Milieubeleid levert juist méér banen op

2006-12-02 | Bron(nen): iNSnet, IntermediairPW


Werkgevers waarschuwen na de ‘ruk naar links’ van de verkiezingen vorige week al voor verlies van werkgelegenheid. Maar een streng klimaatbeleid bijvoorbeeld pakt al op korte termijn juist goed uit voor de Nederlandse arbeidsmarkt.

Dat blijkt uit een scenariostudie van het economisch onderzoeksinstituut SEO, die vorige week aan de Tweede Kamer is aangeboden. Met name lager opgeleiden hebben er volgens hen veel baat bij als op grote schaal wordt overgestapt naar duurzame energiebronnen.
Volgens het SEO, verbonden aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit, is een ’directe groei van de werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt’ te verwachten door maatregelen voor energiebesparing. Vooral in de bouw- en installatiesector groeit het aantal banen flink, met drie- tot achtduizend functies per jaar. In sommige sectoren zal de werkgelegenheid krimpen, maar per saldo is er geen negatief effect op de lange termijn, aldus het SEO, dat het onderzoek uitvoerde in opdracht van Greenpeace.

Deze milieuclub roept een nieuwe kabinet dan ook op na de formatie met spoed werk te maken van een snelle overstap naar schone energie. Ook zou voor hen een vergaande vergroening van het belastingstelsel onderdeel moeten worden van nieuwe kabinetsplannen. Dat betekent bijvoorbeeld minder belasting op werk en meer belasting op vervuilende brandstoffen als steenkool.

Ook p&o kan in die vergroening een grote rol spelen, stelt het Britse Personnel Today. Peter Thomson, directeur van het Future Work Forum, verbaast zich in dit blad er bijvoorbeeld over dat p&o niet ingrijpt als ze zien dat werknemers elke dag in de file staan om op kantoor te komen of zinloos rond de wereld vliegen, terwijl met moderne technologie heel veel van deze CO2-uitstoot kan worden voorkomen. ‘De hr-functie toont helaas geen strategische visie op werkpatronen, en houdt nieuwe technologie zelfs vaak tegen. Het Stern-rapport, dat de economische gevolgen van klimaatverandering in beeld heeft, zou een wake-up call moeten zijn voor alle werkgevers om hun praktijken nog eens tegen het licht te houden.’