciteitsproducenten jaarlijks openstellen voor concurrerende aanbiedingen. Daarbovenop belooft het bedrijf af te zien van leveringscontracten die langer dan vijf jaar bestrijken. In ruil mag Distrigas contracten van lange termijn handhaven, maar die mogen niet meer dan 20 procent van de markt beslaan.
De Europese Commissie had in mei vorig jaar klacht ingediend tegen Distrigas omdat het bedrijf misbruik zou maken van zijn dominante positie op de Belgische markt. Door het afsluiten van contracten op lange termijn zouden grote delen van de markt verstoken blijven van concurrentie.
Het aanbod van Distrigas verscheen woensdag in het Publicatieblad van de Europese Unie. De Commissie geeft de concurrenten nu een maand tijd om te reageren op het voorstel. Indien het aanbod van het gasbedrijf zou volstaan en de concurrentie daadwerkelijk wordt verhoogd, kan de Commissie beslissen om haar onderzoek tegen Distrigas te beëindigen.
Distrigas maakt deel uit van de Franse energiegroep Suez. Suez heeft reeds beloofd om zijn belangen in Distrigas af te stoten in ruil voor het groen licht van de Commissie voor de geplande fusie met Gaz de France.
De Belgische gasleverancier Distrigas wil zijn contracten op lange termijn aanpassen aan de Europese concurrentieregels. Dat heeft de Europese Commissie meegedeeld. De Commissie gaat nu onderzoeken of het aanbod van Distrigas volstaat. Ondanks de liberalisering van de energiemarkt heeft gasinvoerder Distrigas nog altijd een stevig monopolie. Als gevolg van de hoge prijzen zijn de jongste jaren alleen nog tuinders met een nieuw WKK-project omgeschakeld naar aardgas.
Distrigas wil volgens de Europese Commissie gemiddeld zeventig procent van zijn gasleveringen aan industriële gebruikers en elektriciteitsproducenten jaarlijks openstellen voor concurrerende aanbiedingen. Daarbovenop belooft het bedrijf af te zien van leveringscontracten die langer dan vijf jaar bestrijken. In ruil mag Distrigas contracten van lange termijn handhaven, maar die mogen niet meer dan 20 procent van de markt beslaan.
De Europese Commissie had in mei vorig jaar klacht ingediend tegen Distrigas omdat het bedrijf misbruik zou maken van zijn dominante positie op de Belgische markt. Door het afsluiten van contracten op lange termijn zouden grote delen van de markt verstoken blijven van concurrentie.
Het aanbod van Distrigas verscheen woensdag in het Publicatieblad van de Europese Unie. De Commissie geeft de concurrenten nu een maand tijd om te reageren op het voorstel. Indien het aanbod van het gasbedrijf zou volstaan en de concurrentie daadwerkelijk wordt verhoogd, kan de Commissie beslissen om haar onderzoek tegen Distrigas te beëindigen.
Distrigas maakt deel uit van de Franse energiegroep Suez. Suez heeft reeds beloofd om zijn belangen in Distrigas af te stoten in ruil voor het groen licht van de Commissie voor de geplande fusie met Gaz de France.
"Duurzame elektriciteit efficiënter dan biobrandstof"
12/04/2007 | Bron(nen): Vilt-nieuwsoverzicht
Om wereldwijd de uitstoot van CO2 in te dijken, is het beter te focussen op een duurzame elektriciteitsproductie dan op de aanmaak van biobrandstoffen. Dat zegt Gilbert Asselman van ExxonMobil in De Tijd. De extra kosten voor de omschakeling naar hernieuwbare elektriciteit zijn veel kleiner dan die van klassieke op biobrandstoffen.
De elektriciteitsopwekking zal tegen 2030 tot 16 miljard ton CO2 per jaar uitstoten, tegen 11 miljard ton in 2005. Het lichte transport is nu verantwoordelijk voor 3 miljard ton CO2 per jaar en in 2030 voor 3,5 miljard ton. De toename van CO2 zit vooral in de extra elektriciteitsproductie die de wereld nodig heeft. De omschakeling van de traditionele fossiele opwekking van elektriciteit naar meer duurzame bronnen is relatief goedkoop. Die omschakeling kost hooguit 40 euro per ton uitgespaarde CO2. De omzetting van traditionele brandstoffen naar biobrandstoffen uit ethanol, cellulose of de inzet van hybride motoren kost meer dan 120 tot zelfs 240 dollar per ton uitgespaarde CO2.
"Het is zonneklaar dat de maatschappij beter duurzame elektriciteitscentrales bouwt dan dat ze investeert in biobrandstoffen", zegt Gilbert Asselman, hoofd van de Esso-raffinaderij in Antwerpen. Biobrandstoffen blijven bovendien altijd marginaal tegenover de totale energiebehoefte in de wereld, stelt het grootste oliebedrijf ter wereld, ExxonMobil, het moederbedrijf van Esso. "Biobrandstoffen zullen wel doorbreken, maar blijven zelfs tegen 2030 nog marginaal en dekken dan amper één procent van de wereldvraag naar energie", zegt Asselman.
ExxonMobil blijft de klassieke fossiele brandstoffen koesteren, maar wil ze wel zo efficiënt mogelijk inzetten. "Technologie blijft de sleutel voor de oplossing van de klimaatproblemen en niet zozeer de loutere omschakeling naar duurzame energiebronnen", zegt Asselman. ExxonMobil profileert zich wereldwijd als een van de marktleiders in warmtekrachtkoppeling (WKK), waarbij elektriciteit en warmte samen worden opgewekt. ExxonMobil heeft een vermogen van 3.700 megawatt (MW) aan WKK geïnstalleerd op zijn raffinaderijen en chemische bedrijven.
Om wereldwijd de uitstoot van CO2 in te dijken, is het beter te focussen op een duurzame elektriciteitsproductie dan op de aanmaak van biobrandstoffen. Dat zegt Gilbert Asselman van ExxonMobil in De Tijd. De extra kosten voor de omschakeling naar hernieuwbare elektriciteit zijn veel kleiner dan die van klassieke op biobrandstoffen.
De elektriciteitsopwekking zal tegen 2030 tot 16 miljard ton CO2 per jaar uitstoten, tegen 11 miljard ton in 2005. Het lichte transport is nu verantwoordelijk voor 3 miljard ton CO2 per jaar en in 2030 voor 3,5 miljard ton. De toename van CO2 zit vooral in de extra elektriciteitsproductie die de wereld nodig heeft. De omschakeling van de traditionele fossiele opwekking van elektriciteit naar meer duurzame bronnen is relatief goedkoop. Die omschakeling kost hooguit 40 euro per ton uitgespaarde CO2. De omzetting van traditionele brandstoffen naar biobrandstoffen uit ethanol, cellulose of de inzet van hybride motoren kost meer dan 120 tot zelfs 240 dollar per ton uitgespaarde CO2.
"Het is zonneklaar dat de maatschappij beter duurzame elektriciteitscentrales bouwt dan dat ze investeert in biobrandstoffen", zegt Gilbert Asselman, hoofd van de Esso-raffinaderij in Antwerpen. Biobrandstoffen blijven bovendien altijd marginaal tegenover de totale energiebehoefte in de wereld, stelt het grootste oliebedrijf ter wereld, ExxonMobil, het moederbedrijf van Esso. "Biobrandstoffen zullen wel doorbreken, maar blijven zelfs tegen 2030 nog marginaal en dekken dan amper één procent van de wereldvraag naar energie", zegt Asselman.
ExxonMobil blijft de klassieke fossiele brandstoffen koesteren, maar wil ze wel zo efficiënt mogelijk inzetten. "Technologie blijft de sleutel voor de oplossing van de klimaatproblemen en niet zozeer de loutere omschakeling naar duurzame energiebronnen", zegt Asselman. ExxonMobil profileert zich wereldwijd als een van de marktleiders in warmtekrachtkoppeling (WKK), waarbij elektriciteit en warmte samen worden opgewekt. ExxonMobil heeft een vermogen van 3.700 megawatt (MW) aan WKK geïnstalleerd op zijn raffinaderijen en chemische bedrijven.
Abonneren op:
Posts (Atom)